Lilian Sweens

Vergelijkbare documenten
RAADSVOORSTEL VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

:

Lilian Sweens raad september 2010

vast te stellen de: Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand.

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Raadsvoorstel tot vaststelling van de Toeslagenverordening

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2005, nummer 1304;

Raadsbesluit Jaar 2010/05/20..

Toeslagenverordening WWB-2

Toeslagenverordening WWB gemeente Enkhuizen versie 201 3

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

Vast te stellen de navolgende Toeslagenverordening WWB 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2012

De Raad van de gemeente Cranendonck, Heeze-Leende, Waalre en Valkenswaard,

Raadsbesluit Jaar 2012/03/07/.. Besluit

Toeslagenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Vergadering van : 24 april Onderwerp : Toeslagen- en Maatregelverordening WWB 2012

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Gelet op het bepaalde in de artikelen 8 lid 1, onderdeel c, en 30 van de Wet werk en bijstand

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 september 2012 B E S L U I T:

Toelichting behorende bij de Toeslagenverordening WWB 2010 (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2010, nr. 21, reg.nr.

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

Algemene toelichting. - alleenstaande ouders: 90% van de gehuwdennorm - alleenstaanden: 70% van de gehuwdennorm

GEMEENTEBLAD 2010 nr.28

besluit B en W Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n :

1 Type Overheidsorganisatie Gemeente 3 De Organisatie die (een versie van) de Gemeente Aa en Hunze

Toeslagen- en verlagingenverordening Wet werk en bijstand. HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeenten Beek en Stein

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

GEMEENTE VALKE N SWAARD. De Raad van de gemeente Valkenswaard,

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d, gelet op de artikelen 8 lid 1 onderdeel c juncto 30 van de Wet Werk en Bijstand,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 februari 2013, nr. 0188; gelet op de Wet werk en bijstand (WWB),

- De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012B (GB2012/069) wordt ingetrokken per 1 januari Gemeenteblad Nijmegen

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012;

De raad van de gemeente Westerveld/Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 september 2010 ;

dienst SZW Den Haag,...oktober 2003 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand

- De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 (GB2012/017) is per 5 juni 2012 ingetrokken. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2012 / 057

Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren

Toeslagenverordening WWB 2010

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

Verordening verhoging of verlaging van de bijstandsnorm gemeente

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 (1 e wijziging)

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R ;;

De Raad van de gemeente Mill en Sint Hubert,

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 Lemsterland. Inhoudsopgave: Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar.

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Tynaarlo

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011.

Toeslagenverordening WWB gemeente Enkhuizen 2004

Gemeente Elbu rg. 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gezinsnorm voor de

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr ;

Toeslagenverordening Wwb 2010

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2010

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013(1e wijziging) (versie geldend sedert 1 januari 2013)

Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toeslagenverordening WWB gemeente Enkhuizen 2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

Artikel 3 - Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

Verordening Toeslagen en verlagingen WWB Sluis 2013

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Wierden 2013

De raad van de gemeente Schinnen;

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening.

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A)

Toeslagen verordening Wet Werk en bijstand 2012

TOESLAGENVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad 2011

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 december 2011;

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2004

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Inhoudsopgave:

RICHTLIJN NR. B050 TOESLAGEN ALGEMENE BIJSTAND VOOR PERSONEN VAN 21 TOT 65 JAAR

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND

TOESLAGENVERORDENING WWB HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2012

Gemeenteraad 03 maart 2009 Gemeenteblad

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand (WWB) 2010

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012B Vaststelling 1 januari 2012

gelezen het voorstel van het college van 10 september 2013, No. B

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Stein d.d. 3 november 2009;

Toeslagenverordening 2013

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Toeslagenverordening. Gemeente Montferland 2006

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 27 april 2010;

Raadsvoorstel 27 september 2012 AB RV

HOOFDSTUK 2. Criteria voor het al dan niet verhogen van de norm met een toeslag. Artikel 3. Toeslagen alleenstaanden en alleenstaande ouders

TOELICHTING OP DE TOESLAGENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2013)

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Súdwest Fryslân. Onderwerp: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Súdwest Fryslân.

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen ingevolge de WWB en WIJ bijverordening te regelen;

Transcriptie:

Lilian Sweens 040 2083518 lsw@valkenswaard.nl 10raad00549 Verordeningen toeslagen en verlagingen WWB en WIJ 2010 Nieuwe wetgeving, zoals de invoering van de Wet investeren in jongeren, hebben geleid tot het aanbieden van de voorliggende Verordeningen toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010. De bedoeling is dat deze verordeningen uniform met ingang van 1 oktober 2010 in werking treden binnen de samenwerkende gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende, Waalre en Valkenswaard. Naast nieuwe wetgeving zijn de bestaande verordeningen binnen het Samenwerkingsverband geëvalueerd en zijn knelpunten meegenomen in de voorliggende verordeningen. Daarnaast zijn daar waar mogelijk de verordeningen getoetst aan de vastgestelde randvoorwaarden uit het Handhavingsplan 2010 2014: eenvoud, uniform, helder en toegankelijk. 1. De bestaande Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand intrekken met ingang van 1 oktober 2010; 2. De voorliggende Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2010 vaststellen met ingang van 1 oktober 2010; 3. De voorliggende Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren 2010 vaststellen met ingang van 1 oktober 2010. Op 1 januari 2007 is de Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand in werking getreden. Deze verordening is vanwege de aangegane samenwerking tussen de gemeenten Heeze-Leende, Valkenswaard en Waalre uniform in de drie gemeenten vastgesteld. Per 1 januari 2009 is de gemeente Cranendonck toegetreden tot het Samenwerkingsverband Werk en Inkomen en is de verordening ook in de gemeente Cranendonck in werking getreden. Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren ingevoerd. Artikel 12 van de Wet investeren in jongeren schrijft voor dat de raad bij verordening regels stelt. Om te voldoen aan de opdracht tot regelstelling en daarnaast recht te doen aan de behoefte het besluitvormingsproces zorgvuldig te doorlopen is per 1 oktober 2009 de Verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren in werking getreden. De verordening komt uiterlijk 1 oktober 2010 te vervallen en de bedoeling is hiervoor in de plaats specifieke verordeningen voor de Wet investeren in jongeren vast te stellen.

Nieuwe wetgeving, zoals de invoering van de Wet investeren in jongeren, hebben geleid tot de voorliggende Verordeningen toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2010. De bedoeling is dat deze verordeningen uniform met ingang van 1 oktober 2010 in werking treden binnen de samenwerkende gemeenten. Naast nieuwe wetgeving zijn de bestaande verordeningen binnen het Samenwerkingsverband geëvalueerd en zijn knelpunten meegenomen in de voorliggende verordeningen. Daarnaast zijn daar waar mogelijk de verordeningen getoetst aan de vastgestelde randvoorwaarden uit het Handhavingsplan 2010 2014: eenvoud, uniform, helder en toegankelijk. Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2010 Uitgangspunten Bij het maken van een Verordening toeslagen en verlagingen kunnen verschillende invalshoeken gekozen worden, die leiden tot meerdere varianten: Een forfaitaire benadering of een benadering waarbij ook rekening gehouden wordt met werkelijke kosten van de belanghebbende; Een strenge of een soepele variant. Bij het opstellen van deze verordening is, gelijk aan de huidige verordening, gekozen voor de forfaitaire, strenge benadering. Forfaitaire benadering of rekening houden met werkelijke kosten Het grote voordeel van de forfaitaire benadering is de eenvoudige uitvoering van de verordening. Door enkel de situaties te omschrijven waarin iemand geacht wordt lagere noodzakelijke kosten van het bestaan te hebben, kan rekenwerk met werkelijke kosten en de controle daarop achterwege blijven. Een mogelijk nadeel is dat de verordening onder omstandigheden in de praktijk tot onredelijke uitkomsten kan leiden, waardoor het college in die gevallen gebruik zal moeten maken van zijn bevoegdheid van artikel 18, eerste lid, WWB en de bijstand alsnog afwijkend zal moeten vaststellen. De voor- en nadelen van het rekening houden met werkelijke kosten zijn feitelijk gespiegeld aan die bij de forfaitaire benadering. Uit de praktijk is gebleken dat de meeste gemeenten hebben gekozen voor de forfaitaire variant. Daarbij lijkt de forfaitaire benadering per saldo ook de meest efficiënte uitvoering op te leveren. Streng of soepel De verordening moet voorzien in de mogelijkheid van een toeslag in de zin van artikel 25 WWB. Of, in geval er kosten kunnen worden gedeeld, de toeslag door het college lager vastgesteld wordt, valt in de beleidsvrijheid van de gemeente. Eveneens heeft de gemeente beleidsvrijheid in hoe om te gaan met de verlagingen van de artikelen 26 t/m 29 WWB. Aangezien een uitgangspunt van de WWB is dat de verlening van bijstand maatwerk betreft, lijkt het in het geheel geen gebruik maken van de mogelijkheden om in de verordening rekening te houden met kostenbesparende situaties waarin belanghebbende verkeert in strijd met de bedoeling van de wetgever. Budgettaire overwegingen mogen geen rol spelen bij de keuze voor een streng of soepel beleid. Het moet gaan om de beoordeling van de bijstandsbehoevendheid. De meeste gemeenten hebben er dan ook voor 2

gekozen rekening te houden met kostenbesparende situaties waarin belanghebbende verkeert en uit te gaan van een strenge benadering. Norm, toeslag en verlaging Hoofdstuk 3 van de WWB kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen en toeslagen en verlagingen. De bijstandsnormen zijn geregeld in paragraaf 2, in de artikelen 20 tot en met 24 WWB. Daarnaast voorziet paragraaf 3 in toeslagen en verlagingen in de artikelen 25 tot en met 29 WWB. Het college is verplicht om in voorkomende gevallen de norm te verhogen met een toeslag. Van de mogelijkheid om een verlaging toe te passen hoeft geen gebruik gemaakt te worden. De verordening In artikel 8, lid 1, onder c jo. artikel 30 WWB is geregeld dat de gemeenteraad bij verordening dient vast te stellen voor welke categorieën de bijstandsnorm verhoogd of verlaagd wordt en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald. Artikel 30 WWB bepaalt dat de verordening een categoriaal karakter moet hebben. Bij het afbakenen van categorieën is steeds getracht te komen tot in de praktijk eenvoudig te hanteren criteria. Daarom is er gekozen voor een forfaitaire benadering. Het is niet nodig om in de verordening alle mogelijke situaties uitputtend te regelen. In niet geregelde of uitzonderlijke gevallen heeft het college immers de bevoegdheid c.q. de plicht om de bijstand op grond van artikel 18, eerste lid, WWB, bij wijze van individualisering afwijkend vast te stellen. In deze verordening wordt, naast de toeslagen, ook invulling gegeven aan de onderstaande verlagingen die de WWB mogelijk maakt: Verlaging in verband met het geheel of gedeeltelijk kunnen delen met een ander van algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan bij gehuwden (artikel 26 WWB); Verlaging in verband met de woonsituatie (artikel 27 WWB). Om maatwerk te leveren wordt in de verordening met een aantal kostenbesparende situaties waarin belanghebbende verkeerd rekening gehouden. Wijzigingen ten opzichte van de huidige verordening De meest essentiële wijziging naar aanleiding van de evaluatie van de verordening betreft de toevoeging van artikel 3, derde lid, onder a en artikel 4, derde lid onder a, van de verordening. In de huidige verordening wordt bij de bepaling van de toeslag, als bedoeld in artikel 25 WWB, voor de alleenstaande (ouder) en de verlaging, als bedoeld in artikel 26 WWB, voor de gehuwden door het college slechts rekening gehouden met onderverhuur, kamerverhuur of kostgeverschap aan één ander. Indien de belanghebbende onderverhuren, een kamer verhuren of kostgever zijn aan twee of meer anderen vindt een inkomstenkorting plaats op grond van artikel 33, lid 4, WWB. In de voorliggende verordening kan het college de toepassing van artikel 33, lid 4, WWB, buiten beschouwing laten omdat de bijstand ook wordt verlaagd op grond van artikel 25 en 26 WWB, indien belanghebbende zijn woning deelt met meerdere huurders, onderhuurders of kostgangers. Dit vereenvoudigt de uitvoering en vermindert de kans op fraude. In de huidige verordening ontvangen alleenstaande (ouders) een toeslag van 5% en gehuwden een verlaging van 15%, indien de belanghebbenden inwonen bij de ouders. Naar aanleiding van de evaluatie is in de voorliggende verordening opgenomen de percentages ook toe te passen indien de ouder(s) in 3

wonen bij hun kinderen. De alleenstaande (ouders) ontvangen dus een toeslag van 5% en gehuwden een verlaging van 15%, indien belanghebbenden inwonen bij een bloedverwant in de eerste graad. In de voorliggende verordening wordt geen rekening meer gehouden met het verplegen of verzorgen van een hulpbehoevende dan wel het zijn van een hulpbehoevende. Op basis van de artikelen 25 tot en met 29 WWB is er voor de gemeente geen ruimte om de norm lager of hoger vast te stellen op basis van hulpbehoevendheid. Tenslotte wordt in de voorliggende verordening geen onderscheidt meer gemaakt tussen het hebben van een zakelijke overeenkomst of niet, met een onderhuurder, kamerhuurder of kostganger. Dit vereenvoudigt de uitvoering en vermindert de kans op fraude. Overgangssituatie Belanghebbenden die nadeel ondervinden van de voorliggende verordening, zijnde: Verhuurders, kamer verhuurders of kostgevers aan twee of meer anderen die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben, afhankelijk van de hoogte van de gekorte inkomsten op grond van artikel 33, lid 4, WWB; Alleenstaande (ouders) en gehuwden die inwonen bij hun kinderen; Belanghebbenden die een hulpbehoevende verplegen of verzorgen, dan wel zelf een hulpbehoevende zijn, worden na inwerkingtreding van de verordening schriftelijk hiervan op de hoogte gebracht en van de wijzigingen die dit in het individuele geval met zich meebrengen en voor hen geldt een overgangstermijn van zes maanden na inwerkingtreding van de verordening. Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren 2010 De Wet investeren in jongeren en de inkomensvoorziening Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren in werking getreden. De uitkering, de zogenaamde inkomensvoorziening, volgt in grote lijnen de WWB voor wat betreft de voorwaarden die aan het recht zijn verbonden en de normering die geldt voor de hoogte van de inkomensvoorziening. Evenals in de WWB bestaat de inkomensvoorziening uit een rijksgeregeld deel (de norm) die binnen bepaalde grenzen verhoogd of verlaagd kan worden op grond van gemeentelijk beleid (toeslag en verlaging). Dit gemeentelijk beleid moet door de gemeenteraad in een verordening worden vastgelegd. Relatie met de WWB Bij het inrichten van de WIJ is op het punt van de inkomensvoorziening uitdrukkelijk ervoor gekozen zoveel mogelijk aansluiting te zoeken met de WWB. Ten aanzien van het te voeren toeslagen- en verlagingenbeleid is sprake van een identiek wettelijk kader als in de WWB. Normen die specifiek betrekking hebben op jong-meerderjarigen zijn uit de WWB overgeheveld naar de WIJ. Omdat het oogmerk van de WIJ niet is geweest de normen van de inkomensvoorziening voor jongeren te verlagen is, gelet op de gewenste aansluiting met de WWB en uit overwegingen van uitvoerbaarheid, in 4

deze verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren 2010 aansluiting gezocht bij de verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2010. De verordening In de huidige verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren is bepaald dat die uiterlijk 1 oktober komt te vervallen en hiervoor in de plaats specifieke verordeningen Wet investeren in jongeren worden vastgesteld. De voorliggende verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren 2010 is één van deze verordeningen en vindt zijn grondslag in artikel 12, eerste lid, sub e, WIJ. De verordening heeft een categoriaal karakter, dat wil zeggen dat voor een aantal categorieën uitkeringsgerechtigden de hoogte van de toeslag dan wel verlaging van de norm of de toeslag in de verordening is beschreven. Het is daarbij niet nodig c.q. mogelijk om alle mogelijke situaties uitputtend te beschrijven. In niet geregelde gevallen is het college immers bevoegd en verplicht om de inkomensvoorziening bij wijze van individualisering afwijkend vast te stellen (artikel 25, vierde lid, WIJ). De verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren 2010 heeft twee artikelen meer dan de verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2010. Het betreft hier artikel 4 waar een afwijkende toeslag wordt bepaald voor de alleenstaanden van 21 of 22 jaar omdat het minimumloon voor hen lager ligt dan voor de alleenstaanden vanaf 23 jaar. En artikel 7 bepaalt een verlaging voor alleenstaande schoolverlaters bedoeld om schoolverlaters gedurende het eerste half jaar niet in een veel betere financiële positie te brengen als toen hij nog aangewezen was op studiefinanciering. Indien artikel 7 van toepassing is, kan artikel 4 niet worden toegepast. De overige artikelen in de verordening zijn gelijk aan de artikelen in de verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2010. Overgangssituatie Belanghebbenden die nadeel ondervinden van de voorliggende verordening, zijnde: Verhuurders, kamer verhuurders of kostgevers aan twee of meer anderen die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben, afhankelijk van de hoogte van de gekorte inkomsten op grond van artikel 33, lid 4, WWB; Belanghebbenden die een hulpbehoevende verplegen of verzorgen, dan wel zelf een hulpbehoevende zijn, worden na inwerkingtreding van de verordening schriftelijk hiervan op de hoogte gebracht en van de wijzigingen die dit in het individuele geval met zich meebrengen en voor hen geldt een overgangstermijn van zes maanden na inwerkingtreding van de verordening.! Zie de toelichting onder D. " # Zie de toelichting onder D. $ Zie de toelichting onder D. 5

% & Niet van toepassing. '''' ( Het streven is dat de voorliggende verordeningen met ingang van 1 oktober 2010 in werking treden. )))) "* Vaststellen van de voorliggende verordeningen heeft geen directe invloed op of gevolgen voor de budgetten. + Vaststelling van de voorliggende verordeningen zal op de gebruikelijke wijze worden gecommuniceerd en gepubliceerd. Burgemeester en wethouders van Valkenswaard, secretaris, burgemeester drs. R.F.W. van Eijck. drs. A.B.A.M. Ederveen. (,- 1. Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2010; 2. Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren 2010.. 1. Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand; 2. Verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren; 3. Advies Cliëntenraad. 6