CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C

Vergelijkbare documenten
DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER

RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER

De Rechtbank van eerste aanleg

VONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone),

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 21 MEI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

l. havenarbeider geboren te _ op wonende.te Belg 2. zonder beroep geboren te wonende.te Belg

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k.

Correctionele rechtbank Antwerpen, 23 mei 2016

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

Correctionele rechtbank Antwerpen, 21 maart 2016, AC4 kamer

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 JANUARI 2012

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Correctionele rechtbank van Brussel (NL), 19 mei 2016, 60 ste kamer

Hllllrnlllll Il lllu llll lllll lll Il lll lll lll _J

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

.,, 1) met als KBO-nummer met maatschappelijke zetel gevestigd te. 2) geboren te oo wonende te van Belgische. nationaliteit

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

Hof van Cassatie van België

AFSCHRIFT. Gepensioneerd Geboren te op Wonende te Antwerpen, Belgische. , Tussen 1 januari 2012 en 1juli2013, in meerdere malen,

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

AFSCHRlfT \ ry Ä8it 6iw. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctionee!, Vonnis )01000 / kamer.

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1274/2019 Repertoriumnummer / Europees

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van beroep van Gent, 3 november 2015, 4 de kamer

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN AFDELING MECHELEN Not. nr. ME66.L Ooenbare terechtzittina van : 30 april 2015.

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

Hof van beroep Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer

3. Een criminele organisatie betreft een organisatie van meer dan twee personen.

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) /

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

HOF VAN BEROEP VAN GENT. 26 JUNI 2002, 8de K.

Hof van Beroep Brussel, 13 november 2013, 13 e correctionele kamer

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank

De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeljng Antwe.rpen, ACl. Landbouwer Geboren te. Wonende te

OP VERZET. AFSCHRIFT van de m nu ten!:ler. st:? de ter gr ffie van recnu;<:;i"1k v2r. E:è ",:;: :.a:1 eg Antwerper z: i :. J r".

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten :

Transcriptie:

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C OP VERZET De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken: In zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: 1 C.F. stewardess geboren te ( ) op ( ) wonende te ( ) Belgische 2. M.D.V. zonder beroep geboren te ( ) op ( ) wonende te ( ) Belg die, bij exploot van gerechtsdeurwaarder F.W. met standplaats te Antwerpen dd. 16 juni 2010 verzet heeft aangetekend tegen het vonnis nummer ( ) beklaagden nummers ( ) en ( ) tegen hen bij verstek gewezen op 22 maart 2010 door de 4C kamer van deze Rechtbank en betekend op 7 juni 2010 aan derden voor tweede beklaagde en op 14 juni 2010 voor eerste beklaagde waarbij: - werd vastgesteld dat tweede beklaagde zich bevindt in staat van wettelijke herhaling. en waarbij C.F. veroordeeld werd: hoofdens de vermengde feiten A, B, C en D tot een hoofdgevangenisstraf van ZESENDERTIG MAANDEN en tot een geldboete van TWEEDUIZEND EUR en waarbij zij werd verplicht tot het betalen van een bijdrage van 25 EUR; de tenuitvoerlegging van de hoofdgevangenisstraf werd uitgesteld voor een termijn van VIJF jaar, uitgezonderd een effectieve gevangenisstraf van ACHTTIEN MAANDEN; de tenuitvoerlegging van de geldboete werd uitgesteld voor een termijn van DRIE jaar, uitgezonderd een effectieve geldboete van DUIZEND EUR waarvoor de vervangende gevangenisstraf twee maanden zal bedragen M.D.V. hoofdens de vermengde feiten A, B, C en D tot een hoofdgevangenisstraf van ZESENDERTIG MAANDEN en tot een geldboete van TWEEDUIZEND EUR en waarbij hij werd verplicht tot het betalen van een bijdrage van 25 EUR;

eerste en tweede beklaagde werden ontzet uit de rechten voorzien in artikel 31 van het Strafwetboek voor een periode van VIJF JAAR en dit overeenkomstig artikel 433 novies van het Strafwetboek; de geldboete en de bijdrage werden, bij toepassing van artikel 1 der wet van 5 maart 1952, gewijzigd door de wet van 7/2/2003 voor wat betreft de boete en gewijzigd door de wet van 26.06.2000 en 7.2.2003 voor wat betreft de bijdrage, vermeerderd met 45 decimes, zodat die geldboete elk 11.000 EUR en die bijdrage 137,50 EUR bedragen; de vervangende gevangenisstraf voor de geldboete werd bepaald op drie maanden; de beklaagden werden solidair verwezen in de kosten van het geding begroot op 5.806,36 EUR; er werd hen tevens een vergoeding opgelegd van elk 25.00 EUR ingevolge het K.B. van 28 december 1950; Verklaarde verbeurd bij equivalent lastens C.F. en tweede beklaagde M.D.V. solidair, maar beperkt tot een bedrag van 65.000 EUR: - het saldo op rekening ( ) op naam van C.F.; - het saldo op effectenrekening ( ) op naam van M.D.V.; - het saldo op termijnrekening ( ) op naam van M.D.V.; - het saldo op bankrekening ( ) op naam van M.D.V. ; - een motorfiets ( ), eigendom van C.F. - en een motorfiets ( ), gendom van M.D.V. Verklaarde verbeurd lastens eerste beklaagde C.F. en tweede beklaagde M.D.V. solidair de inbeslaggenomen voorwerpen neergelegd onder de hiernavolgende OS-staten: ( ) en de inbeslaggenomen voertuigen ( ) en dit overeenkomstig art. 33 novies Sw, als hebbende gediend om het misdrijf te plegen. ZIJ WAREN BETICHT VAN: Hetzij door de misdaad of het wanbedrijf te hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks te hebben meegewerkt, hetzij door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp te hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd; A. De eerste en de tweede, Te ( ), te ( )l en/of elders in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen en/of bij samenhang te ( ) in het gerechtelijk arrondissement Brussel en/of bij samenhang te ( ) in het gerechtelijk arrondissement Gent, Van 1 januari 2008 tot 29 juli 2008, Bij inbreuk op artikel 433 quinquies 1,1 Sw. en 433 septies 2, 3 SW, zich schuldig te hebben gemaakt aan mensenhandel, zijnde de aanwerving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon, de wisseling of de overdracht van de controle over hem teneinde, ten aanzien van deze persoon, de misdrijven te laten plegen die bedoeld worden

in de artikelen 379, 380 1 en 4 en 383 bis 1 Sw., waarbij zijn toestemming met de voorgenomen of daadwerkelijke uitbuiting van geen belang was, te weten op 'welke manier ook, eens anders ontucht of prostitutie te exploiteren; met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd door misbruik te maken van de bijzonder kwetsbare positie waarin de persoon verkeerde ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze had dan zich te laten misbruiken met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd door direct of indirect gebruik te maken van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang; ten aanzien van A.F., geboren te ( ) op ( ) B. De eerste en de tweede, Te ( ), te ( ) en/of elders in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen en/of bij samenhang te ( ) in het gerechtelijk arrondissement Brussel en/of bij samenhang te ( ) in het gerechtelijk arrondissement Gent, Van 1 januari 2008 tot 29 juli 2008, op welke manier ook, eens anders ontucht of prostitutie geëxploiteerd te hebben, namelijk van. A.F., geboren te ( ) op ( ); direct of indirect gebruik gemaakt hebbend van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige andere vorm van dwang; misbruik gemaakt hebbend van de bijzonder kwetsbare positie waarin een persoon verkeerde ten gevolge van een onwettige of precaire administratieve toestand of ten gevolge van zwangerschap, ziekte, dart wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid; C. De eerste en de tweede, In het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, I. Tussen 30 september 2008 en 15 november 2008, meermals, op niet nader bepaalde data, Op welke manier ook, eens anders ontucht of prostitutie geëxploiteerd te hebben, namelijk van S.V.D.E., geboren te ( ) (Ecuador) op ( ); II. Tussen 1 december 2006 en 1 september 2008 meermaals, op niet nader bepaalde data, Op welke manier ook, eens anders ontucht of prostitutie geëxploiteerd te hebben, namelijk van A.D.J., geboren te ( ) op ( ) D. De eerste en de tweede,

Te ( ), Ten einde eens anders driften te voldoen, een persoon, zelfs met zijn haar toestemming, aangeworven, meegenomen, weggebracht of bij zich gehouden to hebben met het oog op het plegen van ontucht of prostitutie, namelijk: I. Tussen 30 september 2008 en 1 november 2008 op niet nader bepaalde datum, de meerderjarige J.D.V., geboren te ( ) op ( ) II. Op 12 november 2008, De meerderjarige J.E., geboren op ( ) III. Tussen 30 september 2008 en 15 november 2008, op niet nader bepaalde datum, De meerderjarige A.B., geboren te ( ) (Roemenië) op ( ) tweede betichte zich bevindende in staat van wettelijke herhaling, veroordeeld geweest zijnde tot een opsluiting van 10 jaren hoofdens moord (poging) en diefstal met geweld of bedreiging, bij nacht, in bende, met hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende fysische of psychische ongeschiktheid, hetzij een volledig verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking tot gevolg, ingevolge arrest van het hof van assisen te Antwerpen dd. 28 januari 1999 dat kracht van gewijsde bekomen heeft op het ogenblik der huidige feiten; Gehoord de beklaagde eisende partij in verzet, in zijn middelen van verzet Gehoord het openbaar ministerie in zijn advies ; Aangezien het verstek te wijten is aan de eisende partij in verzet; Aangezien het verzet regelmatig is; OM DEZE REDENEN, DE RECHTBANK: Verklaart het verzet ontvankelijk en opnieuw rechtdoende: *** Gezien de artikelen 1, 2 en 3 der wet van 4 oktober 1867, gewijzigd door de wetten van 23 augustus 1919 en 19 maart 1956, alsmede de beschikking van de raadkamer van deze rechtbank dd 23.9.2009 waarbij verzachtende omstandigheden werden aangenomen voor de feiten waarop criminele straffen zijn gesteld en houdende verwijzing naar de correctionele rechtbank van de beklaagden; Gezien de stukken van het onderzoek; Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn vordering; Gehoord de beklaagden in hun middelen van verdediging, bijgestaan door meester P.V.,

advocaat bij de balie te ( ); Verzetdoende partij C.F. en verzetdoende partij M.D.V. staan terecht voor hun deelname aan het organiseren van prostitutieactiviteiten. TenIasteleggingen A (mensenhandel met verzwarende omstandigheden) en B (exploitatie van prostitutie met verzwarende omstandigheden) Het strafdossier startte met een klacht vanwege A.F.. Zij legde een omstandige verklaring of over de wijze waarop ze in contact kwam met beide verzetdoende partijen en via F. en D.V. dagelijks tewerk werd gesteld als prostituee. Verzetdoende partijen plaatsten haar in een hotel, brachten klanten aan, vervoerden haar naar klanten to inden een groot deel van haar opbrengsten. Deze feiten zijn voldoende bewezen gelet op de vaststellingen van de verbalisanten, de gedetailleerde verklaringen van het slachtoffer A.F., die geobjectiveerd werden door vaststellingen in het strafdossier, het telefoononderzoek, bankonderzoek, de verklaringen van de uithaters van het hotel ( ), de verklaringen van geïdentificeerde klanten, de politionele inlichtingen omtrent een controle van F. in ( ) op 15 maart 2008 en de verklaring van W.D.C. hieromtrent, de verklaringen van buren, de fotoherkenningen en de geminimaliseerde verklaringen van F. en van D.V. die een aantal feitelijkheden bevestigden, maar in een ander context trachten to plaatsen. De verdediging argumenteert op de openbare terechtzitting van 6 september 2010 dat er geen sprake kan zijn van mensenhandel met het oog op exploitatie van prostitutie, als degene die vervolgd wordt ook degene is die exploiteert. Mensenhandel moet volgens de verdediging in die zin worden geïnterpreteerd dat deze tenlastelegging betrekking heeft op een dader die iemand ter beschikking stelt aan iemand die de prostitutie exploiteert. Deze stelling kan in onderhavige zaak echter niet gevolgd worden en uit dit strafdossier blijkt integendeel dat er wel degelijk sprake is van mensenhandel. Uit het strafdossier blijkt dat beide verzetdoende partijen een groot gedeelte van het leven van F. controleerden ook in de periode dat zij niet als prostituee werd geëxploiteerd. Zo bepaalden verzetdoende partijen de huisvesting van F.. Op het ogenblik dat F. in de psychiatrie was beland, gaf verzetdoende partij F. zich uit als vertrouwenspersoon (zelfs ten aanzien van de Vrederechter), waardoor F. blijvend op F. controle kon uitoefenen. Ze haalden haar appartement leeg en hielden haar huisraad hij, terwijl F. op verschillende adressen in ( ) en ( ) werd ondergebracht. Op het ogenblik dat F. in ( ) werd ondergebracht, was er zeker nog een andere persoon die F. mee exploiteerde. Al deze hierboven vermelde feitelijke gedragingen vormen wel degelijk een inbreuk op art. 433quinquies 1, 1 Sw en 433 septies, 2 en 3 Strafwvetboek. Uit de vaststellingen van de verbalisanten, de verschillende verklaringen in het strafdossier ondermeer van de hoteluitbaters, klanten en getuigen zoals D.B. en V.W. en het psychiatrisch onderzoek, blijkt dat A.F. een minderbegaafd meisje is, zeer naïef, zeer gemakkelijk beïnvloedbaar is en onvoldoende besef heeft van de gevolgen van haar gedrag. Bovendien bevond ze zich in een zeer kwetsbare positie. Uit alle elementen blijkt duidelijk dat A.F. in de prostitutie werd tewerkgesteld door beide

verzetdoende partijen. Zij zorgden voor haar huisvesting, voor advertenties en klanten, gaven haar instructies en namen een groot gedeelte van haar opbrengsten af. Beiden regelden in de incriminatieperiode het volledige leven van A.F.. Dit konden ze juist doen gelet op haar beperkte intellectuele capaciteiten en de precaire situatie waarin ze zich bevond, namelijk psychisch labiel en met een hunker om te vluchten uit een voor haar uitzichtloze thuissituatie. Verzetdoende partijen beheersten haar leven, niet om F. te helpen, maar louter uit eigen winstbejag. Dit meisje diende zich zeven dagen op zeven te prostitueren en werd hierin volledig uitgebuit door beklaagden. Tenlastelegging A, met inbegrip van de verzwarende omstandigheden, en tenlastelegging B met inbegrip van de verzwarende omstandigheden zijn bewezen lastens beide verzetdoende partijen. Tenslotte wijst de rechtbank erop dat het gegeven dat ze reeds werkzaam was in de prostitutie en toestemming gaf om zich te laten prostitueren geen afbreuk duet aan de bewezen verklaarde tenlasteleggingen. Tenlasteleggingen C (exploitatie van prostitutie) en D (aanwerving met het oog op prostitutie) Uit de huiszoekingen, waarbij steekkaarten werden gevonden, en internetopzoekingen bleek dat er ook nog andere mensen werkten in de prostitutie of werden aangezocht om te werken voor beide verzetdoende partijen in de prostitutie. De feiten van tenlasteleggingen C en D zijn bewezen gelet op de vaststellingen van de verbalisanten, de resultaten van de huiszoekingen, de resultaten van het internetnazicht, de verklaringen van S.V.D.E., A.D.J., J.D.V., J.E. en A.B., de fotoherkenningen en de wijze waarop deze mensen door beiden verzetdoende partijen werden benaderd. Wat betreft de straftoemeting De feiten van tenlasteleggingen A, B, C en D vermengen zich in hoofde van beiden, als zijnde gepleegd met eenzelfde strafbaar opzet, zodat maar één straf dient opgelegd te worden. De feiten zijn ernstig. Verzetdoende partijen streefden louter snel winstbejag na en hielden geen rekening met de fysieke en psychische integriteit van hun slachtoffer A.F.. Zij maakte misbruik van dit beïnvloedbare, naïeve en minderbegaafde meisje louter voor eigen snel winstbejag. Het uitbuiten van een medemens kan in onze samenleving niet getolereerd worden, zeker niet wanneer het gaat om een zeer kwetsbaar slachtoffer. Ook de exploitatie van prostitutie kan in geen enkele omstandigheid getolereerd worden in onze samenleving. De rechtbank zal bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waarin de feiten plaats vonden, ieders aandeel, persoonlijkheid en strafrechtelijk verleden. Alleen de hiernabepaalde gevangenisstraffen en geldboeten zijn gepast. Voor verzetdoende partij F. kan gelet op haar blanco strafregister, haar kans op verbetering en sociale reïntegratie de gevangenisstraf gedeeltelijk met uitstel opgelegd worden. Om dezelfde

redenen wordt de geldboete gedeeltelijk met uitstel opgelegd. Dit uitstel zal haar hopelijk ertoe aanzetten een andere wending aan haar leven te geven. Verzetdoende partij D.V. werd in het verleden reeds zwaar veroordeeld en bevindt zich bovendien in staat van wettelijke herhaling, gelet op zijn veroordeling op 28 januari 1999 door het Hof van Assisen te Antwerpen. Hieruit blijkt een volgehouden criminele ingesteldheid. Hij komt niet meer in aanmerking voor enige gunstmaatregel. Wat betreft de verbeurdverklaringen Uit het strafdossier, ondermeer uit de verklaringen van A.F., verklaringen van S.V.D.E. en A.D.J. en de verklaringen van klanten, kunnen de illegaal verworven vermogensvoordelen in billijkheid begroot worden op 65.000 EUR. De vordering van het openbaar ministerie behelst de verbeurdverklaring per equivalent overeenkomstig art. 43bis Sw. lastens beide verzetdoende partijen. Dit wordt toegekend maar dan slechts ten belope van 65.000 EUR. De gevorderde verbeurdverklaring van computers, GSM en wagens dringt zich eveneens op, aangezien deze goederen werden gebruikt in het kader van de mensenhandel met het oog op de exploitatie van prostitutie en dit overeenkomstig 433novies Sw. OM DEZE REDENEN, DE RECHTBANK, Gelet op de artikelen 162, 187, 188, 194, 195, 226, 227 van het Wetboek van Strafvordering, artikelen 1, 3, 7 van het Strafwetboek, artikelen 11, 12, 14, 31, 32, 34, 35, 36, 37 en 41 der wet van 15 juni 1935, gewijzigd door de wet van 3 mei 2003 de verordeningen van de Raad van de ministers nr. 974/98 dd. 3/5/1998 en nr. 1103/97 dd. 17/6/1997 en de wetten van 26.06.2000 en 30.3.2000 betreffende de invoering van de euro artikelen 28, 29 der wet van 1 augustus 1985, gewijzigd door de wetten van 24.12.1993 en 22.4.2003, het KB van 19.12.2003, de programmawet van 27.12.2004 en het KB van 31.10.2005; artikelen 3 en 4 der wet van 17 april 1878, en bij toepassing van de artikelen 25, 38, 40, 42, 43, 43bis, 65, 50, 66, 79, 80, 84, 380, 433quinquies en 433septies van het strafwetboek; Rechtdoende op tegenspraak Steil vast dat tweede beklaagde M.D.V. zich bevindt in staat van wettelijke herhaling; VEROORDEELT eerste beklaagde C.F. voor de vermengde feiten van tenlasteleggingen A, B, C en D : tot een hoofgevangenisstraf van ZESENDERTIG maanden en tot een geldboete van TWEEDUIZEND euro

Aangezien eerste veroordeelde vroeger geen enkele veroordeling tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden heeft opgelopen; dat in die omstandigheden een genademaatregel van aard is om de verbetering van deze veroordeelde to doen verhopen; Beveelt dat bij toepassing en binnen de perken van artikel 8 der wet van 29 juni 1964, gewijzigd door artikel 4 van de wet van 10 februari 1994, de tenuitvoerlegging van de uitgesproken hoofdgevangenisstraf ten taste van eerste veroordeelde, wordt uitgesteld voor een termijn van VIJF jaar vanaf heden, uitgezonderd een effectieve gevangenisstraf van ACHTTIEN MAANDEN en de tenuitvoerlegging van de uitgesproken geldboete ten taste van eerste veroordeelde, wordt uitgesteld voor een termijn van DRIE jaar vanaf heden, uitgezonderd een effectieve geldboete van DUIZEND euro waarvoor de vervangende gevangenisstraf twee maanden zal bedragen; tweede beklaagde M.D.V. voor de vermengde feiten van tenlasteleggingen A, B, C en D tot een hofgevangenisstraf van ZESENDERTIG maanden en tot een geldboete van TWEEDUIZEND euro Ontzet eerste en tweede beklaagde uit de rechten voorzien in artikel 31 van het strafwetboek voor een periode van VIJF JAAR overeenkomstig artikel 433novies SW. Verplicht eerste en tweede veroordeelde, als bijdrage voor de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan occasionele redders. elk tot het betalen van een bijdrage van 25 EUR, bij toepassing van artikel 1 van de wet van 5 maart 1952, gewijzigd door de wetten van 26.06.2000 en 7.2.2003, vermeerderd met 45 decimes en gebracht op 137,50 EUR per bijdrage. Verplicht eerste en tweede veroordeelde solidair tot de kosten van het eerste vonnis zijnde 5.806,36 euro en deze van huidig vonnis op verzet zijnde 193,19 euro - het verstek aan hen to wijten zijnde en daarin begrepen de kosten van de betekening van het vonnis bij verstek. Verplicht veroordeelden elk betaling bij toepassing van Koninklijk Besluit van 28 december 1950, van een vergoeding van 25,00 EUR. Zegt dat bij toepassing van artikel 1 der wet van 5 maart 1952 gewijzigd door de wet van 7/2/2003 de geldboeten van 2.000 EUR, vermeerderd worden met 45 decimes, zodat die geldboeten elk 11.000 EUR zullen bedragen. Bepaalt de duur van de gevangenisstraf waardoor de geldboeten vervangen kunnen worden, bij gebrek aan betaling binnen een termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek, op drie maanden voor elke geldboete van 2.000 euro. Verklaart verbeurd hij equivalent lastens C.F. en M.D.V. solidair, maar beperkt tot een bedrag van 65.000 EUR: - het saldo op rekening ( ) op naam van C.F. - het saldo op effectenrekening ( ) op naam van M.D.V. ; - het saldo op termijnrekening ( ) op naam van M.D.V.; - het saldo op bankrekening ( ) op naam van M.D.V. ; - een motorfiets ( ), eigendom van C.F.

- en een motorfiets ( ), eigendom van M.D.V.. Verklaart verbeurd lastens C.F. en M.D.V. solidair de inbeslaggenomen voorwerpen neergelegd onder de hiernavolgende OS-staten: ( ) en de inbeslaggenomen voertuigen ( ) en dit overeenkomstig art. 433novies Sw, als hebbende gediend om het misdrijf to plegen. Alles wat voorafgaat is, overeenkomstig de bepalingen der wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in de Nederlandse taal geschied. Aldus gewezen door de hiernavermelde rechters die de zaak behandeld hebben en aan de beraadslaging hebben deelgenomen en uitgesproken in open- bare terechtzitting door de Voorzitter op vier oktober tweeduizend en tien in aanwezigheid van het Openbaar Ministerie en de griffier. ( )