NOGMAALS HET HERSTEL VAN ISRAËL De taak van de Gemeente (3, slot) HJM Sales

1 NOGMAALS HET HERSTEL VAN ISRAËL De taak van de Gemeente (3, slot) HJM Sales Geliefde broeders en zusters, in Deel 2 kwam aan de orde dat belijdenis van en berouw over de zonden van onze voorouders jegens het Joodse volk, herstel van inzicht met betrekking tot de Joodse wortels van het Evangelie, herstel van inzicht met betrekking tot de unieke positie van het Joodse volk, maar ook solidariteit met Israël in haar verdrukkingen beslist noodzakelijk is om als Gemeente een zodanig getuigenis te worden, dat Israël tot geestelijke jalouzie zal worden opgewekt. Het Evangelie is ook voor Israël bestemd De Gemeente zal zich bewust moeten worden, dat het Evangelie Joodse wortels heeft. Maar om het Joodse volk met het Evangelie te kunnen bereiken, is het noodzakelijk dat ook het Joodse volk zich bewust wordt, dat het Evangelie eigenlijk Joods is. Want tot op de dag van vandaag (2013) herkent de meerderheid zich niet in het Evangelie. Rom. 1:16 Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek. Deze tekst lezend is het evident, dat het Evangelie ook bestemd is voor het Joodse volk. Dus moet het Joodse karakter van het Evangelie worden hersteld, wil het met succes aan het Joodse volk worden verkondigd. Aldus David H. Stern, schrijver van het boek Het Evangelie is Joods,. een eerherstel. Met het herstellen van het Joodse karakter van het Evangelie wordt niet bedoeld, dat de oude gebruiken van de Joodse godsdienst met al zijn dierenofferanden weer moeten worden ingevoerd. Stern bedoelt wel, dat het Evangelie ook voor het Joodse volk relevant moet zijn en niet uitsluitend voor de heidenen. Met andere woorden, het Evangelie moet ook voor de Joden weer toegankelijk worden en vervolgens worden verkondigd. Dit is pure noodzaak, want niémand, dus óók de Joden niet, hebben toegang tot God de Vader, tenzij door Jezus Christus. Jezus zei Zelf: Niemand komt tot de Vader dan door Mij (Joh. 14:6), terwijl Petrus zei: Er is ook onder de hemel geen andere Naam (HJMS, de Naam van Jezus) gegeven, waardoor wij moeten zalig worden (Hand. 4:12). Stern geeft voorbeelden uit het Oude Testament, waaruit het Joodse karakter van het Evangelie blijkt. Hij toont aan dat het Evangelie ook voor de Joden bestemd is. Maar omdat hij zelf Jood is, weet hij ook waar de gevoeligheden van het Joodse volk liggen. Zo spreekt de Joodse bijbel (de Tenach, dus het Oude Testament) uitsluitend over het collectieve behoud van het Joodse volk. Joden kunnen zich daarom vaak geen voorstelling maken bij hun persoonlijke, eeuwige behoud door Jezus offer. Te meer daar zij eeuwenlang juist door christenen zijn vervolgd. Wat leidde tot een grote saamhorigheid onder elkaar teneinde als volk te kunnen overleven. Aan het Joodse volk zal daarom moeten worden duidelijk gemaakt, dat het Evangelie niet alleen een individuele zaak is, maar óók een collectieve. Er is na de wedergeboorte sprake van een individuele band met God, maar er is ook een collectieve band. Namelijk dat de behouden gelovigen deel uitmaken van één Lichaam, de Gemeente, waar men er voor elkaar is en waar geen plaats voor egoïsme is. In de Tenach staan veel beloften van God aan Israël als één volk. Onder andere met betrekking tot de terugkeer naar Israël, het geestelijk herstel en de vestiging van het Koninkrijk (1000-jarig Vrederijk) met de Messias op de troon van David. Maar het Joodse volk weet in meerderheid vaak niet, dat deze beloften juist ook in het Evangelie in het Nieuwe Testament worden herhaald. Zoals bijvoorbeeld Matt. 23:37-39 Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergade-

2 ren, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild. Ziet, uw huis wordt u woest gelaten. Want Ik zeg u: Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Duidelijk is dat Jezus hier niet enkel spreekt tot de aanwezigen of tot de Joodse leiders, maar tot de natie Israël als geheel. Als de natie als geheel Hem zal aannemen, zal Hij terugkomen. Ps. 118:26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN. Jer. 22:5 Indien gij daarentegen deze woorden niet zult horen, zo heb Ik bij Mij gezworen, spreekt de HEERE, dat dit huis tot een woestheid worden zal. Een ander voorbeeld van Stern is Matt. 24:30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. Geslachten der aarde zou op basis van de Griekse grondtekst beter vertaald kunnen worden met stammen van het land. Dan wordt duidelijk dat Jezus rechtstreeks wijst op de berouwvolle houding van de Joden bij Zijn Wederkomst. Zach. 12:10 Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. Jezus opmerking impliceert dat al de twaalf stammen van Israël op dat moment reeds uit hun verstrooiïng naar Israël zijn teruggekeerd. Er zal ook aan het Joodse volk duidelijk moeten worden gemaakt, dat Jezus een Jood was, Die Zich met het Joodse volk en hun tradities identificeerde. Israël wordt Gods Zoon genoemd. Ex. 4:22 Dan zult gij tot Faraö zeggen: Alzo zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël. Maar de Messias-Koning eveneens. Ps. 2:7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Leest u ook Jes. 9:5-6 en Spr. 30:4. En in Matth. 3:17 lezen we over Jezus: En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; M.a.w. Jezus wordt gelijkgesteld met het volk Israël. In Jes. 49:6 wordt gesteld, dat Israël voorts tot een licht der volken zal zijn: Verder zeide Hij: Het is te gering, dat Gij Mij een Knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen van Jakob, en om weder te brengen de bewaarden in Israël; Ik heb U ook gegeven tot een Licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde. Als we in dit verband Joh. 8:12 zoeken, dan lezen we dat Jezus het Licht is: Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben. Het Joodse volk moeten dus leren begrijpen, dat men als volk zijn bestemming en behoud bereikt door Jezus en in Zijn vereenzelviging met Israël. Voor de Gemeente betekent dit, dat als zij zich met Jezus vereenzelvigt, zij zich dus ook met het Joodse volk moet vereenzelvigen. Tevens moet worden duidelijk gemaakt, dat ook de Joodse Torah (de Wet) juist wordt weerspiegeld in het Nieuwe Testament. Jezus kwam niet om de Wet te beëindigen, maar om de Wet door de Liefde te vervullen, d.w.z. te voltooien en compleet te maken (Matth. 5:17-18; Rom. 13:8,10). Jezus voltooide Gods Wet en maakte haar volmaakt. Hij gaf de volmaakte uitleg aan Gods Wet. De belangrijkste betekenis van het Hebreeuwse woord Torah is dan ook niet wet, maar onderwijs. Het Nieuwe Testament is dus niet, zoals het Joodse volk (maar ook christenen) vaak denkt, totaal anders dan de Torah.

3 Broeders en zusters, in Deel 2 schreef ik reeds dat de Gemeente noodzakelijke stappen moet zetten, teneinde daadwerkelijk het Joodse volk tot jaloersheid te verwekken. Maar realiseert de Gemeente zich wel het belang van ware broederlijke gemeenschap tussen de Gemeente en het Joodse volk, Israël? Israël en de Gemeente vormen samen één olijfboom Israël en de Gemeente vormen volgens Rom. 11:24 één Olijfboom, de Gemeente als wilde takken en de Israël als natuurlijke, edele takken: Want indien gij afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeënt; hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke takken zijn, in hun eigen olijfboom geënt worden? Zou het niet geweldig zijn als er een gebedswisselwerking tussen Israël en de Gemeente tot stand zou kunnen komen? Dat de Gemeente in haar gebeden ernstig voor Israël gaat strijden? Dat Israël voor de Gemeente gaat bidden? Dan zal er niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk sprake zijn van één Olijfboom. In alle realiteit en nuchterheid bezien vormen de Gemeente en Israël op dit moment nog twee verschillende lichamen. Maar God wil dat de Gemeente en Israël samen één lichaam gaan vormen en samen deel uit gaan maken van die ene Olijfboom. Ze hebben elkander nodig! Zullen niet immers zowel de Gemeente als Israël en het Joodse volk in de eindtijd gruwelijk worden vervolgd? Terwijl de Gemeente groeit in reinheid, zullen in de eindtijd de schijnchristenen en de ongelovige mensen bozer en bozer worden (Openb. 22:11). De wereld rondom ons wordt steeds donkerder. De Gemeente van wedergeboren kinderen Gods wandelt net zoals eens Jezus op aarde een reine heiligdomswandel. Straks zal zij met Hem in het huwelijk treden. Maar de boze en ongelovige mensen zullen opgaan in onreinheid en vleselijk genot, in brasserijen en dronkenschap, in wreedheid en sadisme. Hun onreine wandel zal het geestelijk dieptepunt bereiken tijdens de Grote Verdrukking, als er geen heilig en rein tegenwicht meer wordt geboden door de Heilige Geest en de Gemeente. De Heilige Geest en de Gemeente zijn dan immers reeds weggenomen van de aarde en de Antichrist zal dan over de aarde heersen. De maatschappij zal zich langzaam maar zeker tégen de in haar ogen fanatieke christenen keren. Dat zal uiteindelijk straks op een grote vervolging van christenen uitlopen. Net zoals in de eerste eeuwen na Jezus Hemelvaart de christenen tijdens de zogenaamde vroege regenopwekking óók werden vervolgd. Ware gelovigen zullen vervolgd worden door de samenleving en het wereldsysteem van de Antichrist. Maar Israël en het Joodse volk zullen in de eindtijd óók worden vervolgd door de internationale wereldgemeenschap van volkeren (de Verenigde Naties). Israël staat immers centraal in Gods plan voor opwekking en herstel van het in zonde gevallen mensdom. Israël is daarom ook het grote doelwit voor satans aanvallen en zijn demonische horden. Wij moeten beseffen dat de vervolging van de Gemeente en van Israël uit dezelfde bron komt. De groeiende verdrukking en vervolging van Israël en de Gemeente zal echter leiden tot een steeds grotere eenheid en onderling begrip. Men zal elkanders nood gaan herkennen! Reeds nu is het noodzakelijk, dat de Gemeente Israël in het gebed ondersteunt en ook bidt voor haar bescherming. Ps. 122:6 Bidt om den vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen. Israël heeft nu reeds de voorspraakgebeden van de Gemeente nodig en door die gebeden zullen bijzondere, goddelijke zegeningen ook de Gemeente ten deel vallen. Maar in de zwaarste tijd van vervolgingen zal de Gemeente beslist moeten gaan worstelen in haar gebeden voor Israël. Maar voor bereidheid om ernstig voor Israël te bidden, is het nodig dat de Gemeente werkelijk met het hart haar Joodse wortels erkent. De thans reeds in Jezus gelovige Joden, de zogenaamde Messiaanse Joden, verkeren in de positie om een belangrijke rol in het proces van eenwording te vervullen. Want zij maken

4 zowél deel uit van het volk Israël als van de Gemeente. Zij zouden als een brug tussen Israël en de Gemeente kunnen gaan fungeren, totdat de eenheid is bereikt. Zoals reeds meerdere malen in deze bijbelverkondiging werd opgemerkt, zal volgens Rom. 11:11 geestelijke jalouzie van het Joodse volk op het levende en lichtende getuigenis van de Gemeente cruciaal zijn in het proces van eenwording. En zoals ook reeds werd opgemerkt zal dit proces in gang worden gezet als de Gemeente zich voor God en het Joodse volk (Israël) zal vernederen en haar collectieve schuld zal belijden. De nederigheid van de Gemeente om schuld jegens het Joodse volk te erkennen, zal alle barrières wegnemen. Het Joodse volk zal op een gezonde wijze jaloers worden en worden aangetrokken door het positieve getuigenis in de levens van wedergeboren kinderen Gods en hun vele geestelijke zegeningen. Dan zal ook de verblindheid van het Joodse volk om Jezus als Messias en Heiland te aanvaarden, worden weggenomen en zullen zij worden gered. Zij zullen door God rijk worden gezegend en geestelijke volheid ontvangen. Deut. 32:21b.; Ik dan zal hen tot ijver (HJMS, jalouzie, afgunst) verwekken door diegenen, die geen volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken. Rom. 11:11-12,15 Zo zeg ik dan: Hebben zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar door hun val is de zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken. En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid!.. Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden? Door de val van Israël werd de wereld en werden de heidenen gezegend met grote geestelijke rijkdommen. Verzoening met God werd mogelijk. Maar in het proces van geestelijk herstel van Israël, in het proces van eenwording tussen Israël en de Gemeente, zullen de heidenen en in het bijzonder de Gemeente opnieuw met geestelijke rijkdom worden gezegend. De Gemeente zal dan haar (geestelijke en getalsmatige) volheid bereiken. De volheid van zegeningen voor het Joodse volk leidt dus ook tot volheid van zegeningen voor de heidengelovigen. Maar zal uiteindelijk ook resulteren in geestelijke opwekking en redding van het gehele Joodse volk én in Jezus Wederkomst. Rom. 11:25,26 Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob. Het aanvaarden door het Joodse volk van Jezus als Messias en Heiland zal leiden tot Zijn Wederkomst als Verlosser in de vreselijke nood van de laatste eindtijdoorlog in Israël. Daarna zal het 1000-jarige Koninkrijk van Vrede aanvangen. Veel bijbeluitleggers verklaren, dat als de nood het hoogst is en Israël en Jeruzalem bijna verslagen zijn door de legers van de Antichrist, het Joodse volk en hun leiders zullen schreeuwen om hulp van Jezus (Hos. 5:15; Zach. 12:10). In de ontberingen zullen zij zich herinneren wat over Jezus werd en wordt verteld. Dat Hij de Messias was en is. En ik herinner u er aan, dat Jezus in Matt. 10:23 Zijn Wederkomst verbond met de evangelieprediking in Israël in tijden van verdrukking (zie Deel 1). Als het Joodse volk tot inkeer komt, zal men eindelijk zeggen: Gezegend is Hij Die komt in de Naam des Heeren (Matth. 23:39). En dan komt Jezus terug op aarde om hen te helpen. Zodra het Joodse volk Zijn Naam belijdt, zal Hij hen verlossen uit de nood en waarachtig leven uit de geestelijke dood brengen, alsmede redding uit een situatie waarin men ten dode was opgeschreven. Zach. 14:1-4a Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem! Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden

5 tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds. En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg. Geliefde broeders en zusters, hoe belangrijk is het dus, dat de Gemeente werkelijk tot een levende en lichtende getuigenis wordt en ook voor het Joodse volk en Israël gaat bidden. Zij moeten weten, dat de Gemeente áchter hen staat. Maar net zo belangrijk is het, dat het Evangelie ook aan hen wordt gebracht. Het effectiefst zal dat zijn als dit dóór Messiaanse Joden zelf gebeurt. Zij zijn immers geloofwaardiger dan de gelovigen uit de heidenen. Moge de Heiland u en mij zegenen. Amen.