Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/051 BERAADSLAGING NR 09/003 VAN 13 JANUARI 2009, GEWIJZIGD OP 2 JUNI 2009, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS AAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN MET HET OOG OP EEN ONDERZOEK AANGAANDE DE DUURZAME ACTIVERING IN DE BELGISCHE OPENBARE CENTRA VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op de artikelen 5 en 15; Gelet op de aanvraag van de Universiteit Antwerpen van 28 november 2008; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 19 december 2008; Gelet op de bijkomende aanvraag van de Universiteit Antwerpen van 14 mei 2009; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 20 mei 2009; Gelet op het verslag van de heer Yves Roger; 1. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1.1. De Universiteit Antwerpen verricht momenteel een onderzoek aangaande de duurzame activering (doorstroming naar tewerkstelling) in de Belgische openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in opdracht van de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke Integratie.
Het onderzoek richt zich op, enerzijds, de volledige populatie van (ongeveer veertigduizend) personen die in de periode tussen 2003 en 2007 een activeringsmaatregel hebben beëindigd in het kader van het recht op maatschappelijke integratie en, anderzijds, een (even grote) steekproef van personen die een activeringsmaatregel hebben beëindigd via de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening of die tewerkgesteld zijn geweest in een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (PWA). Een activeringsmaatregel wordt gedefinieerd als een maatregel die tot doel heeft om een werkzoekende of een leefloongerechtigde te integreren in de sociale en/of reguliere arbeidsmarkt. 1.2. Voor het uitvoeren van het onderzoek wenst de Universiteit Antwerpen per betrokkene gebruik te maken van bepaalde gecodeerde persoonsgegevens uit het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming. Persoonsgegevens over de activeringsmaatregel: de aard van de activeringsmaatregel en de betrokken instelling van sociale zekerheid (de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke Integratie dan wel de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening). Persoonskenmerken: de leeftijdsklasse, het jaar van het overlijden, het geslacht, de nationaliteitsklasse, de gemeente van de woonplaats, het profiel van de statistische sector van de woonplaats (dat wil zeggen de werkzaamheidsgraad, de activiteitsgraad en de verdeling in functie van de leeftijdsklasse, het geslacht, de nationaliteit en de gezinspositie), de gezinspositie, het type huishouden en de nomenclatuurcode van de socio-economische positie. Algemene persoonsgegevens over de loopbaan van de betrokkene: de aanduiding dat de betrokkene het statuut van rechthebbende op maatschappelijke integratie of maatschappelijke hulp al dan niet cumuleert met het statuut van werkende, werkzoekende, persoon in loopbaanonderbreking of tijdskrediet, vrijgestelde werkzoekende, pensioentrekkende of bruggepensioneerde, de aanduiding dat de betrokkene al dan niet een job heeft in het kader van een activering, een job combineert met een (halftijds of voltijds) brugpensioen, een (deeltijdse of volledige) loopbaanonderbreking of tijdskrediet of een inkomensgarantieuitkering, de aanduiding dat de betrokkene al dan niet tewerkgesteld is in het PWA-stelsel, de aanduiding dat de betrokkene al dan niet het statuut van zelfstandige of helper heeft en een uitkering ontvangt als uitkeringsgerechtigde volledige werkloze, de aanduiding dat de betrokkene al dan niet een vrijgestelde werkloze is (hetzij als oudere hetzij omwille van familiale of sociale redenen, omwille van een beroepsopleiding of omwille van een andere reden), de aanduiding dat de betrokkene al dan niet pensioentrekkend en werkend is en de aanduiding van de aard van het pensioen. Persoonsgegevens ter beschikking gesteld door de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke Integratie: het toepasselijke stelsel (maatschappelijke integratie dan wel maatschappelijke hulp), de gemeentecode van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, het soort maatschappelijke hulpverlening, het soort tewerkstelling van de hoofdbegunstigde in het kader van artikel 60, 7, het soort tewerkstelling van de partner in het kader van artikel 60, 7, de plaats van tewerkstelling van de hoofdbegunstigde in het kader van artikel 60, 7, de plaats van tewerkstelling van de partner in het kader van artikel 60, 7, de categorie van leefloongerechtigde, de categorie van begunstigde van financiële
steun, de aanduiding van de partnerschapsovereenkomst voor de begeleiding van de tewerkstelling van de hoofdbegunstigde, de aanduiding van de partnerschapsovereenkomst voor de begeleiding van de tewerkstelling van de partner, het statuut van begunstigde van financiële steun equivalent aan het leefloon, het type tewerkstellingsprogramma (activeringsprogramma) van de hoofdbegunstigde op maatschappelijke integratie, het type tewerkstellingsprogramma (activeringsprogramma) van de partner van de hoofdbegunstigde op maatschappelijke integratie, het type socioprofessionele integratie van de hoofdbegunstigde op maatschappelijke integratie, het type socioprofessionele integratie van de partner van de hoofdbegunstigde op maatschappelijke integratie, het type geïndividualiseerd integratieproject van de hoofdbegunstigde en het type geïndividualiseerd integatieproject van de partner van de hoofdbegunstigde. Persoonsgegevens ter beschikking gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (met betrekking tot de laatste dag van het trimester): de werknemersklasse, de gedetailleerde werknemersklasse, de belangrijkheidscode van de job, de werknemerscode, het arbeidsstatuut, het percentage deeltijdse arbeid (in klassen), het arbeidsregime, het aantal uren deeltijdse arbeid, het gemiddeld aantal uren per week van de voltijdse referentiewerknemer, het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel van de werknemer, de functiecode, het statuut van de functie, de werknemerscategorie, het aantal wekelijks te presteren uren door de maatman en het voltijdsequivalent exclusief gelijkgestelde dagen. Persoonsgegevens ter beschikking gesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (met betrekking tot de laatste maand van het trimester): de aanduiding dat de begunstigde al dan niet voltijds of deeltijds tewerkgesteld is in de job in het kader van een activering, het percentage van de arbeidsduur in verhouding tot een voltijdse werknemer in de job in het kader van een activering, het werkloosheidsstatuut, de code die voor de verschillende activeringsmaatregelen aangeeft aan welke toekenningsvoorwaarden de persoon voldoet, de begin- en einddatum van de activering, de werkloosheidsduur, het aantal uren gewerkt in het kader van een PWA gedurende de referentiemaand en de manier waarop de persoon geselecteerd werd voor een activiteit in het kader van een PWA. Persoonsgegevens ter beschikking gesteld door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (met betrekking tot de laatste maand van het trimester): de functie van de betrokken persoon in de periode voorafgaand aan de erkenning door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit, de aanduiding dat de betrokkene al dan niet nog invalide was op de laatste dag van het kwartaal, het aantal betaalde uitkeringsdagen en het stelsel van de invalide. Persoonsgegevens ter beschikking gesteld door het Nationaal Intermutualistisch College (met betrekking tot de laatste maand van het trimester): het stelsel van de rechthebbende, het aantal dagen in arbeidsongeschiktheid en de code die aangeeft dat de betrokkene al dan niet een uitkering of een uitkering voor aangepast werk ontvangt. 2. BEHANDELING VAN DE AANVRAAG
2.1. Krachtens artikel 5, 1, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verzamelt de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid persoonsgegevens bij de instellingen van sociale zekerheid, slaat ze op, voegt ze samen en deelt ze mee aan de personen die ze nodig hebben voor het verrichten van onderzoeken die nuttig zijn voor de kennis, de conceptie en het beheer van de sociale zekerheid. Het betreft een mededeling van persoonsgegevens die krachtens artikel 15, 1, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid een principiële machtiging van de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid vereist. 2.2. Het onderzoek van de Universiteit Antwerpen betreft de duurzame activering in de Belgische openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het betreft een gerechtvaardigd doeleinde. De mee te delen persoonsgegevens lijken, uitgaande van dat doeleinde, ter zake dienend en niet overmatig. De mee te delen persoonsgegevens uit het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming kunnen slechts door middel van een betekenisloos volgnummer in verband worden gebracht met een geïdentificeerde of identificeerbare persoon. De eigenlijke persoonskenmerken worden daartoe beperkt en doorgaans in klassen meegedeeld (het weze opgemerkt dat de gemeente van de betrokkene en van het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wel als dusdanig zou worden meegedeeld vermits de onderzoekers wensen na te gaan welk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor de betrokkene). 2.3. Het gaat om een latere verwerking van gecodeerde persoonsgegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden, waardoor de bepalingen van afdeling II van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens dienen te worden nageleefd. De Universiteit Antwerpen kan hogervermeld doeleinde niet verwezenlijken aan de hand van anonieme gegevens vermits het de situatie van individuen dient te kunnen opvolgen en hun profiel dient te kunnen schetsen. 2.4. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid mag de gecodeerde persoonsgegevens slechts meedelen nadat ze, overeenkomstig artikel 13 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, in het bezit werd gesteld van het door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer uitgereikte ontvangstbewijs van de door de Universiteit Antwerpen verrichte aangifte van de verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden.
2.5. De Universiteit Antwerpen dient er zich contractueel toe te verbinden alle mogelijke middelen te zullen inzetten om te vermijden dat de identiteit van de personen op wie de meegedeelde persoonsgegevens betrekking hebben, zou worden achterhaald. In elk geval is het, overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, verboden om handelingen te stellen die ertoe strekken de meegedeelde gecodeerde persoonsgegevens om te zetten in niet-gecodeerde persoonsgegevens. Het niet-naleven van dit verbod kan, krachtens artikel 39, 1, van de wet van 8 december 1992, een strafrechtelijke veroordeling tot een geldboete van honderd tot honderdduizend euro tot gevolg hebben. 2.6. Overeenkomstig artikel 23 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens mogen de resultaten van de verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet worden bekendgemaakt in een vorm die de identificatie van de betrokken persoon mogelijk maakt tenzij deze laatste daartoe zijn toestemming heeft gegeven en de persoonlijke levenssfeer van derden niet wordt geschonden of tenzij de bekendmaking van niet-gecodeerde persoonsgegevens beperkt blijft tot persoonsgegevens die kennelijk door betrokkene zelf publiek zijn gemaakt of die in nauw verband staan met het publiek karakter van betrokkene of van de feiten waarbij deze laatste betrokken is of is geweest. Met voorbehoud van voormelde uitzonderingen, dienen de onderzoeksresultaten aldus op een anonieme wijze te worden gepubliceerd. 2.7. De Universiteit Antwerpen dient bij de verwerking van de persoonsgegevens rekening te houden met de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, hun uitvoeringsbesluiten en elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 2.8. De Universiteit Antwerpen mag de persoonsgegevens bijhouden zolang dat noodzakelijk is met het oog op het verwezenlijken van het onderzoek in kwestie en maximaal tot 31 oktober 2009.
Om deze redenen, verleent de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid een machtiging voor de mededeling van de hogervermelde gecodeerde persoonsgegevens aan de Universiteit Antwerpen met het oog op het verwezenlijken van een onderzoek aangaande de duurzame activering in de Belgische openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Yves ROGER Voorzitter De zetel van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid is gevestigd in de kantoren van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, op volgend adres : Sint- Pieterssteenweg 375 1040 Brussel (tel. 32-2-741 83 11)