INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

Vergelijkbare documenten
SSC20 Staalnamekoeler - Sanitair

MST21 Thermostatische Instrument tracer condenspot

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

A3S Klepafsluiter - Balgmembraan - ANSI

LSB3 / LSB4 Schakeldoos voor pneumatische servomotor BVA

S1 / S2 / S3 / S5 / S6 / S7 / S8 / S12 / S13 Waterafscheider

EPM1 / EPM2 Elektronische pompmonitor

F12 / F14HP / F16 / F16L / F16HP Filter

M21Si / M21Vi Kogelafsluiters DN15 tot DN150

AE30 Automatische ontluchter voor water

SGC40 / SGS40 Kijkglas

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

200 Gietijzeren klokvlotterkondenspot

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

BM / BX / KA / KB / KC / KX Autonome tweeweg temperatuurregelklep

TD42 Thermodynamische condenspot

HM / HM34 Klokvlottercondenspot

SRV66 Drukreduceertoestel - Clean Steam

130 / HL10 Temperatuurbegrenzer - Autonoom werkend

PA20 Voorversterker voor niveauregelaar LP20

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

BTM7 / BTS7 / BTS7.1 Thermostatische condenspot - RVS

S / SF Klokvlottercondenspot

SRV2S Drukreduceertoestel

AE44 / AE44S Ontluchter voor vloeistoffen

EL2270 / EL2271 Temperatuurtransmitter

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

PC10HP Leidingconnector

HL17 Temperatuurbegrenzer - Elektrisch gestuurd

MFP14-PPU Automatische pompset

F7 / F33 / F34 / F34HP / F36 / F36HP / F3616 / F37 / F3716 Filter

M70i / M80i Kogelafsluiter - Roestvast staal - Zuivere stoom

LCV3 / LCV4 / LCV6 / LCV7 Terugslagkleppen

CAS14 Condenspot voor lucht en gassen - RVS

AE44 / AE44S / AE46 / AE46S Ontluchter voor vloeistoffen

TD120M Thermodynamische condenspot

BPC32 / BPC32Y / BPC32F / BPC32CV / BPC32CVF / BPC32YCV / BPC32YCVF Thermostatische condenspot - Drukevenwicht - Staal PN40

FTC32 Gesloten vlottercondenspot - Staal (DN15-DN20)

BRV71 / BRV73 Drukreduceertoestel

BPS32 / BPS32Y Thermostatische condenspot - Drukevenwicht - RVS

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

BRV2S / BRV2P Drukreduceertoestel

HP45 BYVAP bimetaalcondenspot - PN150

CP30 Geleidbaarheidssonde

TDC46M / TDS46M / UTDS46M Thermodynamische condenspot

LP31 Zelfcontrolerende niveausonde

SV60 / SV60H Veiligheidsklep

CP32 Geleidbaarheidssonde

CP32 Geleidbaarheidssonde

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

IBPC32 / IBPS32 / ISMC32 Condenspot met ingebouwde Spiratec sensor

BDV1 / BDV2 Ontlastingsklep

PF5 / PF6 Pneumatische afsluiter met schuine spindel

CSF16 Filter in roestvast staal

PC3 / PC4 Leidingconnector

FTS14 Gesloten-vlotter condenspot - RVS

MSC Manifold voor stoom en condensaat

VISCO / VISCOROL Magnetisch peilglazen

BVA300 Pneumatische servomotoren. Installatie- en onderhoudsinstructies

LP10-4 Conductieve niveausonde

KBV21i / KBV40i Bodemspuiafsluiter

QLM / QLD Drieweg regelklep - DN125 tot DN200 INSTALLATIE en ONDERHOUD

LCV3 / LCV4 / LCV6 / LCV7 Terugslagklep

PA420 Voorversterker voor niveauregelaar LP20

PF51G Pneum. afsluiter met schuine spindel - Brons

FT43 / FT44 / FT46 / FT47 Gesloten vlottercondenspot

SI20 / SI40 Stoomluchtbevochtiger

MFP14-PPU Automatische pompset

STS17.2 Compacte ontwateringspost - RVS

SDP143 Overstortregelaar

FT14 / FT14HC Gesloten-vlottercondenspot (1"HC,1"1/4,1"1/2 en 2")

BSA / BSAT Balgmembraan klepafsluiter

FT44 Koolstofstaal Gesloten vlotterkondenspot (DN15 tot DN50)

FT44 Gesloten vlotterkondenspot (DN15 tot DN50)

BCV Deconcentratie Spuiklep

BSA / BSAT Klepafsluiter - Balgmembraan klepsteeldichting

DRV4 Stalen Drukreduceerventiel

GILFLO-ILVA Transducer

LE / LF / LL / KE / KF / KL Spira-Trol Tweeweg Regelklep

ABV21i / ABV40i Pneumatische bodemspuiafsluiter

EL7200 Elektrische servomotor

INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

BBV Bodemspuiklep - Manueel/Automatisch

PF6 Pneumatische afsluiter met schuine spindel - RVS

FT46 Gesloten-vlottercondenspot - RVS - DN15 tot DN50

ABV21i / ABV40i Pneumatische bodemspuiafsluiter

DRV4 Stalen Drukreduceerventiel

SVL488 Veiligheidsklep - Veerbelast - RVS - Clean Service

SV604H. Veiligheidsklep voor watersystemen

CRU 200 / 500 Condensaatpompgroep - Elektrisch

M21Si / M21Vi Kogelafsluiters - Eéndelig - Gereduceerde doorlaat DN15-DN150

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

DRV7 Nodulair gietijzeren drukreduceerventiel

DP163 / DP163G Drukreduceertoestel

EasiHeat Warm water unit

FT14 / FT14HC Gesloten-vlottercondenspot (1"HC,1"1/4,1"1/2 en 2")

37D / 37DE Temperatuurregelaar

DRV / DRVG Direct Werkend Drukreduceertoestel

KE(A) / KF(A) / KL(A) SPIRA-TROL TM 2-wegregelkleppen (EN / ASME)

FT46 Gesloten-vlottercondenspot - RVS - DN15 tot DN50

Transcriptie:

IM-P405-31 AB-BEn-07 1.4.2.010 Spuitank 3. Productinformatie 3.1. Algemeen Spirax - Sarco producten zijn ontworpen, geproduceerd en getest om te voldoen aan de vereisten van een moderne installatie. De spuitank is ontworpen en geproduceerd conform de PED richtlijn 97/23/EC. De spuitank is ten zeerste geschikt om manuele en/of geautomatiseerde spui, deconcentratiespui, continu spui, etc. te verwerken. Deze handleiding verstrekt de nodige informatie om tot een goede installatie, werking en onderhoud van de te komen. 3.2. Technische gegevens Materiaal Koolstofstaal Verf Temperatuurresistente zilververf 3.3. Druk- en temperatuurgrenzen Ontwerpvoorwaarden PN16 Maximum ontwerpdruk 7 bar eff. @ 171 C Maximum ontwerptemperatuur 171 C @ 7 bar eff. Minimum ontwerptemperatuur - 10 C Maximum werkdruk (cfr. PM60) 0,35 bar eff. Maximum werktemperatuur (cfr. PM60) 109 C Minimum werktemperatuur 0 C Koudwaterdrukproef 10 bar eff. Ontworpen voor een maximum koudwatertestdruk overeenkomstig de Europese PED-richtlijn 97/23/EC 1. Veiligheidsinformatie Lees, vooraleer met de installatie- of onderhoudswerkzaamheden te starten, eerst aandachtig de algemene veiligheidsinstructies op het einde van dit document. 2. Specifieke veiligheidsinformatie Onderstaande informatie is specifiek voor dit product en moet samen gelezen worden met de veiligheidsinstructies op het einde van dit document. Waarschuwing: Indien dit product niet wordt gebruikt zoals beschreven in deze instructie kan de geboden bescherming in gevaar komen. 2.1. Bescherming tegen overdruk De uitlaat voor de gevormde revaporisatiestoom mag in geen geval belemmerd worden, noch mag er enige vernauwing of obstructie aanwezig zijn waardoor de druk binnenin de spuitank tot boven de werkingsvoorwaarden komt. Indien aan deze voorwaarden voldaan werd, is er geen noodzaak om een veiligheidsklep te installeren. 2.2. Bescherming tegen hoge temperaturen Bij normale werking kan de temperatuur in de spuitank en op de wanden, hoog oplopen. Een bijkomende afscherming is noodzakelijk om contact met de hete wanden of leidingen te voorkomen. 2.3. Bijbehorende uitrusting Hiervoor verwijzen wij naar de afzonderlijke technische fiches en installatie- en onderhoudsinstructies van deze producten. Fig.1 Typische naamplaat van een INSTALLATIE en ONDERHOUD Wijzigingen voorbehouden

Installatie en Onderhoud Ontluchtingskap Verwijdert waterdruppels uit de revaporisatiestoom Inlaat 3 Aansluiting van de TDSregeling, draagfles of peilglas Hijsoog Inlaat 2 Aansluiting van de TDS-regeling, draagfles of peilglas DCV3 Terugslagklep M21S2 Kogelafsluiter * Ovale inspectieopening Manometer, manometerkraantje & U-syfon Overloop naar riool Er blijft een hoeveelheid water staan in de spuitank, om inkomende spui reeds te koelen. Koelwatersysteem Voor koelen van inkomende spui Afsluiter op draineerleiding Voor leeglaten van een stilstaande stoomketel * Nota: /6, /8 en /10 hebben 2 inspectieopeningen. Eén bovenaan en één onderaan op 180 Inlaat 1 Voor bodemspui Leeglaat Kogelafsluiter Nota: Ingang 1 is bestemd voor de bodemspui, ingangen 2 & 3 zijn onderling verwisselbaar tussen draagfles niveauregeling / leeglaat peilglas en TDS deconcentratiespui. Fig.2: Typische opstelling spuitank. SPIRAX-SARCO NV Industriepark 5 B 9052 ZWIJNAARDE IM-P405-31 / AB-BEn-07 HRG 665 46 Tel. (09) 244 67 10 Fax (09) 244 67 20-2 / 7 -

Installatie en Onderhoud 4. Installatie Gelieve eerst de veiligheidsinformatie onder punt 1 & 2 te lezen, alsvorens de installatie aan te vangen. Zorg ervoor dat eventueel meegeleverde blindflenzen en stoppen goed bevestigd zijn, ook voor werking op hogere temperaturen. Iedere spuitank dient met de uitgang voor de revaporisatiestoom / ontluchting naar boven geïnstalleerd te worden, en tevens voorzien van een manometer met sifon en manometerkraan. De afvoer van de revaporisatiestoom mag op geen enkele wijze belemmerd worden, daar dit tot een oplopen van de druk in de spuitank kan leiden. Tabel 1 - Boutgaten De spuitank heeft boutgaten in de poten, voor verankering van de spuitank. Afmetingen en aantallen zoals hieronder vermeld. Type spuitank Aantal poten Boutgaten /3 3 Ø 14 mm op 406,0 mm /4 3 Ø 19 mm op 536,0 mm /5 3 Ø 19 mm op 679,0 mm /6 3 Ø 19 mm op 833,0 mm /8 3 Ø 19 mm op 1126,0 mm /10 3 Ø 19 mm op 1376,0 mm 4.1. Plaatsing - Gebruik de hijsogen. - Voorzie voldoende plaats om gebruik te kunnen maken van de inspectieopening. - Verwijderen alle plastieken pluggen en afdekkingsmateriaal. - Dicht de openingen af (blindflens of andere) die niet gebruikt worden. Opgelet : de afvoer van revaporisatiestoom, bovenaan, niet afdichten! - Zorg ervoor dat de spuitank perfect verticaal opgesteld is, dit is essentieel voor een goede werking. 4.2. Belendende leidingen Wij raden u aan niet enkel de technische documentatie als basis te nemen, maar de laatste positionering te baseren op de reële opstelling. 4.3. Lay-out ingangen Zorg ervoor dat de binnenkomende leidingen lager gelegen zijn dan de ingang op de spuitank, dit laat een continu gevulde toevoerleiding toe en minimaliseert de effecten van waterslagen. Voorzie afsluiters en terugslagkleppen, om interactie tussen verschillende toevoerlijnen te vermijden. Noot : Ingang 1 is enkel voor aansluiting van de bodemspui, ingangen 2 & 3 zijn onderling verwisselbaar draagfles niveauregeling / leeglaat peilglas en TDS deconcentratiespui. 4.4. Ontluchting Voorzie een verticale ontluchtingspijp. Indien de ontluchtingspijp deels horizontaal dient te lopen, voorzie dan een lichte tegenhelling zodat condensaat terugloopt naar de spuitank. De ontluchtingspijp mag niet samengevoegd worden met andere leidingen. Waarschuwing : installeer geen afsluiter of terugslagklep in de ontluchtingspijp. Het is raadzaam een tussenstuk te voorzien tussen spuitank en ontluchtingsleiding, dat gemakkelijk te verwijderen is als men een hydraulische test wil uitvoeren. We raden ten sterkste aan een Spirax - Sarco ontluchtingskap te plaatsen op de ontluchtingsleiding, om maximale afscheiding van waterdruppels te bekomen, en extra bescherming. De aflaat van de ontluchtingskap wordt op een veilige wijze afgevoerd te worden, en is bij voorkeur voorzien van een luchtsnuiver. 4.5. Uitgang Sluit de uitgang van de aan op de afvoer, die zich op een lager niveau dan de dient te bevinden. Waarschuwing : installeer geen afsluiter of terugslagklep in de afvoerleiding. Het is raadzaam een tussenstuk te voorzien tussen spuitank en ontluchtingsleiding, dat gemakkelijk te verwijderen is als men een hydraulische test wil uitvoeren. 4.6. Koelwatersysteem Iedere spuitank heeft twee aansluitingen voor het koelwatersysteem, één voor de temperatuurmeting en één voor de koudwatertoevoer. Zie de installatie- en onderhoudsbrochures die meegeleverd worden met de toestellen. 4.7. Verflaag De spuitank heeft een laag zilververf ter bescherming. Deze verflaag wordt geschikt geacht voor bescherming tijdens transport of voor opstelling in het ketelhuis. Indien de spuitank enige tijd opgeslagen wordt, of buiten opgesteld wordt, dient een geschikt bescherming voorzien te worden zoals bijkomende verflaag of isolatie. Zie 4.8. 4.8. Vorstbeveiliging Indien de spuitank zo opgesteld is dat bevriezing zich kan voordoen, dient een adequate bescherming voorzien te worden. Voorzie in extreme gevallen een verwarming door tracing. 5. Inbedrijfstelling Verifieer voor de inbedrijfstelling : - De goede afdichting van niet-gebruikte aansluitingen, ook op werkingstemperatuur. Opmerking: de maximum werkingstemperatuur is 171 C @ 7 bar eff. - De aansluiting van toevoer- en afvoerleidingen. Er mag geen externe belasting ontstaan door de aansluiting. - De afwezigheid van objecten in de spuitank zelf. - De hoeveelheid staand water in de spuitank. 6. Werking De werking van de spuitank is eenvoudig en vraagt geen speciale voorwaarden. De spuitank voorziet in een veilige expansie van warm water, met drukdaling en de vorming van revaporisatiestoom tot gevolg. Voor ingebruikname en na leeglaten van de spuitank, dient de spuitank gevuld te worden met een minimum hoeveelheid water. Hiertoe wordt koud water toegevoegd tot aan de uitlaat van de spuitank. De spuitank wordt veelal niet geïsoleerd, om een maximale warmteafvoer te bekomen, waardoor de temperatuur aan de wand hoog kan oplopen. Voorzichtigheid is hierbij geboden, dit om brandwonden e.a. te voorkomen. We raden aan om de druk, af te lezen op de manometer geïnstalleerd op de, te verifiëren bij werking van de bodemspui. Deze druk mag niet hoger oplopen dan 0,35 bar eff. Loopt de druk op tot boven deze waarde, dan duidt dit op een geblokkeerde ontluchtingspijp of uitlaat, en dient er onmiddellijk actie ondernomen worden. Waarschuwing : De afsluiter in de toevoerleiding naar de spuitank dient volledig geopend te zijn, alvorens de spuitank te testen of in werking te laten treden. Werkingsvoorwaarden Spirax - Sarco spuitank () heeft als 7 bar eff. & 171 C maximum werkingsvoorwaarden: Minimum werkingstemperatuur 0 C IM-P405-31 / AB-BEn-07-3 / 7 -

Installatie en Onderhoud 7. Onderhoud Waarschuwing : Isoleer de spuitank door alle kranen op de toevoerleidingen te sluiten. 6 Maandelijks De spuitank dient minstens iedere 6 maanden afgelaten te worden, om neergeslagen en bezonken vuil uit de spui te verwijderen. Opgehoopt vuil en modder in de tank dient eveneens verwijderd te worden, bijvoorbeeld door met een darm door de inspectie opening, de tank te spoelen (aflaatkraan geopend). De tank dient opnieuw gevuld te worden met koud water, alvorens terug in dienst te nemen. Iedere 14 maanden Iedere 14 maanden, of bij inspectie van de stoomketel, dient de spuitank door een competente persoon nagekeken te worden. Dit behelst een uitwendige en inwendige, visuele inspectie, op aanwezigheid van excessieve corrosie, erosie, aankalking, obstructies,... Deze verantwoordelijke beslist wanneer een volgende inspectie noodzakelijk is en welke acties ondernomen dienen te worden. Plaats een nieuwe pakking na opening van de inspectie opening of deksel. Inspectieopening Type spuitank Inspectie opening /3, /4, /5 Handopening, 150 x 100 mm, ovaal /6, /8, /10 2 x opening van 150 x 100 mm, ovaal 8. Reservedelen Er zijn enkel pakkingen voor de inspectie opening beschikbaar als reservedeel. Type /3 /4 /5 /6 /8 /10 Buitendiameter 180 x 130 mm Buitendiameter 180 x 130 mm 1 Torus pakking, SxS Code 4050181 2 Torus pakking, SxS Code 4050181 Bestelvoorbeeld 1 - pakking voor inspectie opening van de /3, Spirax-Sarco codenummer 4050181. Noot: Wij raden aan een logboek te voorzien waarin de verschillende inspecties worden opgetekend. SPIRAX-SARCO NV Industriepark 5 B 9052 ZWIJNAARDE IM-P405-31 / AB-BEn-07 HRG 665 46 Tel. (09) 244 67 10 Fax (09) 244 67 20-4 / 7 -

Installatie en Onderhoud IM-P405-31 / AB-BEn-07-5 / 7 -

Installatie en Onderhoud Veiligheidsinstructies Het vermijden van risico s bij het installeren, gebruiken en onderhouden van Spirax-Sarco producten De veilige werking van deze producten kan enkel gegarandeerd worden indien ze op de juiste manier geïnstalleerd, opgestart en onderhouden worden door gekwalificeerd personeel (zie sectie Werkvergunningen hieronder) in overeenstemming met de installatie- en onderhoudsinstructies. Er moet ook voldaan worden aan de algemeen geldende installatie- en veiligheidsinstructies voor pijpleiding- en installatietechnieken. Het juiste gebruik van werktuigen en van veiligheidsapparaten moet ook voldoende gekend zijn. Toepassing Verzeker u ervan dat het product geschikt is voor de toepassing aan de hand van de installatie- en onderhoudsinstructies (IM), de naamplaat en de technische fiche (TI). De producten in de lijst hieronder voldoen aan de vereisten van de Europese PED richtlijn 97/23/EC en zijn voorzien van een markering: Product Categorie G2 Gassen /3 3 /4 3 /5 3 /6 3 /8 4 /10 4 i) De producten zijn specifiek ontworpen voor gebruik met stoom deel uitmakend van G2 van de Richtlijn 97/23/EC Toepassingen met andere fluïda zijn mogelijk, doch hiervoor is steeds overleg met en toestemming van Spirax-Sarco noodzakelijk. ii) Verifieer de materiaalgeschiktheid en de maximum en minimum toelaatbare werkdruk en werktemperatuur in onderlinge combinatie. Indien de maximum gebruikslimieten van het product lager zijn dan het systeem waarin het gemonteerd is, of wanneer een defecte werking van het product tot een gevaarlijke overdruk of overtemperatuur kan leiden, dan moet het systeem voorzien worden van een overdruk en/of overtemperatuurbeveiliging. iii) Volg nauwgezet de installatie-instructies met betrekking tot inbouw en de richting en zin van de stroming van het fluïdum. iv) Spirax-Sarco producten zijn niet bestand tegen externe belasting geïnduceerd door het systeem waarin ze geïnstalleerd zijn. De installateur moet deze externe belastingen inschatten en alle voorzorgsmaatregelen nemen om ze te minimaliseren. v) Verwijder alle beschermingskappen van aansluitingseinden alvorens in te bouwen. Toegankelijkheid Alvorens een product in te bouwen in een leidingsysteem en/of handelingen uit te voeren aan een ingebouwd product, verzeker u van een veilige bereikbaarheid, en gebruik indien nodig een beveiligd werkplatform. Verlichting Zorg voor een adequate verlichting, die toelaat alle details van het product en zijn onmiddellijke omgeving duidelijk waar te nemen. Gevaarlijke gassen en/of vloeistoffen in de leiding Verifieer wat er zich in de leiding bevindt of bevonden heeft. Neem gepaste voorzorgen indien het gaat om fluida die brand-, ontploffings-, of gezondheidsgevaar kunnen opleveren. Gevaarlijke omgeving rond het product Verifieer en evalueer het explosiegevaar in de onmiddellijke omgeving, de aanwezigheid van voldoende ademlucht (bvb. In tanks en putten...), de mogelijke aanwezigheid van toxische gassen, extreem hoge omgevingstemperaturen, hete oppervlakken (t.g.v. van laswerken...), overdreven lawaai, bewegende machines. Het systeem Verifieer en evalueer het effect van de inbouw van het product op het complete systeem. Zorg ervoor dat geen enkele manipulatie van het product (bvb. bediening van handwielen en/of hendels, thermische en elektrische isolatie..) eender welk gedeelte van het systeem of eender welke persoon in gevaar brengt. De grootste omzichtigheid moet in acht genomen worden bij het tijdelijk buiten dienst stellen van alarmsystemen of het afsluiten van ontluchtingsen/of beluchtingsystemen. Isolatieafsluiters geleidelijk openen en sluiten om systeemschokken te voorkomen. Systemen onder druk Verifieer dat de druk volledig van het systeem weggenomen is, en er een voldoende gedimensioneerde ontluchtingsopening aanwezig is. Zorg, indien mogelijk, voor een dubbele isolatie t.o.v. onder druk staande delen van het systeem. Borg de afsluiters in gesloten toestand en/of voorzie ze van een duidelijk waarschuwingslabel. Vertrouw nooit op de aflezing van een manometer die een drukloze toestand aanduidt. Temperatuur Laat, na demontage, voldoende afkoelingstijd om brandwonden te vermijden. Draag beschermende kledij en veiligheidsbril. Werktuigen en wisselstukken Alvorens met de werken te starten, verzeker er u van dat de nodige werktuigen en wisselstukken beschikbaar en aanwezig zijn. Gebruik enkel originele Spirax-Sarco wisselstukken. Hergebruik nooit een gebruikte dichting. Beschermkledij Verifieer en evalueer of beschermende kledij noodzakelijk is tegen gevaren zoals contact met chemicaliën, extreem hoge en/of lage temperaturen, straling, lawaai, vallende objecten en aantasting van ogen en aangezicht. Werkvergunningen Alle werkzaamheden moeten uitgevoerd en/of gesuperviseerd worden door een terzake bevoegd persoon. Monteurs en operatoren moeten opgeleid worden in het correct gebruik van het product aan de hand van de installatieen onderhoudsvoorschriften. Indien vereist moet een werkvergunning aangevraagd en verstrekt worden. De procedures van deze werkvergunning moeten strikt opgevolgd worden. Indien een werkvergunning niet vereist is, wordt er aanbevolen een verantwoordelijk persoon aan te duiden die op de hoogte is van de installatie, geassisteerd indien nodig door een veiligheidspersoon. Indien nodig moeten er ook waarschuwingspanelen geplaatst worden. Behandeling Manuele behandeling van grote en/of zware producten kan tot kwetsuren leiden. Opheffen, duwen, trekken, dragen en/of steunen van een last met het lichaam is zeer belastend en dus potentieel gevaarlijk voor de rug. Evalueer het risico op kwetsuren door rekening te houden met de aard van het werk, de uitvoerder, de grootte van de last en de werkomgeving. Gebruik een werkmethode die aangepast is aan al deze omstandigheden. Restgevaar Het oppervlak van een product kan, na buiten dienst stelling, nog gedurende lange tijd zeer heet blijven. Indien deze producten gebruikt worden op hun maximum werktemperatuur, kan deze oppervlaktetemperatuur oplopen tot 171 C. Hou er rekening mee dat sommige producten bij demontage niet volledig leeglopen, en er dus nog hete vloeistof kan in achterblijven (zie Installatieen onderhoudsinstructies). Vorstgevaar Voorzorgsmaatregelen tegen vorstgevaar moeten genomen worden bij producten die niet volledig vloeistofvrij zijn bij stilstanden of periodes van lage belasting. Ontdooi de spuitank vóór inbedrijfstelling. Voorzie in extreme omstandigheden een verwarming door tracing om te voorkomen dat de werktemperatuur daalt onder 10 C. Verschroting Tenzij anders vermeld in de Installatie- en Onderhoudsinstructies, zijn deze producten volledig recycleerbaar, en kunnen zonder gevaar voor milieuvervuiling opgenomen worden in het recyclagecircuit. Terugsturen van producten Klanten en voortverkopers worden eraan herinnerd dat, volgens de milieuwetgeving, teruggestuurde producten moeten vergezeld worden van informatie aangaande de mogelijke gevaarlijke residuen in de producten en de te nemen voorzorgsmaatregelen. Deze informatie moet schriftelijk de producten vergezellen, en alle nodige gezondheids- en veiligheidsgegevens bevatten van de gevaarlijke of potentieel gevaarlijke substanties. SPIRAX-SARCO NV Industriepark 5 B 9052 ZWIJNAARDE IM-P405-31 / AB-BEn-07 HRG 665 46 Tel. (09) 244 67 10 Fax (09) 244 67 20-6 / 7 -

Installatie en Onderhoud IM-P405-31 / AB-BEn-07-7 / 7 -