2. In verband met de jeugdverblijfcentra heb ik de volgende vragen voor de minister.

Vergelijkbare documenten
1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond?

2. Stelt de minister een verschuiving vast van de nationaliteit van de bezoekers? Welke conclusies trekt de ministers uit deze cijfers?

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Na beraadslaging, BESLUIT:

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaamse Regering ~ ~

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

61080 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Vlaamse regering. Besluit dd. 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van Toerisme voor Allen.

Aankomsten en overnachtingen

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010

Toerisme in Vlaanderen

Toerisme in cijfers 2011

VR DOC.1237/2BIS

Toerisme in cijfers 2011

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PERSONEELSSUBSIDIE JEUGDVERBLIJFCENTRA TYPE C EN HOSTELS

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de. per type netwerkradio-omroeporganisatie.

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

VR DOC.0001/1

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

ONTWERP VAN DECREET. tot overname van personeelsleden van vzw Info-Toerisme naar het Intern Verzelfstandigd Agentschap Toerisme Vlaanderen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

VR DOC.0161/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

ADVIES Beleidsnota s Binnenlands bestuur, Toerisme, Inburgering en Integratie

VR DOC.0988/2

VR DOC.0276/2BIS

VR DOC.1263/2BIS

ADVIES op het voorstel van decreet houdende de wijziging van het DAC- decreet

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;

Graag volgende vragen aan de ministers (waar mogelijk een overzicht per provincie).

Toerisme in Kerncijfers editie 2013

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Verblijfstoerisme Oost-Vlaanderen 2016

VR DOC.1224/2

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING - BISNOTA

VR DOC.1214/1BIS

protocol nr

Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw - Kerkenbeleidsplannen - Werking

SV 23 bijlage 2: Stand van zaken in de uitvoering van actieplan zonevreemde jeugdverblijven

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende oprichting van het Vlaams Cultureel Centrum Voeren;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Aankomsten en overnachtingen

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 49;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VR DOC.0270/2

VR DOC.0254/1TER

Ministerieel besluit tot bepaling van de erkenningstekens voor een erkend toeristisch logies

Decreet Bovenlokale Cultuurwerking

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VLAAMSE JEUGDRAAD. 11 januari 2012 ADVIES 12/02

Toerisme in Kerncijfers editie 2015

MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 37;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2017;

VR DOC.0051/1

Verblijfstoerisme Oost-Vlaanderen 2015

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, artikel 26, 2;

Toerisme in cijfers Tourism in figures aantal overnachtingen naar verblijfsmotief 2013 number of overnight stays by motive of stay 2013

Stedenfonds.

VR DOC.0570/2BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

protocol nr Over

ONTWERP VAN DECREET. houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 AMENDEMENTEN

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

VR DOC.0282/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Vlaamse overheid. protocol nr

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Zelzate-Zuid

protocol nr Over

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

protocol nr Over

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

1. Hoeveel van de projecten die werden goedgekeurd werden inmiddels uitgevoerd?

uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

actieplan jeugdverblijven Plan van aanpak voor de zonevreemde jeugdverblijven waarvoor een pianinitiatief nodig IS

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet. houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur en jeugd

Transcriptie:

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND Vraag nr. 23 van 3 oktober 2011 van ULLA WERBROUCK Jeugdtoerisme en -verblijfcentra - Stand van zaken Het jeugdtoerisme in Vlaanderen genereert naast een aantal maatschappelijke voordelen ook een duidelijk economisch voordeel. Daarom ook engageerden de huidige ministers van Toerisme en Jeugd zich om het actieplan Jeugdverblijfcentra (opgesteld gedurende de vorige legislatuur) uit te voeren. 1. Bestaan er concrete gegevens over het economisch aandeel dat het jeugdtoerisme in Vlaanderen inneemt? Ik denk hierbij aan cijfers over het aantal jaarlijkse overnachtingen dat het jeugdtoerisme genereert, hoeveel dit is ten opzichte van het totaalaantal jaarlijkse overnachtingen, de omzet van jeugdverblijfcentra (zowel directe omzet als indirecte omzet). Gelieve deze gegevens te schetsen voor 2010 en 2009 en indien mogelijk (tot op heden) voor 2011. 2. In verband met de jeugdverblijfcentra heb ik de volgende vragen voor de minister. a) Hoeveel erkende jeugdverblijfcentra zijn er momenteel in Vlaanderen? Gelieve de evolutie van het aantal erkende jeugdverblijfcentra in Vlaanderen te schetsen sinds 2005. b) Hoeveel principieel erkende jeugdverblijfcentra bestaan er momenteel in Vlaanderen? Gelieve de evolutie van het aantal principieel erkende jeugdverblijfcentra te schetsen sinds 2005. c) Heeft de minister zich op het aantal niet-erkende jeugdverblijven in Vlaanderen anno 2011? Gelieve de evolutie van het aantal niet-erkende jeugdverblijven in Vlaanderen sedert 2005 te schetsen. Betreft het een dalende evolutie en zo ja, welke oorzaken ziet de minister hiervoor? d) Hoeveel erkenningsaanvragen werden er ingediend in 2010? En tot nu toe in 2011? Hoeveel werden er goedgekeurd in 2010? e) Hoeveel niet-erkende jeugdverblijven werden er in 2010 begeleid in functie van het Logiesdecreet? Hoeveel kosten zijn hieraan verbonden voor de Vlaamse overheid? Hoeveel worden er begeleid in 2011? Hoeveel middelen heeft de Vlaamse overheid hiervoor begroot in 2011? 3. In het kader van de gestelde beleidsopties 2010-2011 in de beleidsbrief Toerisme heb ik de volgende vragen voor de minister. a) Hoeveel subsidies in het kader van de opdracht Toerisme-voor-Allen voor jeugdverblijfinfrastructuur werden er toegekend in 2011? Hoeveel in 2010? Aan hoeveel verschillende bestaande en nieuwe jeugdverblijven werden deze verleend in 2010 en hoeveel in 2011? Hoeveel werd aan ieder jeugdverblijfcentrum apart verleend in 2010 en 2011?

b) Welke verdere stappen werden er in 2010 en 2011 genomen in het kader van de verdere uitvoering van de inhaalbeweging jeugdverblijfinfrastructuur? Welke kosten zijn hieraan verbonden voor de Vlaamse overheid en hoeveel bedroegen ze (voor 2010 en 2011)? c) Welke acties werden er in 2010-2011 verder genomen ten aanzien van de uitvoering van het actieplan zonevreemde jeugdverblijven? Hoeveel jeugdverblijven kampen nog met problemen hieromtrent? Voor hoeveel jeugdverblijven heeft de Vlaamse Regering in oplossingen kunnen voorzien? d) Hoeveel nieuwe jeugdverblijfcentra werden operationeel in de periode 2010-2011? Welke zullen in de nabije toekomst operationeel worden (eind 2011-begin 2012)? Waar zijn ze gevestigd? e) Is de nauwere samenwerking met Use-it in 2011 gerealiseerd? Zo ja, wat houdt deze nauwere samenwerking concreet in? Is de mogelijkheid onderzocht om het toeristisch informatiekantoor voor jongeren te integreren in het gebouw van Toerisme Vlaanderen op de Grasmarkt? Zo ja, zal deze integratie (al dan niet) plaatsvinden en om welke reden (dan wel of niet)? Wat is de timing hierin? 4. De minister van Toerisme gaf in zijn beleidsnota Toerisme 2009-2014 ook aan om het internationaal jeugdactieplan verder uit te voeren. De minister wenste daarbij in te zetten op vijf doelstellingen. Hieromtrent heb ik de volgende vragen voor de minister. a) Welke stappen zijn er gezet sinds het begin van de legislatuur ten aanzien van het realiseren van deze vijf vooropgestelde doelstellingen? Welke stappen en acties neemt de minister verder nog om deze doelstellingen in de toekomst te realiseren? b) Is Vlaanderen een aantrekkelijke Europese bestemming voor buitenlandse jongeren? Kan de minister dit staven met cijfermateriaal over bijvoorbeeld het aantal overnachtingen van buitenlandse jongeren in Vlaanderen (voor kalenderjaar 2010 en 2009)? Welke andere factoren kan de minister nog opwerpen ter ondersteuning van zijn stelling? 5. In de beleidsbrief Jeugd 2010-2011 wordt ook gesteld dat het decreet over de jeugdverblijfsinfrastructuur geëvalueerd en bijgestuurd wordt. Het uitgangspunt hierbij is dat het nieuwe decreet en het uitvoeringsbesluit in de loop van 2011 goedgekeurd zullen worden. Wat is de stand van zaken betreffende de evaluatie en bijsturing van dit decreet? Wanneer zullen het decreet en het uitvoeringsbesluit gefinaliseerd zijn? 6. Het Vlaams Jeugdbeleidsplan stelt ook dat de Vlaamse Regering er via het uitbouwen van een inhoudelijke typologie naar streeft om een voldoende divers jeugdverblijfaanbod te vrijwaren. Initiatiefnemers hierin zijn de ministers bevoegd voor Jeugd en Toerisme. In het kader hiervan heb ik de volgende vragen voor de ministers. a) Welke timing werd er vooropgesteld inzake het opstellen van een typologie en het indelen van het huidige bestaande aanbod van jeugdverblijven? b) Welke timing werd er vooropgesteld inzake het uitbreiden van de website www.jeugdverblijven.be? c) In hoeverre heeft de Vlaamse overheid reeds onderzocht in welke mate ze ondersteunend kan werken omtrent de mogelijkheden tot het aankopen van een verblijfplaats of kampplaats in andere gewesten? Heeft de minister hierover reeds contact gehad met de betrokken ministers van de andere gewesten? Staat er in de toekomst dergelijke overleg gepland? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Bourgeois (vraag nr. 23) en Smet (nr. 16).

GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN DE VLAAMSE RAND GECOÖRDINEERD ANTWOORD op vraag nr. 23 van 3 oktober 2011 van ULLA WERBROUCK 1. Zoals blijkt uit onderstaande tabel genereert het jeugdtoerisme jaarlijks bijna drie miljoen overnachtingen in Vlaanderen, goed voor meer dan tien procent van het totale aantal toeristische overnachtingen in onze regio. Aantal overnachtingen in jeugdverblijfcentra: Jaartal Aantal overnachtingen in jeugdverblijven Totaal aantal overnachtingen 2011 1.258.702(**) 10.631.000 2010 2.862.211(*) 23.746.814 2009 2.816.019(*) 22.679.451 (*) Bron: FOD, Algemene directie Statistiek (**) Dit zijn cijfers ingezameld door Toerisme Vlaanderen, tot juli 2011. Volgens de cijfers die het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) verzamelde wordt de jaarlijkse omzet in de Vlaamse jeugdverblijfcentra op ongeveer zestig miljoen euro geschat. 2. a-b) Tot september 2006 bestond er een overgangsfase binnen het decreet Toerisme voor Allen, waarbij een verblijf enkel een voorlopige erkenning kon behalen. De cijfers zijn dan ook maar beschikbaar vanaf 2006. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de definitief en principieel erkende jeugdverblijven per jaar. Stand op: Definitief erkende huizen Principieel erkende huizen 13-10-2011 419(*) 89 01-10-2010 425 79 01-10-2009 403 83 01-11-2008 382 76 29-11-2007 358 76 21-12-2006 321 47 (*) De erkenningen van een twintigtal verblijven zijn momenteel geschorst omdat zij hun vernieuwd brandveiligheidattest nog niet hebben ingezonden. c) Gegevens over niet-erkende jeugdverblijven zijn maar 2008 beschikbaar. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal niet-erkende jeugdverblijven per jaar. Jaartal Aantal niet-erkende verblijven 2011 108 2010 117 2009 118

2008 144 De daling van het aantal niet-erkende jeugdverblijfcentra heeft verschillende redenen: - uitbaters hebben inspanningen geleverd om de erkenning te behalen. Zowel de aanbieders als de gebruikers van de verblijfcentra beschouwen de erkenning meer en meer als een kwaliteitslabel, - niet-erkende jeugdverblijfcentra kunnen geen gebruik maken van de ondersteuningsmogelijkheden van het decreet Toerisme voor Allen; een erkenning aanvragen is een noodzakelijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor de financiële ondersteuning; - niet-erkende jeugdverblijfcentra kunnen niet ten volle gebruik maken van de promotiemogelijkheden op www.jeugdverblijven.be. Zo kunnen enkel erkende verblijven kunnen de kalenderfunctie en reserveringsmodule van de website gebruiken. Ook dit is een stimulans om de erkenning aan te vragen. d) In 2010 werden er 43 erkenningaanvragen ingediend: - 29 huizen principieel erkend - 6 huizen definitief erkend - 2 huizen erkenning geschorst - 6 verblijven hadden hun aanvraag te vroeg ingediend In 2011 zijn er voorlopig 27 aanvragen ingediend. Zes huizen hebben al een definitieve erkenning behaald, 5 een principiële en nog eens 5 kregen al een inspectiebezoek. e) Toerisme Vlaanderen begeleidt geen jeugdverblijven in functie van het logiesdecreet. De begeleiding geschiedt enkel in functie van het decreet Toerisme voor Allen. 3. a) In 2010 werd voor een totaal bedrag van 3.399.062 euro subsidies toegekend. In de eerste subsidieronde van 2011 werden voor een bedrag van 739.892 euro subsidies toegekend. Als bijlage 1 gaat een detailoverzicht van de subsidies per verblijf. b) Volgende stappen werden gezet in het kader van de uitvoering van de inhaalbeweging jeugdverblijfinfrastructuur: In de periode 2009-2010: Er werd een gezonde mix van klassieke investeringen en aangepaste procedures van alternatieve financiering uitgewerkt waarbij de essentiële maatschappelijke doelstelling van een versnelde inhaalbeweging jeugdverblijfsinfrastructuur blijft behouden. Met uitzondering van het project in Brasschaat worden de projecten gerealiseerd met korte termijn financiering. Voor de projecten in Brugge en Oostende wordt geopteerd voor een DBF-procedure waarbij de private partner instaat voor de voorfinanciering tot na voorlopige oplevering. Voor de projecten Hasselt en Kortrijk wordt geopteerd voor de zogenaamde aankoopprocedure, waarbij Toerisme Vlaanderen het eigendom verwerft, via de procedure van het zakelijk recht door de betaling van een aankoopprijs in 2014 voor wat het project in Hasselt betreft, en het systeem van een erfpachtcanon voor wat het project in Kortrijk betreft. De gemeente treedt telkens op als bouwheer. De projecten Brussel, Lier en Diest worden ontwikkeld via de procedure van directe investering. In 2011: Voor het project in Brasschaat wordt een PPS-formule voorgesteld waarbij Toerisme Vlaanderen een DBFM-contract afsluit met een private partner, die instaat voor het ontwerp, de bouw, financiering en het onderhoud.

Hierna volgt een stand van zaken van de realisatie van de verschillende projecten met inbegrip van de kosten waarbij de raming van de investeringen telkens inclusief BTW is. Ingeval van alternatieve financiering omvat het investeringsbedrag de bouwkosten, erelonen en financieringskosten. De grondaankoop van toepassing voor de projecten Brussel, Brugge en Oostende is niet inbegrepen: Project Hasselt: Kennisgeving aan drie gegadigden selectieprocedure: september 2011 Overhandigen van het bestek fase 2: oktober 2011 Gunnen opdracht werken is voorzien eind 2012 Totaal investeringsbedrag: 5.322.000. Inbreng Toerisme Vlaanderen 2.446.000, inbreng LSM 2.000.000. Grondoverdracht naar Toerisme Vlaanderen is goedgekeurd. Betaling door Toerisme Vlaanderen in 2014. Project Kortrijk: Gunnen ontwerpopdracht: november 2011 (procedure is lopende) Bekendmaking bestek werken: begin 2012 Gunning opdracht werken: midden 2012 Totaal investeringsbedrag: 4.800.000- Inbreng Toerisme Vlaanderen 4.000.000. Erfpachtcanon te betalen door Toerisme Vlaanderen in 2014. Project Brugge: Bekendmaking selectieleidraad: 15 maart 2011 Verdelen bestek fase 2: 21 mei 2011 Openingszitting van de offertes: 30 september 2011 Toewijzen opdracht van werken: december 2011 Totaal investeringsbedrag geraamd op: 6.548.000. Betaling door Toerisme Vlaanderen in 2014. Kosten voor de begeleidingsopdracht: 75.610,48 Project Oostende: Bekendmaking selectieleidraad: 15 maart 2011 Verdelen bestek fase 2: 21 mei 2011 Openingszitting van de offertes: 27 september 2011 Toewijzen opdracht van werken: december 2011 - Totaal investeringsbedrag geraamd op: 7.206.000. Betaling door Toerisme Vlaanderen in 2013 Kosten voor de begeleidingsopdracht: 98.209,65; en kosten voor de opmeting van het gebouw: 24.605,35. Project Brussel: Gerechtelijk inleiden onteigeningsprocedure: 2011 Toewijzen van de opdracht van werken eind 2011 Totaal investeringsbedrag geraamd op: 2.794.000. Betaling door Toerisme Vlaanderen in 2012 en 2013 Project Lier: Goedkeuring grondoverdracht; 2 mei 2011 publiek-publieke overeenkomst: december 2011 Aanduiden exploitant: december 2011 Aankondigen van de ontwerpopdracht: midden 2012 Totaal investeringsbedrag voorlopig geraamd op: 2.195.000. Grondoverdracht naar Toerisme Vlaanderen is goedgekeurd. Betaling door Toerisme Vlaanderen in 2013 en 2014. Project Diest: Beslissing aangewezen locatie: eind 2011 Aanduiden exploitant: eind 2011

Voorlopige oplevering: 2015 Totaal investeringsbedrag geraamd op: 4.973.000. Betaling door Toerisme Vlaanderen in 2015 Project Brasschaat: advies IF (nieuw voorstel van procedure): september 2011 Voorlopige oplevering: desgevallend in 2014 Jaarlijkse geraamde beschikbaarheidvergoeding te betalen door Toerisme Vlaanderen: 605.011 van 2014 gedurende 20 jaar c) Voor een stand van zaken over de uitvoering van het actieplan zonevreemde jeugdverblijven verwijs ik naar bijlage 2. In verband met de problemen van de zonevreemdheid en de vergunningsproblematiek van de jeugdverblijven, zijn er volgens de laatste update nog 233 zonevreemde jeugdverblijven. Dat is 42% van het totaal aantal jeugdverblijven. 172 jeugdverblijven (32%) zijn niet in orde met de stedenbouwkundige vergunning, waarvan 91 verblijven zone-eigen liggen, 69 verblijven zonevreemd gelegen zijn en 12 verblijven deels zonevreemd gelegen zijn. Sinds de inventarisatie van de zonevreemde jeugdverblijven en de oprichting van de Task Force Jeugdverblijven, is de regelgeving ruimtelijke ordening aangepast en verduidelijkt, vooral inzake de tijdelijke functiewijziging, de tijdelijke handelingen en constructies, de functiewijziging in agrarisch gebied en de uitbreiding van de zonevreemde jeugdverblijven. Deze wijzigingen geven, in combinatie met de opmaak van tal van (gemeentelijke) ruimtelijke uitvoeringsplannen waarin jeugdverblijven geregulariseerd worden, een heel ander beeld van het aantal jeugdverblijven met ruimtelijke problemen. Door de verduidelijking met betrekking tot de tijdelijke functiewijziging zijn er 79 jeugdverblijven extra in orde met hun stedenbouwkundige vergunning. Intussen zijn er ook al voor een aantal jeugdverblijven gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt. Hierdoor zijn er zo n 15-tal jeugdverblijven zone-eigen geworden. Op gewestelijk niveau zijn er twee planprocessen lopende waardoor ook twee jeugdverblijven zone-eigen zullen komen te liggen. Deze Ruimtelijke Uitvoeringsplannen zijn nog niet goedgekeurd. In ieder geval is het zo dat gelet op het subsidiariteitprincipe de meeste planinitiatieven voor het zone-eigen maken van een jeugdverblijf, meestal gebeuren op provinciaal of gemeentelijk niveau. d) In de periode 2010-2011 worden 15 nieuwe jeugdverblijfcentra operationeel. Einde 2011-voorjaar 2012 plannen 6 jeugdverblijven een opening. Ik verwijs naar bijlage 3 voor een overzicht. e) USE-IT en Toerisme Vlaanderen werken ook inhoudelijk samen. Daarnaast geniet USE-IT (vzw de Hondsjaren) een financiële ondersteuning voor haar toeristische basiswerking (80.000 euro in 2012). Zo leverde Toerisme Vlaanderen input voor het rolstoelplan Brussel van USE-IT. Verder werd er onderzocht of het toeristisch informatiekantoor voor jongeren kon worden geïntegreerd in het gebouw van Toerisme Vlaanderen op de Grasmarkt. USE- IT had de specifieke wens om een aparte ruimte en inkom voor hun informatiekantoor te hebben. Om diverse redenen zoals andere openingsuren, veiligheid, verbouwingskost, is het informatiekantoor van USE-IT niet geïntegreerd binnen het gebouw van Toerisme Vlaanderen. USE-IT is sinds 1 juli 2011 gehuisvest op een nieuwe locatie in de Steenkoolkaai te Brussel.

4. a) Voor het realiseren van de vijf doelstellingen die in de beleidsnota toerisme 2009-2014 werden vooropgesteld zijn volgende stappen gezet: Doelstelling 1: logiesaanbod - Het label hostel, dat budgetvriendelijke en specifieke jongerenlogies herkenbaar maakt voor de doelgroep, werd ingevoerd. - Het stimuleren van voldoende hostelaccommodatie in de Vlaamse kunststeden en Brussel gebeurt in het kader van de uitvoering van het decreet Toerisme voor Allen. (Subsidies voor Bauhaus hostel te Brugge, Leuven City hostel in Leuven ). Toerisme Vlaanderen benaderde daarnaast ook reeds verschillende kandidaatuitbaters/investeerders met plannen voor het openen van een hostel in Brussel en in Gent en informeerde hen over de mogelijkheden. - Wat de inhaalbeweging jeugdverblijfinfrastructuur betreft, verwijs ik naar het antwoord op vraag 3. Doelstelling 2: productontwikkeling - USE-IT, dat over de nodige expertise beschikt op het vlak van jeugdtoerisme werd in het kader van het kunststedenactieplan financieel ondersteund voor de aanmaak van specifiek op de jeugd gerichte toerismekaarten voor de steden Mechelen, Leuven, Antwerpen, Brussel, Brugge en Gent. Doelstelling 3: promotie - de promotionele ondersteuning van Antwerpen als Europese jongerenhoofdstad 2011 Doelstelling 4: onthaal - Ik verwijs naar mijn antwoord op 3 e) in verband met de samenwerking met USE- IT. Doelstelling 5: Kennis verwerven, informatie verspreiden - Toerisme Vlaanderen is actief lid van Wysetc and STay Wyse om de evoluties binnen het internationaal jongerentoerisme te monitoren. - het beheer van de aankomst- en overnachtingscijfers levert eveneens kennis op over het jeugdtoerisme b) Er bestaan geen overnachtingcijfers naar leeftijd. De aantrekkelijkheid van bestemming Vlaanderen voor buitenlandse jongeren kunnen we alleen proberen af te lijden uit andere bronnen en onderzoeken. Zo bestaat wel onderzoek naar nationaliteit van wie in jeugdverblijfcentra logeert. Op een totaal van 2.862.211 overnachtingen in 2010 waren er 346.804 overnachtingen van niet-belgen. Belangrijkste buitenlandse gasten in jeugdlogies zijn Nederlanders (142.611), Britten (52.604), Fransen (31.237), Duitsers (27.204) en Spanjaarden (17.794). Een onderzoek naar het profiel, motivatie en behoeften van de individuele jongerentoerist in de Vlaamse kunststeden leert dat buitenlandse jongeren die in Europa een rondreis maken gemiddeld 4,7 landen bezoeken bovenop België. België vertegenwoordigd gemiddeld 19% van de totale bestemming, maar is in 24% van de rondreizen wel de eerste bestemming. Wat erop wijst dat als internationale jongeren België (en dan is dat meestal Vlaanderen en Brussel) in hun rondreis opnemen, ze er iets vaker hun rondreis starten. Waarschijnlijk omdat de bereikbaarheid zo goed is en het centraal gelegen is. Een marktonderzoek uit 2005 over de kunststeden leert dat ongeveer 30% van de recreatieve verblijfstoeristen in de kunststeden die niet in groep reist tussen 18 en 29 jaar oud is. Dat maakt dat er in 2005 ongeveer 500.000 aankomsten van leisuretoeristen waren in de zes kunststeden. Daar zitten zowel citytrips als rondreizen bij en uiteraard verblijven veel van deze toeristen in hotels.

5. Na verschillende overlegmomenten werd een voorontwerp van decreet houdende subsidiering van jeugdverblijfcentra, hostels, de ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme opgesteld. Dit voorontwerp werd gunstig geadviseerd door de Inspectie van Financiën. Eerdaags zal dit voorontwerp geagendeerd worden op de Vlaamse regering. Na de principiële goedkeuring ervan zullen dan alle benodigde adviezen (Vlaamse Jeugdraad, Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media en Raad van State) ingewonnen worden. De vooropgestelde timing is dat het decreet van kracht gaan per 1 januari 2013. 6. a-b) De opmaak van een typologie werd besproken op een overlegmoment tussen Toerisme Vlaanderen en de coördinator van het Vlaams Jeugdbeleidsplan. Er dient in de eerste plaats bekeken te worden of de huidige typologie een goed beeld kan schetsen van de sector van de jeugdverblijfcentra, dan wel of er andere factoren (bv stedelijk, landelijk) nodig zijn om dit beeld te kunnen verfijnen. Deze oefening zal in de loop van 2012 plaatsvinden. Het al dan niet uitbreiden van de website www.jeugdverblijven.be is afhankelijk van de uitkomst van deze oefening. Voor wat betreft de bevoegdheid Jeugd heb ik als minister bevoegd voor Jeugd net het antwoord gegeven. De aanpassing van het decreet is de enige actie die door mezelf in dit kader dient ondernomen te worden. In functie van de opmaak van het bovenvermelde decreet en uitvoeringsbesluit zal er nagegaan worden welke extra gegevens opgenomen moeten worden op de website www.jeugdverblijven.be. Er dient hier wel aan toegevoegd te worden dat deze website, een samenwerkingsverband tussen Toerisme Vlaanderen, de afdeling Jeugd van het Agentschap Sociaal Cultureel Werk en de vzw Centrum voor Jeugdtoerisme, reeds zeer vele zo niet alle gegevens bevat die dienstig zijn om een goede keuze te kunnen maken van jeugdverblijfcentrum. c) Dit werd besproken tussen Toerisme Vlaanderen en de coördinator van het Vlaams Jeugdbeleidsplan. Wat het beleidsveld toerisme betreft laat het decreet Toerisme voor Allen geen aankoop van verblijfplaatsen of kampplaatsen in andere Gewesten toe. Vooralsnog werd daarover ook geen overleg met de andere Gewesten gepland. Het Steunpunt Jeugd heeft minister Smet verzocht een duidelijk overzicht te geven van alle situaties en problemen die jongeren uit Vlaanderen ondervinden bij hun kampen in Wallonië. Na kennis genomen te hebben van dit overzicht zal minister Smet bekijken hoe een aantal dingen makkelijker geregeld kunnen worden, en dit uiteraard in overleg met bevoegde collega s van andere gewesten. BIJLAGEN 1. Overzicht subsidies jeugdverblijven 2010 en 2011 2. Stand van zake in de uitvoering van actieplan zonevreemde jeugdverblijven 3. Overzicht van de verblijfcentra die in 2010-2012 operationeel worden