GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

Verordening onroerendezaakbelastingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Wetstechnische informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2014 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

Raadsmededeling - Openbaar

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

Onroerende zaakbelastingen

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Verordening onroerende-zaakbelastingen 2018 (versie geldig vanaf ) Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. <> datum ondertekening; bron bekendmaking

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

Raadsmededeling - Openbaar

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

In de commissie RF van 4 juni 2015 zijn met betrekking tot de OZB de volgende uitgangspunten vastgesteld :

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

Verordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017;

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016

Argumentatie In de programmabegroting 2016 hebben wij u al meegedeeld dat de tarieven met 2% verhoogd moeten worden.

Onderwerp Verordening onroerende zaakbelastingen Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

Verordening bedrijveninvesteringszone Bedrijventerrein Vianen

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

raadsvergadering: 12 november 2014 onderwerp: Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2015

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : Datum :

Verordening bedrijveninvesteringszone De Krogten 2017 gemeente Breda

GRIFFIE LEIDEN INGEKOMEN

Verordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van?? september 2016;

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser

gelet op de tussen de gemeente Breda en Ondernemersvereniging BiZ Steenakker gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 18 oktober 2016; B E S L U I T:

Onderwerp Intrekken verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 en vaststellen verordening onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van. en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012

Onderwerp Intrekken verordening Onroerende-zaakbelastingen 2011 en vaststellen verordening Onroerende-zaakbelastingen 2012.

Verordening Bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Dalfsen 2018

Verordening op de heffing en invordering Bedrijveninvesteringszone Smakterheide Venray 2017

Gemeenteraad: 14 december 2017

Verordening op de heffing en de invordering van een bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein De Trompet Heemskerk

Verordening BedrijvenInvesteringsZone gebruikers Binnenstad Hengelo

Verordening BI-zone Twentekanaal 2010.

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening BI-zone Steenakker Breda 2012

het van het college van burgemeester in wethouders vin 1 oktober 2013;

Verordening bedrijveninvesteringszone De Aam

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 6 Datum :

Verordening bedrijveninvesteringszone winkelgebied Naaldwijk gemeente Westland 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten

Verordening bedrijveninvesteringszone Kernwinkelgebied Tilburg

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING BELASTINGEN OP ROERENDE WOON EN BEDRIJFSRUIMTEN 2015

Verordening bedrijveninvesteringszone eigenaren en gebruikers Centrum Papendrecht

Transcriptie:

Datum raadsvergadering : 23 december 2004 Nr.: 04/48 Commissie : --- Onderwerp : Vaststelling Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2005 Samenvatting Hierbij bieden wij u de u de Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2005 ter vaststelling aan. In het kader van de wet Waardering Onroerende Zaken (wet WOZ) is de waarde van de objecten aangepast naar de verkoopwaarde op 1 januari 2003. De tarieven voor de Onroerende-zaakbelastingen zijn hierop aangepast. Tevens zijn enkele tekstuele aanpassingen in de verordening aangebracht. De lokale lastenverlichting is m.i.v. 2005 van Rijkswege komen te vervallen. Voorgesteld besluit De Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2005 vast te stellen. Aanleiding In het kader van de wet WOZ zijn alle onroerende zaken in de gemeente opnieuw gewaardeerd. De nieuwe WOZ-waarde is in het algemeen bepaald op de verkoopwaarde op 1 januari 2003. Bij de herwaardering is rekening gehouden met de door de rijksoverheid afgegeven waarderingsinstructie 2003. Alle gemeenten zijn thans verplicht om hun taken in het kader van de Wet WOZ op een nog hoger kwaliteitsniveau uit te voeren (het groeimodel). Elementen uit deze waarderingsinstructie zijn dat bij het waarderen meer gebruik moet worden gemaakt van moderne waarderingsmodellen en -technieken en dat het waarderen van de objecten een procesmatig en permanent karakter moet krijgen. Verder geeft de waarderingsinstructie aan dat de WOZ-dekking volledig moet zijn over de totale grondoppervlakte van de gemeente. De tarieven in de Verordening Onroerende-zaakbelastingen zijn in verband met de nieuwe waarde aangepast. Aan de hand van de totale waarde van alle objecten in de gemeente worden de tarieven bepaald. Voor de belastingjaren 2001 tot en met 2004 was de totaal waarde van de objecten per 1 januari 1999 het uitgangspunt. Voor de belastingjaren 2005 en 2006 is de totale waarde van de objecten in deze gemeente per 1 januari 2003 de nieuwe basis voor de berekening van de tarieven. De waarde van de woningen is tussen 1999 en 2003 met gemiddeld 41 procent gestegen en dat van de niet-woningen gemiddeld met 15 procent.

Doordat de nieuwe totaal waarde van de onroerende zaken met als waardepeildatum 1 januari 2003 hoger is dan de vorige van 1 januari 1999, worden de tarieven O.Z.B. verlaagd om de belastingopbrengst 2005 van de O.Z.B. niet onevenredig hoog te maken ten opzichte van de opbrengst 2004. In de begroting van 2005 is de opbrengst opgenomen voor de onroerende-zaakbelastingen. Aan de hand van deze opbrengst worden de tarieven berekend. De waarden voor woningen en niet-woningen hebben zich op de onroerend zaken markt verschillend ontwikkeld. Om deze ontwikkeling grotendeels te nivelleren is het stelsel van gedifferentieerde tarieven vanaf het belastingjaar 2001 ingevoerd. In individuele gevallen blijft het natuurlijk mogelijk dat belastingaanslagen hoger uitvallen dan in 2004. Dit heeft te maken met het feit dat er onroerende zaken zijn die meer dan gemiddeld in waarde zijn gestegen. Aan de andere kant kan het voorkomen dat er in 2005 minder O.Z.B. hoeft te worden betaald, omdat voor de betreffende onroerende zaak een lagere dan gemiddelde waardestijging geldt. De voorgestelde verordening is tevens tekstueel aangepast naar het model van de VNG. Deze wijzigingen bestaan uit: 1. In artikel 3 lid 2 zijn enkele aangehaalde artikelen uit de wet WOZ gewijzigd. 2. De vrijstellingsbepalingen in artikel 4 zijn verder uitgewerkt naar het model van de VNG en de vrijstelling voor glasopstanden is opgenomen. 3. In artikel 5 lid 2 is de belastingvrije voet van 11.344,00 komen te vervallen. Dit houdt in dat objecten met een lage waarde en verenigd op een aanslagbiljet in de heffing worden betrokken. Onder deze facultatieve vrijstelling vielen voornamelijk vrijstaande garage s en bergingen bij appartementen. Met het vervallen van deze vrijstelling wordt een object met een zelfstandige garage en/of berging gelijkgesteld met objecten waarbij een garage en/of berging deel uitmaakt van de totale waarde. 4. Artikel 7 is aangepast om de gecombineerde aanslag die de gemeente vanaf 2005 zelf verzorgt, mogelijk te maken. De regeling tot uitbetaling van de lastenverlichting is geschrapt omdat deze m.i.v. 1 januari 2005 van rijkswege is vervallen. Door het vervallen van deze lastenverlichting is de effectieve gemiddelde lastenverzwaring voor particuliere huishoudens hoger dan de begrote belastingverhoging. Naarmate de WOZ-waarde van de woning lager ligt zal de belastingdruk, in een percentage uitgedrukt, hoger worden. Beoogd resultaat De begrote opbrengst van de Onroerende-zaakbelastingen realiseren. Oplossingen De tarieven zijn in relatie tot de totaal waarde van de objecten aangepast. Argumentatie Het behalen van de belastingopbrengst. Pagina 2 van 7

Tijdpad De verordening betreft geheel 2005. Financiële gevolgen Verwachte opbrengst conform de raming. Monitoring en evaluatie Jaarrekening 2005. Hoogeveen, 13 december 2004 Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen, de secretaris, de burgemeester, Mw. H.C. WITBRAAD W.P.M. URLINGS Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelastingen 2005 De raad van de gemeente Hoogeveen, Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 december 2004; Gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; vast te stellen de: b e s l u i t : Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2005. (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2005). ARTIKEL 1 BELASTINGPLICHT 1. Onder de naam onroerende-zaakbelastingen worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; Pagina 3 van 7

b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden; b. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat perceel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; c. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het in artikel 1 bedoelde kalenderjaar valt. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid, onderdelen b en c, tweede lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken. ARTIKEL 4 VRIJSTELLINGEN 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgond, daaronder mede begrepen de opengrond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; Pagina 4 van 7

b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voorzover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken; j. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs; k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen niet zijnde gebouwen welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri s, hekken en palen; l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Pagina 5 van 7

Artikel 5 Belastingtarieven Voor elke volle 2.268,00 van de heffingsmaatstaf is het tarief van 1. a. de gebruikersbelasting 1. Voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 2,25; 2. Voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 3,64; b. de eigenarenbelasting 1. Voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 2,81; 2. Voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 4,54; 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro's. 3. Voor belastingbedragen van minder dan 9,08 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. ARTIKEL 6 WIJZE VAN HEFFING De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. ARTIKEL 7 TERMIJN VAN BETALING 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer dan 2.500,-- bedraagt en, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in acht termijnen, waarvan zeven gelijke termijnen en een achtste termijn waarin de compensatiebetaling plaats zal hebben. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. ARTIKEL 8 NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. ARTIKEL 9 INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL 1. De Verordening onroerende-zaakbelastingen 2004 van 30 oktober 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening onroerende-zaakbelastingen Pagina 6 van 7

2005. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Hoogeveen, gehouden op 23 december 2004. De griffier, De voorzitter, J.P. WIND W.P.M. URLINGS Pagina 7 van 7