Op de definitieve toekenningsbeschikking van de toeslagen staat het volgende vermeld:

Vergelijkbare documenten
Beoordeling. h2>klacht

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Een onderzoek naar de beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van opgelegde belastingaanslagen.

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart Rapportnummer: 2011/080

"Wat kan ik, wat zal ik, wat moet ik? Ik weet het dus echt niet meer."

Rapport. Een onderzoek naar de overschrijding van de beslistermijn van definitieve. toekenning van toeslagaanvragen. Oordeel

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

Een onderzoek naar de betaling door de Belastingdienst van een belastingteruggaaf op een niet gewenst bankrekeningnummer.

Behandeling bezwaarschrift Publiekdienst gemeente Almere

Rapport. Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/280

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Rapport. Rapport betreft een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaandam. Datum: 17 april Rapportnummer: 2013/036

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Rapport. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/102

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november Rapportnummer: 2011/346

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105

lange behandelingsduur van aanvragen Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Het belang van een correct adressenbestand. Oordeel

Rapport. Datum: 6 april 2001 Rapportnummer: 2001/096

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219

3. De aanslagen inkomstenbelasting 2006 van verzoekers werden opgelegd met dagtekening van 8 en 22 februari 2008.

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst.

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/208

Volgens onze gegevens kunt u geld terugkrijgen. Het kan al gauw gaan om een paar honderd euro. Ook als u weinig kosten hebt gemaakt.

Rapport. Datum: 4 augustus Rapportnummer: 2011/225

Een onderzoek naar de verrekening van de belastingteruggaaf over 2013 met een nog openstaande belastingschuld over het jaar 2006.

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 10 oktober Rapportnummer: 2012/164

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Belastingdienst/Noord. Datum: Rapportnummer: 2013/176

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/Limburg. Datum: 24 november Rapportnummer: 2011/348

Een onderzoek naar een uitbetaling door de Belastingdienst/Centrale administratie.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/081

Informatie over een jaaropgave Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Marktplein Centrum

Rapport. Lange behandelingsduur van aanvragen. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 12 september 2007 Rapportnummer: 2007/195

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam:

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratiekantoor Bijzondere Zorgkosten bv uit Den Haag. Datum: 27 april 2011

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/293

Rapport. Datum: 30 juli 2001 Rapportnummer: 2001/231

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging

Rapport. Datum: 22 december 2008 Rapportnummer: 2008/314

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/325

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Rivierenland. Datum: 26 september Rapportnummer: 2011/280

Rapport. Datum: 21 maart 2003 Rapportnummer: 2003/061

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/079

De behandelingsduur van een nieuwe aanvraag om kinderopvangtoeslag 2014

Rapport. De behandeling van een bezwaarschrift. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant. Datum: 11 december Rapportnummer: 2012/196

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

U heeft zich tot ons gewend met klachten over de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen).

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 09 juni Rapportnummer: 2011/172

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen ingediend door mr. C. Berendse, advocaat te Amsterdam. Datum: 20 juni 2012

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087

Beoordeling. h2>klacht

Drs. K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Rapport. Datum: 22 november 2010 Rapportnummer: 2010/332

Rapport. Herzien Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 10 februari Rapportnummer: 2014/006

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen. Datum: 22 maart Rapportnummer: 2012/046

Toekenning huurtoeslag gestopt wegens bijtelling inkomen van de vorige bewoonster

ECLI:NL:RVS:2017:425. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

Correctieverzoeken onbeantwoord Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen - Martkplein Centrum - Dienstencentrum Juridische Zaken

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Beesel. Datum: 11 maart Rapportnummer: 2011/086

Rapport. Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/307

Huur 1 e aanvragen Mutaties Zorg 1 e aanvragen Mutaties

Rapport. Datum: 28 januari 2011 Rapportnummer: 2011/026

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/295

Rapport. "Gevecht tegen windmolens" Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november Rapportnummer: 2012/190

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst in Alkmaar. Datum: 5 december Rapportnummer: 2013/183

Klacht. p class="c2">rapport. Rapport over een klacht over gemeente Oldambt. Datum: 17 november Dossiernummer: 2011/342

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Rapport. Vergoeding griffierecht na bijna één jaar uitbetaald. Oordeel

De Nationale ombudsman De heer mr. R.F.B. van Zutphen Postbus AC Den Haag

Beoordeling. h2>klacht

Centrum voor Proces- en Productontwikkeling. de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Rapport. Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070

Rapport. Datum: 31 juli 2003 Rapportnummer: 2003/243

Aan de bewoner van dit pand Gemeente Amsterdam Dienst Persoonsgegevens

Rapport. Rapport over een klachtover het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/162

Datum 9 september 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Bashir over de regeling van de belastingrente

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei Rapportnummer: 2013/047

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Postadres Bezoekadres Doorkiesnummer XXXXX Datum Waar gaat het om? Ons nummer Uw brief XXXXX Uw kenmerk XXXXX Bijlagen

Postadres Bezoekadres Doorkiesnummer Datum Ons nummer Uw brief Uw kenmerk Waar gaat het om? Bijlagen Behandelend medewerker Onderwerp

Transcriptie:

Rapport

2 p class="c2">rapport De Belastingdienst/Toeslagen: Hoe definitief is definitief? Datum: 10 april 2012 Rapportnr.:2012/059 Aanleiding onderzoek De Nationale ombudsman ontving medio 2011 een aantal klachten waarin de definitieve toekenning (berekening) kinderopvang-/huur-/zorgtoeslag werd gevolgd door een herziening van die toekenning. Reden voor die herziening was dat pas na het moment van definitieve toekenning van de toeslag de definitieve aanslag voor de inkomstenbelasting (ib/pvv) over het betreffende jaar volgde waarbij het inkomen op een hoger bedrag werd vastgesteld dan het inkomen waarvan bij de definitieve toekenning voor de toeslagen werd uitgegaan (correctie op de ingediende aangifte(n)). Op de definitieve toekenningsbeschikking van de toeslagen staat het volgende vermeld: "U hebt de toeslag over ( ) als voorschot gekregen. Op basis van de nu bekende gegevens heeft de Belastingdienst de toeslag nu definitief berekend." In de toelichting hierbij staat onder meer: "U krijgt deze berekening omdat uw definitieve inkomen nu bij ons bekend is. Op basis van dit inkomen hebben wij uw toeslag berekend." Betrokkenen gaven aan dat zij na kennisname van de definitieve toekenning van de toeslagen geen rekening meer hielden met de mogelijkheid van een herziening. Zij voelden zich door de herziening overvallen en kwamen in voorkomende gevallen in financiële problemen omdat zij met een herziening geen rekening meer hielden na de definitieve toekenning van de toeslagen. Enkele citaten van een verzoeker: " ik vind het toch een vreemde zaak, dat een definitieve beslissing kennelijk toch niet definitief is. Voor mij houdt dat in, dat elke definitieve beslissing in den vervolge geen geruststellende gedachte is, m.a.w. dat de kwestie werkelijk als afgedaan kan worden beschouwd. Mijn vertrouwen in de Belastingdienst is nu wel compleet verdwenen..." " Ik ben niet tevreden met het gegeven, dat een 'definitieve beslissing' voor de Belastingdienst niet altijd definitief is. Als er nou sprake was geweest van bedrog of onjuist verstrekte gegevens dan kan ik begrijpen dat er een herziening op de definitieve beslissing volgt. In mijn geval is daar geen sprake van "

3 Onderwerp van onderzoek Werkwijze Belastingdienst Het onderzoek van de Nationale ombudsman richt zich op de (wenselijkheid van) de werkwijze van de Belastingdienst/Toeslagen inhoudende dat in voorkomende gevallen de definitieve toekenning van de toeslagen plaatsvindt voordat de definitieve aanslagregeling ib/pvv is afgerond. Gegeven die werkwijze richt het onderzoek zich op de vraag wat de burger van de overheid, in dit geval de Belastingdienst, in redelijkheid mag verwachten. Informatie bij de definitieve toekenning van de toeslagen Het onderzoek richt zich ook op de informatie die bij de definitieve toekenning van de toeslagen wordt verstrekt over de status van deze beslissing en de mogelijkheid van herziening daarvan. Werkwijze Belastingdienst/Toeslagen Bevindingen Reactie Belastingdienst/Toeslagen De Belastingdienst/Toeslagen liet weten dat aanvankelijk door de wetgever er voor was gekozen om de toeslagen pas definitief vast te stellen na het afronden van de aanslagregeling ib/pvv. Die werkwijze is vervolgens bewust verlaten. Sinds het toeslagjaar 2006 wordt het inkomen uit de aangifte ib/pvv gebruikt voor het definitief toekennen van de toeslagen. Aan die wetswijziging lag ten grondslag dat werd geconstateerd dat 90% van de verzamelinkomens uit de aangifte ib/pvv bij de definitieve aanslagregeling niet werd gewijzigd. En voorts dat de aanvankelijk gekozen werkwijze leidde tot een lange periode waarin de burger moest wachten op duidelijkheid over zijn uiteindelijke recht op toeslag. Resultaat van de wetswijziging is dat burgers na het indienen van de aangifte ib/pvv sneller hun definitieve toekenning krijgen. In 10% van de gevallen wijzigt daarna het inkomen omdat bij de definitieve aanslag wordt afgeweken van de aangifte. Dit kan dan tot een hoger of lager inkomen leiden. Het wettelijk regime geeft geen mogelijkheid af te wijken van de huidige werkwijze. Dit te meer als de dwangsomregeling van toepassing gaat worden op de toeslagen. Conclusie Nationale ombudsman Duidelijk is dat aan de werkwijze van de Belastingdienst/Toeslagen waarop het onderzoek zich richt een bewuste keuze ten grondslag ligt die is vastgelegd in de toepasselijke regelgeving. De achtergrond van die keuze is een begrijpelijke.

4 Wel maakt de Nationale ombudsman de kanttekening dat de genoemde 10% van de gevallen waarin de aangifte ib/pvv niet wordt gevolgd weliswaar relatief beperkt is. Echter, een realiteit is dat het gaat om een groot aantal burgers dat gebruik maakt van de toeslagen. In absolute zin gaat het wel degelijk om grote aantallen. Voorts gaat het bij de kinderopvangtoeslag vaak om grote bedragen en, met name bij de zorg- en huurtoeslag, veelal om financieel kwetsbare personen. Dat alles terwijl het inkomen bij de definitieve aanslag ib/pvv niet heel veel hoger hoeft te zijn om negatief effect te hebben op de toeslagen. Daarmee ontstaat toch een bepaalde spanning tussen regels en werkelijkheid waarbij 'de behoorlijkheid' een rol speelt. De vraag staat centraal wat de burger van de overheid, in dit geval de Belastingdienst, in redelijkheid mag verwachten. Hieronder wordt daarop meer concreet ingegaan. Belang van tijdige afdoening van aangiften ib/pvv Bevindingen De Nationale ombudsman is van oordeel dat het van groot belang is, met name als er sprake is van aanspraak op toeslagen, dat aangiften ib/pvv tijdig worden afgewikkeld. Er ontstaat een probleem (bij afwijking van de aangifte) als het tijdig vaststellen van aanslagen achterwege blijft zonder dat binnen de reguliere behandelingstermijn mededeling wordt gedaan van het voornemen tot een correctie op de aangifte en daarmee een bewuste standpuntbepaling van de inspecteur waarmee de burger rekening kan houden. De Nationale ombudsman heeft de staatssecretaris van Financiën daarom gevraagd welke actie wordt genomen om te waarborgen dat ingediende aangiften worden afgehandeld binnen de beleidsmatige termijn van een jaar. Reactie staatssecretaris De staatssecretaris beaamt dat de lange behandelingsduur van een definitieve aanslag er toe kan leiden dat voor de belastingplichtige onduidelijk is dat de inspecteur de aangifte onjuist acht. Met name voor de jaren 2008 en 2009 speelde dit. Vanaf het belastingjaar 2010 zijn verbeteringen gerealiseerd. Over het belastingjaar 2010 waren eind januari 2011 al meer dan 8 miljoen aanslagen opgelegd. Daarnaast zijn rond eind november 2011 ruim 400.000 beschikkingen Regeling tegemoetkoming specifieke zorgkosten opgelegd tot een bedrag van 9 miljoen. De staatssecretaris wijst er verder op dat de verwachting is dat in het kader van het project Versnelling definitieve aanslagen een belangrijk deel van de definitieve aanslagen over 2011 nog eerder kan worden opgelegd. Conclusie Nationale ombudsman

5 Het is goed dat wordt beaamd dat bij afwijking van de aangifte voor de effecten daarvan niet steeds de verantwoordelijkheid eenzijdig bij de burger moet worden gelegd. Het is daarbij van algemene bekendheid dat bij de aanslagregeling 2008 en 2009 problemen hebben gespeeld. Wat betreft de behandelingsduur van ingediende aangiften ib/pvv moet voorop staan dat die tijdig moet zijn. Dat is wat de burger van de Belastingdienst mag verwachten. Dit klemt te meer in die gevallen waarin ook sprake is van een aanspraak op toeslagen die daaraan gekoppeld is. De aangegeven resultaten voor 2010 zijn bemoedigend en ook heeft de Nationale ombudsman voor de toekomst vertrouwen in de effecten van het project Versnelling definitieve aangiften. Dat neemt echter niet weg dat de Nationale ombudsman alert blijft op het punt van tijdige behandeling van ingediende aangiften ib/pvv. Gegeven de relatie die bestaat tussen de aanslagregeling ib/pvv en de toeslagen en daarbij in aanmerking genomen de werkwijze van de Belastingdienst/Toeslagen waarop het onderzoek zich richt, moet de Belastingdienst voorrang geven aan de tijdige afhandeling. Informatievoorziening De Belastingdienst/Toeslagen heeft de toezegging gedaan om in de toekomst op de definitieve toekenningsbeschikking informatie op te nemen over de mogelijkheid dat een definitieve toekenning, bijvoorbeeld vanwege een aangepast inkomen, wordt herzien. Dit sluit aan bij hetgeen de burger aan informatieverstrekking van de Belastingdienst mag verwachten en vormt een belangrijke verbetering van de informatie voorziening. De Nationale ombudsman heeft met instemming kennis genomen van het feit dat de tekst van de beschikking inmiddels conform die toezegging is aangepast.. Samenvatting De Belastingdienst moet aangiften ib/pvv tijdig afhandelen. Dat is wat de burger van de Belastingdienst mag verwachten. De Belastingdienst heeft de verbetering in de termijnen van afhandeling van de aangiften ib/pvv aangevangen en de toegezegde verbetering in informatievoorziening bij de definitieve toekenningsbeschikking is gerealiseerd. De Nationale ombudsman zal gezien het belang daarvan, de tijdigheid van de afhandeling van aangiften ib/pvv kritisch blijven volgen. Met name wanneer ook sprake is van een combinatie met toeslagen. de Nationale ombudsman, dr. A.F.M. Brenninkmeijer