VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD RUBRIEK 1 Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/ onderneming 1.1 Productidentificatie Productnaam Product- of artikel nummer (Kit) Product- of artikel nummer G4881A 600882-51 Master 600530-53 5190-2391 5190-2392 200 Dilution Buffer 5190-2377 10 GC-Additive 5190-2378 1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Analytische chemie. SYBR 4 ml Green QPCR Master 0.1 ml 0.2 ml 0.02 ml 200 Dilution Buffer 0.5 ml 10 GC-Additive 0.5 ml Aanbevolen gebruik 1.3 Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad Agilent Technologies Manufacturing GmbH & Co. KG Hewlett-Packard-Str. 8 76337 Waldbronn Duitsland 0800 603 1000 e-mail adres van de verantwoordelijke voor dit VIB pdl-msds_author@agilent.com 1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen Telefoonnummer voor noodgevallen (met werkuren) CHEMTREC +(31)-858880596 RUBRIEK 2 Identificatie van de gevaren 2.1 Indeling van de stof of het mengsel Productomschrijving Master Mengsel Mengsel Mengsel Mengsel 200 Dilution Buffer Mengsel 10 GC-Additive Mengsel 18/07/2014 1/30
RUBRIEK 2 Identificatie van de gevaren Classificatie volgens de Verordening (EG) Nr.1272/2008 [CLP/GHS] SYBR Green QPCR Master H373 SPECIFIEKE DOELORGAANTOXICITEIT BIJ HERHAALDE BLOOTSTELLING - Categorie 2 10 GC-Additive H302 ACUTE TOXICITEIT (oraal) - Categorie 4 Ingrediënten met onbekende toxiciteit Ingrediënten met onbekende ecotoxiciteit Indeling overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG [Richtlijn gevaarlijke preparaten] SYBR Green QPCR Master Classificatie Risico's voor de gezondheid Master Het product is niet geklasseerd als gevaarlijk volgens richtlijn 1999/45/EG en zijn wijzigingen. Het product is niet geklasseerd als gevaarlijk volgens richtlijn 1999/45/EG en zijn wijzigingen. Het product is niet geklasseerd als gevaarlijk volgens richtlijn 1999/45/EG en zijn wijzigingen. Het product is niet geklasseerd als gevaarlijk volgens richtlijn 1999/45/EG en zijn wijzigingen. 200 Dilution Buffer Het product is niet geklasseerd als gevaarlijk volgens richtlijn 1999/45/EG en zijn wijzigingen. 10 GC-Additive Het product is geklasseerd als gevaarlijk volgens richtlijn 1999/45/EG en zijn wijzigingen. Master Niet geclassificeerd. Niet geclassificeerd. Niet geclassificeerd. Niet geclassificeerd. 200 Dilution Buffer Niet geclassificeerd. 10 GC-Additive Xn; R22 Master 200 Dilution Buffer Procent van het mengsel bestaande uit bestanddelen met ongekende toxiciteit 10% 10 GC-Additive Master Procent van het mengsel bestaande uit bestanddelen met ongekende gevaren voor het waterig milieu 16% 200 Dilution Buffer Procent van het mengsel bestaande uit bestanddelen met ongekende gevaren voor het waterig milieu 10% 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Schadelijk bij opname door de mond. Zie Rubriek 16 voor de volledige tekst van de R- of H-zinnen die hierboven staan vermeld. 18/07/2014 2/30
RUBRIEK 2 Identificatie van de gevaren Zie rubriek 11 voor meer informatie over gezondheidseffecten en symptomen. 2.2 Etiketteringselementen Gevaarsymbolen Signaalwoord Gevarenaanduidingen Voorzorgsmaatregelen Preventie Reactie Opslag Waarschuwing Master Geen signaalwoord. Geen signaalwoord. Geen signaalwoord. 200 Dilution Buffer Geen signaalwoord. 10 GC-Additive Waarschuwing Master Master P260 - Damp niet inademen. 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive P270 - Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. P264 - Na het werken met dit product de handen grondig wassen. Master P314 - Raadpleeg een arts indien u zich onwel voelt. 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive P301 + P312 + P330 - NA INSLIKKEN Raadpleeg een VERGIFTIGINGENCENTRUM of een arts indien u zich onwel voelt. De mond spoelen. Master GHS08 - Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive GHS07 - Schadelijk bij inslikken. 18/07/2014 3/30
RUBRIEK 2 Identificatie van de gevaren Verwijdering Gevaarlijke bestanddelen Aanvullende etiketonderdelen Speciale verpakkingseisen Voelbare gevaarsaanduiding 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master P501 - Inhoud en container afvoeren in overeenstemming met locale, regionale, nationale en internationale regelgeving. 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive P501 - Inhoud en container afvoeren in overeenstemming met locale, regionale, nationale en internationale regelgeving. Master Glycerol 10 GC-Additive 1,2-Ethaandiol Master Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 2.3 Andere gevaren Overige gevaren die niet leiden tot classificatie Master Geen bekend. Geen bekend. Geen bekend. Geen bekend. 200 Dilution Buffer Geen bekend. 10 GC-Additive Geen bekend. RUBRIEK 3 Samenstelling en informatie over de bestanddelen Stof / Mengsel Mengsel Master Mengsel Mengsel Mengsel 200 Dilution Buffer Mengsel 18/07/2014 4/30
RUBRIEK 3 Samenstelling en informatie over de bestanddelen Product- / ingrediëntennaam 10 GC-Additive Mengsel Identificatiemogelijkheden Classificatie % 67/548/EEG Verordening (EG) nr. Type 1272/2008 [CLP] 2 Brilliant III Ultra- Fast SYBR Green QPCR Master Glycerol EG 200-289-5 CAS-nummer 56-81-5 Dimethylsulfoxide EG 200-664-3 CAS-nummer 67-68-5 Kaliumchloride EG 231-211-8 CAS-nummer 7447-40-7 >=15 - <20 >=5 - <10 >=1 - <5 Niet geclassificeerd. Niet geclassificeerd. Niet geclassificeerd. STOT RE 2, H373 (nieren) (inademing) STOT RE 2, H373 (nieren en lever) (oraal) STOT RE 2, H373 (maagdarmkanaal) Aquatic Chronic 2, H411 [1] [1] [1] 10 GC-Additive 1,2-Ethaandiol EG 203-473-3 CAS-nummer 107-21-1 Index 603-027-00-1 >=50 - <75 Xn; R22 Acute Tox. 4, H302 [1] [2] Zie rubriek 16 voor de volledige tekst van de R-zinnen die hierboven worden vermeld. Zie Rubriek 16 voor de volledige tekst van de H-zinnen die hierboven staan vermeld. Type [1] Stof ingedeeld met een gezondheids- of milieugevaar [2] Stof met een werkplaats blootstellingslimiet [3] Stof voldoet aan criteria voor PBT overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006, Bijlage XIII [4] Stof voldoet aan criteria voor zpzb overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006, Bijlage XIII [5] Een even zorgwekkende stof Arbeidshygiënische blootstellingsgrenzen, indien beschikbaar, zijn weergegeven in rubriek 8. RUBRIEK 4 Eerstehulpmaatregelen 4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen Oogcontact Master Spoel de ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheden water, waarbij u de boven- en onderoogleden zo nu en dan oplicht. Ga aanwezigheid van contactlenzen na en verwijder ze. Blijf ten minste 10 minuten spoelen. Raadpleeg een arts na blootstelling of als u zich onwel voelt. Spoel de ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheden water, waarbij u de boven- en onderoogleden zo nu en dan oplicht. Ga aanwezigheid van contactlenzen na en verwijder ze. Raadpleeg een arts als irritatie optreedt. Spoel de ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheden water, waarbij u de boven- en onderoogleden zo nu en dan oplicht. Ga aanwezigheid van contactlenzen na en verwijder ze. Raadpleeg een arts als irritatie optreedt. Spoel de ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheden water, waarbij u de boven- en onderoogleden zo nu en dan oplicht. Ga aanwezigheid van contactlenzen na en verwijder ze. Raadpleeg een arts als irritatie optreedt. 200 Dilution Buffer Spoel de ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheden water, waarbij u de boven- en onderoogleden zo nu en dan oplicht. Ga aanwezigheid van contactlenzen na en verwijder ze. Raadpleeg een arts als irritatie optreedt. 10 GC-Additive Spoel de ogen onmiddellijk met ruime hoeveelheden water, waarbij u de boven- en onderoogleden zo nu en dan oplicht. 18/07/2014 5/30
RUBRIEK 4 Eerstehulpmaatregelen Inademing Huidcontact Master Master Ga aanwezigheid van contactlenzen na en verwijder ze. Blijf ten minste 10 minuten spoelen. Raadpleeg een arts als irritatie optreedt. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als de patiënt niet ademt, onregelmatig ademt, of als zich ademhalingsstilstand voordoet, dient kunstmatige beademing of zuurstof te worden toegediend door getraind personeel. Dit kan gevaarlijk zijn voor degene die mond-opmondbeademing toepast. Raadpleeg een arts na blootstelling of als u zich onwel voelt. Plaats in stabiele zijligging en roep onmiddelijk medische hulp in, indien de persoon bewusteloos is. Zorg dat luchtwegen vrij blijven. Maak strakzittende kleding los, zoals een overhemdboord, das, riem of ceintuur. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. 200 Dilution Buffer Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. 10 GC-Additive Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als de patiënt niet ademt, onregelmatig ademt, of als zich ademhalingsstilstand voordoet, dient kunstmatige beademing of zuurstof te worden toegediend door getraind personeel. Dit kan gevaarlijk zijn voor degene die mond-opmondbeademing toepast. Roep medische hulp in wanneer schadelijke effecten voor de gezondheid aanhouden of ernstig zijn. Plaats in stabiele zijligging en roep onmiddelijk medische hulp in, indien de persoon bewusteloos is. Zorg dat luchtwegen vrij blijven. Maak strakzittende kleding los, zoals een overhemdboord, das, riem of ceintuur. Spoel verontreinigde huid met grote hoeveelheid water. Verwijder verontreinigde kleding en schoenen. Blijf ten minste 10 minuten spoelen. Raadpleeg een arts na blootstelling of als u zich onwel voelt. Was kleding alvorens ze opnieuw te gebruiken. Maak schoenen grondig schoon voor hergebruik. Spoel verontreinigde huid met grote hoeveelheid water. Verwijder verontreinigde kleding en schoenen. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Spoel verontreinigde huid met grote hoeveelheid water. Verwijder verontreinigde kleding en schoenen. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Spoel verontreinigde huid met grote hoeveelheid water. Verwijder verontreinigde kleding en schoenen. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. 200 Dilution Buffer Spoel verontreinigde huid met grote hoeveelheid water. Verwijder verontreinigde kleding en schoenen. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. 10 GC-Additive Spoel verontreinigde huid met grote hoeveelheid water. Verwijder verontreinigde kleding en schoenen. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Was kleding alvorens ze opnieuw te gebruiken. Maak schoenen grondig schoon voor hergebruik. 18/07/2014 6/30
RUBRIEK 4 Eerstehulpmaatregelen Inslikken Master Spoel de mond met water. Kunstgebit indien aanwezig verwijderen. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als het slachtoffer het materiaal heeft doorgeslikt en bij bewustzijn is, laat u het slachtoffer kleine hoeveelheden water drinken. Stop hiermee als het slachtoffer misselijk wordt, omdat overgeven gevaarlijk kan zijn. Zet niet aan tot braken tenzij medisch personeel aangeeft dat dit wel moet. Indien de persoon moet braken, houdt het hoofd dan laag om te voorkomen dat er braaksel in de longen komt. Raadpleeg een arts na blootstelling of als u zich onwel voelt. Geef een bewusteloos iemand nooit iets via de mond. Plaats in stabiele zijligging en roep onmiddelijk medische hulp in, indien de persoon bewusteloos is. Zorg dat luchtwegen vrij blijven. Maak strakzittende kleding los, zoals een overhemdboord, das, riem of ceintuur. Spoel de mond met water. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als het slachtoffer het materiaal heeft doorgeslikt en bij bewustzijn is, laat u het slachtoffer kleine hoeveelheden water drinken. Zet niet aan tot braken tenzij medisch personeel aangeeft dat dit wel moet. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Spoel de mond met water. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als het slachtoffer het materiaal heeft doorgeslikt en bij bewustzijn is, laat u het slachtoffer kleine hoeveelheden water drinken. Zet niet aan tot braken tenzij medisch personeel aangeeft dat dit wel moet. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. Spoel de mond met water. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als het slachtoffer het materiaal heeft doorgeslikt en bij bewustzijn is, laat u het slachtoffer kleine hoeveelheden water drinken. Zet niet aan tot braken tenzij medisch personeel aangeeft dat dit wel moet. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. 200 Dilution Buffer Spoel de mond met water. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als het slachtoffer het materiaal heeft doorgeslikt en bij bewustzijn is, laat u het slachtoffer kleine hoeveelheden water drinken. Zet niet aan tot braken tenzij medisch personeel aangeeft dat dit wel moet. Zoek medische hulp als zich symptomen voordoen. 10 GC-Additive Spoel de mond met water. Kunstgebit indien aanwezig verwijderen. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen en laten rusten in een houding die het ademen vergemakkelijkt. Als het slachtoffer het materiaal heeft doorgeslikt en bij bewustzijn is, laat u het slachtoffer kleine hoeveelheden water drinken. Stop hiermee als het slachtoffer misselijk wordt, omdat overgeven gevaarlijk kan zijn. Zet niet aan tot braken tenzij medisch personeel aangeeft dat dit wel moet. Indien de persoon moet braken, houdt het hoofd dan laag om te voorkomen dat er braaksel in de longen komt. Raadpleeg een arts. Raadpleeg een vergiftigingencentrum of een arts, indien noodzakelijk. Geef een bewusteloos iemand nooit iets via de mond. Plaats in stabiele zijligging en roep onmiddelijk medische hulp in, indien de persoon bewusteloos is. Zorg dat luchtwegen vrij blijven. Maak strakzittende kleding los, zoals een overhemdboord, das, riem of ceintuur. 18/07/2014 7/30
RUBRIEK 4 Eerstehulpmaatregelen Bescherming van eerstehulpverleners Master Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Dit kan gevaarlijk zijn voor degene die mond-opmondbeademing toepast. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. 200 Dilution Buffer Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. 10 GC-Additive Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Dit kan gevaarlijk zijn voor degene die mond-opmondbeademing toepast. 4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten Mogelijke acute gevolgen voor de gezondheid Oogcontact Inademing Huidcontact Inslikken Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Schadelijk bij inslikken. 18/07/2014 8/30
RUBRIEK 4 Eerstehulpmaatregelen Tekenen/symptomen van overmatige blootstelling Oogcontact Inademing Huidcontact Inslikken Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling Opmerkingen voor arts Master Behandel symptomatisch. Contacteer onmiddellijk een specialist voor de behandeling van de vergiftiging indien grote hoeveelheden ingenomen of geïnhaleerd zijn. Behandel symptomatisch. Contacteer onmiddellijk een specialist voor de behandeling van de vergiftiging indien grote hoeveelheden ingenomen of geïnhaleerd zijn. Behandel symptomatisch. Contacteer onmiddellijk een specialist voor de behandeling van de vergiftiging indien grote hoeveelheden ingenomen of geïnhaleerd zijn. Behandel symptomatisch. Contacteer onmiddellijk een specialist voor de behandeling van de vergiftiging indien grote hoeveelheden ingenomen of geïnhaleerd zijn. 200 Dilution Buffer Behandel symptomatisch. Contacteer onmiddellijk een specialist voor de behandeling van de vergiftiging indien grote hoeveelheden ingenomen of geïnhaleerd zijn. 10 GC-Additive Behandel symptomatisch. Contacteer onmiddellijk een specialist voor de behandeling van de vergiftiging indien grote hoeveelheden ingenomen of geïnhaleerd zijn. 18/07/2014 9/30
RUBRIEK 4 Eerstehulpmaatregelen Specifieke behandelingen Master Geen specifieke behandeling. Geen specifieke behandeling. Geen specifieke behandeling. Geen specifieke behandeling. 200 Dilution Buffer Geen specifieke behandeling. 10 GC-Additive Geen specifieke behandeling. RUBRIEK 5 Brandbestrijdingsmaatregelen 5.1 Blusmiddelen Geschikte blusmiddelen Ongeschikte blusmiddelen Master Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand. Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand. Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand. Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand. 200 Dilution Buffer Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand. 10 GC-Additive Gebruik een blusmiddel dat geschikt is voor de ontstane brand. Master Geen bekend. Geen bekend. Geen bekend. Geen bekend. 200 Dilution Buffer Geen bekend. 10 GC-Additive Geen bekend. 5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt Risico's van de stof of het mengsel Gevaarlijke verbrandingsproducten Master Master Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten. Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten. Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten. Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten. 200 Dilution Buffer Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten. 10 GC-Additive Bij brand of verhitting loopt de druk op en kan de houder barsten. Afbraakproducten kunnen onder meer zijn kooldioxide koolmonoxide zwaveloxiden gehalogeneerde verbindingen metaaloxide(n) 200 Dilution Buffer Afbraakproducten kunnen onder meer zijn 18/07/2014 10/30
RUBRIEK 5 Brandbestrijdingsmaatregelen kooldioxide koolmonoxide 10 GC-Additive Afbraakproducten kunnen onder meer zijn kooldioxide koolmonoxide 5.3 Advies voor brandweerlieden Speciale voorzorgsmaatregelen voor brandbestrijders Speciale beschermende uitrusting voor brandweerlieden Master In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. 200 Dilution Buffer In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. 10 GC-Additive In geval van brand, isoleer het terrein direct door alle personen uit de buurt van het incident te verwijderen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Master Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen, beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469, geeft een basis beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen. Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen, beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469, geeft een basis beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen. Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen, beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469, geeft een basis beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen. Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen, beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469, geeft een basis 18/07/2014 11/30
RUBRIEK 5 Brandbestrijdingsmaatregelen beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen. 200 Dilution Buffer Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen, beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469, geeft een basis beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen. 10 GC-Additive Brandbestrijders dienen geschikte kleding te dragen en een onafhankelijk ademhalingstoestel (SCBA) dat een volledig gelaatsdeel heeft en met een overdrukmodus werkt. Kleding voor brandweerlieden (inclusief helmen, beschermende laarzen en handschoenen), overeenkomstig Europese norm EN 469, geeft een basis beschermingsniveau voor incidenten met chemische stoffen. RUBRIEK 6 Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel 6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermde uitrusting en noodprocedures Voor andere personen dan de hulpdiensten Master Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Vermijd inademen van damp of nevel. Zorg voor voldoende ventilatie. Draag het daartoe geëigende ademhalingsmasker bij onvoldoende ventilatie. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. 200 Dilution Buffer Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. 10 GC-Additive Er mag geen actie worden ondernomen als er kans is op training. Evacueer omringende gebieden. Zorg dat onbeschermd en overbodig personeel niet binnenkomt. Raak gemorst materiaal niet aan en loop er niet doorheen. Vermijd inademen van damp of nevel. Zorg voor voldoende ventilatie. Draag het daartoe geëigende ademhalingsmasker bij onvoldoende ventilatie. Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. 18/07/2014 12/30
RUBRIEK 6 Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel Voor de hulpdiensten Master Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de hulpdiensten". Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de hulpdiensten". Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de hulpdiensten". Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de hulpdiensten". 200 Dilution Buffer Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de hulpdiensten". 10 GC-Additive Indien speciale kleding is vereist voor het hanteren van het gemorst product, lees dan ook de eventuele informatie in Rubriek 8 over geschikte en ongeschikte materialen. Zie ook de informatie onder de hoofding "Voor andere personen dan de hulpdiensten". 6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen Master Vermijd verspreiding van gemorst materiaal en afvalmateriaal en voorkom dat dit in contact komt met bodem, waterwegen, afvoerleidingen en riool. Informeer de betreffende autoriteiten wanneer het product het milieu heeft vervuild (riolering, waterwegen, bodem of lucht). Vermijd verspreiding van gemorst materiaal en afvalmateriaal en voorkom dat dit in contact komt met bodem, waterwegen, afvoerleidingen en riool. Informeer de betreffende autoriteiten wanneer het product het milieu heeft vervuild (riolering, waterwegen, bodem of lucht). Vermijd verspreiding van gemorst materiaal en afvalmateriaal en voorkom dat dit in contact komt met bodem, waterwegen, afvoerleidingen en riool. Informeer de betreffende autoriteiten wanneer het product het milieu heeft vervuild (riolering, waterwegen, bodem of lucht). Vermijd verspreiding van gemorst materiaal en afvalmateriaal en voorkom dat dit in contact komt met bodem, waterwegen, afvoerleidingen en riool. Informeer de betreffende autoriteiten wanneer het product het milieu heeft vervuild (riolering, waterwegen, bodem of lucht). 200 Dilution Buffer Vermijd verspreiding van gemorst materiaal en afvalmateriaal en voorkom dat dit in contact komt met bodem, waterwegen, afvoerleidingen en riool. Informeer de betreffende autoriteiten wanneer het product het milieu heeft vervuild (riolering, waterwegen, bodem of lucht). 10 GC-Additive Vermijd verspreiding van gemorst materiaal en afvalmateriaal en voorkom dat dit in contact komt met bodem, waterwegen, afvoerleidingen en riool. Informeer de betreffende autoriteiten wanneer het product het milieu heeft vervuild (riolering, waterwegen, bodem of lucht). 6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal 18/07/2014 13/30
RUBRIEK 6 Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel Reinigingsmethode 6.4 Verwijzing naar andere rubrieken Master RUBRIEK 7 Hantering en opslag Dicht het lek als dat zonder risico kan. Verwijder verpakkingen uit het gebied waar gemorst is. Verdun met water en opmoppen indien wateroplosbaar. Alternatief, of indien water-onoplosbaar, absorbeer met inert droog materiaal en plaats in een toepasbare afvalcontainer. Af laten voeren door een vergunninghoudend afvalverwerkingsbedrijf. Dicht het lek als dat zonder risico kan. Verwijder verpakkingen uit het gebied waar gemorst is. Verdun met water en opmoppen indien wateroplosbaar. Alternatief, of indien water-onoplosbaar, absorbeer met inert droog materiaal en plaats in een toepasbare afvalcontainer. Af laten voeren door een vergunninghoudend afvalverwerkingsbedrijf. Dicht het lek als dat zonder risico kan. Verwijder verpakkingen uit het gebied waar gemorst is. Verdun met water en opmoppen indien wateroplosbaar. Alternatief, of indien water-onoplosbaar, absorbeer met inert droog materiaal en plaats in een toepasbare afvalcontainer. Af laten voeren door een vergunninghoudend afvalverwerkingsbedrijf. Dicht het lek als dat zonder risico kan. Verwijder verpakkingen uit het gebied waar gemorst is. Verdun met water en opmoppen indien wateroplosbaar. Alternatief, of indien water-onoplosbaar, absorbeer met inert droog materiaal en plaats in een toepasbare afvalcontainer. Af laten voeren door een vergunninghoudend afvalverwerkingsbedrijf. 200 Dilution Buffer Dicht het lek als dat zonder risico kan. Verwijder verpakkingen uit het gebied waar gemorst is. Verdun met water en opmoppen indien wateroplosbaar. Alternatief, of indien water-onoplosbaar, absorbeer met inert droog materiaal en plaats in een toepasbare afvalcontainer. Af laten voeren door een vergunninghoudend afvalverwerkingsbedrijf. 10 GC-Additive Dicht het lek als dat zonder risico kan. Verwijder verpakkingen uit het gebied waar gemorst is. Verdun met water en opmoppen indien wateroplosbaar. Alternatief, of indien water-onoplosbaar, absorbeer met inert droog materiaal en plaats in een toepasbare afvalcontainer. Af laten voeren door een vergunninghoudend afvalverwerkingsbedrijf. Zie Rubriek 1 voor contactgegevens voor noodgevallen. Zie Rubriek 8 voor informatie over geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen. Zie Rubriek 13 voor aanvullende informatie over afvalbehandeling. 7.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel Beschermende maatregelen Master Trek van toepassing zijnde persoonlijke beschermingsmiddelen aan (zie rubriek 8). Adem damp of mist niet in. Niet innemen. Vermijd contact met de ogen, huid en kleding. Bewaren in de originele verpakking, of in een goedgekeurd alternatief dat is gemaakt van compatibel materiaal; goed gesloten houden wanneer het niet in gebruik is. Lege verpakkingen bevatten restproduct en kunnen gevaarlijk zijn. Vat niet hergebruiken. Trek van toepassing zijnde persoonlijke beschermingsmiddelen aan (zie rubriek 8). Trek van toepassing zijnde persoonlijke beschermingsmiddelen aan (zie rubriek 8). Trek van toepassing zijnde persoonlijke beschermingsmiddelen aan (zie rubriek 8). 18/07/2014 14/30
RUBRIEK 7 Hantering en opslag Advies inzake algemene arbeidshygiëne 200 Dilution Buffer Trek van toepassing zijnde persoonlijke beschermingsmiddelen aan (zie rubriek 8). 10 GC-Additive Trek van toepassing zijnde persoonlijke beschermingsmiddelen aan (zie rubriek 8). Niet innemen. Vermijd contact met de ogen, huid en kleding. Vermijd inademen van damp of nevel. Bewaren in de originele verpakking, of in een goedgekeurd alternatief dat is gemaakt van compatibel materiaal; goed gesloten houden wanneer het niet in gebruik is. Lege verpakkingen bevatten restproduct en kunnen gevaarlijk zijn. Vat niet hergebruiken. Master In de ruimte waar dit materiaal wordt gebruikt, opgeslagen of verwerkt, moet eten, drinken en roken verboden worden. Werknemers moeten hun handen en gezicht wassen alvorens te eten, drinken en roken. Verwijder verontreinigde kleding en beschermingsmiddelen voordat u kantines, e.d. binnengaat. Zie ook Rubriek 8 voor aanvullende informatie over hygiënische maatregelen. In de ruimte waar dit materiaal wordt gebruikt, opgeslagen of verwerkt, moet eten, drinken en roken verboden worden. Werknemers moeten hun handen en gezicht wassen alvorens te eten, drinken en roken. Verwijder verontreinigde kleding en beschermingsmiddelen voordat u kantines, e.d. binnengaat. Zie ook Rubriek 8 voor aanvullende informatie over hygiënische maatregelen. In de ruimte waar dit materiaal wordt gebruikt, opgeslagen of verwerkt, moet eten, drinken en roken verboden worden. Werknemers moeten hun handen en gezicht wassen alvorens te eten, drinken en roken. Verwijder verontreinigde kleding en beschermingsmiddelen voordat u kantines, e.d. binnengaat. Zie ook Rubriek 8 voor aanvullende informatie over hygiënische maatregelen. In de ruimte waar dit materiaal wordt gebruikt, opgeslagen of verwerkt, moet eten, drinken en roken verboden worden. Werknemers moeten hun handen en gezicht wassen alvorens te eten, drinken en roken. Verwijder verontreinigde kleding en beschermingsmiddelen voordat u kantines, e.d. binnengaat. Zie ook Rubriek 8 voor aanvullende informatie over hygiënische maatregelen. 200 Dilution Buffer In de ruimte waar dit materiaal wordt gebruikt, opgeslagen of verwerkt, moet eten, drinken en roken verboden worden. Werknemers moeten hun handen en gezicht wassen alvorens te eten, drinken en roken. Verwijder verontreinigde kleding en beschermingsmiddelen voordat u kantines, e.d. binnengaat. Zie ook Rubriek 8 voor aanvullende informatie over hygiënische maatregelen. 10 GC-Additive In de ruimte waar dit materiaal wordt gebruikt, opgeslagen of verwerkt, moet eten, drinken en roken verboden worden. Werknemers moeten hun handen en gezicht wassen alvorens te eten, drinken en roken. Verwijder verontreinigde kleding en beschermingsmiddelen voordat u kantines, e.d. binnengaat. Zie ook Rubriek 8 voor aanvullende informatie over hygiënische maatregelen. 7.2 Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten Master Opslaan in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving. Opslaan in oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen direct zonlicht, op een droge, koele, goed geventileerde plaats, verwijderd van materiaal waarmee contact vermeden dient te worden (zie Rubriek 10) en voedsel en drank. Bewaar de verpakking goed afgesloten en verzegeld tot aan gebruik. Geopende verpakkingen dienen zorgvuldig opnieuw te worden afgesloten en dienen rechtop te worden bewaard om lekkage te voorkomen. Niet opslaan in verpakkingen zonder etiket. Neem passende maatregelen om verspreiding in het milieu te voorkomen. Opslaan in overeenstemming met de plaatselijke 18/07/2014 15/30
RUBRIEK 7 Hantering en opslag regelgeving. Opslaan in oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen direct zonlicht, op een droge, koele, goed geventileerde plaats, verwijderd van materiaal waarmee contact vermeden dient te worden (zie Rubriek 10) en voedsel en drank. Bewaar de verpakking goed afgesloten en verzegeld tot aan gebruik. Geopende verpakkingen dienen zorgvuldig opnieuw te worden afgesloten en dienen rechtop te worden bewaard om lekkage te voorkomen. Niet opslaan in verpakkingen zonder etiket. Neem passende maatregelen om verspreiding in het milieu te voorkomen. Opslaan in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving. Opslaan in oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen direct zonlicht, op een droge, koele, goed geventileerde plaats, verwijderd van materiaal waarmee contact vermeden dient te worden (zie Rubriek 10) en voedsel en drank. Bewaar de verpakking goed afgesloten en verzegeld tot aan gebruik. Geopende verpakkingen dienen zorgvuldig opnieuw te worden afgesloten en dienen rechtop te worden bewaard om lekkage te voorkomen. Niet opslaan in verpakkingen zonder etiket. Neem passende maatregelen om verspreiding in het milieu te voorkomen. Opslaan in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving. Opslaan in oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen direct zonlicht, op een droge, koele, goed geventileerde plaats, verwijderd van materiaal waarmee contact vermeden dient te worden (zie Rubriek 10) en voedsel en drank. Bewaar de verpakking goed afgesloten en verzegeld tot aan gebruik. Geopende verpakkingen dienen zorgvuldig opnieuw te worden afgesloten en dienen rechtop te worden bewaard om lekkage te voorkomen. Niet opslaan in verpakkingen zonder etiket. Neem passende maatregelen om verspreiding in het milieu te voorkomen. 200 Dilution Buffer Opslaan in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving. Opslaan in oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen direct zonlicht, op een droge, koele, goed geventileerde plaats, verwijderd van materiaal waarmee contact vermeden dient te worden (zie Rubriek 10) en voedsel en drank. Bewaar de verpakking goed afgesloten en verzegeld tot aan gebruik. Geopende verpakkingen dienen zorgvuldig opnieuw te worden afgesloten en dienen rechtop te worden bewaard om lekkage te voorkomen. Niet opslaan in verpakkingen zonder etiket. Neem passende maatregelen om verspreiding in het milieu te voorkomen. 10 GC-Additive Opslaan in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving. Opslaan in oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen direct zonlicht, op een droge, koele, goed geventileerde plaats, verwijderd van materiaal waarmee contact vermeden dient te worden (zie Rubriek 10) en voedsel en drank. Bewaar de verpakking goed afgesloten en verzegeld tot aan gebruik. Geopende verpakkingen dienen zorgvuldig opnieuw te worden afgesloten en dienen rechtop te worden bewaard om lekkage te voorkomen. Niet opslaan in verpakkingen zonder etiket. Neem passende maatregelen om verspreiding in het milieu te voorkomen. 7.3 Specifiek eindgebruik Aanbevelingen Industriële toepassingen, Professionele toepassingen. Master Industriële toepassingen, Professionele toepassingen. Industriële toepassingen, Professionele toepassingen. Industriële toepassingen, Professionele toepassingen. 200 Dilution Buffer Industriële toepassingen, Professionele toepassingen. 18/07/2014 16/30
RUBRIEK 7 Hantering en opslag Oplossingen specifiek voor de industriële sector 10 GC-Additive Industriële toepassingen, Professionele toepassingen. RUBRIEK 8 Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming 8.1 Controleparameters Beroepsmatige blootstellingslimieten Product- /ingrediëntennaam Grenswaarden voor blootstelling 10 GC-Additive 1,2-Ethaandiol MinSZW Wettelijke Grenswaarden (Nederland, 6/2011). MAC-TGG, 8 uur 10 mg/m³ 8 uren. Vorm druppels MAC-TGG, 8 uur 52 mg/m³ 8 uren. Vorm damp MAC-TGG, 15 min. 104 mg/m³ 15 minuten. Vorm damp Aanbevolen monitoring procedures Wanneer dit product ingrediënten bevat met blootstellingslimieten, kan monitoring van personen, van werkplaatsomgeving of biologisch monitoren vereist zijn om de effectiviteit van de ventilatie of van andere controlemaatregelen en/of de noodzaak van het gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen te bepalen. Voor methoden om de blootstelling aan chemische stoffen door inademing te bepalen en nationale richtlijnen voor de bepaling van gevaarlijke stoffen dient u de Europese Norm EN 689 te raadplegen. DEL's (Derived Effect Levels; afgeleide effectdoses) Geen DNEL's beschikbaar. PEC's (Predicted Effect Concentrations; voorspelde effectconcentraties) Geen PNEC's beschikbaar. 8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling Passende technische maatregelen Individuele beschermingsmaatregelen Hygiënische maatregelen Bescherming van de ogen/het gezicht Bescherming van de huid Bescherming van de handen Een goede algemene ventilatie zou voldoende moeten zijn om blootstelling aan luchtverontreinigingen op de werkplek onder controle te houden. Was na het hanteren van chemische producten uw handen, onderarmen en gezicht grondig voordat u eet, drinkt of naar het toilet gaat en aan het eind van de werkdag. Toepasselijke technieken moeten gebruikt worden om mogelijk verontreinigde kleding te verwijderen. Was verontreinigde kleding alvorens die opnieuw te gebruiken. Zorg ervoor dat de oogwasstations en veiligheidsdouches zich dicht bij de werkplek bevinden. Wanneer een risicoanalyse aangeeft dat dit noodzakelijk is om blootstelling aan spatten, nevel, gassen of stof te vermijden, dient een veiligheidsbescherming voor de ogen te worden gedragen die voldoet aan een goedgekeurde standaard. Indien contact mogelijk is, moeten de volgende beschermingsmiddelen worden gedragen, tenzij uit de beoordeling blijkt dat een hogere mate van bescherming noodzakelijk is veiligheidsbril. Wanneer een risicoanalyse aangeeft dat dit noodzakelijk is, dienen bij het hanteren van chemische producten ondoorlaatbare handschoenen te worden gedragen die resistent zijn tegen chemicaliën en die voldoen aan een goedgekeurde norm. Verifieer tijdens gebruik dat de handschoenen nog hun beschermende eigenschappen bezitten; houd hierbij rekening met de door de leverancier gespecificeerde parameters. Opgemerkt moet worden dat de doorbraaktijd voor elk type handschoenmateriaal verschillend kan zijn voor verschillende handschoenfabrikanten. In het geval van mengsels, bestaande uit meerdere stoffen, kan de beschermingsduur van de handschoenen niet nauwkeurig worden ingeschat. 18/07/2014 17/30
RUBRIEK 8 Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming Lichaamsbescherming Overige huidbescherming Bescherming van de ademhalingswegen Beheersing van milieublootstelling Persoonlijke lichaamsbeschermende middelen dienen te worden gekozen op basis van de uit te voeren taak, de daarbij behorende risico's en dient door een specialist te worden goedgekeurd voordat het product wordt gebruikt. Geschikt schoeisel en eventuele aanvullende huidbeschermingsmaatregelen moeten worden geselecteerd op basis van de taak die wordt uitgevoerd en de risico's die daarmee gepaard gaan en deze moeten worden goedgekeurd door een deskundige voorafgaand aan de gebruik van dit product. Wanneer een risicoanalyse aangeeft dat dit noodzakelijk is, dient u een goed passend, luchtzuiverend of luchttoevoerend ademhalingstoestel te gebruiken dat voldoet aan een goedgekeurde standaard. De keuze van een masker moet gebaseerd worden op verwachte blootstellingslimieten, de gevaren van het product en de limieten voor veilig werken van het type masker. Uitstoot van ventilatie of bewerkingsapparatuur moet worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat deze voldoet aan de eisen van de milieubeschermingswetgeving. In sommige gevallen zijn gaswassers, filters of technische modificaties van de procesapparatuur nodig om de emissie terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau. RUBRIEK 9 Fysische en chemische eigenschappen 9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen Voorkomen Fysische toestand Kleur Geur Geurdrempelwaarde Master Vloeistof. Vloeistof. Vloeistof. Vloeistof. 200 Dilution Buffer Vloeistof. 10 GC-Additive Vloeistof. Master Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 18/07/2014 18/30
RUBRIEK 9 Fysische en chemische eigenschappen ph Smelt-/vriespunt Beginkookpunt en kooktraject Vlampunt Verdampingssnelheid Ontvlambaarheid (vast, gas) 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 7.8 Master 8 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 0 C 0 C 0 C 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 100 C 100 C 100 C 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 2 Brilliant III Ultra- Fast SYBR Green QPCR Master 100 pm AB SOLiD DNA 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 18/07/2014 19/30
RUBRIEK 9 Fysische en chemische eigenschappen Bovenste/onderste ontvlambaarheids- of explosiegrenswaarden Dampspanning Dampdichtheid Relatieve dichtheid Oplosbaarheid Verdelingscoëfficiënt n- octanol/water Master Master Master Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Oplosbaar in de volgende materialen koud water en warm water. Gemakkelijk oplosbaar in de volgende materialen koud water en warm water. Gemakkelijk oplosbaar in de volgende materialen koud water en warm water. Gemakkelijk oplosbaar in de volgende materialen koud water en warm water. 200 Dilution Buffer Gemakkelijk oplosbaar in de volgende materialen koud water en warm water. 10 GC-Additive Oplosbaar in de volgende materialen koud water en warm water. Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 18/07/2014 20/30
RUBRIEK 9 Fysische en chemische eigenschappen Zelfontbrandingstemperatuur Ontledingstemperatuur Viscositeit Ontploffingseigenschappen 9.2 Overige informatie Geen aanvullende informatie. Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master Master Master RUBRIEK 10 Stabiliteit en reactiviteit 10.1 Reactiviteit Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Weinig explosief in aanwezigheid van de volgende materialen of condities oxyderende stoffen. Er zijn voor dit product of de bestanddelen ervan geen specifieke testgegevens beschikbaar met betrekking tot de reactiviteit. Er zijn voor dit product of de bestanddelen ervan geen specifieke testgegevens beschikbaar met betrekking tot de reactiviteit. Er zijn voor dit product of de bestanddelen ervan geen specifieke testgegevens beschikbaar met betrekking tot de reactiviteit. Er zijn voor dit product of de bestanddelen ervan geen specifieke testgegevens beschikbaar met betrekking tot de reactiviteit. 200 Dilution Buffer Er zijn voor dit product of de bestanddelen ervan geen specifieke testgegevens beschikbaar met betrekking tot de reactiviteit. 10 GC-Additive Er zijn voor dit product of de bestanddelen ervan geen specifieke testgegevens beschikbaar met betrekking tot de 18/07/2014 21/30
RUBRIEK 10 Stabiliteit en reactiviteit reactiviteit. 10.2 Chemische stabiliteit Master Het product is stabiel. Het product is stabiel. Het product is stabiel. Het product is stabiel. 200 Dilution Buffer Het product is stabiel. 10 GC-Additive Het product is stabiel. 10.3 Mogelijke gevaarlijke reacties Master Onder normale opslagomstandigheden en bij normaal gebruik zullen geen gevaarlijke reacties optreden. Onder normale opslagomstandigheden en bij normaal gebruik zullen geen gevaarlijke reacties optreden. Onder normale opslagomstandigheden en bij normaal gebruik zullen geen gevaarlijke reacties optreden. Onder normale opslagomstandigheden en bij normaal gebruik zullen geen gevaarlijke reacties optreden. 200 Dilution Buffer Onder normale opslagomstandigheden en bij normaal gebruik zullen geen gevaarlijke reacties optreden. 10 GC-Additive Onder normale opslagomstandigheden en bij normaal gebruik zullen geen gevaarlijke reacties optreden. 10.4 Te vermijden omstandigheden Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 10.5 Chemisch op elkaar inwerkende materialen Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive 10.6 Gevaarlijke ontledingsproducten Master Onder normale omstandigheden van opslag en gebruik worden normaal geen gevaarlijke afvalproducten gevormd. Onder normale omstandigheden van opslag en gebruik worden normaal geen gevaarlijke afvalproducten gevormd. Onder normale omstandigheden van opslag en gebruik worden normaal geen gevaarlijke afvalproducten gevormd. Onder normale omstandigheden van opslag en gebruik worden normaal geen gevaarlijke afvalproducten gevormd. 200 Dilution Buffer Onder normale omstandigheden van opslag en gebruik worden normaal geen gevaarlijke afvalproducten gevormd. 10 GC-Additive Onder normale omstandigheden van opslag en gebruik worden normaal geen gevaarlijke afvalproducten gevormd. 18/07/2014 22/30
RUBRIEK 11 Toxicologische informatie 11.1 Informatie over toxicologische effecten Acute toxiciteit Product- / ingrediëntennaam Resultaat Soorten Dosis Blootstelling Master Glycerol LD50 Oraal Rat 12600 mg/kg - Dimethylsulfoxide LD50 Dermaal Rat 40000 mg/kg - LD50 Oraal Rat 14500 mg/kg - Kaliumchloride LD50 Oraal Rat 2600 mg/kg - 10 GC-Additive 1,2-Ethaandiol LD50 Oraal Rat 4700 mg/kg - Schattingen van acute toxiciteit 10 GC-Additive Oraal Irritatie/corrosie Product- / ingrediëntennaam Master Glycerol Ogen - Licht irriterend Konijn - 24 uren 500 milligrams Huid - Licht irriterend Konijn - 24 uren 500 milligrams Dimethylsulfoxide Ogen - Licht irriterend Konijn - 24 uren 500 milligrams Ogen - Licht irriterend Konijn - 100 milligrams Huid - Licht irriterend Konijn - 24 uren 500 milligrams Huid - Licht irriterend Konijn - 100 milligrams Kaliumchloride Ogen - Licht irriterend Konijn - 24 uren 500 milligrams 10 GC-Additive 1,2-Ethaandiol Ogen - Licht irriterend Konijn - 24 uren 500 milligrams Ogen - Licht irriterend Konijn - 1 uren 100 milligrams Ogen - Gematigd irriterend Konijn - 6 uren 1440 milligrams Huid - Licht irriterend Konijn - 555 milligrams Overgevoeligheid veroorzakend Conclusie/Samenvatting Route ATE (schatting van acute toxixiteit)-waarde 956 mg/kg Resultaat Soorten Score Blootstelling Observatie Chronische toxiciteit / Kankerverwekkendheid / Mutageniciteit / Teratogeniciteit / Giftigheid voor de voortplanting STOT bij eenmalige blootstelling STOT bij herhaalde blootstelling - - - - - - - - - - - 18/07/2014 23/30
RUBRIEK 11 Toxicologische informatie Gevaar bij inademing Informatie over waarschijnlijke blootstellingsrouten Mogelijke acute gevolgen voor de gezondheid Inademing Inslikken Huidcontact Oogcontact Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Schadelijk bij inslikken. Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Symptomen die verband houden met de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen Inademing Product- /ingrediëntennaam Master Categorie Wijze van blootstelling Doelorganen Master Glycerol Categorie 2 Inademing nieren Dimethylsulfoxide Categorie 2 Oraal nieren en lever Kaliumchloride Categorie 2 Niet bepaald maagdarmkanaal 18/07/2014 24/30
RUBRIEK 11 Toxicologische informatie Inslikken Huidcontact Oogcontact Mogelijke chronische gevolgen voor de gezondheid Algemeen Kankerverwekkendheid 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Uitgestelde en onmiddellijke effecten alsook chronische effecten van kortstondige en langdurige blootstelling Blootstelling op korte termij Mogelijke directe effecten Mogelijke vertraagde effecten Blootstelling op lange termijn Mogelijke directe effecten Mogelijke vertraagde effecten Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. 200 Dilution Buffer 10 GC-Additive Master 18/07/2014 25/30