5 juli 2015, Vredebergkerk Orgelspel Welkom en mededelingen Aansteken van de kaarsen De Voorbereiding Moment van stilte Intochtspsalm (gemeente gaat staan) Psalm 72: 2 en 4 Bemoediging v: Onze Hulp Is in de Naam van de Heer a: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT v: Hij is het die ons draagt, die onze waarheid kent, en die er altijd voor ons is. Groet v: Vrede van deze God voor u en voor de wereld, nu en altijd. a: Amen. (gemeente gaat zitten) Inleiding Lied 1008: 1 en 2 Kyriëgebed Lied 1008: 3 en meteen aansluitend het klein Gloria
Het Woord Gebed voor het opengaan van de Schriften. Aandacht voor de kinderen Lied tegen de apathie: couplet 1, 3 en 4 (liefst met pianobegeleiding. Het refrein heeft dezelfde melodie als de coupletten, alleen kun je met het tempo variëren. De refreinen worden dan dansend gezongen en de coupletten juist een beetje slepend). Henk, heb je hier bladmuziek van? Ik weet dat Rob van Doorn het heeft. In het najaar hebben we het lied twee keer gezongen, dus de mensen kennen het wel. 1. Zeg nooit: Onze wereld is gebroken en de mens tot weinig goeds in staat. Zeg nooit: Niemand kan op vrede hopen, alles gaat nu eenmaal als het gaat. Refrein: 2
3. Zeg nooit: God is zijn verbond vergeten, er is niemand hier, die ons bevrijdt. Zeg nooit: Van een droom kan ik niet eten. Zeg nooit: Wie niet werkt, verknoeit zijn tijd. refrein: Want een land, een land om van te dromen... 4. Zeg nooit dat het godvergeten lijden toch het noodlot is van ons bestaan. Zeg nooit: Stil maar, wacht op betere tijden. Zeg nooit: Niemand kan de dood weerstaan. refrein: Want een land, een land om van te dromen... Jozua 10: 9 11 Jozua wist de vijand vanuit Gilgal in één nachtelijke mars te bereiken, en hij verraste hem in een plotselinge aanval. 10 Toen de soldaten van de vijand het leger van Israël zagen verschijnen, zaaide de HEER paniek in hun gelederen, zodat de Israëlieten hun bij Gibeon een zware nederlaag konden toebrengen. Ze achtervolgden hen tot aan de pas van Bet-Choron, en nog verder ja, ze sloegen hen zelfs vlak voor Azeka en Makkeda nog neer. 11 Toen hun vijanden de pas van Bet-Choron afvluchtten, wierp de HEER vanuit de hemel grote hagelstenen op hen, tot aan Azeka toe. Er stierven meer soldaten door die hagelstenen dan door de zwaarden van de Israëlieten. Lied: 462: 1 en 2 1 Kronieken 22: 6-10 David riep zijn zoon Salomo bij zich en droeg hem op een tempel te bouwen voor de HEER, de God van Israël. 7 Hij zei hem: Ik had graag zelf een tempel gebouwd voor de naam van de HEER, mijn God. 8 Maar de HEER heeft zich tot mij gericht met de woorden: Jij hebt ten 3
overstaan van mij veel bloed vergoten en grote oorlogen gevoerd. Daarom zul jij geen huis bouwen voor mijn naam, je hebt te veel bloed vergoten. 9 Maar je zult een zoon krijgen. Hij zal een man van vrede zijn, want ik zal hem rust geven door hem van al zijn vijanden te verlossen. Salomo zal hij daarom heten; tijdens zijn bewind zal ik Israël rust en vrede schenken. 10 Hij zal een huis bouwen voor mijn naam. Hij zal voor mij een zoon zijn en ik voor hem een vader, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon in Israël niet zal wankelen. Lied 1009: 1 en 3 Jona 3: 10 4:11: Toen God zag dat zij (de bewoners van Nineve) inderdaad anders begonnen te leven, kwam hij terug op wat hij gedreigd had hun aan te doen, en hij deed het niet. Dit wekte grote ergernis bij Jona en hij werd kwaad. 2 Hij bad tot de HEER: Ach HEER, heb ik het niet gezegd toen ik nog thuis was? Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten. Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. 3 Laat mij maar sterven, HEER: ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven. 4 Maar de HEER zei: Is het terecht dat je zo kwaad bent? 5 Nadat Jona Nineve had verlaten, was hij aan de oostkant van de stad gaan zitten. Hij had er een hut gemaakt om in de schaduw af te wachten wat er met de stad zou gebeuren. 6 Nu liet God, de HEER, een wonderboom opschieten om Jona schaduw boven zijn hoofd te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen over de plant. 7 Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de plant door een worm aanvreten, zodat hij verdorde. 8 En toen de zon opkwam, liet God een verzengende wind uit het oosten waaien; de zon brandde zo op Jona s hoofd dat hij door de hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven: Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven. 9 Maar God zei tegen Jona: Is het terecht dat je zo kwaad bent over die plant? Jona antwoordde: Ik ben verschrikkelijk kwaad, en terecht! 10 Toen zei de HEER: Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, 11 zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren? Lied 859: 1, 2 en 4 Uitleg en verkondiging (meditatief orgelspel) 4
Het Antwoord Lied: 851: 1, 2, 3, 6, 7 en 8 (de kinderen komen terug van de kindernevendienst) Inzameling van gaven Gebeden - dankgebed - voorbeden - stil gebed - gezamenlijk gebeden "Onze Vader" Slotlied (staande gezongen): 413: 1, 2 en 3 Wegzending en zegen (afgesloten met gezongen amen ) Orgelspel 5