Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vergelijkbare documenten
Op zondag 12 december 2004 werd in Eindhoven het grootste pitabrood ter wereld gebakken.

wiskunde CSE GL en TL

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift VMBO-KB

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL

Wiskunde Examentraining VMBO KGT Bijlesbureau J&L vof

1 oppervlakte grondvlak hoogte

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

oppervlakte grondvlak hoogte oppervlakte grondvlak hoogte

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 De staplengte is 1600 : De staplengte is 0,580 meter, dit is 58 (cm) (of 0,58 meter) 1

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde I

exclusief 19% BTW. Bereken de prijs van de kandelaar inclusief 19% BTW. Schrijf je berekening op.

wiskunde CSE GL en TL

OVERZICHT FORMULES: Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I. omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

oppervlakte grondvlak hoogte

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

oppervlakte grondvlak hoogte

wiskunde CSE GL en TL

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Een fabrikant van practicummateriaal voor natuurkunde heeft in 2009 als reclame onderstaande ansichtkaart verstuurd aan alle scholen in Nederland.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Om snel medische hulp te kunnen bieden, staan in vier plaatsen in Nederland speciale helikopters. Zie onderstaand kaartje.

jaar goud zilver brons totaal

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen VMBO-GL en TL 2005

Nederland 1% 1% 20% 62% 11% 2% 3% Europa 1% 4% 44% 36% 12% 2% 1%

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 28 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Wiskunde-onderdeel Meetkunde november Cijfer=aantal behaalde punten : 62 x Pagina 1 van 7. Vestiging Westplas Mavo

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

De rechthoekige garagevloer wordt 8,2 meter lang, 3,2 meter breed en 15 cm dik.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Transcriptie:

Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 73 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. KB-0153-a-10-1-o

OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak hoogte inhoud piramide = 1 3 oppervlakte grondvlak hoogte inhoud bol = 4 3 π straal 3 KB-0153-a-10-1-o 2 lees verder

Pitabrood Op zondag 12 december 2004 werd in Eindhoven het grootste pitabrood ter wereld gebakken. 2p 1 Voor het bakken werd een ronde bakplaat met een diameter van 6 meter gebruikt. Laat met een berekening zien dat de oppervlakte van de bakplaat afgerond 28,3 m 2 is. 3p 2 De bakplaat werd verwarmd door zes branders. Deze branders zijn gelijkmatig verdeeld onder de bakplaat. Op de uitwerkbijlage staat de bakplaat getekend op schaal 1: 50. Bij de punten B1, B2 en B3 zitten branders. Teken op de uitwerkbijlage de plaats van de andere drie branders. Noem ze B4, B5 en B6. 2p 3 Voor het maken van pitabrood wordt bloem, water en gist gebruikt. Per 48 kg bloem wordt 31 liter water en 2 kg gist gebruikt. Er is voor het grootste pitabrood in totaal 4,5 kg gist gebruikt. Bereken hoeveel kilogram bloem er gebruikt is voor het grootste pitabrood. Schrijf je berekening op. 4p 4 Toen het pitabrood van 28,3 m 2 eenmaal klaar was, werd het in stukken van ongeveer 100 cm 2 gesneden en belegd. Per stuk brood van 100 cm 2 werd er 30 gram beleg gebruikt. Bereken hoeveel kilogram beleg er in totaal gebruikt werd. Schrijf je berekening op. KB-0153-a-10-1-o 3 lees verder

Queteletindex De queteletindex QI wordt gebruikt bij medische keuringen in het leger. Het is een getal dat wordt afgeleid uit de lengte en het gewicht van de militairen. Het geeft een eerste indruk over hun conditie. De QI wordt berekend met onderstaande formule: QI gewicht = 2 lengte Hierin is gewicht in kilogrammen en lengte in meters. De QI wordt altijd afgerond op een heel getal. 2p 5 Een soldaat heeft een lengte van 1,78 meter en weegt 70 kg. Laat met een berekening zien dat zijn QI 22 is. 3p 6 Een korporaal is 1,72 meter lang. Zijn arts adviseert hem te streven naar een QI van 24. Bereken wat dan zijn gewicht zal moeten zijn. Rond af op hele kilogrammen. Schrijf je berekening op. KB-0153-a-10-1-o 4 lees verder

In de tabel hieronder kun je zien welke gewichtsomschrijving bij verschillende waarden van de QI hoort. Bij QI = 24 hoort dus de omschrijving normaal gewicht. QI gewichtsomschrijving 0 tot 18 ondergewicht 18 tot 25 normaal gewicht 25 tot 30 overgewicht 30 en hoger ernstig overgewicht 2p 7 In de figuur hieronder staan vier lijnen. Deze vier lijnen horen bij een QI van 18, 25, 30 en 40. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. 160 gewicht (kg) 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 40 30 25 18 1,50 1,55 1,60 1,65 1,70 1,75 1,80 1,85 1,90 1,95 2,00 lengte (m) Kleur in de figuur op de uitwerkbijlage het gedeelte dat hoort bij een normaal gewicht. 2p 8 Een luitenant heeft een gewicht van 59 kg en een lengte van 1,86 meter. Welke van de vier gewichtsomschrijvingen hoort bij hem? Laat zien hoe je aan je antwoord komt. Je mag daarbij gebruikmaken van de grafiek op de uitwerkbijlage. KB-0153-a-10-1-o 5 lees verder

Van Betancuria naar Antigua Gerrit en Jeannette zijn op vakantie op het eiland Fuerteventura. LA OLIVA PTO. DEL ROSARIO FUERTEVENTURA BETANCURIA Ligging kaartfragment ANTIGUA LA PALMA CANARISCHE EILANDEN LANZAROTE TUINEJE LA GOMERA TENERIFE PAJARA EL HIERRO FUERTEVENTURA GRAN CANARIA 0 50 100 km 0 10 20 km Ze willen een wandeling gaan maken van Betancuria naar Antigua. Hieronder zie je een kaart van het gebied met daarop de wandelweg van punt B naar punt A. Op de kaart staan hoogtelijnen getekend, met daarbij de hoogte in meters boven de zeespiegel aangegeven. 500 400 300 200 Betancuria 500 400 B Q P 600 Antigua A 500 500 300 200 400 400 0 500 1000 m Deze kaart staat ook op de uitwerkbijlage. 2p 9 Punt B ligt op 380 meter hoogte. Hoeveel meter ligt punt A lager dan punt B? Leg je antwoord uit. KB-0153-a-10-1-o 6 lees verder

2p 10 Op het hoogste punt van de wandeling maakt Jeannette bovenstaande foto. Kleur op de kaart op de uitwerkbijlage het gedeelte van de wandelweg waar het hoogste punt van de wandeling kan liggen. 3p 11 De 5,5 km lange wandeling duurt 1 uur en 50 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid in kilometer per uur. Schrijf je berekening op. 3p 12 Hemelsbreed is de afstand van B naar A korter dan 5,5 km. Bereken met behulp van de kaart op de uitwerkbijlage hoeveel kilometer de afstand van B naar A hemelsbreed is. Schrijf je berekening op. 4p 13 Het steilste stuk van de wandeling ligt tussen de punten Q en P (zie de kaart op de uitwerkbijlage) en is overal even steil. De horizontale afstand is 500 meter (zie de tekening hieronder). P Q 500 Bereken hoeveel graden hellingshoek Q van het steilste stuk van de wandeling is. Schrijf je berekening op. KB-0153-a-10-1-o 7 lees verder

Magnetic In een doos Magnetic zitten magnetische staafjes en metalen knikkers. Met de staafjes en knikkers kunnen figuren gemaakt worden. Alle staafjes hebben dezelfde lengte en alle knikkers zijn even groot. 2p 14 Hieronder zie je de eerste drie figuren uit een reeks. Figuur 1 is een ruit, in figuur 2 zie je in de onderste rij twee ruiten, in figuur 3 zie je in de onderste rij drie ruiten. figuur 1 figuur 2 figuur 3 Hoeveel knikkers zijn er in totaal nodig voor het maken van figuur 4? Er bestaat een verband tussen het totaal aantal staafjes van een figuur uit de reeks en het figuurnummer n. De formule voor dit verband is: totaal aantal staafjes = n 2 + 3n 4p 15 Op de uitwerkbijlage is een assenstelsel getekend. Teken in dit assenstelsel de grafiek die bij bovenstaand verband hoort. Je mag de tabel gebruiken die boven het assenstelsel staat. 3p 16 Jolien heeft genoeg knikkers, maar slechts 150 staafjes. Laat met een berekening zien wat het figuurnummer is van de grootste figuur uit de reeks die Jolien met deze 150 staafjes zou kunnen maken. KB-0153-a-10-1-o 8 lees verder

3p 17 Met Magnetic kan ook onderstaand ruimtefiguur worden gebouwd. voor Op de uitwerkbijlage is een begin gemaakt met het tekenen van een model van het vooraanzicht van deze ruimtefiguur. Het midden van een knikker wordt voorgesteld door een punt. Het staafje wordt voorgesteld door een lijnstuk van 5 cm. Teken op de uitwerkbijlage het vooraanzicht op dezelfde manier verder af. KB-0153-a-10-1-o 9 lees verder

Gevelvlag Op de foto hiernaast zie je een aantal gevelvlaggen. Door de vorm hangen deze vlaggen altijd recht naar beneden; de afbeelding erop is dan volledig zichtbaar. 4p 18 Aan beide zijden van een straat hangen gevelvlaggen. Op de uitwerkbijlage is een gevelvlag getekend met een afbeelding zoals je die aan de linkerkant van de straat ziet. Aan de rechterkant van de straat hangt dezelfde vlag, maar dan in spiegelbeeld. Teken op de uitwerkbijlage in de rechtervlag nauwkeurig het spiegelbeeld van de linkervlag. De gevelvlag wordt gemaakt met een hoek van 30 graden of van 45 graden. Er zijn drie modellen. Zie de schetsen hieronder. De maten staan in de schetsen. 45 c 30 30 136 d 50 75 68 50 75 118 model 1 model 2 model 3 150 4p 19 Bereken bij model 1 de lengte van c in cm. Rond af op hele centimeters. Schrijf je berekening op. 4p 20 Bereken bij model 2 de lengte van d in cm. Rond af op hele centimeters. Schrijf je berekening op. 3p 21 De prijs van een vlag hangt af van de oppervlakte van de vlag. Bereken van model 3 de oppervlakte in cm 2. Schrijf je berekening op. KB-0153-a-10-1-o 10 lees verder

Onweer Als het onweert, zie je eerst de bliksemflits en even later hoor je de donder. De donder hoor je pas als het geluid de afstand tussen het onweer en jou heeft afgelegd. De snelheid van het geluid is 333 meter per seconde. 3p 22 Laat met een berekening zien dat de snelheid van het geluid afgerond 1199 km per uur is. 3p 23 Bij onweer kun je de donder nog horen op 15 km afstand. Bereken hoeveel seconden het duurt voordat het geluid een afstand van 15 km heeft afgelegd. Schrijf je berekening op. Rond af op een heel getal. 3p 24 Saskia en Dario lopen op het strand en het wordt steeds donkerder. Plotseling zien zij een bliksemflits, ongeveer 9 seconden later horen zij de donder. Dario wordt bang, maar Saskia stelt hem gerust door te vertellen hoe ver het onweer nog verwijderd is. Bereken hoeveel kilometer het onweer van hen verwijderd is. Schrijf je berekening op. Rond af op een heel getal. 3p 25 De tijd tussen het zien van de bliksemflits en het horen van de donder wordt de tussentijd genoemd. Als je de tussentijd in seconden weet, kun je daarmee de afstand tot het onweer in kilometer berekenen. Er is een verband tussen de afstand tot het onweer in kilometer en de tussentijd in seconden. Geef een woordformule bij dit verband. KB-0153-a-10-1-o* 11 lees verder einde