Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 42. Juli 2016

Vergelijkbare documenten
Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 43. November 2016

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 45. Juni 2017

Terugkeerders in beeld

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 44 April 2017

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2017 no. 25 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 40, november 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37, oktober 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 12 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de bouwplaats moskee in Enschede is besmeurd met varkensbloed

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veiligheidsimplicaties wel of niet terughalen van uitreizigers en minderjarige kinderen uit kampen in Syrië

Datum 12 november 2014 Onderwerp Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37 en beleidsbevindingen

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 46 November 2017

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 48 September 2018

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 47 Maart 2018

Nationaal Coördinator aterrorismebestrijding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 1 september 2015 Onderwerp Antwoord op schriftelijke vragen met kenmerk 2015Z13940 over het bericht 'Terrorist sprak in moskee'

Datum 1 september 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het aantal paspoorten dat vervallen verklaard wordt

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 21 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over man uit Doornenburg verdacht van voorbereiden aanslag op moslims

Datum 2 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat drie moskeeën zijn aangevallen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het mondiaal Jihadisme Polarisatie & Radicalisering

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Het dagelijks leven van ons allemaal vindt voor een steeds groter deel plaats in de digitale ruimte. Ook de dreigingen voor de nationale veiligheid

III1lIItIII1LlIIIIIIII l

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 39, juni 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 3 oktober 2011 Onderwerp Aanbieding Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 26

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Openbare samenvatting DTN 47

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 50 Juni 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jihadistische vrouwen, een niet te onderschatten dreiging

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 41, maart 2016

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37, oktober 2014

HET FENOMEEN TERRORISME

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 49 Februari 2019

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2005 (28.11) (OR. en) 14781/1/05 REV 1 LIMITE JAI 452 ENFOPOL 164 COTER 81

In deze brief ga ik in op de belangrijkste elementen die de hedendaagse dreiging bepalen en de beleidsbevindingen behorend bij het DTN 38.

Lokale Aanpak Radicalisering Alkmaar

Datum 12 december 2011 Onderwerp Aanbieding Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 27

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

16 november Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

22 januari Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Dreigingsrapport 2016

Datum 5 oktober 2018 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Becker en Rutte (beiden VVD) en Jasper van Dijk (SP)

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, maart 2012 Datum (DTN28) 26 maart 2012 Ons kenmerk /12/Ncrv

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales

Nationale veiligheid en crisisbeheersing

Datum 5 februari 2015 Onderwerp Antwoord Kamervragen inzake extra maatregelen terrorisme en n.a.v. debat Parijs 14 januari

Bijlage I. CTIVD nr. 57. Bij het toezichtsrapport over de gegevensverstrekking door de AIVD binnen Nederland over (vermeende) jihadisten

Paden die leiden naar Islamistische radicalisering

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Radicalisering: van begrip tot begrijpen. Jessika Soors Deradicaliseringsambtenaar stad Vilvoorde KU Leuven

Radicalisering en Jihadisme

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. Het onderzoek is gericht op het beantwoorden van de volgende hoofdvragen:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 maart 2013 Onderwerp Beleidsopvolging DTN 32

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ECSD/U Lbr. 15/002

Ons kenmerk z

In mln euro Totaal 24,9 105,4 116,7 120,9 122,4 128,8

Aan de EA Den Haag. 13 maart Datum. Hierbij. eld Terrorisme. bied ik u de. verwerkt. eveneens in. echter. de analyse.

Rotterdam, 5 april Schriftelijke vragen: jihadisten in Rotterdam. Geacht college,

E-VISUMS.NL. TEL. +31 (0) WEBSITE ADRES

25 maart Onderzoek: Aanslagen in Brussel

Datum 9 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de registratie van jihadgangers en terugkeerders

Ons kenmerk Bijlagen Pagina Nationale veiligheid en de rol van de AIVD Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 november 2015 Betreft Aanslagen in Parijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 42 Juli 2016

Het dreigingsniveau in Nederland blijft substantieel, niveau 4 op een schaal van 5. Dat betekent dat de kans op een aanslag in Nederland reëel is, maar dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat er voorbereidingen worden getroffen om in Nederland een aanslag te plegen. De jihadistische dreiging blijft voorlopig de voornaamste dreiging, hoewel de kans op gewelddadige incidenten van zowel extreemrechts als extreemlinks in Nederland sinds 2015 is toegenomen. Dreigingsniveau 4 1 2 3 4 5 Algemeen dreigingsniveau De aanslagen van ISIS in Parijs, november 2015, en Brussel, maart 2016, laten op indringende wijze de aard en omvang zien van de huidige terroristische dreiging tegen Europa. Deze dreiging werd nog eens bevestigd door de recente aanslag op het vliegveld van Istanbul, eind juni. Aanslagen als deze, maar ook kleinschaligere aanslagen, kunnen op korte termijn opnieuw plaatsvinden. Inmiddels is duidelijk dat ISIS al sinds eind 2013 op gestructureerde wijze bezig is met de aansturing, coördinatie en voorbereiding van aanslagen in Europa. ISIS-operatives (door ISIS aangestuurde aanslagplegers en hun handlangers) blijken in staat gedurende langere tijd buiten het zicht te blijven van Europese autoriteiten. Ook na arrestaties van personen uit het netwerk van Parijs en Brussel zijn waarschijnlijk nog diverse ISIS-cellen in Europa aanwezig. Zij zullen mogelijk op korte termijn aanslagen proberen te plegen. Naast de dreiging die uitgaat van ISIS-netwerken, blijft de dreiging bestaan van grootschalige aanslagen in Europa door al Qa ida. Extremistische ideologieën kunnen door personen met psychische problemen of persoonlijke grieven worden aangegrepen als legitimering voor eventuele geweldsdaden. Uit recente incidenten in Europese landen en de VS blijkt dat ook de dreiging van individuele aanslagplegers nog steeds aanwezig is. Zij worden bijvoorbeeld geïnspireerd door de propaganda van terroristische organisaties, zoals recent de oproep van ISIS om tijdens de ramadan aanslagen te plegen. Anderen worden via sociale-mediacontacten gecoacht door in Syrië of Irak verblijvende jihadisten, die proberen geestverwanten in het Westen aan te zetten tot het plegen van een aanslag. Ook moet rekening gehouden worden met aanslagen door personen met andere dan jihadistische motieven, bijvoorbeeld door rechtsextremisten. Er zijn niet alleen grote verschillen in mogelijke daders, maar ook in potentiële doelwitten. Bijvoorbeeld massa-evenementen, uitgaansgelegenheden en doelwitten met een politiek, religieus of economisch karakter. Terroristische dreiging in en tegen Nederland De aanwezigheid van terroristische netwerken en cellen in Europese landen vormt ook voor Nederland een dreiging. Profiel van Nederland Het profiel van Nederland (de mate waarin Nederland als doelwit wordt beschouwd) onder jihadisten is relatief hoog. Nederland wordt al langer gezien als land waar anti-islamuitingen

vrij spel krijgen. Bovendien worden alle landen die deelnemen aan de anti-isis-coalitie door jihadisten als doelwitten beschouwd. Landen als Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten krijgen meer aandacht in jihadistische propaganda, maar het militaire optreden van Nederland in Syrië/Irak, dat is bedoeld om de ISIS-dreiging op lange termijn weg te nemen, kan het profiel van Nederland vergroten. Jihadistische netwerken Er zijn geen concrete aanwijzingen dat terroristische netwerken voorbereidingen treffen voor het plegen van aanslagen in Nederland. Wél is sinds eind 2015 een toenemend aantal verbanden met Nederland vastgesteld in onderzoek naar grensoverschrijdende netwerken en aanslagcellen. Zo werden in Rotterdam arrestaties verricht in een onderzoek naar een Frans netwerk, dat mogelijk aanslagen wilde plegen in Frankrijk. Ook een vermoedelijke aanslagcel die in Duitsland werd opgerold, had mogelijk banden met Nederland. Duidelijk is dat jihadistische netwerken zich niet aan landsgrenzen houden en Nederland kunnen gebruiken, bijvoorbeeld als vermeend veilige haven om personen of goederen te verbergen. Ogenschijnlijke rust Zowel online als in het openbaar vertoonden Nederlandse jihadistische netwerken sinds de tweede helft van 2015 relatief weinig zichtbare activiteiten. Het beeld van deze ogenschijnlijke rust in de binnenlandse jihadistische beweging blijft gehandhaafd. Enerzijds komt dit voort uit uitreizen naar Syrië, arrestaties en veroordelingen. Anderzijds kan de rust worden verklaard door het niveau van waakzaamheid en vrees voor overheidsrepercussies binnen de beweging. Voortgaande contacten via sociale media tussen sympathisanten en thuisblijvers in Nederland enerzijds, en Nederlandse strijders in Syrië anderzijds dragen echter bij aan de blijvende potentiële dreiging die uitgaat van Nederlandse jihadistische netwerken. Zowel mannen als vrouwen kunnen hier een rol in spelen. Nederlandse lokale jihadistische of criminele netwerken, die banden hebben met ISIS-strijders, kunnen een ondersteunende rol vervullen bij de activiteiten van ISIS-netwerken in Europa. Dergelijke verbanden vergroten de kans dat een aanslag in Nederland plaatsvindt. Jihadistische reisbewegingen Sinds begin 2016 neemt het aantal uitreizigers dat per maand uit Nederland vertrekt af. Op peildatum 1 juli 2016 staat het totaal aantal sinds 2012 uitgereisde personen op circa 260. Ongeveer 40 van hen zijn inmiddels in Nederland teruggekeerd en 42 personen zijn omgekomen. Op dit moment zijn nog circa 170 uit Nederland afkomstige personen in Syrië en Irak aanwezig, onder wie vrouwen en minderjarigen. Zij worden meegeteld omdat ook van deze groepen een dreiging kan uitgaan. Sinds 1 mei worden kinderen vanaf 9 jaar die met hun ouders naar ISIS zijn gereisd, meegeteld in de uitreiscijfers omdat is gebleken dat ISIS kinderen vanaf 9 jaar inzet bij gewelddadigheden. Terroristische dreiging in en tegen Europa Vier maanden na Parijs werd Brussel opgeschrikt door grootschalige aanslagen door ISIS. Dat eenzelfde netwerk vlak na elkaar twee grote, meervoudige aanslagen kan plegen in Europa, duidt op een toegenomen professionaliteit van jihadisten en op een tekortschietende weerstand tegen hun geweldsuitingen in Europa. Inmiddels zijn in veel Europese landen aanhoudingen verricht en is bij huiszoekingen materiaal aangetroffen dat waardevol is voor de opsporing van jihadistische netwerken in Europa. Mogelijk kunnen daarmee nieuwe grootschalige aanslagen door deze specifieke netwerken worden voorkomen. De hoeveelheid inlichtingen over de activiteiten van ISIS in Europa is sinds eind 2015 sterk toegenomen, mede door de internationale samenwerking op dit vlak die is versterkt na de aanslagen in november in Parijs. Op grond van verschillende inlichtingen

schat de AIVD in dat er vele tientallen ISIS-operatives in Europa aanwezig zijn of naar Europa onderweg zijn, van wie vermoed wordt dat zij betrokken kunnen zijn of worden bij het voorbereiden of uitvoeren van aanslagen. Velen van hen slagen er in gedurende lange tijd buiten het zicht van de autoriteiten te blijven. Aangestuurd door ISIS Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de aanslagen in Parijs en Brussel passen in een al oudere, bewuste strategie van ISIS om destabiliserende aanslagen in het Westen te plegen. Nieuwe inlichtingen laten zien dat de leiding van ISIS vanaf eind 2013 aanslagen op Europees grondgebied heeft aangestuurd of dat plannen daartoe met het ISIS-leiderschap zijn afgestemd. Vast staat dat het ISIS-leiderschap vanuit Syrië het netwerk heeft gecoördineerd en aangestuurd dat verantwoordelijk was voor de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs en 22 maart 2016 in Brussel. Er is nog veel niet bekend over de personen die een coördinerende rol spelen bij de ISIS-eenheid die vanuit Syrië gericht is op het plegen van aanslagen in Europa. Zolang er niet meer zicht is op de planning en coördinatie van ISIS dient het Westen daarom rekening te houden met nieuwe aanslagen door ISIS. Professionele voorbereiding en uitvoering De professionaliteit van het ISIS-netwerk dat de aanslagen in Parijs en Brussel uitvoerde, is verontrustend. Ze beschikken over automatische wapens en weten hiermee om te gaan, vervaardigen grote hoeveelheden explosieven (TATP), hebben heimelijke communicatie en weten langere tijd buiten het zicht van de autoriteiten te blijven. Een dergelijke professionaliteit wijst op een mate aan kennis en vaardigheden die waarschijnlijk in Syrië of Irak is opgedaan. Het is voorstelbaar dat ook andere ISIS-operatives in Europa dergelijke vaardigheden, bijvoorbeeld voor de vervaardiging van explosieven, in huis hebben. Lokale ondersteuningsnetwerken De aanslagen in Parijs en Brussel laten opnieuw zien dat terroristische netwerken die vanuit Syrië worden aangestuurd, in Europa kunnen terugvallen op hulp van sympathisanten die nooit naar Syrië zijn uitgereisd. Bij de voorbereiding en uitvoering van deze aanslagen is door ISIS-operatives gebruikgemaakt van een Belgisch ondersteunend netwerk, waarvan personen deel uitmaakten die nooit uitgereisd zijn en zelfs niet bij de autoriteiten bekend stonden als geradicaliseerd. Ook bleken enkele van de betrokkenen in slechts zeer korte tijd te zijn geradicaliseerd. Dergelijke personen kunnen gemakkelijker faciliterende handelingen verrichten zonder dat dit de aandacht trekt van autoriteiten. Ook buiten de jihadistische beweging wordt steun gevonden, soms via hechte, in het verleden gegroeide vertrouwensbanden. Niet-jihadistische, vaak criminele netwerken kunnen aldus een belangrijke rol spelen bij de voorbereiding of uitvoering van aanslagen door jihadisten. Een gedeelde jeugd in een wijk of school, familiebanden, samen tijd doorbrengen in een criminele bende of in detentie, gezamenlijk strijden in Syrië; dergelijke ervaringen scheppen de vertrouwensbanden die de netwerken bijeen houden. Zulke hechte groepen zijn moeilijk te infiltreren. Breed scala aan potentiële aanslagplegers De recente aanslagen laten ook zien dat ISIS zeer verschillende typen strijders inzet bij voorbereiden en uitvoeren van aanslagen, of dat nu in Syrië en Irak is, het Midden-Oosten, Noord-Afrika of het Westen. Niet alleen uitreizigers en terugkeerders, de zogenaamde foreign terrorist fighters (strijders afkomstig van buiten de jihadistische strijdgebieden), maar ook Syrische en Iraakse strijders, en ISIS-sympathisanten die slechts zeer kort, of zelfs nog nooit in Syrië zijn geweest, kunnen worden ingezet in Europa.

Zelfmoordterroristen Een belangrijke factor in de geweldsdreiging van ISIS, zowel in het Midden-Oosten als in het Westen, is het gebruik van zelfmoordterroristen. Zowel de aanslagen in Parijs als in Brussel werden uitgevoerd door personen die hun eigen aandeel in de aanslag waarschijnlijk niet zouden overleven, omdat zij een bom(-gordel) tot ontploffing zouden brengen of al schietend ten onder zouden gaan. Ook bij de aanslag op het vliegveld van Istanbul werden voor zover nu bekend vermoedelijk zowel vuurwapens als bomgordels gebruikt, waarbij de daders om het leven kwamen. Nu zijn het vooral meerderjarige mannen die aanslagen plegen, zowel in Syrië en Irak als in het Westen. Maar naarmate ISIS in Syrië/Irak meer onder druk komt te staan, neemt de mogelijkheid toe dat ook vrouwen en kinderen voor aanslagen in het Westen worden ingezet. Intussen is het scala aan potentiële doelwitten groot. Diverse veiligheidsinstanties waarschuwden de afgelopen maanden voor de mogelijkheid van aanslagen bij grote evenementen. Ook hebben leden van het ISISnetwerk achter de aanslagen in Parijs en Brussel zich georiënteerd op nucleaire doelwitten. Vluchtelingenstroom Jihadistische organisaties maken onder meer gebruik van dezelfde reisroutes als asielzoekers. Inmiddels is gebleken dat ISIS-operatives veelvuldig gebruik hebben gemaakt van de vluchtelingenstroom om op heimelijke wijze naar Europa te reizen. In enkele gevallen vroegen operatives ook asiel aan in Europese landen, waaronder mogelijk ook in Nederland. Vanwege de mogelijkheden tot fraude met documenten, het ontbreken van een sluitende EU-buitengrenzencontrole en de mogelijkheden tot vrij reizen binnen het Schengengebied, is het risico reëel dat niet alle reisbewegingen (tijdig) onderkend worden. Lokale jihadistische netwerken bieden ondersteuning bij reisbewegingen van en naar Syrië. Internationale ontwikkelingen De diverse op Europa gerichte aanslagplots moeten ook worden beschouwd in het licht van de voortdurende concurrentiestrijd binnen het mondiaal jihadisme. Zowel ISIS als al Qa ida heeft vooral in Syrië een vrijhaven gevonden van waaruit het aanslagen tegen het Westen voorbereidt. De dreiging die uitgaat van deze organisaties wordt mede bepaald doordat zij in veel landen in het grotere Midden-Oosten (inclusief Turkije) en Noord-Afrika zowel aanhang hebben als terroristische cellen hebben weten op te zetten. Aanslagen in de regio (zoals recent in Turkije en Saoedi-Arabië) getuigen hiervan. Oorlog, chaos en gebrekkig bestuur in grote delen van deze regio verklaren voor een groot deel waarom niet alleen ISIS, maar ook al Qa ida zich in diverse landen heeft kunnen organiseren en heeft kunnen overleven ondanks repressie en militaire tegenstand. Poreuze grenzen, inadequate controle en criminele praktijken rond migratie in landen in de regio, waaronder Turkije, maken het nog steeds mogelijk om heen en weer te reizen tussen Syrië en het Westen. Zo heeft het conflict in Syrië mede geleid tot de verankering van terroristische organisaties en tot de vorming van terroristische netwerken die zich over het Midden-Oosten en Noord-Afrika tot in het Westen uitstrekken. ISIS onder druk Het grondgebied dat ISIS in Irak en Syrië controleert, neemt af als gevolg van de aanhoudende militaire druk op de groep. Ondanks dit terreinverlies is ISIS nog verre van verslagen. De groepering heerst nog steeds over grote delen van Irak en Syrië. De daadwerkelijke uitbreiding van grondgebied buiten Syrië en Irak, waar ISIS in propaganda mee pronkt, is in de praktijk beperkt. Het is voor verschillende bij ISIS aangesloten groepen moeilijk gebleken om daadwerkelijk aan invloed te winnen in de regio s waar zij actief zijn.

Buiten Irak en Syrië is de Libische tak van ISIS het grootst, maar ook hier staat ISIS momenteel onder behoorlijke druk. Hoewel deze tak er enerzijds in is geslaagd zijn invloed in Libië uit te breiden, is het grondgebied in Libië waarover deze tak daadwerkelijk controle uitoefent sinds februari kleiner geworden. Van de controle die ISIS had in de provincie en de stad Sirte is inmiddels bijna niets overgebleven. Recente tegenslagen voor ISIS in Libië tonen aan dat ook de lokale weerstand onder de bevolking tegen ISIS behoorlijk is. De lokale bevolking is echter ook gekant tegen westerse bemoeienis. Daarom zou een westerse interventie in Libië averechts kunnen uitpakken. Dreiging aanslagen al Qa ida De concurrentie tussen ISIS en al Qa ida heeft geleid tot nieuwe verhoudingen die de afgelopen maanden niet wezenlijk zijn veranderd. ISIS heeft wereldwijd de grootste aantrekkingskracht op (aspirant-)jihadisten. Kenmerkend voor het nieuwe evenwicht is echter ook dat geen enkele van de officiële takken van al Qa ida zich bij ISIS heeft aangesloten. Ook eenheden die deel uitmaken van al Qa ida hebben de intentie en capaciteit om doelwitten in Europa aan te vallen. Dit geldt niet alleen voor de Khorasan-groep die vanuit Syrië aanslagen in het Westen plande en inmiddels door bombardementen van de VS is gedecimeerd. Ook andere eenheden van al Qa ida zijn gericht op aanslagpleging in het Westen. Ook Jabhat al-nusra vormt, ondanks haar publieke positionering als relatief gematigde jihadistische groep, vanuit Syrië een dreiging voor westerse belangen. Polarisatie, radicalisering en extremisme Een belangrijk aspect van terrorismebestrijding in Nederland is dat ook aandacht wordt geschonken aan processen van radicalisering, omdat deze in het uiterste geval kunnen leiden tot terroristisch geweld. Polarisatie is van belang omdat dit niet alleen een uitlaatklep kan bieden voor gevoelens van frustratie, maar ook een voedingsbodem kan vormen voor radicalisering. De afgelopen periode kende een heftig debat over het racistische gehalte van Nederland, dat gepaard ging met beledigingen en bedreigingen. De komst van vluchtelingen, gepaard met angst voor terrorisme, heeft geleid tot steeds openlijker activiteiten van extreemrechts. Mede in reactie hierop neemt het soms zelfs gewelddadig verzet van extreemlinks tegen asielbeleid en tegen extreemrechts sinds medio 2015 toe. Ook het aantal meldingen van anti-islamincidenten is gestegen. Salafisme en radicaal islamisme De samenwerking tussen diverse salafistische organisaties, zoals eerder beschreven in DTN40 en DTN41, is in de eerste helft van 2016 voortgezet en uitgebreid naar samenwerking met niet-salafistische radicaal-islamistische groeperingen zoals de Hizb-ut- Tahrir. Binnen deze bredere samenwerking worden inhoudelijke verschillen althans tijdelijk opzij gezet voor een gezamenlijk, groter belang. Dit is een reactie op de ontwikkelingen in het maatschappelijk debat over islam en over salafisme. Op deze manier hopen zij een bredere groep moslims aan te spreken dan alleen hun eigen achterban. Salafistische imams en moskeeën zien voor zichzelf ook een rol weggelegd in het tegengaan van gewelddadige radicalisering. Tegelijkertijd lijken salafistische organisaties waarschijnlijk mede in reactie op het overheidsbeleid om problematisch gedrag dat voortkomt uit salafistische organisaties aan te pakken terughoudender geworden in het uitnodigen van predikers en in het openbaar aankondigen van activiteiten en lezingen. Mogelijk onwenselijke activiteiten van salafistische organisaties worden hierdoor minder zichtbaar.

Extreemrechts en rechts-extremisme De eerste helft van 2016 kende minder heftig verlopen inspraakavonden over de opvang van asielzoekers dan het vierde kwartaal van 2015. Daaraan kan, gezien de afname in het aantal asielaanvragen in de eerste maanden van 2016, echter niet de conclusie verbonden worden dat er minder verzet is tegen de opvang van asielzoekers dan in de vorige DTNperiode. De strijd tegen de (radicale) islam en de komst van vluchtelingen blijft ook het hoofdthema van extreemrechtse groeperingen in Nederland. Doorgaans blijven de acties van extreemrechtse groepen binnen de grenzen van de wet. Uitzondering hierop is de terroristische aanslag op de moskee in Enschede in februari 2016. In deze zaak is inmiddels een aantal arrestaties verricht. In hoeverre de verdachten handelden als groepering of als los verband is nog onduidelijk. Gedurende deze periode werd ook een aantal nieuwe extreemrechtse groeperingen opgericht. Een opvallende ontwikkeling daarbij is de oprichting van burgerpatrouilles naar Scandinavisch voorbeeld. Hoeveel navolging dergelijke initiatieven krijgen, zal nog moeten blijken. Enkele groeperingen bestonden door interne onenigheid maar kort. Hoewel extreemrechts na jarenlange relatieve inactiviteit weer in beweging is, blijven klassieke problemen voor deze ideologische hoek bestaan, zoals gebrek aan samenhang en gebrek aan leiderschap. Dit weerhoudt extreemrechts ervan om gezamenlijk op te trekken bij demonstraties of acties, zoals bij extreemlinks in Nederland wél gebeurt. Het tij blijft echter gunstig voor deze groepen. Daarmee blijft het risico van succesvolle uitbreiding bestaan. Links-extremisme en asielrechtenextremisme Nederlandse asielrechtenextremisten hebben in de eerste helft van 2016 hun acties tegen detentie- en uitzetcentra voor uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland voortgezet. De verwachting is dat asielrechtenextremisten acties blijven voeren tegen detentiecentra, bedrijven die betrokken zijn bij de bouw van dergelijke centra, en instanties als het agentschap Frontex. Met name de (bouwer van) de nieuwe gezinslocatie van AZC Zeist is daarbij doelwit geweest van acties. Het is voorstelbaar dat de acties verharden. Het normbeeld dat geen ernstig fysiek geweld tegen personen wordt gebruikt, wordt echter gehandhaafd. De verwachting is dat asielrechtenextremisten uit Nederland actief asielzoekers zullen blijven ondersteunen om Fort Europa binnen te komen. Sinds het najaar van 2015 is het vizier van links-extremisten opnieuw gericht op het blokkeren van de diverse demonstraties van de populistische anti-islam beweging Pegida Nederland en een enkele keer van de rechts-extremistische partij de Nederlandse Volks- Unie (NVU). Links-extremisten hebben bij tegendemonstraties in de eerste helft van 2016 steeds (uitlokking tot) geweld als actiemethode gebruikt. Zij zullen de confrontatie met rechts-extremisten blijven zoeken, en daarbij mogelijk ook geweld gebruiken. Geweld tegen personen is geen gebruikelijke methode van extreemlinks, maar geweld tegen rechtsextremisten vormt hierop een uitzondering. Daarnaast roepen extreemlinkse groepen op zich te verzetten tegen vermeend racistisch politiegeweld. Het georganiseerd dierenrechtenextremisme ten slotte laat een mogelijke heropleving in Nederland zien, maar het aantal aanhangers is zeer beperkt. Spanningen naar aanleiding van ontwikkelingen in Turkije Uit zowel linkse als rechtse populistische en extreme hoek is kritiek geuit op de deal die de EU en Turkije in het voorjaar van 2016 hebben gesloten over de toestroom van asielzoekers. Er is kritiek op de Nederlandse overheid die te terughoudend zou zijn in het aanspreken van de Turkse overheid. Dit was ook het kader waarbinnen enkele zaken rondom de vrijheid van meningsuiting werden bezien. Daar staat tegenover dat een deel van de Turkse Nederlanders zich juist nationalistisch/pro-erdogan opstelt. Deze tegenstellingen kunnen leiden tot verdere polarisatie.

De voortdurende gevechten in Turkije tussen de PKK en de Turkse strijdkrachten krijgen een weerslag in spanningen tussen Turken en Koerden in Europa. Vooralsnog heeft dit in Nederland, een uitzondering daargelaten, niet tot gewelddadige confrontaties tussen beide groepen geleid. Wanneer de situatie in Turkije aanhoudt, kan dat echter ook leiden tot het verder oplopen van de spanningen tussen Turken en Koerden in Nederland. De frustratie van de PKK over het mislukken van het vredesproces, het oplaaien van gewelddadige confrontaties in Turkije en de toenadering tussen de EU en Turkije kunnen leiden tot verdergaande acties van PKK-aanhangers of sympathisanten die de grenzen van de burgerlijke ongehoorzaamheid opzoeken. Geweld van individuen tegen Turkse of Koerdische doelwitten is niet geheel uit te sluiten. Over het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland Nederland werkt met een systeem van dreigingsniveaus die aangeven hoe groot de kans is op een terroristische aanslag. De NCTV publiceert hiertoe vier maal per jaar het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN), een globale analyse van de nationale en internationale terroristische dreiging tegen Nederland. Het DTN is gebaseerd op informatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de politie, open bronneninformatie, informatie van buitenlandse partners en analyses van ambassadepersoneel.

Uitgave Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147, 2511 DP Den Haag 070 751 5050 www.nctv.nl info@nctv.minvenj.nl @nctv_nl 11 juli 2016 9