DAB-1 DAB-2. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

Vergelijkbare documenten
SK-4. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding. Art.-Nr

FB-1 / FB-2. Führerstandsbeleuchtung. Cab light. Eclairage de cabine. Machinistenhuisverlichting. Anleitung. Manual. Mode d emploi.

s88-n-adapter Adaptateur s88-n Version S88-A-BL Version S88-A-BR Version S88-A-SL Version S88-A-SR

Inhoudsopgave. Nederlands

FCS-L. Beleuchtungsmodul für Faller* Car-System

WIB-2 WIB-3 WIB-4. Manual. Carriage lighting. Handleiding. Eclairage intérieur pour voitures. Rijtuiginterieurverlichting

FCS-1. Einsatzfahrzeug- Beleuchtung für Faller* Car-System Emergency vehicle light compatible to the Faller* Car-System

WBA-1. WBA-2 Mode d emploi. Wechselblinker Double flashlight Boîtier clignotant Knipperlicht. Anleitung. Manual

WRM-1. Weichenrückmelder. Points indicator. Indicateur de position. Wisselterugmelder. Anleitung. Manual. Mode d emploi.

LSU. Lichtsignalumschalter für Märklin* Hobby-Signale. Light signal switch for Märklin* Hobby light signals Anleitung

SD-1. Schaltdecoder. Motorola-Format. Switching decoder. Motorola-Format. Décodeur de commutation. Format-Motorola. Schakeldecoder.

Minitimer MT-2. Einschaltverzögerung. Delayed switching. Temporisateur. Inschakelvertraging. Anleitung. Manual. Mode d emploi.

Minitimer MT-1. Zeitschalter. Time switch. Minuterie. Tijdschakelaar. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

KSM-1. Kehrschleifenmodul für Digitalsysteme. Loop module for digital controlled model railways

FD-5. Funktionsdecoder DCC-Format. Function decoder DCC-Format. Décodeur de fonctions Format-DCC. Funktiedecoder DCC-format. Anleitung.

S88-1. s88-rückmelder. s88-feedback Module. Décodeur s88. s88-terugmelder. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

FD-1. Funktionsdecoder Motorola-I-Format. Function decoder Motorola-I-Format. Décodeur de fonctions Format-Motorola I

GBM-1. Gleisbesetztmelder. Track Busy Indicator. Indicateur d occupation. Railbezetmelder. Anleitung. Manual. Mode d emploi.

Inhoudsopgave. (Pagina s I tot IV kunnen uitgenomen worden). Pagina 51

WD-1. Weichendecoder Motorola-Format. Points decoder Motorola format. Décodeur d aiguillage Format Motorola. Anleitung Motorola-Format Manual

FD-4. Funktionsdecoder Motorola-II-Format. Function decoder Motorola-II-Format. Décodeur de fonctions Format-Motorola II

FD-5. Funktionsdecoder DCC-Format. Function decoder DCC-Format. Décodeur de fonctions Format-DCC. Anleitung DCC-format Manual. Functiedecoder.

Light Computer LC. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

RCA-1. RailCom Anzeige. RailCom display device. Afficheur RailCom. Anleitung. RailCom-display. Manual. Mode d emploi. Handleiding

FD-2. Funktionsdecoder Motorola-II-Format. Function decoder Motorola-II-Format. Décodeur de fonctions Format-Motorola II

FCS-2. Fahrzeugmodul für Faller* Car-System. Vehicle module compatible Anleitung to the Faller* Car-System Manual. du Faller* Car-System Handleiding

s88-booster S88-2 Anleitung Manual Mode d emploi Handleiding Art.-Nr /

FD-6. Funktionsdecoder DCC-Format. Function decoder DCC format. Décodeur de fonctions Format DCC. Anleitung. Functiedecoder.

WIB-11 WIB-12 WIB-13. Wageninnenbeleuchtung. Carriage lighting. Anleitung Eclairage intérieur pour voitures. Manual. Mode d emploi

Booster B-2. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding. Art.-Nr Art.-Nr

FCS-3. Busmodul für Faller* Car-System. Bus module compatible to the Faller* Car-System. du Faller* Car-System Manual

WIB-5. Manual. Handleiding. Innenbeleuchtung für Faller* Car-System und Modellbahn-Fahrzeuge

S88-3. s88-rückmelder. s88-feedback Module. Décodeur s88. s88-terugmelder. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

XNControl. XpressNET-Adapter voor de digitale besturing EasyControl. Handleiding. Art.-Nr (bouwset) / (gemonteerd)

LD-G-6. Lokdecoder für Gleichstrommotoren DCC-Format. Locomotive Decoder for DC engines DCC-Format

RCD-1. RailCom-Detektor. RailCom detector. Détecteur RailCom. RailCom-detector. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

LD-G-5. Lokdecoder für Gleichstrommotoren DCC-Format. Locomotive Decoder for DC engines DCC-Format

FCS-R. Radarfalle für Faller* Car-System. Speed trap compatible to the Faller* Car-System Anleitung

Booster B-3. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding. Art.-Nr

GBM-8. Gleisbesetztmelder. Track Busy Indicator. Indicateur d occupation. Railbezetmelder. Anleitung. Manual. Mode d emploi.

LD-G-5. Lokdecoder für Gleichstrommotoren. Locomotive decoder for DC engines DCC format. Anleitung. Manual. Locdecoder voor gelijkstroommotoren

tams elektronik WRM-4 tams elektronik Handleiding 4-voudige Wisselterugmelder Artikel-Nr n n n

SniffControl. Adapter voor het aansluiten van digitale centrales op de digitale besturing EasyControl. Handleiding. Art.-Nr.

Booster-Link. mfx -Adapter für Booster. mfx adapter for booster. Adaptateur mfx pour. mfx -adapter voor boosters. Anleitung. Manual.

SD-5. WD-5 Mode d emploi

LD-W-7 LD-G-7. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

LD-G-15. Lastgeregelter Lokdecoder für Gleichstrommotoren DCC-Format. Locomotive Decoder with load control for DC engines - DCC format

tams elektronik Booster-Link mfx -Adapter für Booster mfx adapter for booster Adaptateur mfx pour mfx -adapter voor boosters Anleitung Manual

LC Light Computer. Anleitung. Für alle Bausätze und Fertig-Bausteine der LC-Serie.

Commande de gare cachée. Shaduwstationbesturing. Mode d emploi. Handleiding

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen:

tams elektronik KSM-2 Kehrschleifenmodul für Digitalsysteme Loop module for digital controlled model railways

PhoneControl. Telefoonadapter voor de digitale besturing EasyControl. Handleiding. Art.-Nr /

Anleitung. Booster B-2 Manual. Mode d emploi. Handleiding. Art.-Nr /

FD-3. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Funktionsdecoder Motorola-Format. Function decoder Motorola-Format. Décodeur de fonctions Format Motorola

LD-G-9. Lokdecoder für Gleichstrommotoren DCC-Format. Locomotive Decoder for DC engines DCC format. avec moteur continu Format DCC

LD-W-3. LD-G-3 Anleitung. Manual. Mode d emploi. Handleiding

LD-G-8. Lastgeregelter Lokdecoder für Gleichstrommotoren DCC-Format. Locomotive Decoder with load control for DC engines - DCC format

Handleiding GBM-8. Artikel-Nr tams elektronik. 8-voudige Railbezetmelder

Handleiding KSM-3. Artikel-Nr tams elektronik. Keerlusmodule voor digitale modelspoorbanen

LD-G-2. Lastgeregelter Lokdecoder für Gleichstrommotoren Motorola-Format. Lastgeregelde locdecoder voor gelijkstroommotoren Motorola-format

by illumicon CTCSS encoder Pietershoek XA Veldhoven The Netherlands fax

Digibytez Website: E mail: Handleiding LED dobbelsteen

tams elektronik SD-34 SD-34.2 tams elektronik Handleiding SD-34.2 SD-34 4-voudige Schakeldecoder DCC

Handleiding S88-4. Artikel-Nr tams elektronik. s88-terugmelder 16-voudig

Handleiding KSM-2. Artikel-Nr tams elektronik. Keerlusmodule voor digitale modelspoorwegen

tams elektronik SD-34 SD-34.2 tams elektronik Handleiding SD-34.2 SD-34 4-voudige Schakeldecoder DCC

Handleiding. DBMK100 Mini LED dobbelsteen. Versie 1.0 (februari 2012) Digibytez Website:

Spanningsomvormermodule

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Handleiding. DBMK101 LED dobbelsteen. Versie 2.0 (augustus 2013) Digibytez Website:

Handleiding. DBMK103 Simon Says. Versie 1.0 (Augustus 2014) Digibytez Website:

H-TRONIC pendeltreinautomaat

Handleiding SD-34. Artikel-Nr tams elektronik. 4-voudige Schakeldecoder. MM DCC RailCom. tams elektronik.

Gebruik in geen geval soldeervet!!!! Dit zal uw print en de componenten beschadigen.

Bestnr Module SMD- Servotester

SD-34. WD-34 Handleiding. Anleitung. Manual. Mode d emploi. Schaltdecoder Accessory Decoder Décodeur de commutation Schakeldecoder

tams elektronik Servo aansturing SAS tams elektronik Handleiding Voor alle bouwkits en kant en klare bouwstenen uit de SAS-Serie

Handleiding PZS-2. Artikel-Nr tams elektronik. Pendeltreinsturing voor modelspoorbanen met een analoge gelijkstroom

8-VOUDIGE BEZETMELDER

RailCom-Sender und Funktionsdecoder. RailCom transmitter and function decoder Anleitung. Manual décodeur de fonctions Mode d emploi

PZS-3. Pendelzugsteuerung Anleitung. Shuttle-train control Manual. Gestion de navette Mode d emploi. Pendeltreinsturing Handleiding

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

NCV 2.1 Nixie Klok. extra montage aanwijzingen

tams elektronik WD-34 WD-34.2 tams elektronik Handleiding WD-34.2 WD-34 4-voudige Wisseldecoder

Bouwbeschrijving. Functiebouwsteen FB-SW (vanaf maart 2010)

tams elektronik WD-34 WD-34.2 tams elektronik Handleiding WD-34.2 WD-34 4-voudige Wisseldecoder

43 Keerlusprint Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0

tams elektronik RCD-1 tams elektronik Handleiding 1-voudige RailCom-detector Artikel-Nr n n n

Handleiding PZS-3. Artikel-Nr tams elektronik. Pendeltreinsturing voor modelspoorbanen met een analoge wisselstroom

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

WISSELDECODER. Handleiding

Handleiding DCC Functie-Decoder

Handleiding WD-34. Artikel-Nr tams elektronik. 4-voudige Wisseldecoder. MM DCC RailCom. tams elektronik.

Digitale decoder voor magneetartikelen. Montage handleiding DIGITAL 2. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Technische gegevens 12

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

Transcriptie:

DAB-1 Digitaler Anfahr- / Bremsbaustein Motorola-Format Digital acceleration / braking control Motorola-Format Module numérique de démarrage / arrêt Format-Motorola Digitale optrek- en afremschakeling Motorola-format Anleitung Manual Mode d emploi Handleiding DAB-2 Langsamfahrstrecke Motorola-Format Reduce speed section Motorola-Format Art.-Nr. 22-01-020 C 21 66 06 Art.-Nr. 22-01-020 C 21 73 53 Art.-Nr. 21-01-031 C 21 73 43 Art.-Nr. 22-01-031 C 21 73 45 Ralentisseur Format-Motorola Langzaamrijden baanvak Motorola-format

05/2001 Tams Elektronik GmbH Alle Rechte, insbesondere das Recht der Vervielfältigung und Verbreitung sowie der Übersetzung vorbehalten. Vervielfältigungen und Reproduktionen in jeglicher Form bedürfen der schriftlichen Genehmigung durch die Tams Elektronik GmbH. Technische Änderungen vorbehalten. 05/2001 Tams Elektronik GmbH All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, without prior permission in writing from Tams Elektronik GmbH. Subject to technical modification. 05/2001 Tams Elektronik GmbH Tout droits réservés, en particulier les droits de reproduction et de diffusion ainsi que le traduction. Toute duplication ou reproduction sous quelque forme que ce soit nécessite l accord écrit de la societé Tams Elektronik GmbH. Sous réserve de modifications techniques. 05/2001 Tams Elektronik GmbH Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tams Elektronik GmbH. Technische wijzigingen voorbehouden. Deutsch 3 English 25 Français 45 Nederlands 66

Inhoudsopgave Hoe deze handleiding u verder helpt 67 Gebruiksvoorschriften 67 Veiligheidsvoorschriften 68 EMV - voorschrift 70 Werking 71 Controle van de inhoud 72 Keuze van de trafo 72 Technische gegevens 73 Benodigde gereedschappen en materialen 73 Goed en degelijk solderen 74 Het bouwen van de bouwset 75 Het uitvoeren van een optische controle 78 Solderen van de aansluitkabel op de DAB 78 Het uitvoeren van een functietest 79 Aansluiten van de DAB 80 Inbouw in een kastje 82 In bedrijf stellen van de DAB 83 Checklist voor storingen 84 Voorschriften voor de bouwer 85 Certificering 86 Garantiebepalingen 86 Stuklijst I.1-I.2 Printplan (Fig. 1) I.2 Schakelplan (Fig. 2) II Aansluitplannen (Fig. 3a en 3b) III-IV (Pagina I tot IV kunnen uitgenomen worden). Pagina 66

Hoe deze handleiding u verder helpt Ook als u geen bijzondere technische kennis heeft, helpt deze handleiding u stap voor stap bij het veilig en doelgericht bouwen van deze bouwset respectievelijk bij het inbouwen en het in bedrijf nemen. Voor u met de bouw van de bouwset resp. het in bedrijf stellen begint, raden wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de bouwset of de schakeling aan een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door. Gebruiksvoorschriften! Let op: Geïntegreerde schakelingen zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Raak daarom de onderdelen niet aan voordat u zichzelf heeft ontladen. Het is meestal voldoende om b.v. de radiator even aan te raken. De bouwset resp. de kant en klare bouwsteen zijn geschikt om volgens deze voorschriften gebouwd te worden resp. gebruikt te worden. De kant en klare bouwsteen is geschikt voor de inbouw in een modelspoorbaan. De kant en klare bouwsteen is geschikt voor de inbouw in een digitaal gestuurde modelspoorbaan. Hij stuurt de rijstappen van locs met Motorola decoders onafhankelijk van de op de centrale ingestelde rijstap. De DAB-1 zorgt voor het stoppen, optrekken resp. doorrijden van de loc, afhankelijk van de stand van het sein. In een met een DAB-2 aangesloten baanvak rijden de locs met een op de bouwsteen vooringestelde rijstap. De bouwset resp. kant en klare bouwsteen is niet geschikt om door kinderen onder de 14 jaar te worden gebouwd en/of ingebouwd te worden. Pagina 67

Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen van deze handleiding. Ieder ander gebruik is niet gerechtvaardigd. Veiligheidsvoorschriften Mechanische gevaren Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken. Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe. Elektrische gevaren Aanraken van onder spanning staande delen. Aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder spanning staan. Kortsluitingen. Aansluiten aan een niet geschikte spanning. Ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid. Vorming van condenswater kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te nemen: Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze toestand. Gebruik voor de bouwsteen alleen lage spanningen zoals aangegeven in de technische gegevens. Gebruik daarvoor uitsluitend goedgekeurde transformatoren. Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten/ soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen. Pagina 68

Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste draaddoorsnede. Het bouwen en inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten, schone en droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en nattigheid. Na de vorming van condenswater dient u voor het werk minimaal 2 uur acclimatiseringtijd in acht te nemen. Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserveonderdelen. Brandgevaar Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen. Thermische gevaren Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door: bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te gebruiken, de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te leggen, bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te letten en vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de soldeerstift af te strijken. Pagina 69

Omgevingsgevaren Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid. Andere gevaren Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen kinderen onder de 14 jaar bouwsets niet bouwen en bouwstenen niet inbouwen. Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen. In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door geschoold personeel te worden begeleid. In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van toepassing (NEN 1010). EMV - voorschrift Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014 en EN 50082-1, getest naar de EG - richtlijn 89/336/EWG (EMVG van 09.11.1992, elektromagnetische verdraagzaamheid) en komt overeen met de wettelijke bepalingen. Om de elektromagnetische stoorvastheid en verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen: Pagina 70

Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos. Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de aanwijzingen, het schakelschema en print lay-out van deze handleiding nauwkeurig op. Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen. Werking DAB-1 "Digitale optrek- en afremschakeling" De bouwsteen voorziet een van het railnet gescheiden blok van digitale rij-informatie en stroom. De micro-controller op de bouwsteen leest de digitale signalen die de centrale aan de loc stuurt en modificeert deze naar behoefte. Door de beide aan de bouwsteen aangesloten contacten "REMMEN" en "STOP" stuurt de bouwsteen de loc afhankelijk van de actuele stand van het hoofdsein. Toont het sein "rijden" (d.w.z. de ingang "Signaal" is open), dan passeert de loc het sein (en de beide contacten) met de op de centrale ingestelde rijstap. Toont het sein "Halt", dan moet aan de ingang "Signaal" de massa worden verbonden. De loc vertraagt dan bij het contact "REMMEN" eerst naar rijstap 4 (zoals bij het grote voorbeeld na het passeren van een voorsein). Wordt het contact "STOP" bereden, dan wordt de rijstap 0 verstuurd, de loc stopt. Zodra het sein "rijden" toont (d.w.z. de ingang "Signaal" is weer open), rijdt de loc direct verder met de op de centrale ingestelde rijstap. Dit geldt ook, wanneer het sein voor het bereiken van het contact "STOP" op "rijden" wordt omgezet. Hierdoor is een dynamisch blokbedrijf mogelijk. Passeert de loc het sein in omgekeerde richting (dus eerst het contact "STOP" en dan het contact "REMMEN"), dan herkent de bouwsteen automatisch "foutieve richting". De op de centrale ingestelde rijstap wordt in dit geval niet beïnvloed. Na een "foutieve richting" wordt de bouwsteen pas weer geactiveerd nadat het sein kort op "rijden" wordt geschakeld. Pagina 71

DAB-2 "Langzaam rijden" De bouwsteen voorziet een van het railnet gescheiden blok van digitale rij-informatie en stroom. De micro-controller op de bouwsteen leest de digitale signalen, die de centrale aan de loc stuurt en modificeert deze signalen binnen het aangesloten blok. Op de bouwsteen wordt één van de acht mogelijke rijstappen vast ingesteld. Zodra de loc het gecontroleerde blok binnenrijdt, rijdt zij met de op de bouwsteen ingestelde rijstap verder. Na het verlaten van het gecontroleerde blok rijdt zij verder met de op de centrale ingestelde rijstap. Kortsluiting Herkent de bouwsteen een kortsluiting, dan wordt automatisch de aangesloten booster uitgeschakeld. Daardoor wordt voorkomen, dat op de rails of de wielen lasplekken ontstaan of dat de bouwsteen beschadigd wordt. Controle van de inhoud Controleer direct na het uitpakken de inhoud op volledigheid: 1 bouwset, bestaande uit de in de stuklijst (pagina I) opgenomen onderdelen en 1 print resp. kant en klaar gesoldeerde bouwsteen en 1 weerstand 220 kω 1 handleiding Keuze van de trafo De spanning van de trafo mag niet onder de 16 volt komen. Bij een lagere spanning rijden de locs langzamer en lichten de lampen minder fel op. Wij bevelen een trafospanning 18 Volt aan. Pagina 72

Technische gegevens Bedrijfsspanning Ingangsspanning Bij R6 = 220 kω Bij R6 = 220 Ω Uitgangsspanning Vermogen 16-20 Volt wisselspanning 12-20 Volt gelijkspanning TTL-puls (0...5 Volt) max. 18 Volt wisselspanning max. 40 Watt Beschermwijze IP 00 Omgevingstemperatuur in bedrijf 0 - + 60 C Omgevingstemperatuur in opslag -10 - + 80 C Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 % Afmetingen van de print ca. 76 x 69 mm Gewicht van de schakeling ca. 72 g Benodigde gereedschappen en materialen Leg de volgende gereedschappen, hulpmiddelen en materialen gereed: een hittebestendige ondergrond, een soldeerstandaard en een doekje, spons of siliconendoek voor het schoonmaken van de soldeerpunt, een kleine zijkniptang en een isolatietang, een pincet en een platte bektang (niet nodig indien u een kant en klare bouwsteen heeft aangeschaft), een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift Soldeertin (liefst 0,5 mm. doorsnede), Lintdraad (Doorsnede: > 0,22 mm² voor het aansluiten van de trafo aan de centrale en > 2,0 mm² voor het aansluiten van de trafo en de rails) Voor DAB-1: eventueel 1 schakelaar voor het aansluiten aan een sein, 2 schakelcontacten (b.v. reedcontacten, IR lichtsluizen) Pagina 73

Voor DAB-2: 3 schakelaars (voor SW-1 tot SW-3) of vergelijkbaar voor het instellen van de rijstap Goed en degelijk solderen! Let op: Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de aanwijzingen op. Wanneer u een goed geoefend bent in het solderen dan kunt u het volgende stuk overslaan. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen en koperbanen kunnen beschadigen. Gebruik alleen soldeertin SN 60 Pb (d.w.z. 60 % tin, 40 % lood) met een harskern als vloeimiddel. Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaatst kan worden geleid. Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd. Ook heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als gevolg. Let bij het solderen van halfgeleiders, lichtdiodes elektrolytische condensatoren (elco s) en geïntegreerde schakelingen (IC s) op de juiste poling en dat de soldeertijd van ongeveer 5 seconden niet wordt overschreden, daar anders het onderdeel wordt beschadigd. Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het soldeeroog en het onderdeel verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de soldeerplek weg te halen. Pagina 74

Beweeg het zojuist gesoldeerde onderdeel gedurende 5 seconden niet. Er blijft dan een glanzende correcte soldeerplek achter. Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek. Knip na het solderen de aansluitdraden direct boven de soldeerplek af met een zijkniptang. Na het plaatsen controleert u de hele schakeling grondig op een goede plaatsing en een juiste poling van alle onderdelen. Controleer ook of niet per ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin met een schone soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print naar de soldeerstift. Het bouwen van de bouwset Dit gedeelte kunt u overslaan indien u een kant en klare bouwsteen heeft aangeschaft. Voorbereiding Leg de onderdelen gesorteerd voor u op de werkplek. De afzonderlijke elektronische onderdelen hebben de volgende bijzonderheden, waar u op moet letten om fouten bij het bouwen te voorkomen: Weerstanden Weerstanden remmen de stroom. Daarbij is de inbouwrichting niet van belang. Omdat ze te klein zijn om een leesbaar opschrift voeren wordt de waarde door kleurringen opgegeven. Hieronder een vertaling : Pagina 75

Pagina 76 Waarde Kleurring 220 Ω rood - rood - bruin (goud) 1 kω bruin - zwart - rood (goud) 3,3 kω oranje - oranje - rood (goud) 100 kω bruin - zwart - geel (goud) 220 kω rood - rood - geel (goud) Kleurring tussen haakjes geeft alleen het tolerantiebereik aan, hier niet van belang. Condensatoren Te onderscheiden zijn "normale" condensatoren en elektrolytische condensatoren (Elco s). Deze laatste zijn gepoold en moeten daarom in een bepaalde richting worden ingebouwd. Daarom zijn ze voorzien van een heldere streep die voorzien is van een minteken. Deze zijde moet altijd naar de min gericht zijn. Diodes Diodes laten de stroom alleen door in een bepaalde richting en moeten daarom in een bepaalde richting worden ingebouwd. Als kenmerk hebben ze een ring aan één zijde (doorlaatrichting) van het element. Op de print lay-out is dit getekend. LEDs Leds zijn bijzondere diodes. Wanneer zij in doorlaatrichting gebruikt worden, lichten ze op. De meest uiteenlopende uitvoeringen zijn te verkrijgen (kleur, grootte, vorm, lichtsterkte max. stroom, etc.). Bij de draden van de leds is de langste draad altijd de anode (pluspool). Transistors Transistors zijn eigenlijk vermogensschakelaars. Zij hebben drie aansluitingen en een afvlakking aan het huis. Ook zij moeten in een bepaalde richting ingebouwd worden. Op de print lay-out is de afvlakking aangegeven.

Bouwen IC s Nederlands De markering op het IC toont de inbouwrichting. Op het printplan is deze markering aangegeven. Begin de bouw met de weerstanden en de diodes. Soldeer eerst de onderdelen aan de soldeerzijde en knip dan met een zijkniptang de uitstekende draadeinden krap (boven de soldering) af.! Let op: Of u voor R6 een 220 Ω- of een 220 kω weerstand gebruikt, hangt ervan af, of u de bouwsteen direct op de railaansluiting van de centrale, op de boosteraansluiting van de centrale, of op een andere uitgang met TTL-puls wilt aansluiten. Bij het aansluiten op de railaansluiting gebruikt u de 220 kω weerstand, bij het aansluiten op de boosteraansluiting of een andere TTL-puls de weerstand van 220 Ω. Soldeer vervolgens de soldeerbruggen Br1 en Br2 in. Gebruik daarvoor de afgeknipte draadeindjes van de diodes of de weerstanden. Vervolgens soldeert u het IC-voetje en de transistors (behalve Q3 en Q4 ) en de condensatoren in.! Let op: Raak het Ic niet aan, voordat u zich ontladen heeft aan b.v.eein radiator. Bui de pootjes van het IC nieet om!. Aansluitend soldeert u de eindtransistors Q3 en Q4 in. Ga daarbij als volgt te werk: Buig als eerste de pootjes van de transistors Q3 en Q4 haaks om. Het gat in de transistor moet, wanneer de pootjes in de gaatjes van de print gestoken worden, over het gat van de print vallen. Schuif dan het koellichaam tussen de transistor en de print. Bevestig de beide koellichamen en de transistors met de boutjes aan de print. Soldeer als laatste de pootjes van de transistor aan de soldeerzijde. Steek tenslotte de beide IC s in de ingesoldeerde IC- voetjes. Pagina 77

! Let op: Elektrolytische condensatoren, transistors, IC s en diodes moeten overeenkomstig hun polen worden ingebouwd! Wanneer u deze foutief in soldeert kan het betreffende onderdeel bij het in werking stellen beschadigd worden. In het ergste geval kan de gehele schakeling stuk gaan. In elk geval is het onderdeel zonder functie. Het uitvoeren van een optische controle Beschadigd materiaal en/of ondeskundig bouwen kunnen verwondingen veroorzaken. Ook transportschade van een kant en klare bouwsteen kan gevaar opleveren. Voer daarom na het bouwen of het uitpakken als eerste een optische controle uit.! Let op: Sluit de schakeling nog niet op zijn stroomverzorging aan. Controleer alle boutjes, klemmen en verbindingen alsmede mechanische verbindingen op een juiste montage. De volgende punten komen te vervallen wanneer u een kant en klare bouwsteen heeft gekocht. Verwijder alle losse delen zoals, draadresten of tindruppels van de print. Verwijder scherpe kanten of puntige draadeinden. Controleer of dicht naast elkaar liggende soldeerplekken per ongeluk met elkaar verbonden zijn. Kortsluitgevaar! Controleer of alle delen juist gepoold zijn. Wanneer alle problemen opgelost zijn gaat u verder met het volgende punt. Solderen van de aansluitkabel op de DAB Aansluitkabel voor trafo en rails Soldeer de aansluitkabels voor de trafo en de rails direct in de gaatjes van de print. Als alternatief kunt u een printconnector insolderen. Bij kant en klare bouwstenen is dit reeds gedaan. Wij bevelen aan, de Pagina 78

! Let op: Sluit de DAB nog niet aan op de centrale of de rails! Nederlands kabel direct op de connector te solderen, daar stekkers na enige tijd kunnen corroderen, waardoor een hoge overgangsweerstand ontstaat. Iedere draad heeft een weerstand, die de spanning reduceert. Gebruik daarom voor het aansluiten op de rails en de trafo draden met een minimum doorsnede van 2,0 mm ². Aansluitkabel voor de centrale en de drukknop Soldeer de aansluitkabels voor de centrale en de drukknop direct in de gaatjes van de print. Als alternatief kunt u printconnectors in solderen. Bij kant en klare bouwstenen is dit reeds gedaan. In tegenstelling tot de aansluitingen voor de trafo en de rails kunt u hier gebruik maken van stekkerbussen (toebehoren). Bij de kant en klare bouwstenen zijn deze reeds aanwezig. Het voordeel van deze oplossing is dat de aansluitingen indien nodig snel uit- en in elkaar te halen zijn. Het uitvoeren van een functietest Voer ook een functietest uit waneer u een kant en klare bouwsteen heeft gekocht. Transportschade is niet altijd uit te sluiten. Sluit eerst alleen de drukknop op JP4 aan en sluit de DAB voor de functietest alleen op de trafo aan. Verbind de trafo met het net. De led toont alleen de gereedheidstoestand van de bouwsteen. Dat wil zeggen, dat hij ook dan oplicht, indien er geen ingangssignaal van de centrale aanwezig is. In dit geval ligt er een positieve gelijkspanning van ca. 18 Volt aan de rails. Zodra de bedrijfsspanning aangesloten is, moet de led oplichten. Licht de led niet op, druk dan op de "GO"-toets.! Let op: Wanneer een onderdeel heet wordt of de led licht ook niet op na het indrukken van de "GO"-toets, haal dan direct de trafo van het net en controleer de bouw. Kortsluitinggevaar! Pagina 79

Maak bewust een kortsluiting, door de beide railaansluitingen kort met elkaar te verbinden. De led moet nu doven. Na het succesvol uitvoeren van de functietest haalt u de DAB weer van de spanning af en gaat u verder met het aansluiten. Aansluiten van de DAB Maak de aansluitingen overeenkomstig de aansluitplannen fig. 3a resp. 3b. Aansluiten op de rails Let bij het aansluiten van JP1 op de rails erop, dat de beide draden (data / massa) niet verwisseld worden. Worden de aansluitingen verwisseld, dan ontstaat er bij het binnenrijden van de loc in het gecontroleerde blok een kortsluiting, die de kortsluitbeveiliging van de aangesloten booster in werking zet. Het blok, dat door de DAB wordt verzorgd, moet van de aangrenzende blokken worden geïsoleerd. Het is voldoende de data voerende spoorstaven te scheiden. Aansluiten op de centrale De beide voor het aansluiten van de centrale bedoelde verbindingen gaan vanaf JP3 op de print. U kunt als alternatief de DAB op de railaansluiting of op de boosteraansluiting van de centrale aansluiten. Aansluiten op de railaansluiting van de centrale Bekijk het aansluitplan fig. 3 a. Wanneer u de DAB op de railaansluiting van de centrale wilt aansluiten, moet u voor R6 een weerstand van 220 kω insolderen. Sluit de dataleiding aan op de uitgang van de centrale, die voor de middengeleider van de rails bedoeld is. De railaansluiting is bij vele fabrikanten rood gemerkt. De massaleiding verbindt u met de massa-aansluiting van de centrale. Veel fabrikanten gebruiken als kenmerk voor deze aansluiting de kleur bruin. Pagina 80

! Let op: De DAB kant en klare bouwsteen is standaard voor het aansluiten op de boosteraansluiting uitgerust. Wanneer u een kant en klare bouwsteen gekocht heeft en deze op de railaansluiting van de centrale wilt aansluiten, moet u de bijgeleverde weerstand van 220 kω in de dataleiding invoegen of de weerstand R6 door de weerstand van 220 kω vervangen. Aansluiten op de boosteraansluiting van de centrale Bekijk het aansluitplan fig. 3b. Wanneer u de DAB op de boosteraansluiting van de centrale of een op andere uitgang met TTLpuls wilt aansluiten, moet u voor R6 een weerstand van 220 Ω insolderen. Sluit de dataleiding op PIN5 van de boosteraansluiting aan. De massaleiding verbindt u met PIN 2 van de boosteraansluiting. Aansluiten van de contacten voor de DAB-1 Sluit de schakelaars voor het sein en de contacten "REMMEN" en "STOP" aan op JP2. Gebruik voor het aansluiten van het sein een schakelaar, die bij het tonen van "rijden" constant geopend is en bij het tonen van "Halt" constant gesloten is, d.w.z. met de massa is verbonden. Enkele armseinen hebben een geïntegreerde omschakelaar, die u kunt gebruiken. Bij lichtseinen moet een aansluiting gekozen worden, die bij de seinstand "Halt" op massa schakelt en anders open is. Is er geen omschakelaar of uitgang beschikbaar, die bij halt tonend sein aan massa ligt, dan kan een bi-stabiel relais (universeelrelais) worden gebruikt. Bouw de contacten "REMMEN" en "STOP" in het blok in. Gebruik b.v. reedcontacten. Tip: Het stop-contact moet zover van het sein verwijdert geplaatst worden, dat de loc met actieve optrek- en afremschakeling op tijd voor het sein tot stilstand komt. Pagina 81

Tip: Het "REMMEN" en het "STOP"-contact moeten tegen massa schakelen. Dit kan zoals in het aansluitplan is aangegeven door verbinding met de vierde aansluiting van JP2. Als alternatief is iedere massa-aansluiting geschikt. Aansluiten van de schakelaar voor de DAB-2 Sluit de drie schakelaars (SW1 tot SW3) aan op de ingangen JP2 overeenkomstig fig. 3b. (Schakelaars zijn niet bijgesloten). Met behulp van deze schakelaars stelt u de gewenste snelheid in overeenkomstig de onderstaande tabel. SW1 SW2 SW3 Rijstap - - - 2 1 - - 3-1 - 4 1 1-5 - - 1 6 1-1 7-1 1 8 "-" Schakelaar gesloten 1 1 1 9 "1" Schakelaar open Inbouwen in een kastje! Let op: De eindtransistors en hun koellichamen kunnen tijdens het bedrijf zeer heet worden! Bouw de eindtransistors Q3 en Q4 nooit in een gesloten kastje in. Wilt u de DAB in een kastje inbouwen dan moet u de pootjes van de eindtransistors met dikke draden (b.v. 1,5 mm 2 ) verlengen en met de koellichamen buiten het kasje op de buitenwand monteren. Gebruik geen kunststof kastjes, deze kunnen door de warmtewerking vervormen. Pagina 82

In bedrijf stellen van de DAB Overgang op andere stroomkringen Gebruik voor de overgang naar andere stroomkringen sleperwippen. Zonder deze wippen worden de beide eindtrappen van de stroomkringen met elkaar verbonden. Dit kan tot een soort kortsluiting leiden, die de zekeringen van de booster niet zonder meer laat springen. Wilt u deze wippen op grond van de slechte eigenschappen bij langzaam rijden op enkele plaatsen, niet inbouwen, let er dan op, dat de loc niet met de sleper op de scheiding blijft staan.! Let op: Wanneer de loc met zijn sleper op een scheiding blijft staan, kan bij het niet gebruiken van wippen een kortsluiting ontstaan. Deze kan na langere tijd tot beschadiging van de eindtrappen van de betreffende booster leiden. Bovendien kan het gebeuren, dat afgestelde treinen zich dan langzaam kruipend in beweging zetten en "spooktreinen" worden. Speciale functies van de centrale De bouwsteen laat buiten de functie "function" andere signalen van de centrale maar beperkt door. De functies F1 tot F4 in het Motorola-Iformat of wisseldecodersignalen worden niet doorgelaten. De functies F1 tot F4 worden in het Motorola-II-format niet (DAB-2) / niet binnen alle rijstappen doorgelaten (DAB-1). Het kan daardoor voorkomen, dat in enkele rijstappen een enkele extra functie niet in- of uitgeschakeld kan worden. Optrek- / afremschakeling van de locdecoder Zodra de loc het contact "REMMEN" berijdt, rijdt zij tot het bereiken van het contact "STOP" met rijstap 4. Dit komt overeen met het vertraagd rijden voor stop tonende seinen na het passeren van het voorsein. Voorzover er op de decoder een optrek- en afremschakeling instelbaar is, moet deze voor het bereiken van een zo natuurgetrouw mogelijk remmen voor een stop tonend sein - worden ingeschakeld. Pagina 83

Kortsluiting Na een kortsluiting wordt de bouwsteen na het indrukken van de "GO"- toets weer geactiveerd. Wanneer geen sleperwippen zijn ingebouwd, wordt de bouwsteen ook door het berijden van een van beide scheidingen naar een niet door een DAB beïnvloed blok, weer geactiveerd. Checklist voor storingen Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.! Verbreek direct de verbinding met het net! Mogelijke oorzaken: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd gesoldeerd. Voer een optische controle uit. De transistors Q 3 en Q 4 worden te heet. Mogelijke oorzaak: In de aansluitrails is een condensator gemonteerd. Verwijder de condensator. Mogelijke oorzaak: De transistors en/ of de koellichamen zijn niet voldoende gekoeld (b.v. door inbouw in een kastje). Verbeter de koeling van de koellichamen. Bij het berijden van de scheiding schakelt de DAB of de aan het aangrenzende blok aangesloten booster uit Mogelijke oorzaak: De draden zijn verwisseld op de rails aangesloten. Controleer de aansluiting van de kabel en corrigeer deze. De DAB werkt niet, de led licht niet op. Mogelijke oorzaak: Van de trafo komt geen bedrijfsspanning. Controleer of de trafo spanning levert (zit de stekker in het net?). Controleer de bedrijfsspanning met een meter. Pagina 84

Mogelijke oorzaak: De DAB is defect. Herhaal de optische controle en de functietest. Nederlands Mogelijke oorzaak: Er is een kortsluiting opgetreden. Druk op de "GO"-toets. De loc schokt na het berijden van het contact "REMMEN" bij bepaalde op de centrale ingestelde rijstappen. Mogelijke oorzaak: Het samenspel tussen de DAB en enkele decoders werkt niet goed. Kies op de centrale een andere rijstap. Kies de afstand tussen de contacten "REMMEN" en "STOP" zodanig, dat het schokken niet opvalt. De loc rijdt in het remstuk bij groen tonend sein langzamer dan in de overige stukken. Mogelijke oorzaak: De spanning van de trafo is te klein. Kies een trafo met een hogere spanning. Mogelijke oorzaak: De spanning van de op het aangrenzende blok aangesloten booster is te hoog. Kies voor de aangrenzende blokken een booster met een geschikte uitgangsspanning. De loc rijdt in het remstuk bij groen tonend sein sneller dan in de overige stukken. Mogelijke oorzaak: De spanning op de rails is te hoog. Vervang de diodes D9 en D10 door draadbruggen. Wanneer u de oorzaak van de fout niet kunt ontdekken, stuur dan de bouwsteen ter reparatie op (adres op de laatste pagina). Voorschriften voor de bouwer Diegene, die een bouwset in elkaar zet of een schakeling door uitbreiding resp. inbouwen bedrijfsgereed maakt, is naar DIN VDE 0869 de fabrikant en is verplicht, bij doorgifte van het product alle begeleidende papieren mee te leveren en ook zijn naam en adres op te Pagina 85

geven. Apparaten, die uit een bouwset zijn samengesteld, zijn veiligheidstechnisch als industriële producten te beschouwen. Certificering Het product voldoet aan de EG- Richtlijnen 89/336/EWG over elektromagnetische verdraagzaamheid en heeft hiervoor het CE certificaat. Garantiebepalingen Op dit product geven wij 2 jaar garantie. De garantie omvat een gratis reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op materiaal of fabricage onzerzijds. Daar wij geen invloed hebben op deskundig bouwen of inbouwen wordt bij bouwsets alleen de volledigheid en de correcte toestand van de onderdelen door ons gewaarborgd. Wij garanderen het volledig functioneren van onderdelen in niet ingebouwde toestand overeenkomstig de technische gegevens van de schakeling bij uitgevoerde bouw, resp. inbouw, vakkundige verwerking en het voorgeschreven in bedrijf nemen en gebruik volgens de handleiding. Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij zijn, buiten de normale wetgeving, niet aansprakelijk voor schade of gevolgschade in samenhang met deze producten. Wij behouden het recht van reparatie, verbeteringen, reserve leveringen of teruggava van de koopprijs. In de volgende situaties vervalt de garantie: indien bij het solderen een niet geschikte soldeerbout, zuurhoudende soldeertin, soldeervet, zuur houdend vloeimiddel of iets dergelijks is gebruikt, indien de bouwset ondeskundig is gesoldeerd en opgebouwd, alsmede schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding of de aansluitplannen, Pagina 86

bij verandering en reparatiepogingen aan de bouwset resp. schakeling, bij eigenmachtige verandering van de schakeling, bij ondeskundig opslaan van de onderdelen, het slecht bedraden van onderdelen zoals schakelaars, potentiometers, bussen, etc., bij gebruik van andere, niet tot de originele bouwset behorende of anders aangeschafte onderdelen, bij beschadigingen van de koperbanen en soldeerogen, bij een verkeerde plaatsing of verkeerde poling van schakelingen / onderdelen en de daaruit ontstane gevolgschade, bij schade door overbelasting van de schakeling, bij het aansluiten van een verkeerde spanning of stroom, bij schade door derden, bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of misbruik, bij schade door het aanraken van onderdelen voordat een statische ontlading heeft plaatsgevonden. Pagina 87

DAB-1 / DAB-2 Stückliste - Partslist Nomenclature - Stuklijst Kondensatoren - Condensers Condensateurs - Condensatoren Dioden - Diodes C1, C2 68 pf C3 100 µf C4 1 µf C5, C6 4700 µf / 35 V D1, D5 1N5404 * Diodes - Diodes D2, D3, D6, D9, Zener-Dioden - Zener diodes D10, D11 1N4148 * D4 ZD 5,1 V * Diodes Zener -Zenerdiodes D7, D8 ZD 20 V * LED s - LEDs - DEL - LEDs D15 3 mm Micro-Controller - Micro-Controller IC1 12C508P Micro-contrôleurs - Micro-controller IC2 NE5534 Transistoren - Transitors Transitors - Transitors Widerstände - Resistors Résistances - Weerstanden IC-Sockel - IC-sockets Soquets IC - IC-voetje Q1 Q2 Q3 Q4 R1, R3, R9, R11, R12, R13, R17 BC547 BC557 TIP125 TIP120 3,3 kω R2, R10, R16 100 kω R4, R14, R15 220 Ω R5 R6 1 kω 220 kω / 220 Ω R7, R8 0,15 / 5 W 2 x 8-pol. Seite - Page - Page - Pagina I.1

DAB-1 / DAB-2 Taster - Button Bouton - Drukknop Kühlkörper - Cooler Refroidisseur - Koelplaat Schrauben - Screws Vis - Boutjes Muttern - Nuts - Ecroux - Moeren 1 x 2 x 2 x 2 x * oder ähnlich - or similar - ou équivalent - of gelijkwaardig Bestückungsplan - PCB layout Plan d implantation - Printplan Fig. 1 Seite - Page - Page - Pagina I.2

DAB-1 / DAB-2 DAB-1 / DAB-2 Fig. 2 Schaltplan Circuit diagram Schéma de principe Schakelschema Seite - Page - Page - Pagina II Seite - Page - Page - Pagina II

DAB-1 / DAB-2 DAB-1 / DAB-2 Fig. 3 a Anschlußplan 1: Anschluß an Gleisanschluß der Zentrale Connections 1: Connection to the track connection of the central unit Plan de raccordement 1: Raccordement à la sortie «voie» de la centrale Aansluit plan 1: Aansluiting op de railaansluiting van de centrale Seite - Page - Page - Pagina III Seite - Page - Page - Pagina III

DAB-1 / DAB-2 DAB-1 / DAB-2 Fig. 3 b Anschlußplan 2: Anschluß an Booster-Schnittstelle der Zentrale Connections 2: Connection to the booster-interface of the central unit Plan de raccordement 2: Raccordement à la sortie «booster» de la centrale Aansluit plan 2: Aansluiten op de boosteraansluiting van de centrale Seite - Page - Page - Pagina IV Seite - Page - Page - Pagina IV

Aktuelle Informationen und Tipps: Information and tips: Informations et conseils: Actuele informatie en tips: http://www.tams-online.de Garantie und Service: Warranty and service: Garantie et service: Garantie en service: Tams Elektronik GmbH Sievertstraße 22 D-30625 Hannover fon: 0049 (0)511 / 55 60 60 fax: 0049 (0)511 / 55 61 61 e-mail: modellbahn@tams-online.de