Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen verordening reclamebelasting i.v.m. ondernemersfonds. G.A.J. Adams Bedrijfsvoering

Vergelijkbare documenten
VERORDENING RECLAMEBELASTING BEDRIJVENTERREINEN GRAVE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2018.

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting centrum Boxmeer (Verordening reclamebelasting centrum Boxmeer 2013).

Verordening Reclamebelasting Olst Centrum 2019

Gemeente Leidschendam-Voorburg Verordening reclamebelasting 2017

Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting 2018 (Leidschendam Centrum en Oud-Voorburg)

Verordening Reclamebelasting Rijssen-Holten 2016

besluit: vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Reclamebelasting Texel 2018

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting voor het Winkelgebied Kerkbuurt van de gemeente Sliedrecht.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Verordening reclamebelasting Geldrop-centrum Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo d.d.

Verordening op de heffing en invordering van reclamegelden in de gemeente

Verordening op de heffing en de invordering van Redamebelasting

Verordening reclamebelasting Mierlo-centrum Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo d.d.

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Bronckhorst

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2017

ï^isten RAADSBESLUIT

Verordening reclamebelasting centrum Wijhe 2018

Datum Van Steller Aan. Verordening Reclamebelasting Valkenswaard Centrum /308845

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017.

Gemeente Weesp. De raad van de gemeente Weesp, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018;

Gemeente De Bilt Verordening reclamebelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2015;

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011;

Verordening reclamebelasting 2017 gemeente Amersfoort

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Berkelland 2018

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2016;

Verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting voor de Binnenstad Venlo 2016

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad 2017

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting (Verordening reclamebelasting centrumgebied Drunen 2016)

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2014

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad Haarlem 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr.; 46/4, reg. nr. INTB ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015,

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder:

Gezien het Convenant stichting promotie Winsum, zoals overeengekomen tussen de gemeente Winsum en de Stichting Promotie Winsum;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2018

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2014, nummer 14b&w00259

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting gemeente Horst aan de Maas 2019

Onderwerp; Vaststelling Verordening reclamebelasting Bedrijventerrein Wijchen Oost 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder van 10 oktober 2017;

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting bedrijventerreinen Tiel 2019.

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017.

GEMEENTEBLAD. Nr

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Binnenstad 2018

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017 in het centrum van Enschede

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2018; Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2019

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECLAME- BELASTING 2012.

voor het instellen v a n e e n O n d e r n e m e r s f o n d s e n hebben e e n draagvlakmeting onder alle

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Gorredijk 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2018; Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2019.

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017 gemeente Doetinchem

Toelichting op de Verordening Reclameheffing Valkenswaard Centrum

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2019

Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2017

Onderwerp: Vaststelling Verordening reclamebelasting Bedrijventerrein Oost 2015

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2018

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting gemeente Deurne 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING RECLAMEBELASTING 2017.

Artikel 1 Inleidende bepaling

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2018.

Verordening reclamebelasting Veghel Centrum gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

(Verordening reclamebelasting Meierijstad / Veghel 2019). gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 oktober 2018

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2014

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2010

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017

Jaar: 2011 Nummer: 94 Besluit: Gemeenteraad 3 november 2011 Gemeenteblad VERORDENING RECLAMEBELASTING HELMOND 2012

Gebiedsomschrijving De verordening reclamebelasting 2014 is toepasselijk binnen de volgende gebieden van de gemeente Helmond:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2015, Delft

Wetstechnische informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Wetstechnische informatie

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders nummer ; b e s l u i t : Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2018.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

Verordening afvalstoffenheffing 2019

Verordening BedrijvenInvesteringsZone gebruikers Binnenstad Hengelo

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting op kabels en leidingen 2019 vast te stellen.

Raadsvoorstel 91K. Gemeenteraad. Vergadering 5 november Onderwerp : Verordening Reclamebelasting Helmond 2016

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Transcriptie:

Raadsvoorstel Onderwerp Vaststellen verordening reclamebelasting i.v.m. ondernemersfonds Raadsvergadering 17 december 2013 Agendapunt Portefeuillehouder Afdeling G.A.J. Adams Bedrijfsvoering Zaak- \ Documentnummer Z/G/13/2157 \ INT/G/13/01552 Beslispunten 1. Op verzoek van Graveon Reclamebelasting in te voeren. 2. De verordening reclamebelasting Grave 2014 vast te stellen. 3. De opbrengst van de reclamebelasting na aftrek van de perceptiekosten via een subsidie beschikbaar te stellen aan Stichting Centrum Management Grave. Inleiding Centrummanagement Om de aantrekkingskracht van het centrum van Grave te versterken is een goede samenwerking tussen de gemeente en private partijen essentieel. Dit is de aanleiding geweest om in het najaar van 2011 een onderzoek te doen naar de kansen en mogelijkheden van centrummanagement in Grave. De inspanningen hebben geresulteerd in oprichting van de Stichting Centrum Management Grave op 16 januari 2013. Partners zijn de gemeente, ondernemersvereniging Graveon, Horeca afdeling centrum, een delegatie namens de vastgoedsector en culturele, toeristische en recreatieve organisaties. Het Centrummanagement heeft als doel de aantrekkingskracht en het economisch functioneren van het centrum te versterken door onder andere: - een gezamenlijke visie en ambitieniveau voor het centrum, gericht op een goed vestigingsklimaat en het verstreken van het economisch functioneren; - een verbeterde samenwerking als het gaat om bijvoorbeeld activiteiten, promotie en openingstijden; - een structureel samenwerkingsverband tussen ondernemers, horeca, vastgoedeigenaren, gemeente en de toeristisch-culturele sector; - versterking van het ondernemersklimaat in het centrum, te vertalen in een begeleiding van startende ondernemers, aandacht voor de branchering, bestrijding van leegstand en gezamenlijke promotie van Grave als historisch koopcentrum. Graveon heeft samen met adviesbureau BRO in augustus 2012 een Plan van Aanpak Centrummanagement Grave opgesteld. Op 28 mei 2013 heeft de heer Van Aarle van BRO een presentatie gegeven over dit onderwerp in de vergadering van de Commissie Ruimte. In deze presentatie was veel aandacht voor de financiering van het Centrummanagement door middel van oprichting van een ondernemersfonds en het heffen van reclamebelasting. Onder het kopje Argumenten verderop in dit voorstel gaan we daar uitgebreid op in. Op 25 juni heeft het Centrummanagement de betrokken ondernemers in de gelegenheid gesteld om in het Palazzo theater hun stem uit te brengen vóór of tegen het ondernemersfonds. Bij een akkoord van de helft plus één van de stemmers kon de heffing doorgaan. Van de 60 aanwezige ondernemers hebben zich er tijdens deze draagvlakmeting 50 uitgesproken vóór oprichting van het ondernemersfonds. Een overtuigend resultaat! Nu is uw raad aan zet om door middel van invoering van reclamebelasting de wens van de ondernemers van Grave mogelijk te maken.

Pagina 2 Financiering centrummanagement Bij centrummanagement gaat het primair om samenwerking tussen publieke partijen (gemeente) en private partijen (ondernemers, vastgoedeigenaren en marktpartijen). In de opstartfase van het centrummanagement wordt gewerkt met incidentele financiering door de Kamer van Koophandel, de gemeente en de ondernemers zelf. In het Plan van Aanpak Centrummanagement Grave is opgenomen dat het vanaf 31 december 2013 noodzakelijk is om te werken met een structurele financiering voor het centrummanagement. Hierdoor ontstaat er continuïteit en komen er meer middelen beschikbaar om activiteiten uit te voeren om het centrum te promoten. Beoogd effect Tegemoet te komen aan het verzoek van de ondernemers van de binnenstad van Grave om reclamebelasting te heffen teneinde daarmee een ondernemersfonds te voeden dat ten goede komt aan de activiteiten van Stichting Centrum Management Grave. Argumenten 1. De gemeente mag de opbrengst van reclamebelasting vrij besteden. De wettelijke grondslag van de heffing is gebaseerd op artikel 227 van de Gemeentewet. Er zijn geen wettelijke eisen gesteld aan de besteding van de gelden die door de gemeente aan de ondernemers beschikbaar worden gesteld. Het beheer van het ondernemersfonds ligt bij de Stichting Centrum Management Grave. Er is een convenant gesloten tussen het college van B&W en de Stichting Centrum Management Grave. Hierin zijn afspraken gemaakt over de besteding, en is geregeld dat de stichting verantwoording moet afleggen aan de gemeente Grave. 2. Reclamebelasting kan in een deel van de gemeente worden geheven. Uit de belastingjurisprudentie blijkt dat het mogelijk is om reclamebelasting te heffen in slechts een deel van de gemeente. Van belang is daarbij wel, dat hiervoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. De middelen moeten daarom ook gebiedsgericht worden ingezet. Verder blijkt uit jurisprudentie dat ieder perceel in het gebied, ook al is het bij voorbeeld in een aanloopstraat, in de heffing mag worden betrokken. 3. Er is geen werkbaar alternatief voor reclamebelasting om het ondernemersfonds te voeden. Om de doelstellingen van het Centrummanagement structureel te financieren is een structurele bijdrage per ondernemer nodig. Reclamebelasting is de beste manier om dit te realiseren. Het enige alternatief is het verhogen van de OZB voor niet-woningen. Dit mag echter wettelijk niet voor een bepaald gebied worden ingevoerd, maar geldt voor alle niet-woningen binnen de gemeente. Het was in het verleden tijdelijk wel mogelijk om een zogenaamde BIZ (Bedrijveninvesteringszone) in te stellen waarbij wel OZB voor een afgebakend gebied mocht worden verhoogd. Sinds 1 januari 2012 is dit niet meer mogelijk. De pilots worden nog geëvalueerd. Openbare aankondigingen Reclamebelasting wordt geheven van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg. Een openbare aankondiging is een ruim begrip, hieronder vallen de echte reclame-uitingen, maar ook bij voorbeeld vermeldingen van een bedrijfsnaam of activiteit. Het is wel van belang dat er sprake is van enige duurzaamheid in de heffing; een bord dat minder dan 13 weken wordt geplaatst, wordt niet meegenomen in de heffing. Dat wordt in de belastingverordening geregeld. De Gemeentewet kent voor de reclamebelasting geen verplichte vrijstellingen. In de conceptverordening is wel een aantal zogenaamde facultatieve vrijstellingen opgenomen. Deze spreken voor zich en worden standaard ook in anderen gemeenten die ondernemersfondsen voeden met reclamebelasting toegepast.

Pagina 3 Belastingplicht en heffingsgrondslag De reclamebelasting wordt geheven van de gebruikers van de panden waar de openbare aankondigingen zijn aangebracht. De heffingsmaatstaf bedraagt een percentage van de WOZ-waarde van het nietwoninggedeelte, met een minimum van 200 en een maximum van 400. Deze heffingsgrondslag is eerlijk en verdedigbaar. In het gekozen tarief is rekening gehouden met de lasten van de huidige actieve ondernemers: de leden van Graveon. Deze ondernemers zullen in de toekomst niet met hogere lasten worden geconfronteerd dan in de huidige situatie (contributie Graveon). Normale reclamebelasting (zonder ondernemersfonds) wordt meestal geheven op basis van de grootte van de reclame-uiting. Het is denkbaar dat een grote winkel relatief veel omzet maar weinig reclameuitingen heeft. Andersom kan een kleine winkel veel reclame-uitingen hebben terwijl deze veel minder omzet heeft. Daarnaast is deze methode erg arbeidsintensief. Door de WOZ-waarde als heffingsgrondslag te hanteren hoeven we alleen te controleren of er een openbare aankondiging is aangebracht. Hiervoor zijn van alle panden met een niet-woning gedeelte binnen het gebied foto s gemaakt. Het minimum- en maximumtarief ligt voor de jaren 2014 tot en met 2016 vast. Dit is zo gecommuniceerd met de ondernemers. Alleen als een nieuwe stemming plaatsvindt en de meerderheid van de aanwezigen zich als voorstander uitspreekt, is het mogelijk om deze bedragen te wijzigen. Uiteraard wordt er wel rekening gehouden met inflatiecorrectie en fluctuaties in de WOZ-waarden, anders zou in theorie de opbrengst sterk kunnen dalen. Afbakening gebied Het gebied als bedoeld in artikel 2 van de verordening bestaat uit de belangrijkste winkelstraten van het centrum. In beginsel is de werkgroep gestart met een groter gebied. Verschillende argumenten hebben echter geleid tot de keuze voor een kleiner aantal straten. Hierbij is rekening gehouden met jurisprudentie en ervaringen uit andere plaatsen. De functies in het centrum van Grave clusteren zich in deze straten. Bovendien is dit het gebied waar de consument het echte centrumgevoel ervaart, al is dat een subjectief oordeel. Daarnaast bevat het gebied de straten waar de feestverlichting wordt opgehangen en meerdere activiteiten plaatsvinden. Enkele uitlopers van het centrum zijn bewust niet opgenomen in de afbakening. Het aantal functies is hier minder en het is moeilijker om activiteiten van het centrummanagement specifiek te richten op deze ondernemers. Nieuwe inzichten of ontwikkelingen kunnen na verloop van tijd zorgen voor een aanpassing van het huidige gebied. Perceptiekosten Het is de gemeente die de belastingheffing en inning uitvoert. Het is redelijk en ook gebruikelijk dat de hiermee gemoeide kosten op de belastingopbrengst in mindering worden gebracht. Een redelijk percentage is 5% van de opbrengst. Omdat niet alle belastingplichtigen het eens zijn met de instelling van het ondernemersfonds en dus met de reclamebelasting zullen er zeker bezwaarschriften tegen deze belastingaanslagen worden ingediend. Wellicht zullen er ook beroepsprocedures bij de belastingrechter volgen. Het kan daarom even duren voordat de exacte jaaropbrengst bekend is. Om die reden zijn in het convenant afspraken gemaakt over bevoorschotting. Kanttekeningen 1. Het is mogelijk om de heffing te omzeilen. Het belastbaar feit voor de reclamebelasting vormt immers het hebben van een openbare aankondiging, zichtbaar vanaf de openbare weg. Als men alle openbare aankondigingen verwijdert, is de heffing van reclamebelasting niet meer mogelijk. Men zal dat echter niet zo snel doen. Het heeft ook geen zin om de

Pagina 4 reclame-uiting tijdelijk te verwijderen rondom 1 januari. De heffingsplicht kan namelijk ook gedurende het tijdvak aanvangen. De ervaringen bij andere gemeenten leert overigens dat het aantal mutaties gedurende het jaar meevalt. 2. Er zullen bezwaar- en wellicht ook beroepschriften worden ingediend. Deze kanttekening geldt bij iedere invoering van een nieuwe belastingsoort. Zoals bij de argumenten beschreven is reclamebelasting een zeer betrouwbare manier om een ondernemersfonds te voeden. De jurisprudentie is duidelijk en beroepsprocedures maken nauwelijks kans van slagen. De verwachting is dan ook dat het aantal bezwaar- en beroepsprocedures mee zal vallen en ook snel zal afnemen. En wellicht zal het aantal sceptici en tegenstanders ook afnemen doordat zij uiteindelijk toch overtuigd raken van de voordelen van het ondernemersfonds voor het centrum van Grave en dus voor hun eigen bedrijf. Financiën Op basis van de vast te stellen tarieven, het aantal panden en de WOZ-waarden van de in de belasting te betrekken (delen van) WOZ-objecten verwachten we in 2014 een bruto opbrengst van 26.500. Na aftrek van de kosten van heffen en invorderen (5% of 1.325) wordt de resterende opbrengst ad. 25.175 in zijn geheel doorbetaald aan Stichting Centrum Management Grave. De invoering van reclamebelasting is dus budgettair neutraal voor de begroting, waarin de budgettaire gevolgen al zijn verwerkt. Communicatie De verordening wordt bekendgemaakt in De Maas Driehoek en integraal gepubliceerd op www.overheid.nl. De ondernemers en andere betrokkenen worden via Graveon en de Stichting Centrum Management Grave ook op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen, bij voorbeeld via de Nieuwsbrief die het centrummanagement verspreidt. Evaluatie De reclamebelasting zal worden geëvalueerd als onderdeel van de evaluatie van het functioneren van het centrummanagement en het ondernemersfonds in zijn totaliteit. De afspraken rondom de evaluatie zijn vastgelegd in het convenant. Bijlagen: - Afbakening gebied Stukken ter inzage: - Samenvatting Plan van Aanpak Centrummanagement Grave - Convenant Stichting Centrum Management Grave en gemeente Grave Grave, 17 september 2013 Burgemeester en wethouders van Grave, R. Bransz, A.M.H. Roolvink, secretaris burgemeester

Pagina 5 Onderwerp: Vaststellen verordening reclamebelasting i.v.m. ondernemersfonds Zaak- \ Documentnummer: Z/G/13/2157 \ INT/G/13/01552 DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.: 17 september 2013 Gelet op artikel 227 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Grave 2014 (Verordening reclamebelasting Grave 2014) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg; b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond; c. vestiging: 1. een onroerende zaak als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken of een deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt; 2. verschillende onroerende zaken, als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, die direct naast elkaar gelegen zijn en door één organisatie of bedrijf tezamen voor één doel worden gebruikt; d. voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen; e. jaar: een kalenderjaar. Artikel 2 Gebiedsomschrijving Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Grave, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (Bijlage 1). Artikel 3 Belastbaar feit Onder de naam reclamebelasting wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven voor openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Artikel 4 Belastingplicht De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop en/of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht.

Pagina 6 Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De reclamebelasting wordt geheven per vestiging. 2. Als de vestiging gelijk is aan de onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, bedraagt de heffingsmaatstaf 0,20% van de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende kalenderjaar, met een minimum van 200 en een maximum van 400. 3. In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffingsmaatstaf, als de vestiging deel uitmaakt van één of meerdere onroerende za(a)k(en), als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, 0,20% van het deel van de WOZ-waarde dat voor het betreffende kalenderjaar aan de vestiging kan worden toegekend, met een minimum van 200 en een maximum van 400. 4. In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffingsmaatstaf voor een vestiging die bestaat uit meer dan één onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, 0,20% van de op voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde gezamenlijke WOZwaarden, met een minimum van 200 en een maximum van 400. 5. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de vestiging die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. 6. Als met betrekking tot een onroerende zaak geen WOZ-waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. 7. Als de WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd als de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting. 8. Het minimum- en maximumbedrag als bedoeld in lid 2 wordt in ieder geval ongewijzigd gehanteerd voor de belastingjaren 2014 tot en met 2016. Alleen als een nieuwe stemming plaatsvindt en de meerderheid van de aanwezige ondernemers zich als voorstander uitspreekt, is het mogelijk deze bedragen binnen deze periode te wijzigen. Artikel 6 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het heffingstijdvak. 2. Als de belastingschuld na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij aanvang van de belastingplicht. 3. Als de belastingschuld in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Als de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 8 Wijze van heffing De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Pagina 7 Artikel 9 Vrijstellingen De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen: a. die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, die individueel korter dan dertien weken zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk dertien weken of meer aanwezig zijn; b. die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt; c. die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, als en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak; d. die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen; e. aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of centrummanagement, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het centrummanagement; f. aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden; g. die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen; h. die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel; i. bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak; j. aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan, meer is dan 35,00 of minder dan 2.500,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later. 3. In gevallen bedoeld in het tweede lid geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog volle kalendermaanden in het desbetreffende belastingjaar overblijven met een minimum van acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden vermelde termijnen.

Pagina 8 Artikel 11 Kwijtschelding Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting. Artikel 13 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014. Artikel 14 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reclamebelasting Grave 2014. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 17 december 2013. De raad voornoemd, De griffier, J.A.M. Roelofs De voorzitter, A.M.H. Roolvink

Pagina 9 Toelichting op de Verordening reclamebelasting Grave 2014 A Algemeen De modelverordening reclamebelasting is gebaseerd op artikel 227 van de Gemeentewet. Omdat sprake is van een belasting, hoeft er tegenover het heffen van de reclamebelasting geen individuele tegenprestatie of kostenpost te staan van de gemeente. Het vereiste van maximaal 100% kostendekkendheid, zoals dat van toepassing is bij de legesheffing, geldt hier niet. De opbrengst vloeit in de algemene middelen en de gemeente kan die aanwenden naar eigen inzicht. De reclamebelasting wordt dan ook primair als een algemeen dekkingsmiddel opgevat. Over de besteding van de opbrengst van de reclamebelasting oordeelde rechtbank Zutphen (20 januari 2010, nr. 09/334, Doetinchem, LJN: BL8525), dat het gerechtvaardigd is dat de die wordt gebruikt ten behoeve van de ontwikkeling (van het centrummanagement) van het centrum van de gemeente. De reclamebelasting is een algemene belasting die een gemeente op basis van artikel 227 van de Gemeentewet kan heffen, waarvan de opbrengst in de algemene middelen vloeit en vrij besteedbaar is. Het staat de raad vrij om de opbrengst uit de reclamebelasting aan te wenden op de wijze die het beste past bij het gemeentelijk beleid. In dit geval heeft de raad besloten dat de opbrengst van de reclamebelasting in de vorm van een subsidie aan de stichting wordt verstrekt ten behoeve van het financieren van activiteiten en voorzieningen voor de promotie en verbetering van het verblijfsklimaat in het centrum van de gemeente. De reclamebelasting is dus door de raad niet bedoeld om openbare aankondigingen terug te dringen. Naar het oordeel van de rechtbank is de gemeentelijke wetgever hiermee niet buiten zijn bevoegdheden getreden. Heffing van reclamebelasting in een beperkt gebied van de gemeente is onder voorwaarden toegestaan. Omdat slechts in een deel van de gemeente wordt geheven is een kaart als bijlage bij de verordening opgenomen (zie bijlage 1). Daarin staat de begrenzing gedetailleerd beschreven. In de verordening is gekozen voor heffing op basis van de waarde die is vastgesteld op grond van de Wet waardering onroerende zaken (de WOZ-waarde). De gemeente mag volgens de Gemeentewet de heffingsmaatstaf voor een belasting namelijk zelf bepalen. Het bedrag van een gemeentelijke belasting mag echter niet afhankelijk worden gesteld van winst, inkomen of vermogen. Zowel de WOZ-waarde als het hebben van een reclame-uiting voldoen hieraan en zijn objectief vast te stellen. Er is in de verordening gekozen voor een percentage van de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf, met een minimum van 200 en een maximum van 400. B Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de modelverordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1. Artikel 2 Gebiedsomschrijving Reclamebelasting kan worden ingevoerd in slechts een deel van de gemeente. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat de gemeente hiervoor een objectieve en redelijke grond heeft. In verband met onze bewijspositie in een

Pagina 10 eventuele beroepsprocedure is het belangrijk om ervoor te zorgen dan die objectieve en redelijke grond uit gemeentelijke stukken duidelijk blijkt. Zie in dit verband Rechtbank Middelburg 30 januari 2008, 07/443, LJN: BC7882. De rechter keurde de invoering van de reclamebelasting in de binnenstad van Middelburg goed op grond van de extra investeringen in de binnenstad die de gemeente deed en de door de gemeente gewenste regulering van het uiterlijk van de binnenstad. Met betrekking tot de heffing in aalleen het centrum van de gemeente oordeelt Rechtbank Zutphen (20 januari 2010, nr. 09/334 Doetinchem, LJN: BL8525) dat de gemeentelijke autonomie ten aanzien van het invoeren van lokale belastingen het mogelijk maakt dat de reclamebelasting slechts in een deel van de gemeente wordt ingevoerd, mits daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. Daarvoor kan dienen de wens (beleid) van de gemeente om de opbrengst van de reclamebelasting in de vorm van een subsidie te verstrekken aan een stichting (centrummanagement) waarbij die subsidie uitsluitend wordt ingezet ter versterking van het centrum van de gemeente. Ook onze gemeente zet de opbrengsten uit reclamebelasting na aftrek van de perceptiekosten in ten behoeve van het centrummanagement. Dat betekent dat de heffing in een beperkt gebied is toegestaan. Artikel 3 Belastbaar feit Geheven wordt voor openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Uiteraard gebeurt dit onder de voorwaarden die in deze verordening zijn bepaald. Openbare aankondiging Artikel 227 van de Gemeentewet, noch enige andere wet geeft een definitie van het begrip openbare aankondiging. Daardoor moet aansluiting worden gezocht bij het spraakgebruik. In beginsel vallen alle openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg onder reclamebelasting. Het gaat overigens om de openbare aankondiging zelf en niet om het voorwerp waarop die aankondiging zich bevindt. Bij een reclametekst op een gevelbord bij voorbeeld is de aankondiging op het bord belast en niet het bord zelf. Bij openbare aankondigingen kunnen we denken aan schriftelijke aankondigingen, foto s, tekeningen, logo s, stickers, raam- en aanplakbiljetten, teksten en figuren op gevelborden, etalageruiten, lichtbakken, vlaggen, neonreclame s, merken, emblemen en andere beeldbepalende kenmerken. De belastingrechter oordeelde dat een muurschildering met daarnaast een logo van een bedrijf en een op het bedrijf slaande tekst, een openbare aankondiging is in de zin van de reclamebelasting (Hoge Raad 30 maart 2007, nr. 42353, LJN: AX2154 en de samenhangende verwijzingsprocedure Hof Amsterdam, 6 maart 2009, nr. 0700180, LJN: BH6990). De rechtbank Utrecht (11 november 2009, nr. SBR 09/581, Veenendaal, niet gepubliceerd) oordeelde dat onder het wettelijk begrip openbare aankondiging niet slechts reclame in engere zin valt, maar meer in het algemeen elke tot het publiek gerichte mededeling van commerciële dan wel ideële aard waarmee de aandacht wordt getrokken voor een dienst, een product of een boodschap. Hieruit valt naar het oordeel van de rechtbank af te leiden dat het niet gaat om de vraag welk (commercieel of ideëel) belang beoogd wordt met het betreffende opschrift, maar louter om de vraag of het opschrift tot doel heeft de aandacht van het publiek te trekken voor dit object of onderwerp. Ook ideële uitingen voor een bepaalde boodschap vallen volgens de jurisprudentie onder het begrip openbare aankondiging. In die zin is voor de vraag of een opschrift al dan niet als openbare aankondiging belastingplichtig is, niet relevant wat de achterliggende gedachte is voor het trekken van aandacht van het publiek. Het is dus ook niet relevant of er met een opschrift al dan niet beoogd wordt reclame te maken. Het opschrift Huisartsenpraktijk X is volgens de rechtbank aan te merken als een openbare aankondiging, omdat het opschrift duidelijk maakt aan mensen die de praktijk zoeken dat de huisartsenpraktijk in een bepaald pand is gevestigd. Daarmee richt het opschrift zich tevens tot het publiek in het algemeen.

Pagina 11 Echter, openbare aankondigingen zoals de vermelding van openings- en sluitingstijden en aanduidingen die aangeven waar de hoofdingang van een gebouw zich bevindt, zijn geen openbare aankondiging in de zin van de reclamebelasting. Hof Amsterdam oordeelde dat dergelijke aankondigingen slechts bijkomstig de aandacht vestigen op het gebouw ten einde deel te nemen aan het economische verkeer en daarmee zakelijke belangen te bevorderen (Hof Amsterdam 30 januari 1998, nr. 96/1387, Belastingblad 1998 blz. 530, LJN: AA4190). Een aankondiging is openbaar indien het publiek vanaf de openbare weg de aankondigingen visueel kan waarnemen. Aankondigingen in gebouwen zijn meestal niet zichtbaar vanaf de openbare weg en in dat geval daardoor niet belastbaar. Rechtbank s-gravenhage oordeelde dat openbare aankondigingen die door de bladeren van bomen tijdelijk slecht zichtbaar zijn, wel onder de reclamebelasting vallen (Rb. s-gravenhage 16 augustus 2006, nr. 05/8066, LJN: AY8441). In artikel 9 is via de vrijstellingen geregeld welke openbare aankondigingen niet in de heffing worden betrokken omdat het doel en de strekking van deze reclamebelasting daarvoor aanleiding geeft. Het is immers een heffing waarvan de middelen na aftrek van de perceptiekosten uitsluitend worden ingezet voor centrummanagement. Het begrip openbare weg De Gemeentewet geeft geen definitie van het begrip openbare weg. De belastingrechter knoopt voor het begrip openbare weg aan bij de definitie uit de Wegenwet (Hof Leeuwarden 30 oktober 1967, BNB 1968/214 inzake de straatbelasting en Hoge Raad 21 september 2001, nr. 35502, Belastingblad 2001, blz. 996 inzake de OZB). Volgens artikel 1 van de Wegenwet moet onder weg ook worden verstaan: voetpad, rijwielpad, jaagpad, dreef, molenweg, kerkweg en andere verkeersbanen voor beperkt gebruik. Ook een brug wordt aangemerkt als weg. Volgens artikel 4 van de Wegenverkeerswet is een weg openbaar: - wanneer hij, na het tijdstip van 30 jaren vóór het in werking treden van deze wet, gedurende 30 achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest; - wanneer hij, na het tijdstip van tien jaren vóór het in werking treden van deze wet, gedurende tien achtereenvolgende jaren voor een ieder goegankelijk is geweest en tevens gedurende die tijd is onderhouden door het rijk, provincie, gemeente of een waterschap; - wanneer de rechthebbende daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven. Samenvattend geldt dat een weg openbaar is wanneer deze daadwerkelijk voor iedereen toegankelijk is. Het is daarbij niet van belang wie eigenaar is van de weg. Een weg is niet openbaar als deze alleen op verzoek voor een ieder toegankelijk is. Artikel 4 Belastingplicht De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging, waarop en/of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief Via met name dit artikel wordt de keuze voor de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf geregeld. Verder is in dit artikel geregeld hoe om te gaan met de berekening van de aanslag voor verschillende onroerende zaken die direct naast elkaar gelegen zijn en door één organisatie of bedrijf tezamen voor één doel worden gebruikt. Deze gezamenlijke WOZ-waarde vormt na de basis voor de heffing. Aan de andere kant kan het zijn dat slechts een gedeelte van een onroerende zaak, of gedeeltes van meerdere onroerende zaken door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt. Ook hier vormt de WOZ-waarde van de vestiging de grondslag voor de heffing. Verder regelt dit artikel hoe om te gaan met woongedeelten in de WOZ-waarden, met onroerende zaken waarvoor geen WOZ-waarde is bepaald (komt zo goed als nooit voor) en met WOZ-waarden die in de loop van het jaar worden verlaagd, bij voorbeeld door een uitspraak op bezwaar of door ambtshalve vermindering van een WOZwaarde.

Pagina 12 Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht. Hiermee kunnen de aanslagen tezamen op één aanslagbiljet worden opgelegd met de overige gemeentelijke jaarheffingen. Wel is het mogelijk dat de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt of eindigt. Daarvoor zijn bepalingen opgenomen zodat er alsnog een aanslag kan worden opgelegd of eventueel ontheffing worden verleend. Artikel 9 Vrijstellingen De Gemeentewet kent voor de reclamebelasting geen verplichte vrijstellingen. De in de verordening opgenomen vrijstellingen zijn standaard voor gemeenten die een ondernemersfonds voeden met reclamebelasting. Artikel 10 Termijnen van betaling Deze bepaling is identiek aan die in de verordeningen van alle gemeentelijke jaarheffingen in Grave, zoals de onroerende-zaakbelastingen en de rioolheffing. Hiermee kan de aanslag reclamebelasting op het gewone, gecombineerde biljet worden opgelegd. Artikelen 6, 8, 11, 12, 13 en 14 Deze bepalingen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

Pagina 13 Bijlage 1.