Oplegnotitie (Verordening Wet Inburgering ) Gemeenteblad nr. 2011/78

Vergelijkbare documenten
Verordening Wet Inburgering gemeente Landgraaf 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d ;

Verordening Wet inburgering gemeente Nederweert

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, nummer 2007/15,

besluit van de gemeenteraad

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE HARDENBERG

Algemene toelichting op de Verordening Wet Inburgering Tilburg

Algemene toelichting

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikelsgewijze toelichting

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2009, gelet op de Wet inburgering (WI),

Algemene toelichting Verordening inburgering Drechtsteden.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Alkmaar; nr.

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Verordening Wet inburgering 2007 Gemeente Asten 1 e wijziging

een digitaal informatiepunt.

Verordening Wet Inburgering. Gemeente Veendam

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast: Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Toelichting bij de gewijzigde verordening Wet inburgering

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 6.1

VERORDENING WET INBURGERING 2010

b e s l u i t: vast te stellen de Verordening Wet Inburgering 2010 gemeente Woerden Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van < >; nr., inzake enige wijzigingen die in de Wet inburgering zijn doorgevoerd

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Algemene toelichting Verordening Wet inburgering 2010

= Besluitvormende raadsvergadering d.d. 24 september 2013 Agendanr.. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Verordening Wet Inburgering 2010 gemeente Woerden

Verordening Wet Inburgering gemeente Drechterland 2007

gelezen het voorstel van het college van 18 augustus 2009, nr ; inzake enige wijzigingen die in de Wet inburgering zijn doorgevoerd;

Verordening Wet inburgering gemeente Leiden 2011

Verordening inburgering gemeente Rijssen-Holten

Voorbeeldverordening Wet inburgering versie aanbodstelsel

Verordening Wet inburgering

Agendanr. : 8 Voorstelnr. : Onderwerp : Invoering Wet Inburgering. Aan de Raad, Heerhugowaard, 30 januari 2007.

Algemene toelichting. Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet inburgering gewijzigd.

Verordening Wet inburgering Oosterhout 2007

Gezien het advies van de commissie Samenleving; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 april 2009;

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2010; nr., inzake de gewijzigde Verordening Wet Inburgering

besluit: vast te stellen de volgende verordening: "Verordening inburgering gemeente Gouda 2011' Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Verordening Wet inburgering - Artikelsgewijze toelichting

Verordening Wet inburgering Valkenburg aan de Geul

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 mei 2007,

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Algemene toelichting

a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk;

Verordening Wet inburgering gemeente Wierden 2013

Raadsvoorstel 26 januari 2012 AB RV

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 18 december 2007 (De zeekant van 22 december 2007)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2007, gelet op de Wet inburgering (WI),

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 28 mei 2013;

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

VERORDENING INBURGERING GEMEENTE LOSSER 2010

8b. Verordening Wet inburgering Sociale Dienst Oost Achterhoek gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2011;

VERORDENING WET INBURGERING

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taal kennisvoorziening

Algemene toelichting

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Verordening Wet inburgering gemeente Katwijk 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 7 januari 2014;

INBURGERING BARNEVELD 2010

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN (noot van de redactie: geconsolideerde tekst per 7 juni 2012)

Verordening Wet inburgering 2015 gemeente Goes. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Goes van 12 januari 2015;

Algemene toelichting Regels over de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

VERORDENING WET INBURGERING ZOETERWOUDE Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Voorbeeldverordening Wet inburgering

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari 2010; BESLUIT:

Verordening Wet inburgering

Artikelgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Regelgeving W 6 emeente- Heemskerk V / Verordening Wet inburgering zoïï 16 mei <SCANSEQUENCE> - Scanpagina 1 van 6

Verordening inburgering Drechtsteden

Verordening Wet inburgering gemeente Hoogeveen

Bovengenoemde wetswijzigingen maken het noodzakelijk de huidige verordening Wet inburgering 2008 gemeente Leiden aan te passen.

Toelichting. Algemeen

VERORDENING WET INBURGERING 2012

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN

Verordening Wet Inburgering 2010

Raadsvergadering: 2 juli 2013 Zaaknummer: Aan de raad Agendanummer: Documentnummer: I

Toelichting Verordening Inburgering Helmond 2015

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 6

Samenvatting beslispunten/collegevoorstel Voorgesteld wordt: de bijgevoegde Verordening Wet inburgering gemeente Geldermalsen 2010 vast te stellen.

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE SCHIEDAM

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Leiderdorp d.d. 20 februari 2007; nr 13 inzake de Wet inburgering;

nieuwkoop Giiolfl' Verordening Wet Inburgering Gemeente Nieuwkoop 2012

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Strekt ter vervanging

VERORDENING WET INBURGERING 2013 GEMEENTE OEGSTGEEST

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;

Verordening Wet inburgering gemeente Buren bladzijde 1 van 15

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN 2012

Jaar: 2011 Nummer: 66 Besluit: Gemeenteraad 6 september 2011 Gemeenteblad VERORDENING INBURGERING HELMOND 2011

Nijverdal, 2 juli Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 21 mei 2013;

Transcriptie:

Maximaal 1 A4 Oplegnotitie (Verordening Wet Inburgering 01-01-2012) Gemeenteblad nr. 2011/78 Rol van de raad - De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd om kaders te stellen: de raad geeft de grenzen aan waarbinnen het college het beleid verder uitwerkt. De Raad is bevoegd om verordeningen vast te stellen en in te trekken. Context van het raadsvoorstel Een korte beschrijving waarom het raadsvoorstel nú aan de raad voorgelegd wordt: Verordening Wet Inburgering in overeenstemming brengen met het inburgeringsbudget. Opties van het raadsvoorstel op hoofdlijnen Op 03-10-2011 zijn de voorlopige budgetten van het Participatiebudget bekend gemaakt door het ministerie van SZW. Het budget wordt met 13,5% naar beneden bijgesteld. Daarnaast heeft het ministerie SZW plannen bekend gemaakt om de uitvoering van de WI ingaande 01-01-2013 weg te halen bij de gemeenten en neer te leggen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Deze ontwikkelingen nopen tot een heroverweging van de plaatselijke verordening WI. Als we in 2012 de verplichte inburgeraars de kans willen geven om een traject te starten en de in 2011 gestarte trajecten willen afronden, is er geen ruimte meer voor bekostiging van voorzieningen voor vrijwillige inburgeraars en Persoonlijke Inburgeringsbudgetten (PIB). Voorgesteld wordt om de onderdelen vrijwillige inburgering en PIB uit de Verordening te halen en ingaande een nieuwe Verordening Wet Inburgering vast te stellen. Financiële/ personele/ juridische gevolgen? Ja Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? Ja Is er een tijdpad bijgevoegd? Niet van toepassing Zijn er bijlagen bijgevoegd of ter inzage? n.v.t. 1 van 11

Raadsvoorstel Collegeverg, d.d. : 31-10-2011 Gemeenteblad : 2011/78 Dienst/Afdeling Nr. : : Beleid en strategie 2011/15058 Portefeuillehouder : H.J. Janssen Onderwerp : Verordening Wet Inburgering 01-01-2012 Raadsverg d.d. 6 december 2011 Uiterlijke : (Motivering, wettelijke verplichting c.q. toezegging) beslisdatum Aan de raad. Voorstel/ambtelijk advies Ingaande 1 januari 2012 de Verordening Wet Inburgering vaststellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wet Inburgering gemeentebladnummer 2010/45. Inleiding Op 1 augustus 2010 is de Verordening Wet Inburgering (gemeenteblad 2010/45) ingegaan. Aanleiding hiervoor waren aan aantal wetswijzigingen in de Wet Inburgering (WI) die in de plaatselijke verordening verwerkt moesten worden. Door deze verordening is het in Brunssum mogelijk geworden om een Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) in te zetten en is de mogelijkheid gecreëerd voor vrijwillige inburgeraars om op kosten van de gemeente in te burgeren. Op 03-10-2011 zijn de voorlopige budgetten van het Participatiebudget bekend gemaakt door het ministerie van SZW. Het inburgeringsbudget 2012 bedraagt voor de gemeente Brunssum 149.696. Voor 2011 was nog een budget van 172.961 beschikbaar. Het budget wordt met 13,5% naar beneden bijgesteld. Daarnaast heeft het ministerie SZW plannen bekend gemaakt om de uitvoering van de WI ingaande 01-01-2013 weg te halen bij de gemeenten en neer te leggen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Deze ontwikkelingen nopen tot een heroverweging van de plaatselijke verordening WI. Probleemstelling/Doelstelling Het afnemen van het inburgeringsbudget heeft tot gevolg dat de gemeente minder inburgeraars kan voorzien van een passend traject. De gemeente is wettelijk verplicht om geestelijk bedienaren en asielgerechtigden te voorzien van een inburgeringsvoorziening. Alle andere doelgroepen vallen onder de beleidsvrijheid van de gemeente. Tot nu toe was het inburgeringsbudget toereikend voor het inzetten van PIB s en het aanbieden van voorzieningen aan vrijwillige inburgeraars. Het budget van 2012 laat die ruimte niet meer. Sinds het ingaan van deze Verordening WI is er geen gebruik gemaakt van het PIB. Dat is eenvoudig te verklaren doordat de gemeente Brunssum werkt met het aanbodsysteem en de inburgeraar een ruime keuze biedt in inburgeringsvoorzieningen. Samen met de cliënt wordt gezocht naar een passend traject, hetgeen tot gevolg heeft dat cliënten hiermee tevreden zijn en de mogelijkheid om zaken zelf te regelen via een PIB niet hebben hoeven inzetten. Er is wél gebruik gemaakt van de mogelijkheid voor vrijwillige inburgeraars om op kosten van de gemeente in te burgeren. Met name vrijwillige inburgeraars uit Oost Europa hebben hiervan gebruik gemaakt sinds 01-08-2010. Van de in totaal 58 inburgeraars in 2011 tot nu toe, ging het om 11 (bijna 19%) vrijwillige inburgeraars. Daarnaast is bekend dat vanaf 01-01-2013 de uitvoering van de WI waarschijnlijk wordt overgedragen worden aan DUO. Hiertoe heeft het Kabinet al redelijk vaststaande plannen, zij het dat een wetswijziging en aanwijzingsbesluit nog niet rond zijn. De gemeentelijke budgetten zullen dan volledig worden stopgezet. Onduidelijk is of gemeenten in 2013 wel nog budget zullen ontvangen voor het afronden van lopende voorzieningen. Tot slot lopen ook de andere budgetten binnen het Participatiebudget in 2012 en verder terug, hetgeen het onmogelijk maakt om inburgeringsvoorzieningen uit een ander budget te blijven financieren. Kaderstelling Wet Inburgering 2 van 11

Overwegingen o.a. Het bovenstaande noopt tot heroverweging van de verordening WI. Niet alleen vermindert het budget in 2012 aanzienlijk, maar inburgeren via de gemeente verdwijnt op termijn helemaal. Als we in 2012 de verplichte inburgeraars de kans willen geven om een traject te starten en de in 2011 gestarte trajecten willen afronden, is er geen ruimte meer voor bekostiging van voorzieningen voor vrijwillige inburgeraars. Voorgesteld wordt derhalve om deze doelgroep ingaande 1 januari 2012 geen voorziening meer aan te bieden en de Verordening WI op dit punt aan te passen. Omdat vanaf 1 augustus 2010 geen gebruik is gemaakt van het PIB en de door de gemeente aangeboden voorzieningen, blijkbaar voldoen, wordt voorgesteld om deze voorziening ingaande 1 januari 2012 niet meer aan te bieden en de Verordening WI op dit punt aan te passen. Hiermee kan de gemeente de kosten van de inburgeringsvoorziening beter in de hand houden. Voorgesteld wordt om de huidige Verordening Wet Inburgering ingaande 1 januari 2012 in te trekken en in plaats daarvan een nieuwe Verordening Wet Inburgering vast te stellen. Als Uw Raad met dit voorstel instemt, zullen ook de Beleidsregels Wet Inburgering, welke op 27-07-2010 door het College zijn vastgesteld moeten worden aangepast. Dit is een Collegebevoegdheid. In de overgangsbepaling zal overigens worden vastgelegd dat in 2011 en eerder gestarte inburgeringstrajecten in 2012 mogen worden afgerond. Uitvoering Wettelijke inspraak is niet noodzakelijk. Omdat het echter gaat om de beperking van reeds bestaand beleid heeft het College de Verordening Wet Inburgering ingevolge de Inspraakverordening gedurende 4 weken ter inzage gelegd ingaande 01-11-2011. Raming van de gevolgen in geld en menskracht n.v.t. Verdere procedure en momenten van verantwoording Inwerkingtreding op 01-01-2012 Het college van burgemeester en wethouders,,burgemeester. Bijlage(n) n.v.t.,secretaris. 3 van 11

Raadsbesluit Gemeenteblad : 2011/78 Dienst/Afdeling Nr. : : Beleid en strategie 2011/15058 De Raad der Gemeente Brunssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31-10-2011, dienst/afdeling Beleid en strategie, nr. 2011/15058; gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24f en 35 van de Wet inburgering en artikel 4.27, derde lid, van het Besluit inburgering; Besluit: tot vaststelling van de: VERORDENING WET INBURGERING Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum; b. de wet: de Wet inburgering; c. voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening. 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot de voorzieningen. 2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen: a. publicatie b. loketfunctie Hoofdstuk 2. Het aanbieden van een voorziening aan inburgeringsplichtigen Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een voorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria: a. Het ontvangen van een uitkering op grond van de WWB b. Het hebben van een opvoedingstaak ten aanzien van kinderen in de leerplichtige leeftijd Artikel 4 De samenstelling van de voorziening 1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige. 2. Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten: a. Maatschappelijke begeleiding; 4 van 11

b. Trajectbegeleiding en het houden van voortgangsgesprekken. Artikel 5 De procedure van het doen van een aanbod 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden. 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 6 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 16 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de voorziening overeenkomstig het gedane aanbod. 5. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen is niet van toepassing. Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald. 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de voorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. Artikel 7 Opleggen van verplichtingen Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. Het deelnemen aan de voorziening; b. Het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. Het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. Voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II binnen een termijn die door het college wordt bepaald; e. Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan. Artikel 8 De inhoud van de beschikking Het besluit tot vaststelling van de voorziening bevat in ieder geval: a. Een beschrijving van de voorziening; b. Een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige; c. De datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II uiterlijk moet zijn behaald; d. De termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage; en e. Ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt. Hoofdstuk 3. De bestuurlijke boete Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 125,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 250,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8 van deze verordening. 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 500,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. 5 van 11

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Artikel 10 Het vaststellen van de identiteit van de inburgeringsplichtige Het college stelt de identiteit van de inburgeringsplichtige vast aan de hand van: a. Een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht; en b. Een door de IND in het identiteitsbewijs van de inburgeringsplichtige aangebrachte sticker waaruit blijkt dat de inburgeraar een geldige verblijfsvergunning heeft. Artikel 11 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. 2. Per 1 januari 2012 vervalt de Verordening Wet Inburgering gemeentebladnummer 2010/45. Artikel 12 Overgangsbepaling Inburgeringsvoorzieningen van vrijwillige inburgeraars die vóór 1 januari 2012 zijn gestart op basis van de Verordening Wet Inburgering mogen na 2012 worden voortgezet. Artikel 13 Citeertitel De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet Inburgering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De Raad voornoemd,,voorzitter.,griffier. 6 van 11

Algemene toelichting De WI regelt de inburgeringsplicht voor in beginsel alle onderdanen van derdelanden van 18 tot 65 jaar die duurzaam in Nederland willen en mogen verblijven. Bij het invulling geven aan de inburgeringsverplichting staat de eigen verantwoordelijkheid (ook in financiële zin) van de inburgeringsplichtige centraal. De inburgeringsplichtige kan naar eigen inzicht bepalen hoe hij zich wil voorbereiden op het inburgeringsexamen. Aan de inburgeringsverplichting is voldaan wanneer het inburgeringsexamen is behaald (een resultaatsverplichting). Daarnaast is in de WI ook de vrijwillige inburgering geregeld. De bepalingen in de wet over vrijwillige inburgering zijn zoveel mogelijk geformuleerd overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de inburgeringsplichtigen. Gemeenten krijgen in de WI een aantal belangrijke taken toebedeeld. Zo hebben gemeenten de opdracht om de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars in de gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit deze wet. Daarnaast hebben gemeenten de taak aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars die daarvoor op grond van de wet of het gemeentelijk beleid in aanmerking komen een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan te bieden. Een inburgeringsvoorziening leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal. In plaats van een inburgeringsvoorziening mogen gemeenten aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars die een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 volgen of gaan volgen een taalkennisvoorziening aanbieden. In de verordening wordt gesproken over voorziening. Hieronder wordt zowel de inburgeringsvoorziening als de taalkennisvoorziening begrepen. Ook moeten gemeenten de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen handhaven. Het college moet een bestuurlijke boete opleggen als een inburgeringsplichtige zich verwijtbaar niet houdt aan de verplichtingen die voor hem gelden. Het ligt voor de hand dat het college ook toezicht houdt of de overeenkomst door de vrijwillige inburgeraar wordt nagekomen en indien dat niet het geval is zo nodig maatregelen neemt. In verband met deze taken draagt de WI gemeenten op om bij verordening regels te stellen over de volgende onderwerpen: De informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars (artikel 8 en artikel 24f WI). Het aanbieden van een voorziening en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld (artikel 19, vijfde lid, en artikel 23, derde lid, WI). Het vaststellen van het bedrag van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd (artikel 35 WI). Facultatief: bepalen dat het college een voorziening kan vaststellen, zonder dat eerst een aanbod wordt gedaan (artikel 19a, eerste lid, WI). Het aanbieden van een voorziening aan vrijwillige inburgeraars (artikel 24a tot en met 24f WI). Het persoonlijk inburgeringsbudget (artikel 19, tweede lid en artikel 24a, tweede lid, WI). De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen Artikel 8 en 24f WI bepalen dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt over de informatieverstrekking door de gemeente aan respectievelijk inburgeringsplichtigen over de rechten en plichten uit hoofde van de wet. Het aanbieden van voorzieningen aan inburgeringsplichtigen Het uitgangspunt van de wet is de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige om te bepalen hoe hij zich voorbereidt op het inburgeringsexamen. Gemeenten kunnen inburgeringsplichtigen ondersteunen door het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening. Alle inburgeringsplichtigen kunnen in beginsel in aanmerking komen voor een voorziening. De gemeenteraad bepaalt welke groepen inburgeringsplichtigen bij voorrang in aanmerking komen voor een voorziening en welke groepen op eigen kracht dienen in te burgeren. Deze keuze dient te berusten op objectieve criteria die in de verordening worden vastgelegd. Een inburgeringsvoorziening leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en omvat het eenmaal kosteloos afleggen van dat examen. Een inburgeringsvoorziening kan ook een duale inburgeringsvoorziening zijn. Dit is een inburgeringsvoorziening die met het oog op de actieve deelname van de inburgeringsplichtige aan de Nederlandse samenleving mede voorziet in activiteiten die in samenhang, en ten minste voor een deel gelijktijdig, met het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving worden uitgevoerd. Een taalkennisvoorziening is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlands taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 (artikel 19, derde lid, WI). De inburgeringsplichtige is verplicht een eigen bijdrage van 270 te betalen voor de voorziening. Voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen bestaat een voorziening ook uit maatschappelijke begeleiding (artikel 19, 7 van 11

zesde lid, WI). De WI draagt de gemeenteraden op om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het aanbieden van een voorziening. In de wet is ook vastgelegd over welke onderwerpen in ieder geval regels moeten worden gesteld: De procedure die door het college wordt gevolgd voor het doen van een aanbod aan inburgeringsplichtigen (artikel 19, vijfde lid, onderdeel a, WI). De criteria die worden gehanteerd bij het doen van een aanbod aan inburgeringsplichtigen (artikel 19, vijfde lid, onderdeel a, WI). De vaststelling door het college van een passende voorziening, met inbegrip van de totstandkoming en de samenstelling van die voorziening (artikel 19, vijfde lid, onderdeel b, WI). De rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de inning van de eigen bijdrage door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen (artikel 23, derde lid, WI). Het vaststellen van het bedrag van de bestuurlijke boete Artikel 35 WI draagt gemeenten op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke boete vast te stellen die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. Artikel 34 van de wet bepaalt het bedrag dat ten hoogste als bestuurlijke boete kan worden opgelegd. 8 van 11

Artikelgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Omwille van leesbaarheid van de verordening wordt het begrip voorziening gebruikt (eerste lid, onderdeel c). Een voorziening kan zowel een (duale) inburgeringsvoorziening als een taalkennisvoorziening inhouden. Het tweede lid geeft aan dat de omschrijvingen van de begrippen die worden gebruikt in respectievelijk de Wet inburgering, het Besluit inburgering en de Regeling inburgering ook van toepassing zijn op deze verordening. Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen De gemeente heeft de verplichting de inburgeringsplichtigen in haar gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit de Wet inburgering. De wet laat gemeenten vrij om zelf te bepalen op welke wijze de informatievoorziening wordt georganiseerd. Dit artikel in de verordening vormt de uitwerking van deze verplichting. In het tweede lid is vastgelegd welke middelen het college in ieder geval aanwendt bij de informatievoorziening. Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen Het college kan aan alle inburgeringsplichtigen een aanbod doen voor een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening (artikel 19, eerste lid, WI). Dit artikel regelt de groepen die het college aanwijst welke bij voorrang een voorziening krijgen aangeboden. De criteria waarvoor in dit artikel is gekozen zijn: Het ontvangen van een WWB-uitkering; Het hebben van een opvoedingstaak ten aanzien van kinderen in de leerplichtige leeftijd; Artikel 4 De samenstelling van de voorziening In de verordening dienen regels te worden gesteld met betrekking tot de vaststelling door het college van een passende (duale) inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, met inbegrip van de totstandkoming en samenstelling van die voorziening (artikel 19, vijfde lid, onderdeel b, WI). In dit artikel worden de kaders vastgesteld waarbinnen het college de opdracht heeft voor iedere inburgeringsplichtige die daarvoor in aanmerking komt, een op de persoon toegesneden voorziening samen te stellen. In het eerste lid wordt aangegeven op welke wijze het college een passende voorziening vaststelt. Het tweede lid regelt de bijkomende faciliteiten die het college als onderdeel van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening heeft opgenomen: maatschappelijke begeleiding en trajectbegeleiding en het houden van voortgangsgesprekken. In de wet is geregeld waaruit een inburgeringsvoorziening in ieder geval moet bestaan: een cursus die toe leidt naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en het eenmaal kosteloos afleggen van het desbetreffende examen (artikel 19, derde lid, WI). Artikel 5 De procedure van het doen van een aanbod Dit artikel bevat enkele procedurele bepalingen die er voor moeten zorgen dat het doen van een aanbod op zorgvuldige wijze gebeurt. In het eerste lid van dit artikel wordt geregeld dat het college het aanbod van een voorziening aan de inburgeringsplichtige op schriftelijke wijze doet en dat het aanbod wordt toegestuurd naar het adres waar de inburgeringsplichtige staat ingeschreven in de GBA. Op deze wijze kan er geen onduidelijk ontstaan over het feit dat het college de inburgeringsplichtige een aanbod heeft gedaan. Het aanbod zal inhoudelijk dezelfde strekking moeten hebben als de uiteindelijke beschikking (het tweede lid). De inburgeringsplichtige heeft 6 weken de tijd om de gemeente te informeren of het aanbod wordt aanvaard. De zorgvuldigheid van de procedure gebiedt dat hij of zij dit schriftelijk aan de gemeente meedeelt (het derde lid). Indien het aanbod wordt aanvaard, zal de gemeente zal binnen 16 weken een beschikking afgeven (het vierde lid). Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen wordt in de verordening niet van toepassing verklaard (vijfde lid). Dat houdt in dat bij het uitblijven van een beschikking een voorziening niet van rechtswege wordt toegekend. Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage In de verordening moeten regels worden gesteld die betrekking hebben op de inning van de eigen bijdrage van de inburgeringsplichtige door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen (artikel 23, derde lid, WI). Dit artikel in de verordening vormt de uitwerking hiervan. De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de wet en bedraagt thans 270. In dit artikel van de verordening wordt geregeld dat de inburgeringsplichtige het recht heeft de eigen bijdrage in 9 van 11

maximaal 10 termijnen te betalen. De betalingsregeling en de eventuele verrekening met een bijstandsuitkering, wordt vastgelegd in de beschikking tot vaststelling van de voorziening. Artikel 7 Opleggen van verplichtingen Dit artikel vormt de uitwerking van artikel 23, derde lid, WI dat bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld. Dit artikel delegeert de bevoegdheid aan het college om verplichtingen aan inburgeringsplichtigen in het kader van een voorziening op te leggen. Het college legt de verplichtingen vast in de beschikking tot de vaststelling van de voorziening. Artikel 8 De inhoud van de beschikking Het besluit tot het vaststellen van een voorziening is een beschikking. Dit betekent dat de inburgeringsplichtige de mogelijkheid heeft tegen dit besluit in bezwaar en beroep te gaan. In dit artikel wordt geregeld welke onderwerpen in de beschikking worden neergelegd. In de beschikking zullen de toegekende voorziening en de daaraan verbonden rechten en plichten van de inburgeringsplichtige nauwkeurig moeten worden vermeld (onderdelen a en b). De inburgeringsplichtige is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de voorziening (artikel 23, eerste lid, WI). Handhaving hiervan is alleen mogelijk als de verplichtingen van de inburgeringsplichtige duidelijk zijn omschreven en aan de betrokkene (onder andere door middel van de beschikking) bekend zijn gemaakt. De termijn waarbinnen een inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen moet hebben behaald, ligt vast in de wet. Deze termijn is drieënhalf jaar (artikel 7, eerste lid, WI). In de beschikking hoeft (en kan) van deze termijn alleen melding worden gemaakt (onderdeel c). Onderdeel d bepaalt dat in beschikking moet worden vastgelegd in hoeveel termijnen de eigen bijdrage kan worden betaald en op welke wijze de betaling plaatsvindt (al dan niet op basis van verrekening met de bijstandsuitkering). Dit is geregeld in artikel 7 van de verordening. Onderdeel e heeft betrekking op beschikkingen voor inburgeringsplichtige oudkomers. Indien het college een voorziening vaststelt voor een oudkomer, dan moet het college in de betreffende beschikking ook de dag opnemen waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht van start gaat (artikel 22, tweede lid, juncto artikel 26 WI). Binnen drieënhalf jaar ná deze datum moet de betreffende oudkomer het inburgeringexamen hebben behaald. Het college kan zelf bepalen wanneer de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht van start gaat. Het ligt voor de hand om deze termijn direct te laten ingaan (en bijvoorbeeld niet te koppelen aan de datum waarop de voorziening van start gaat). De precieze datum waarop de voorziening van start gaat, zal niet altijd bekend zijn op het moment dat deze wordt toegekend. Bovendien past het vaststellen van een datum van aanvang van handhaving van de inburgeringsplicht, onafhankelijk van het moment waarop met de voorziening kan worden begonnen bij het uitgangspunt van de wet dat de betreffende persoon als oudkomer inburgeringsplichtig is en in beginsel zelf verantwoordelijk is voor voldoen aan de inburgeringsplicht. Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen Artikel 35 WI draagt de gemeenteraad op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke boete vast te stellen die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. In artikel 34 WI zijn voor de verschillende overtredingen de maximumbedragen van de bestuurlijke boete vastgelegd. De gemeente kan deze boetebedragen in haar verordening overnemen, maar ze kan ook lagere bedragen vaststellen. De boetebedragen die in de verordening worden opgenomen zijn maximumbedragen en géén gefixeerde bedragen. Het college zal bij elke overtreding de bestuurlijke boete moeten afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Bovendien moet het college daarbij ook zonodig rekening houden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd (artikel 5:46, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht). Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke op te leggen bestuurlijke boete zal moeten nagaan welke boete passend is, gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken inburgeringsplichtige. Artikel 10 Het vaststellen van de identiteit van de inburgeringsplichtige Artikel 24f WI draagt de gemeenteraad op om bij verordening regels te stellen over het vaststellen van de identiteit van de inburgeringsplichtige. Dit artikel van de verordening is een uitwerking van deze verplichting. Dit artikel is gelijk aan artikel 27 WI, waarin is geregeld op welke wijze het college de identiteit van een inburgeringsplichtige vaststelt. Artikel 11 Inwerkingtreding Dit artikel spreekt voor zich. 10 van 11

Artikel 12 Overgangsbepaling In dit artikel is bepaald dat inburgeringsvoorzieningen van vrijwillige inburgeraars die vóór 1 januari 2012 zijn gestart op basis van de Verordening Wet Inburgering na 2012 mogen worden voltooid. De regels van de Verordening Wet Inburgering gemeentebladnummer 2010/45 blijven op deze situaties van toepassing. Artikel 13 Citeertitel Dit artikel spreekt voor zich. 11 van 11