Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Auteur: Ad Wilbers Plaats: Geldrop Datum: 30 december 2006 NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 1 van 5
Inleiding Er is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen een wettelijk kader vastgesteld. Het betreft de wet vervoer gevaarlijke stoffen welke is gebaseerd op de Europese ADR. Dit vormt de basis voor het classificeren van stoffen en het bepalen van de bijbehorende Veiligheids, Gezondheids en Milieumaatregelen. Het transport van verontreinigde bodem valt tot op heden niet onder deze wettelijke bepalingen. De concentratie van de toxische stoffen in de verontreinigde bodem is normaliter aanzienlijk lager dan bij het transport van één puur product. De risico s zoals die bij het transport van pure producten zich openbaren zijn van een andere dimensie als bij het transport van verontreinigde bodem. 1. Definiëren van het probleemgebied Het probleemgebied heeft betrekking op beheersing van de gezondheidsrisico s bij overslag en transport van verontreinigde bodem. Er is verschillende regelgeving van toepassing die, afhankelijk van de situatie waarin men zich bevind, kan worden gehandhaafd. Hierbij is het gezondheidsrisico van de uitvoerende medewerkers en derden niet altijd prioriteit. 2. Overheidsbepalingen 2.1. Werken in of met verontreinigde bodem De regels voor het werken met verontreinigde bodem zijn neergelegd in voornamelijk hoofdstuk 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Maar ook op andere plaatsen in het Arbobesluit of zelfs in de Arbowet (ingeval van opzet, art 32 en ingeval van gevaar veroorzaken aan andere personen dan de werknemers, artikel 10) Verder uitwerking van deze regels is vastgelegd in publicatie CROW 132. In de publicatie CROW-132 zijn de beheersmaatregelen beschreven die van toepassing zijn bij het werken in en met verontreinigde bodem. De CROW-132 is gekoppeld aan het RAW bestekssystematiek. Dit geld dus ook voor het laden c.q. lossen van de vrachtwagens en het transport zelf. Bij het werken in en met verontreinigde bodem wordt er in de regel rekening gehouden met de combi toxicologie. Voor het bepalen van de maatregelen wordt er een indeling gemaakt aan de hand van de mogelijke toxiciteitrisico. Deze indeling wordt uitgebreid beschreven in de CROW 132 en omdat de mate van risico hierbij een inschatting is, waarbij milieutechnische bodemonderzoeken als basis input wordt gehanteerd, niet zeer nauwkeurig te bepalen is. Er wordt een indeling gemaakt in een grofmazige veiligheidsklasse. Bij de veiligheidsklasse worde een onderscheid gemaakt in toxiciteit en brand- en explosiegevaar, zijnde de T en F klasse. De T klasse loopt van 0T (schadelijk) naar 3 T (zeer toxische) en de F klasse loopt van 0F (vlampunt >55 C) naar 2 F (vlampunt < 21 C ) NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 2 van 5
2.2. Vervoer Het vervoer van goederen die gezondheidsrisico s kunnen veroorzaken, vallen in Nederland onder de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS), bekrachtigt op 12 november 1995. Vervolgens is 5 juni 1996 het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen (BSVG) van kracht geworden, hierin zijn de ADR, de ADNR en RID aangenomen als ministeriele regeling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In hoofdstuk 2 van de AD(N)R wordt over de classificatie gesproken van gevaarlijke goederen. Gevaarlijke goederen, bedoeld in de titel van een klasse, zijn gedefinieerd op grond van hun eigenschappen overeenkomstig subsecties van de betreffende klasse. Goederen die niet met name zijn genoemd d.w.z. goederen die niet zijn opgenomen als individuele positie in de Tabel A van hoofdstuk 3.2 of niet zijn opgenomen of gedefinieerd in één van de bovengenoemde subsecties moeten worden ingedeeld in de juiste klassen overeenstemming met de procedure van sectie 2.1.3. Verontreinigde bodem kan onder verschillende klassen vallen. Dit is afhankelijk van de eigenschappen waarmee de verontreinigde bodem verontreinigd is. Verontreinigde bodem kan meestal geklasseerd worden onder klasse 9 van het AD(N)R. Dit levert op grond van deze wetgeving tot op heden geen bijzondere eisen op aan voertuigen en bemanning. Bij zeer hoge concentraties van een gevaarlijke stof, zou een indeling in klasse 6 tot de mogelijkheden behoren. Per 1 januari 2002 is de Eural in werking getreden, een Europese afvalstoffenlijst die de omschrijving van afvalstoffen tussen de verschillende Europese lidstaten harmoniseert. De afvalstoffenlijst bestaat uit een aantal groepen van limitatieve stofopsommingen, elk met een bepaalde concentratiegrenswaarde waarboven een stof in beginsel als gevaarlijk afval wordt aangemerkt. Verontreinigde bodem en andere verontreinigde(bouw)stoffen vallen meestal onder een van de lijsten van de Eural. Een afvalstroomnummer en of andere bijbehorende documenten zijn zeker bij vervoer binnen Europa vereist. 2.3. Maatregelen Bij het bepalen van de maatregelen wordt bij de AD(N)R uitgegaan van de informatie die door de leverancier wordt verstrekt. Bij verontreinigde bodem is het uitgangspunt de analyse gegevens die volgen uit een bodemonderzoek. Deze analyse gegevens worden verstrekt door de opdrachtgever en zijn bepalend voor de vaststelling van de veiligheidsklasse. Omdat de verontreinigde bodem niet verpakt is, is het belangrijk te weten wat voor stoffen met welke primaire eigenschappen aanwezig zijn. Dit geeft aan of er rekening moet worden gehouden met uitdamping of verwaaiing van de stoffen. De CROW 132 geeft 8 aandachtsgebieden aan met betrekking tot de maatregelen. De zijn achtereen volgens; 1 Plan van aanpak 2 Bedrijfsgezondheidszorg 3 Voorlichting en onderricht 4 Organisatorische aspecten 5 Technische voorzieningen en materieel NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 3 van 5
6 Meetstrategie 7 Persoonlijke bescherming en arbeidshygiëne 8 Logboek De AD(N)R geeft met name maatregelen in de richting van eisen te stellen aan de verpakking, het voertuig, de documentatie en het personeel. Overlap in de maatregelen; Ad 1 Bij werkzaamheden met een verhoogd risico is een V&G plan vereist. Hierin staat welke maatregelen van belang zijn. Dit geld voor iedereen op elk moment van blootstelling. In het V&G plan worden vaak alleen de werkzaamheden in het verontreinigd gebied beschreven. Het vervoeren de overslag is hierin vak niet verder meer beschreven. Als het ADR goeder betreft moet er een instructie in de cabine aanwezig zijn met daarop informatie over de stof, de gevaren en de beheersmaatregelen en persoonlijke bescherming Ad 2 Mensen die met verontreinigde bodem werken moeten een geschiktheidverklaring kunnen overleggen. Dit geld ook voor chauffeurs in geval veiligheidsklasse 2T en 3T. Bij ADR hebben de chauffeurs ook en geschiktheidverklaring als chauffeur, waarbij de de nadruk ligt op het uitvoeren van zijn taak als chauffeur Ad 3 Mensen die met verontreinigde bodem in aanraking kunnen komen moeten zijn voorgelicht over de risico, die als gevolg van blootstelling kunne voorkomen. Dit geld bij ADR ook voor chauffeurs. Zie verder de opmerking bij Ad 1. Ad 4 in het verontreinigd gebied zijn de maatregelen maximaal georganiseerd om de blootstelling te voorkomen. De risico s blijven bestaan gedurende het transport en de overslag, dus de maatregelen die in het verontreinigd gebied gelden, zouden ook bij overslag te vinden moeten zijn. Ad 5 De voertuigen moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen voor het vervoer van verontreinigde bodem (vanaf 2T). Dit zijn ander eisen als de eisen die in de ADR zijn opgenomen.. Ad 6 in het verontreinigd gebied wordt er conform de beschrijving in het V&G plan een meetstrategie gehanteerd (betreffende de luchtkwaliteit). Op ander plaatsen is dit niet altijd geregeld, terwijl op basis van luchtkwaliteit bepaald kan worden of en zo ja welke aanvullende maatregelen getroffen moeten worden. Ad 7 Om contact te voorkomen met de verontreinigde bodem wordt er aangepaste kleding gedragen in het verontreinigt gebied, daarbuiten is daar geen toezicht op en wordt dit niet als noodzakelijk gezien. Ad 8 NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 4 van 5
In het logboek alles bijgehouden met betrekking tot de verontreinigde bodem in het verontreinigt gebied, daar buiten is het alleen nog de hoeveelheid en de categorie van het materiaal. 3. Probleem aanpak 3.1. Theoretische benadering De meetgegevens van de verontreinigde bodem zijn over het algemeen niet van dien aard dat deze is in te delen in een stof met een UN code, zodat deze stoffen niet onder ADR condities vervoerd moet worden. Wel van toepassing is de Arbo wet, als het gaat om gevaarlijke stoffen, maar dan moet dit wel aantoonbaar zijn. 4. Conclusie De CROW 132 is gebaseerd op de beleidsregel 4.2-2 en 4.9-4. Formeel gezien heeft dit buiten het werk gebied geen wettelijke status. Het is wel een publicatie die duidelijk aangeeft welke problemen zich voordoen en hoe hiermee moet worden omgegaan. De ADR is wel een wettelijk document maar heeft een drempel die te hoog ligt voor verontreinigde bodem. De Arbo wet heeft, voor een aantal stoffen beleidsregels waarop gehandhaafd kan worden. 5. Overwegingen Wat we in eerste instantie willen bereiken is dat men bewuster omgaat met de onzichtbare vijand. Verontreiniging is vaak niet zichtbaar en niet direct bespeurbaar, maar daarom niet minder gevaarlijk. We hebben dan ook een wet nodig, waarbij een handhaver ons tegen onszelf in bescherming kan nemen. We zien echter dat op het gebied van de ketenbeheersing bij het werken met verontreinigde bodem, en het transport hiervan in het bijzonder enkele hiaten zijn. Om hier iets aan te doen zal op gebied van ketenbeheersing wat moeten verander. Wellicht is het een mogelijkheid om de publicatie CROW 132 (eventueel met aanvullingen op gebied van transport en overslag) als arbo catalogus te gebruiken voor de keten. Bron: ADR 2007 Publicatie CROW 132 Complete Arbo regelgevingboek 2005 NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 5 van 5