Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Vergelijkbare documenten
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening. Individuele inkomenstoeslag. gemeente Noord-Beveland 2015

*Z033732B8C5* gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gezien het advies van [naam commissie];

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag

Verordening individuele inkomenstoeslag Leidschendam-Voorburg 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nummer Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet BMWE 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, R.nr ;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

CVDR. Nr. CVDR456514_1

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Beuningen 2015 at IIII I'll II Hi lil III IIII

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Toelichting. Conceptversie toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 18 september 2014 Pagina 1

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Rijswijk

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Het Hogeland 2019

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet b e s l u i t :

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Artikel 6: Nadere regels Het college stelt nadere regels voor de individuele inkomenstoeslag in beleidsregels.

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van gemeente Staphorst. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Raadsmededeling - Openbaar

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ;

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2015

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

+. šl/alg (icmccntc. Gemeente Weesp. l ll l lll l l llllll lilllllllllllllllllllll. del'-gr-el! Verordening individuele inkomenstoeslag Weesp 2015

De Raad van de gemeente Ede,

Verordening Individuele Inkomenstoeslag Kerkrade 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Participatiewet Vastgesteld bij besluit van de raad van 12 januari 2017 nr.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Toelichting op de verordening individuele inkomenstoeslag

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014; gehoord de commissie Onderwijs en Welzijn d.d.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Oldambt 2016

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente Hoogeveen 2015.

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Rijswijk 2017

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB ;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Verordening Individuele Studietoeslag en Individuele Inkomenstoeslag

Verordening individuele inkomenstoeslag

Transcriptie:

D2 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door d.d. Datum inwerkingtreding Bron bekendmaking d.d. Onderwerp Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden (RSD en KB AV) Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Algemeen Bestuur RSD en KB AV op <20 november 2014> en het Dagelijks Bestuur op <6 november 2014> 1 januari 2015 Website RSD en KB AV en elektronisch publicatieblad Verordeningen en beleidsregels op de website <<-<<-<<<< Maatschappelijke zorg en welzijn Geplaatst op CVDR - www.overheid.nl d.d. Nog niet geregeld voor samenwerkingsverbanden. Wel aangemeld voor een account. Opmerkingen m.b.t. de regeling N.v.t. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Artikel 8 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010 juncto artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) N.v.t..

Dit is de tekst van de verordening met toelichting zoals deze geldt met ingang van 1 januari 2015. Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010; gelet op artikel 8 van de Gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010 juncto artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 8, tweede lid van de Participatiewet gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010 van <6 november 2014> overwegende dat voornoemd Algemeen Bestuur bij verordening regels dient te stellen voor het verlenen van een individuele inkomenstoeslag besluit: in te trekken de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 met ingang van 1 januari 2015, vast te stellen de verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015. Aldus besloten op d.d. <20 november 2014>.

1.Verordening individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2015 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: De Gemeenschappelijke Regeling: de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2010; het Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling van de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard/Vijfheerenlanden; het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard/Vijfheerenlanden; de wet: de Participatiewet; belanghebbende: de persoon als bedoeld in artikel 36 eerste lid van de Participatiewet; inkomen: het totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet en de algemene bijstand; peildatum: de datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt; referteperiode: de periode van 36 maanden (3 jaar) voorafgaand aan de peildatum. 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. HOOFDSTUK 2 AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING Artikel 2 Indienen verzoek Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid van de wet, dient schriftelijk te worden ingediend middels een door het Dagelijks Bestuur beschikbaar gesteld formulier. HOOFDSTUK 3 VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING Artikel 3 Voorwaarden verlening tegemoetkoming Het Dagelijks Bestuur kan op verzoek een individuele inkomenstoeslag toekennen als een persoon : 1. Een langdurig laag inkomen heeft en; 2. geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en; 3. gelet op zijn omstandigheden geen uitzicht heeft op inkomensverbetering. Artikel 4 Langdurig laag inkomen Een belanghebbende heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 1

Artikel 5 Hoogte individuele inkomenstoeslag 1. De hoogte van de individuele inkomenstoeslag wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur. 2. Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 3. Voor toepassing van het tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend. HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN Artikel 6 Onvoorziene gevallen 1. In gevallen waarin deze verordening bij de uitvoering hiervan niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur. 2. Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 7 Inwerkingtreding verordening, intrekken oude verordening en overgangsrecht 1. Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2015. 2. De verordening Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 wordt met ingang van 1 januari 2015 ingetrokken. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, blijft de Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 2011 van toepassing voor: a. Aanvragen langdurigheidstoeslag die zijn ingediend voor 1 januari 2015 en waarop na 1 januari 2015 nog geen besluit is genomen; en b. Besluiten die voor 1 januari 2015 zijn genomen, maar nog geen formele rechtskracht hebben. Artikel 8 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als : Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015. De secretaris, De voorzitter, Mr E.B. van Velthuijsen Dhr. A.P. Faro Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 2

2. Algemene toelichting Algemeen Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB) in 2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Sindsdien is het verlenen van de toeslag geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het bestuur een individuele inkomenstoeslag kan verlenen als een persoon voldoet aan de voorwaarden daarvoor. Het betekent niet dat in het geheel geen individuele inkomenstoeslag verstrekt mag worden. Het bestuur kan in beleidsregels aangeven welke groepen niet in aanmerking komen voor individuele inkomenstoeslag en in welke gevallen personen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan personen aan wie in de referteperiode een maatregel is opgelegd wegens een schending van een arbeidsverplichting of een re-integratieverplichting of aan personen die uit Rijk s kas bekostigd onderwijs volgen. Vast te leggen regels in verordening De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een Inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet). Bij verordening moeten op grond van artikel 8, eerste lid onderdeel b, van de Participatiewet regels vastgesteld worden over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. Op grond van deze verordening is geen sprake van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het bestuur kan in (wetinterpreterende) regelingen aangeven wanneer sprake is van 'geen uitzicht op inkomensverbetering'. Gelet op de tekst van artikel 8, tweede lid, van de Participatiewet hoeft dit criterium niet te worden vastgelegd in de verordening. Bij de beoordeling van het criterium 'geen uitzicht op inkomensverbetering' moet het bestuur rekening houden met de omstandigheden van de persoon. In artikel 36, tweede lid, van de Participatiewet is bepaald dat tot die omstandigheden in ieder geval worden gerekend: - de krachten en bekwaamheden van de persoon, en - de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen. Overgangsrecht Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Het is niet nodig om in deze verordening een algemeen overgangsrecht op te nemen met betrekking tot eerder verstrekte langdurigheidstoeslagen, omdat artikel 78z van de Participatiewet voorziet in algemeen overgangsrecht met betrekking tot de wijzigingen in de Participatiewet als gevolg van de inwerkingtreding van de Invoeringswet Participatiewet en de Wet maatregelen WWB op 1 januari 2015. De individuele inkomenstoeslag en voorheen de langdurigheidstoeslag worden immers toegekend tegen een peildatum. Zaken die na de peildatum gebeuren hebben geen betekenis voor het recht op een dergelijke toeslag. Wie op Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 3

een datum gelegen vóór 1 januari 2015 op basis van de toepasselijke verordening recht had op langdurigheidstoeslag, behoudt dat onverkort, ongeacht of hij voldoet aan de voorwaarden die per 1 januari 2015 zijn gesteld in artikel 36 van de Participatiewet en deze verordening. Aangezien de langdurigheidstoeslag niet (meer) met terugwerkende kracht kan worden toegekend, kan uitsluitend aanspraak gemaakt worden op een langdurigheidstoeslag als de aanvraag vóór 1 januari 2015 is ingediend en de peildatum ook voor deze datum ligt. Toekenning van het recht op individuele inkomenstoeslag tegen een datum gelegen op of ná 1 januari 2015 is uitsluitend mogelijk als wordt voldaan aan de in artikel 36 van de Participatiewet en deze verordening opgenomen voorwaarden. Wel is in het derde lid specifiek overgangsrecht opgenomen. Voor aanvragen ingediend voor 1 januari 2015 en waarop na 1 januari 2015 nog geen besluit is genomen, dient de beoordeling van de besluitvorming plaats te vinden op basis van het oude geldende recht, in casu de oude verordening. Iets soortgelijks is van toepassing voor genomen besluiten die op 1 januari 2015 nog geen formele rechtskracht hebben gekregen, of anders gesteld besluiten waarvoor de bezwaar en/of beroepstermijn voor een belanghebbende nog niet is verstreken. Wijziging leefvorm De leefvorm (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwd) van een persoon kan wijzigen binnen de referteperiode. Dit is bijvoorbeeld het geval indien gehuwden individuele inkomenstoeslag aanvragen, maar zij over een gedeelte van de referteperiode als alleenstaande moeten worden aangemerkt. Personen moeten dan ook over dat deel van de referteperiode aan de voorwaarden voldoen om voor individuele inkomenstoeslag in aanmerking te komen. Gehuwden moeten immers zowel gezamenlijk als afzonderlijk aan de voorwaarden voldoen. Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 4

1. Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld. Artikel 1. Begrippen Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening. Inkomen : Met inkomen wordt bedoeld het inkomen zoals bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet. In afwijking hiervan wordt algemene bijstand voor de beoordeling van het recht op individuele inkomenstoeslag ook in aanmerking genomen als inkomen. Bijzondere bijstand kan niet als inkomen in aanmerking worden genomen. Aangezien individuele inkomenstoeslag een vorm van bijzondere bijstand is, is het niet nodig expliciet te bepalen dat een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag buiten beschouwing moet worden gelaten bij de vaststelling van het inkomen. Het wordt niet wenselijk geacht een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag in aanmerking te nemen als inkomen, omdat dit het ongewenst effect kan hebben dat een persoon geen recht op een individuele inkomenstoeslag heeft omdat hij een te hoog inkomen heeft gehad in de referteperiode vanwege een eerder verstrekte toeslag. Wat voor een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag geldt, dat geldt ook voor een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag op grond van de WWB zoals die luidde vóór 1 januari 2015. Peildatum : De peildatum is de datum waartegen een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt (artikel 1 van deze verordening). Het gaat om de datum waarop een persoon langdurig een laag inkomen heeft, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet en, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht op inkomensverbetering heeft. De peildatum komt meestal overeen met de meldingsdatum. De peildatum kan in beginsel niet liggen vóór de dag waarop een persoon zich heeft gemeld om individuele inkomenstoeslag aan te vragen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit volgt uit artikel 44, eerste lid, van de Participatiewet en de jurisprudentie rondom artikel 44 van de Participatiewet. Referteperiode : Verder is bepaald wat onder de referteperiode moet worden verstaan: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. Zie ook de toelichting bij artikel 6 onder Langdurig. Artikel 2. Indienen verzoek De Wet maatregelen WWB heeft artikel 36, eerste lid van de Participatiewet dusdanig gewijzigd dat een persoon een verzoek tot verlening van individuele inkomenstoeslag kan indienen. Voorheen was de langdurigheidstoeslag alleen op aanvraag verkrijgbaar. Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een persoon, een besluit te nemen (artikel 1:3, derde lid, van de Awb). Een aanvraag dient in beginsel schriftelijk te worden ingediend (artikel 4:1 Awb). Om onduidelijkheid te voorkomen over de wijze waarop het verzoek moet worden ingediend, bepaalt artikel 2 van deze verordening dat het verzoek moet worden gedaan middels een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld formulier. Een verzoek wordt dan gezien als een aanvraag zoals bedoeld in afdeling 4.1.1 van de Awb. Het gaat dan om een schriftelijke Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 5

aanvraag (artikel 4:1 van de Awb) die wordt ondertekend door de aanvrager en ten minste de naam en het adres van de aanvrager bevat, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd (artikel 4:2, eerste lid, van de Awb). De aanvrager verschaft ook de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen (artikel 4:2, tweede lid, 10 van de Awb). Een mondeling verzoek kan hiermee dus niet worden aangemerkt als een verzoek om een individuele inkomenstoeslag zoals bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet. De individuele inkomenstoeslag wordt per jaar beoordeeld en dient derhalve jaarlijks aangevraagd te worden. Artikel 3 Verlening van de tegemoetkoming De beoordeling door de het Dagelijks Bestuur of er al dan niet sprake is van zicht op inkomensverbetering zal aan de hand van de individuele omstandigheden van het geval plaatsvinden. Het Dagelijks Bestuur zal in ieder geval de individuele omstandigheden zoals genoemd in artikel 36 lid 2 Participatiewet betrekken bij de beoordeling van het recht op een individuele inkomenstoeslag. Het betreft : De krachten en bekwaamheden van de persoon; en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen. Artikel 4. Langdurig laag inkomen Van belang bij het bepalen wat een langdurig laag inkomen is, is wat onder langdurig en onder laag wordt verstaan. Langdurig : De door het bestuur vastgestelde langdurige periode voorafgaand aan de peildatum, wordt aangeduid als referteperiode. De referteperiode is vastgesteld in artikel 1 van deze verordening. Er is hierbij aansluiting gezocht bij de referteperiode zoals deze werd gehanteerd bij de uitkering van de langdurigheidstoeslag. Op basis van onderzoek van het Nibud is destijds gebleken dat na een periode van drie jaar de reserveringsmogelijkheden van een belanghebbende met een laag inkomen minimaal worden. Mede op grond hiervan is destijds besloten een periode van 36 maanden (3 jaar) te hanteren. Laag inkomen: Een inkomen is laag als het niet hoger is dan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. De vraag of het inkomen van een persoon gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurige lage inkomen van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm zal niet al te rigide mogen worden beoordeeld. Een marginale overschrijding van dit lage inkomen moet worden genegeerd. 1 Gaat het inkomen van een persoon gedurende (een deel van) de referteperiode de toepasselijke bijstandsnorm maandelijks met ongeveer 5 of meer te boven, dan is geen sprake meer van een marginale overschrijding van de bijstandsnorm die niet aan toekenning van een individuele inkomenstoeslag in de weg staat. Er is immers geen sprake van een incidentele geringe overschrijding van de bijstandsnorm of van te verwaarlozen bedragen van enkele eurocenten. 2 1 CRvB 19-08-2008, nrs. 06/1163 WWB e.a., ECLI:NL:CRVB:2008:BE8918 en CRvB 15-02-2011, nr. 08/5141 WWB, ECLI:NL:CRVB:2011:BP5532. 2 (CRvB 27-03-2012, nr. 10/2488 WWB, ECLI:NL:CRVB:2012:BW0068 en CRvB 31-07-2012, nr. 12/1825 WWB, ECLI:NL:CRVB:2012:BX7178. Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 6

Artikel 5 hoogte individuele inkomenstoeslag De hoogte van de individuele inkomenstoeslag wordt door het bestuur zelf bepaald. De hoogte van de individuele inkomenstoeslag kan als gevolg van bezuinigingen dan wel verruiming periodiek wijzigen. In dat geval moet telkens op basis van een besluit van het Algemeen Bestuur de verordening gewijzigd worden. Dit is een administratieve belasting en kan vereenvoudigd worden door de hoogte van de individuele inkomenstoeslag door een besluit van het Dagelijks Bestuur vast te stellen. Hierdoor behoeft deze verordening niet telkens op basis van een besluit van het Algemeen Bestuur gewijzigd te worden. Bij de hoogte van de individuele inkomenstoeslag wordt onderscheid gemaakt tussen een alleenstaande, een alleenstaande ouder en gehuwden. Gehuwden Bij gehuwden moet in het oog worden gehouden dat het recht op individuele inkomenstoeslag de gehuwden gezamenlijk toekomt. Worden personen op de peildatum als gehuwden aangemerkt, dan moeten beide gehuwden voldoen aan de voorwaarden van artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet. Voldoet één van hen niet aan deze voorwaarden, dan bestaat voor beiden geen recht op individuele inkomenstoeslag. 3 Is één van de echtgenoten uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag, anders dan vanwege het niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, dan komt de rechthebbende partner wel in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. Het gaat hier om een partner die op een van de in artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet genoemde gronden geen recht heeft op bijstand. Als slechts één partner recht heeft op individuele inkomenstoeslag, komt deze rechthebbende partner in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. Dat is geregeld in het tweede lid. Artikel 6. Onvoorziene gevallen Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 7. Inwerkingtreding Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 8. Citeertitel Dit artikel spreekt voor zich. 3 CRvB 13-07-2010, nr. 08/2345 WWB, ECLI:NL:CRVB:2010:BN2529. Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet RSD en KB AV 2015 Pagina 7