BIJLAGE 8: BIJZONDER BESTEK EM

Vergelijkbare documenten
Aanbestedingsdossier. Opdracht 1 Project B - Lot 2 Pompstation Leuvestraat Gemeente Erembodegem

OPEN AANBESTEDING WERKEN. Opdracht 1 Project V Vervanging voetbochten en leidingwerk Elektromechanica

AANBESTEDINGSDOSSIER PROJECT B - LOT EM BERGBEZINKINGSBEKKEN POSTHOORNSTRAAT GEMEENTE BERINGEN ELEKTROMECHANISCHE UITRUSTING

AANBESTEDINGSDOSSIER PROJECT LOT 2 POMPSTATION ROMMERSHOVENSTRAAT DRUKRIOLERING GOOSSTRAAT GEMEENTE HOESELT ELEKTROMECHANISCHE UITRUSTING

Project S - Lot 3 Optimalisatie PS Siberiastraat - EM Gemeente Antwerpen Elektromechanische uitrusting

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

RAP3. Leidingspanning Vac 230 Motorvoeding Vdc 24 Max. stroomafname A 6 Max. opgenomen vermogen VA 180 Nominale koppel danm 26 Openingstijd sec. 2.

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR HET AANSLUITEN VAN VASTE PROFESSIONELE INSTALLATIES ZONDER METER

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

16EGGE/16/44. Dender. Vernieuwing stuwsluiscomplex Geraardsbergen. Algemene elektriciteitsinstallatie. Openbare aanbesteding voor aanneming van werken

CADRYS monobloc Lege kasten

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

0. INHOUDSOPGAVE : ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 1. SYNOPSIS 2. BIJZONDER BESTEK

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

PROJECT V LOT 1 RWZI OUDENAARDE: VERVANGEN VERVANGEN LAAGSPANNINGSBORDEN

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Reeks EcoAIR DESIGN. ecoair DESIGN: centrifugale ventilator met DC motor CENTRIFUGALE VENTILATOREN MET DC MOTOR NIEUW. Ecowatt EcoAIR DESIGN

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

MEETSTAAT Fase Aanbesteding Project: Camerabewaking

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

ICU - Tube Installatiehandleiding

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

AANBESTEDINGSDOSSIER PROJECT LOT 2 POMPSTATION ZANDVLEUGE GEMEENTE EEKLO ELEKTROMECHANISCHE UITRUSTING

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM. Huisnummer 12 Postcode 9270

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

AANBESTEDINGSDOSSIER PROJECT LOT 2 PS DIJLEWEG EN PS DIJLEDIJK GEMEENTE RIJMENAM ELEKTROMECHANISCHE UITRUSTING

Pagina 1 of 5 EK 1. Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie DIFFERENTIEELSCHAKELAAR

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

0. INHOUDSOPGAVE 1. SYNOPSIS 2. BIJZONDER BESTEK : ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN. Plannummers: ONTWERPTEKENING _2_

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

Technische Fiche Reni ADVANCED BETON (+) pakket

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

10/10/2019 VOLTA. Kruispunt voor elektrotechniek Carrefour de l électrotechnique

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

OVERZICHT Toebehoren

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

SCS SYSTEM. Self-Cleaning Sump System. De zelfreinigende pomp oplossing

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Transcriptie:

BIJLAGE 8: BIJZONDER BESTEK EM

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 1 HOOFDSTUK TECHNISCHE BEPALINGEN De indeling van dit hoofdstuk is deze van het typebestek Elektromechanica van de N.V. Aquafin, rev.5.0 uitgave 2011, met dien verstande dat hier enkel de voorschriften worden vermeld die worden aangevuld of vervangen. Voorafgaande opmerkingen: De bedieningsvoorschriften, hydraulische berekeningen, de revisietekeningen van de elektrische en mechanische installatie en de onderhoudsvoorschriften moet in concept aan het bestuur voorgelegd worden ter beoordeling en goedkeuring, en dit een periode van 1 maand na de gunning der werken (technisch voorstel). De nodige technische specificaties, handleidingen en onderhoudsvoorschriften a.h.v. de technische fiches van Aquafin voor elke onderdeel (pomp, appendages, elektrische schema s, instrumentatie, uitvoeringsplannen, e.d.), dienen deel uit te maken van het technisch voorstel. Na definitieve goedkeuring van bovenstaande documenten moeten deze in drievoud worden afgeleverd aan het bestuur en dit uiterlijk bij de in bedrijfsstelling van de pompstations (incl. digitale bestanden van de uitvoeringplannen pompputten in dwg en pdf en elektrische schema s in E-plan en pdf op CD ROM). Op het einde van de montageperiode dient de aannemer per installatie de in bijlage opgenomen checklist ingevuld te bezorgen aan de leidend ingenieur. Zonder afdoende motivering en akkoord van Aquafin mogen er geen openstaande punten meer zijn. Bij de opstart start een proefperiode van 30 kalenderdagen gedurende welke een storingsvrije werking van het pompstation dient aangetoond te worden en dienen de gestelde eisen te worden behaald. De volledige installatie wordt met afvalwater opgestart. De installatie wordt bediend door de operator(en) van Aquafin, op instructie van de aannemer elektromechanica en geadviseerd door de leidende ingenieur of zijn afgevaardigde. Behoudens eventuele manuele handelingen bij de opstart zal de installatie na de opstart automatisch werken. In ieder geval dient de installatie de laatste 15 dagen van de proefperiode onafgebroken te hebben gedraaid alvorens tot oplevering kan worden overgegaan. De fase heeft een dubbel doel: 1. Het testen van elektromechanische installatie bij werking in afvalwater. Bij problemen of slechte of abnormale werking, zal de aannemer onverwijld de oorzaken opsporen en de fouten herstellen of tot vervanging overgaan. 2. Het behalen van de vooropgestelde eisen van de installatie (debiet, rendement, etc.). Hiervoor zijn de aannemers slechts verantwoordelijk in zoverre het niet bereiken van deze resultaten het gevolg is van gebrekkige uitvoering van de opdracht. In dit laatste geval zijn zij gehouden de gebreken te herstellen. Op het einde van de montageperiode dient de aannemer per installatie de in Hoofdstuk 3 opgenomen checklist ingevuld te bezorgen aan de leidend ingenieur. Zonder afdoende motivering en akkoord van de studieverantwoordelijke mogen er geen openstaande punten meer zijn.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 2 DEEL A : MECHANICA 0 Algemeen, keuringen en testen 0.17 Keuringen en testen 0.17.0. Algemeen 4. Toegelaten keuringsorganismen Wordt vervangen door: De toegelaten keuringsorganismen voor bovenvermelde keuringen zijn deze zoals vermeld in de administratieve bepalingen (art. 41,42,43 AUR: keuringen). 0.17.1. Voorafgaande keuringen in de werkplaatsen van de constructeur Volgende paragraaf is gewijzigd: Indien dergelijke attesten niet voorhanden zijn of onvoldoende garanties bieden, zal het voorafgaandelijk technisch nazicht uitgevoerd worden door één van de erkende onpartijdige instellingen (keuringsorganismen), zoals vermeld in de administratieve bepalingen (art. 41,42,43 AUR: keuringen) 0.17.3. Keuringen na montage op de werf Wordt vervangen door: Na montage wordt de bedrijfsklare installatie onderworpen aan een volledige technische keuring. De aannemer zal aanwezig zijn tijdens deze keuring. Bij de start van de proefperiode P3 (dit is de opstart) zal in overleg met Aquafin een regeling getroffen worden om het debiet te controleren. Aquafin zal ervoor zorgen dat voldoende water ter beschikking is. De aannemer verleent hiertoe zijn medewerking en de nodige assistentie bij het proefdraaien en dit zonder enige meerkost. 0.21 Meetcode 0.21.1 Benaming De leiding die vanuit een pomp vertrekt wordt stijgleiding genoemd, ook indien die leiding (gedeeltelijk) horizontaal loopt. Als de stijgleidingen toekomen in een andere leiding, wordt die laatste persleiding genoemd. Bij een droog opgestelde pomp is de zuigleiding de leiding die zich vóór de pomp bevindt. 0.21.2 Opmeten van afzonderlijke leidingen Leidingen, bochten en blindflenzen worden gemeten langs de aslijn van de leiding per lopende meter. Aftakpunten op een leiding waarop zich een appendage of toestel bevindt (vb. be- en ontluchter, snelkoppeling,...), worden niet opgemeten doch worden verondersteld begrepen te zijn in de lengte van de betreffende hoofdleiding. De opgegeven lengte betreft de totale lengte exclusief alle toestellen (afsluiters, kleppen, uitbouwstukken, debietmeters,...) en muurdoorvoerstukken. De verloopstukken (overgangsstukken op een leiding die zorgen voor een diameterverandering) worden opgemeten horend bij de leiding met de grootste aansluitende diameter van het verloopstuk, tenzij er hiervoor een afzonderlijke post is opgenomen in de meetstaat. 0.21.3 Opmeten van leidingen die op elkaar toekomen Als een leiding 1 toekomt op of vertrekt vanuit een andere leiding 2, wordt de leiding 1 opgemeten tot aan de as van de leiding 2. Dit is bv. het geval bij een stijgleiding die toekomt op een persleiding of bij een by-passleiding die vertrekt vanuit een persleiding. Eventuele T-stukken, verbindingsstukken of verloopstukken die op de snijding van leidingen

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 3 voorkomen, worden niet afzonderlijk opgenomen en verondersteld meegerekend te zijn in de post van leiding 1. 1 Turbomachines 1.0 Algemeenheden 1.0.1 Algemeen Verwachte rioolwaterkwaliteit: Huishoudelijk 1.1 Gedompelde turbomachines 1.1.1 Dompelpompen De dompelpomp en toebehoren worden door de aannemer aankocht en geplaatst. De montage (volgens par. 1.1.1.4 en de voorschriften van de pompleverancier), elektrische aansluiting en de in bedrijf name gebeurt door de aannemer. Hiervoor is een post in de meetstaat opgenomen. Kenmerken van de pomp: - Aantal pompen: 1 - Configuratie : 1 + 0 - Vermogen per pomp : max. 3.5 kw (asvermogen) - I nominaal : max. 4 A - Gewicht ca. 52 kg - Voetbocht : DN65 - Aanloopwijze: DOL - Waaier: Fortex - Kogeldoorlaat minimaal 65 mm. - Pomp moet uitgerust zijn met vochtdetectie. Beproeving: De pomptest dient in de fabriek getest te worden, van deze test moet een rapport worden overlegt met tenminste 10 punten, waaronder het opgegeven werkingspunt van de pomp. Motoren Bedrijfsvoering De motoren moeten geschikt zijn voor 10 aanlopen per uur in intermitterend bedrijf. Servicefactor: S1 (NBN EN 60034-1). Vermogen Het nominaal asvermogen van de motor (vermeld op de kenplaat) moet 10% over gedimensioneerd zijn ten opzichte van het maximum asvermogen gevraagd door het aangedreven gedeelte, over het gehele verloop van de hydraulische curve van de pomp bekeken.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 4 Leidingcurve: PS Dellestraat 3,8 3,6 3,4 3,2 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1,8 1,6 Height (m) 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0-0,2-0,4-0,6-0,8-1 -1,2 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 Discharge (l/s) 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 DWA RWA C:\Wanda berekeningen\20.847 VBR Lubbeek\PS Dellestraat.w ds 2015 Nov 3 13:43-4.3 De pomp dient een werkingspunt te hebben dat gelegen is op de vermelde DWA leidingkarakteristiek (rood) en dat voldoet aan volgende voorwaarden: - Frequentie 50 Hz - H= op te geven - Q = min. 6.0 l/s - Hydraulisch rendement = min. 22 % - 0.9 < Q/Qopt < 1.1 - Bij een debiet van 0 l/s moet de opvoerhoogte minimaal 4.5 mtr bedragen. In de dekselopening of aan de binnenzijde van de deksels boven de pomp dient de pompnummering en bij de verschillende vlotters identificatieplaatjes in duurzaam materiaal te worden aangebracht. De plaatjes worden met RVS-bouten vastgezet. 1.1.1.4 Opstelling van de pomp De voetbocht wordt gemonteerd op een ankerplaat met een dikte van 10 mm waarvan elke zijde 10 cm breder is dan de voetbocht. De ankerplaat zelf wordt bevestigd met minstens 4 chemische of ingestorte ankers M20. Na het pas stellen a.d.h.v. stelmoeren wordt de ankerplaat ondergoten met krimpvrije gietmortel. Alle moeren (zowel van de voetbocht als van de ankerplaat) dienen geborgd met een contramoer. Materiaal ankerplaat en ankers: RVS316. Volgende zin uit het typebestek is gewijzigd: Alle roestvaststalen onderdelen waarvan sprake in dit punt zijn van min. kwaliteit RVS AISI 316. 4 Leidingen en appendages in gesloten leidingen 4.1 Leidingen 4.1.1 Materialen

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 5 Het van toepassing zijnde materiaal voor de leidingen voor deze opdracht is HDPE De Stijgleiding is DE75 SDR17 (Dinw =66 mm), de persleiding DE90 SDR11 (Dinw = 73.6 mm) Tussen de persleiding en het muurdoorvoerstuk van de persleiding wordt een verloopflens geplaatst. Het materiaal van de verloopflens is HDPE. De verloopflens gaat van DE75 over naar DE90 Het muurdoorvoerstuk is voorzien van een lekflens. Het muurdoorvoerstuk wordt ingestort met krimpvrije beton door de aannemer in de vooraf uitgespaarde opening. 4.1.2 Drukklasse De drukklasse van de leidingen bedraagt min. PN10, 4.1.3 Verbindingen De verbinding tussen leidingen onderling gebeurt voor deze opdracht d.m.v. lassen of flenzen. De aannemer voorziet zelf het nodige aantal flenzen om een vlotte montage en demontage mogelijk te maken. DEEL B: ELEKTRICITEIT 0. Algemeen, motoren, keuringen en testen 0.2 Algemene bedrijfsvoorwaarden 0.2.2 Voeding De voedingspanning bedraagt 3 x 400 V + N. Om de aansluiting van het pompstation/bergbezinkingsbekken op het elektriciteitsnet te realiseren, neemt de aannemer aan het begin van de montage contact op met EDF Luminus om de planning van de aansluitingswerken vast te leggen en om zich in kennis te stellen van de aansluitingsvoorwaarden. De aannemer overtuigd zich er van dat er een leveringscontract is tussen EDF Luminus en Aquafin. De gemaakte afspraken moet hij schriftelijk bevestigen naar de maatschappij en Aquafin. De aannemer levert en plaatst de door de maatschappij voorgeschreven meterkast type 25 S 60, bestaande uit één aansluitmodule en één aansluitscheider 125A, inclusief alle toebehoren. Infrax levert en plaatst de meetmodule. 0.3 Beschermingsmaatregelen 0.3.2. Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 6 De bescherming tegen indirecte aanraking wordt gerealiseerd via een differentieelinrichting per vertrek. Voor de pompinstallatie is de gevoeligheid van de differentieelinrichting instelbaar tussen 0,3 en 3 ampère. Per pomp wordt tevens een differentieelinrichting (differentieelautomaat in de vermogenkring of differentieelrelais die de stuurkring onderbreekt) voorzien met een vaste gevoeligheid van 0,3 ampère. Het differentieel van de pomp is bovendien selectief t.o.v. de differentieelautomaat van de installatie. 0.6. Proeven en keuringen 0.6.5 Bijkomende conformiteitskeuring van het afgewerkt ALSB Tijdens de proefperiode P3 zal een door Aquafin aangeduid onafhankelijk keuringsorganisme een bijkomende controle uitvoeren van de afgewerkte elektrische installatie. Het uitnodigen van de keurder op de werf is een last Aquafin. De aannemer is niet aanwezig tijdens de keuring. 3 Laagspanningsborden 3.2 Opbouw van het ALSB Wordt vervangen door: 3.2.1.1 Buitenopstelling De elektrische apparatuur wordt gemonteerd in een plaatstalen binnenkast. Dit laagspanningsbord is ondergebracht in een buitenkast. Het geheel staat gemonteerd op een geventileerde betonnen sokkel. De bevestiging van de buitenkast op de betonnen sokkel gebeurt langst binnen. Buitenkast De elektrische apparatuur wordt gemonteerd in een RVS buitenkast. Het geheel staat gemonteerd op een geventileerde betonnen sokkel. De bevestiging van de buitenkast op de betonnen sokkel gebeurt langs binnen. Een voorstel ter goedkeuring dient voorgelegd te worden aan de projectleider van Aquafin NV. Het tellercompartiment dient conform te zijn aan de door de maatschappij opgelegde eisen. De aannemer neemt hiervoor contact met netbeheerder. Daarnaast dient de kast te voldoen aan: Buitenkast: - Buitendeur bediend met een verzonken handgreep, zo uitgerust dat een standaard inbouwcilinderslot met sluiting kan geplaatst worden. Afmetingen standaard inbouwcilinderslot cfr typedetail Aquafin. De aannemer plaatst voorlopige cilinders BKS5 en levert min 2 sleutels. Deze cilinders worden door Aquafin vervangen na de voorlopige oplevering. - De montageplaat is vervaardigd uit gegalvaniseerd plaatstaal. - De kast is uitgerust met gasdichte wartelplaten om de kabels gasdicht af te sluiten. - Planhouder maakt deel uit van de kast. - Regendak voorkomt dat er water tussen de deuren komt, en is zo geconstrueerd dat natuurlijke ventilatie mogelijk is. - De hoogte van de buitenkast bedraagt maximaal 1,6 m. De hoogte van de kast wordt gekozen in functie van de nodige ruimte in de kast en niet hoger. Binnenkast (schakelbord) - De binnenkast is uit plaatstaal vervaardigd en voorzien van wartelplaten onderaan. - Deuren staan zo opgesteld dat de bedieningselementen bij gesloten kast geen hinder vormen met de buitendeuren. - De sluiting is van het dubbelbaardtype. - De lay-out van het laagspanningsbord is in bijlage gevoegd..

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 7 3.3 Constructie 3.3.8. Reserve De vereiste reserveruimte in de kast, 20%, vormt een aansluitend geheel. 3.3.11.2 Maatregelen tegen te hoge temperaturen Er dient een ventilator voorzien te worden die de in het laagspanningsbord verse lucht inblaast zodat de vrijkomende warmte naar buiten wordt afgevoerd, zie figuur in bijlage. De hiervoor geplaatste ventilatieroosters hebben een min. afmeting van 150x150 mm. De ventilatieroosters opgebouwd uit schuin geplaatste lamellen dienen vervaardigd te zijn uit ABS kunststof, zelfdovend volgens UL 94-VO of uit geanodiseerd aluminium. Het rooster in de buitenkast dient afgeschermd te worden met een RVS afschermkap. Onderaan in de binnenkast wordt op dezelfde hoogte als in de buitenkast een gelijkaardig rooster voorzien (zelfde materiaal, afmeting, ). Een zelfde rooster wordt bovenaan in de binnenkast voorzien. De warme lucht verlaat via het regendak de buitenkast. De levering en de plaatsing van roosters is inbegrepen in de kostprijs van het ALSB. Er dient kastkoeling van het type III uit par. B. Types voor buitenopstelling te worden toegepast. 3.4 Motorcircuits 3.4.2 Motoraanzetters De pompen lopen 3.8. Toestellen 3.8.1. Lastschakelaars De hoofdschakelaar heeft tevens de functie van noodstop en is door middel van verlengde draaistang op de deuren van de binnenkast bedienbaar met een rood-gele draaiknop. 3.8.6. Modulaire automaten Wordt vervangen door: Modulaire automaten moeten de karakteristieken bezitten geschikt voor het type belasting dat ze voeden. Ze moeten een zodanig kortsluitvermogen hebben, dat back up zekeringsbeveiliging niet vereist is; voor AC toepassingen is het minimale onderbreekvermoen Icu volgens IEC 60947-2 10kA voor het aantal polen en de gebruiksspanning Ue volgens de toepassing. Voor DC-toepassing is Icu volgens IEC 60947-2 minimaal 6kA voor het aantal polen en de gebruiksspanning Ue volgens de toepassing. Ze moeten thermische en magnetische uitschakelelementen bevatten en conform de industriële norm NBN EN 60947-2 uitgevoerd zijn. De modulaire automaten in AC-toepassingen hebben een mechanische levensduur van minimum 10.000 schakelingen en een elektrische levensduur bij Un, In van minimum 10.000 schakelingen. De modulaire automaten in DC-toepassingen hebben een mechanische levensduur van minimum 10.000 schakelingen en een elektrische levensduur bij Un, In van minimum 1.000 schakelingen. Dimensionering van de automaten moet strikt volgens de instructies van de fabrikant gebeuren. 3.8.16. Klemmen Klemmen zijn van het type schroefklem.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 8 4.1 Aardingsinstallatie 4.1.1 Voor pompstations De spreidingsweerstand van een aardelektrode, gebruikt voor bescherming tegen onrechtstreekse aanraking en equipotentiaalverbindingen, mag niet hoger liggen dan 5 ohm en moet in ieder geval voldoen aan de eisen van het AREI. Daar het laagspanningsbord wordt aangesloten op het openbare net door Infrax moet er een extra (exploitatie) aarde worden geslagen. 5. Leidingen en kabels 5.2.1 Kabels Tussen het LS bord en het pompstation moet een wachtbuis worden aangelegd met een diameter van 160 mm. Ook dient er een wachtbuis rond 160 mm te worden gelegd tussen het LS bord en de dichts bij zijnde elektriciteit paal. In deze wachtbuis dient een kabel van het type EXVB 4*10 mm² Cu te worden getrokken. De kabel dient een overlengte te hebben van 12 meter en bij de paal te worden neergelegd op rol. Het kabeluiteinde dient beschermt te worden tegen vochtindringing. Aandachtspunt: In de meetstaat wordt volgende post voorzien: coördinatie nutsmaatschappijen tbv aansluiting elektriciteit. De aansluiting op het elektriciteitsnet moet in de montageperiode gebeuren. Indien na uitvoering der werken de leidend ingenieur oordeelt dat de aannemer hierbij in gebreke is gebleven kunnen deze posten worden ingehouden. De aansluitvoorwaarden kunnen worden opgevraagd bij de leidend ingenieur. De aanleg en aansluiting van de voedingskabel in de elektrische schakelkast is onderdeel van dit bestek. De aan te leggen kabel is van het type 4x 10 mm² Koper. Alle kabels (incl. aansluiting) tussen LS-bord en toestellen of (meet)apparatuur, inclusief eventuele vertakking via verdeeldoos, dienen inbegrepen te zijn in de post van het betreffende toestel. 5.4 Verdeeldozen Uitneembare klemmenkast in dekselopening pomp (tbv pompen en vlotters): Het geheel van klemmenkast en wartels dient IP 67-IK10 te zijn (IK volgens NBN EN 50102). De kast dient dubbel geïsoleerd te zijn (volgens AREI art. 30.03 en art. 75) om de gebruiker een absolute veiligheid tegen onrechtstreekse aanraking te waarborgen. De klemmenkast wordt opgehangen in de dekselopening van de pompen en dient eenvoudig en zonder manipulatie uitneembaar te zijn. De kabels komen onderaan in de klemmenkast toe via wartels ( IP67). Het ophangsysteem van de klemmenkast is voorzien van een twee RVS304 beugels. De onderste beugel zorgt voor de trekontlasting van de kabels, de bovenste beugel wordt gebruikt om de klemmenkast uit de pompput te nemen. 5.5 Kabeldoorvoeringen De kabelplug wordt samen met het bijhorende muurdoorvoerstuk (hetzelfde merk) geleverd door de aannemer.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 9 6 Schakelaars en stopcontacten Een stopcontact 230V 16 A is te voorzien in de binnen kast.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 10 DEEL C: INSTRUMENTATIE 0.2.5. Kabels Volgende zin: Klemschroeftype klemmen zijn niet toegelaten. Wordt vervangen door: Klemtype klemmen zijn niet toegelaten. 1.1 Hydrostatische niveaumeting De niveausonde dient direct in het LS bord te worden aangesloten en de kabel loopt niet via de klemmenkast. 1.3. Niveauwippers 1.3.2 opnemer Het eigen gewicht van de vlotter is tevens zodanig dat hij steeds in een gevulde buis kan worden neergelaten.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 11 DEEL D: AUTOMATISERING 1. PLC-hardware De PLC, het operatorpaneel en de communicatiehardware worden geleverd door Aquafin. Na de gunning kunnen deze aangevraagd worden bij Aquafin. Op de bestelbrief staat het leveringsadres vermeld. Het operatorpaneel is in te bouwen in een deur van de binnenkast op aanwijzingen van de leidend ingenieur van Aquafin of volgens de aanduidingen op plan. De communicatiehardware dient voor het verbinden van de installatie op een alarmcentrale en bestaat uit een netwerkswitch, GPRS-router (incl. sim-kaart), Ixion en een GPRS-antenne. De netwerkswitch en GPRS-router (incl. sim-kaart) worden op een DIN rail geplaatst door de aannemer De Ixion is in de binnenkast op de montageplaat te bevestigen. De antenne is bovenop de LS-kast te monteren. Een geschikte montagebeugel geschikt voor de geleverde antennne is te voorzien door de inschrijver, prijs begrepen in de post tbv het plaatsen en aansluiten van de communicatiehardware. Alle niet-voeding-kabels voor de verbindingen van netwerkswitch, GPRS-router, Ixion en de antenne, onderling en met OP-paneel en PLC, worden tevens door Aquafin meegeleverd. Aandacht: door de aannemer is bijkomend een 24V naar 12V convertor (adaptor 1A is voldoende) te voorzien met als doel als de spanning wegvalt de GPRS blijft werken en alarmen doorgeeft. De aansluitkabels voor de convertor zijn tevens door de aannemer te voorzien. De diverse verbindingen tussen de toestellen zijn uitgewerkt in de electrische schema's. 3. Plaatsen van de hardware 3.1 Algemeenheden Bij het opstarten van de installatie moet de aannemer aan de bouwheer bijstand verlenen. Het opstarten van de PLC, communicatiehardware en operatorpaneel, en het proefdraaien van de installatie gebeurt in aanwezigheid van de aannemer. De kosten zijn een last van de aanneming.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 12 DEEL E: OPLEVERINGSDOSSIER 1. Opleveringsdossier voor pompstations Wordt aangepast met: Het dossier in hardcopy dient in twee exemplaren afgeleverd. De aannemer maakt het dossier tevens digitaal op een electronische drager over waarbij de verschillende fiches en onderdelen afzonderlijke documenten op deze drager staan. Zonder dit dossier, zowel de twee exemplaren in hardcopy als de digitale versie, zal de voorlopige oplevering geweigerd worden.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 13 HOOFDSTUK 3 ELEKTRISCHE SCHEMA'S

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 14 Checklist inbedrijfname automatisering pompstation Datum OK Nr. Omschrijving aannemer 1 Netspanning aanwezig 2 IO testen uitgevoerd door aannemer 3 Operatorpaneel volledig aangesloten 4 Testen werking UPS/batterijvoeding 5 Alle beveiligingsautomaten ingesteld 6 Fasebewakingsrelais ingesteld en getest 7 Kast en installatie bereikbaar 8 Pompen aangesloten en proefgedraaid zonder water 9 4-20 ma signaal stroommeting pompen aangesloten 10 Frequentiesturingen ingesteld 11 Range stroommeting pompen gekend 12 Telefoonlijn aanwezig en werkend (igv VDSL) 13 Modem geplaatst en volledig aangesloten (voeding + telefoonlijn / VDLS / GPRS / GSM) 14 Niveaumeting ingesteld 15 Vlotters geplaatst en getest 16 Aan- en afslagpeilen gekend 17 Installatienummer aangevraagd bij Nomos N.V.T. 18 Bergbezinkingsbekkens: spoelbakken gevuld 19 Bergbezinkingsbekkens : hydraulisch circuit gevuld en getest De aannemer vult de lijst in en maakt deze over aan de studieverantwoordelijke van dit project binnen Aquafin N.V. de volledig positief ingevulde lijst zal beschouwd worden als zijnde de melding van het einde van de montage.

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 15 Typedetail wiegsteun

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 16 Principeschets bevestiging voetbocht dompelpomp

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 17 Bodemplaat pomp

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 18 Typeplan standaardcilinder (dubbelbaard sleutel)

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 19 Manometeraansluiting

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 20 HOOFDSTUK 4 PLANNEN

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 21 HOOFDSTUK 5 BIJLAGES BIJLAGE 1: TECHNISCHE FICHES

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 22 Technische fiche windketel

AANBESTEDINGSDOCUMENT AQUAFIN 23