BRAND. Kleine blusmiddelen, code van goede praktijk. door Paul Peeters, Technical manager, A-First. 16 juni 2011 De Montil Affligem



Vergelijkbare documenten
VOORSCHRIFTEN VOOR DE NIET-AUTOMATISCHE BRANDBLUSTOESTELLEN

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE

Regel van Goed Vakmanschap (RGV) Keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

BRAND. Module 1. Draagbare blusmiddelen. Christian Leplat, Directeur Apragaz vzw. 1 december 2011 Flanders Expo Gent

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (B.S )

Brandpreventie in de praktijk

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

Materiaal voor brandbestrijding en veiligheidssignalisatie

Brandpreventie in het bedrijfsleven

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

BRAND- EN INTERVENTIEDOSSIER

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Infosessie bijscholing preventieadviseurs

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Veiligheid in uw bedrijf uw en onze zorg. Kapt.Bev. Serge Vander Ougstraete Versie oktober 2013

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN

BRANDVEILIGHEID GEBOUWEN VOOR KINDEROPVANG. Ronny Houben

Welzijn en opleidingen

CHECKLIST Brandpreventie

Interpretatievraagstukken normalisatie kleine blusmiddelen

Risicoanalyse brand toepassen in een schoolomgeving

28 MAART Koninklijk besluit betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen

BRAND. Module 4. Van art. 52 van het ARAB naar de nieuwe brandpreventiewelzijnswetgeving in de Codex

Risicoanalyse brandpreventie Aanpak Mensura EDPB. Stijn Tielemans Preventieadviseur niveau I stijn.tielemans@mensura.be

Betrouwbaar, Technisch, Vriendelijk

WAAROM KIEZEN VOOR ELECTROTEST?

Overzicht wetgeving brandpreventie. Ir. Pieter De Munck

Brandpreventie op de arbeidsplaats KB 28/03/14 BS 23/04/14. Infosessie September 2014

- Zelfredzaamheid! - Opvang brandweer (IP) - Brandcommando - CP-OPS - KB 2006 NOODPLANNING

HANDBOEK VEILIGHEIDSMIDDELEN Branden worden volgens NEN-EN 2 in de volgende klassen onderverdeeld:

Preventie en wetgeving. Focus op brandpreventie 2014/2

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (BS )

Praktische uitvoering van de risicoanalyse brand uit het nieuwe KB. Projectgroep RA Brand Prebes - Fireforum

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

30/01/2019. Brandwerende oplossingen voor opslag van (zeer) licht ontvlambare stoffen. Wie is CGK Group? Onze expertises

Module 9. Bedrijfshulpverlening Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting

Veiligheidsinformatieblad

Brandbeveiligingsregels

Veiligheidsinformatieblad

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

HSE World Event Marc Aspeslagh 27 april 2017

Nr.: NLH Uitgave 00 veranderd Veiligheidsinformatieblad volgens. 91/155/EEG - ISO Perfax Metyl Speciaal

YOUR REPUTATION IS MINE.

Interne evacuatieplanning

3/06/2014. Rob Nachtergaele HSE-Advisor Unilin Stag. Onderluitenant Brandweer Pittem. 10/06/2014 Studiedag brand Prebes INHOUD:

BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN Nota over de wetgeving

Risicoanalyse brand Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreven>e op de arbeidsplaatsen (B.S )

ALGEMENE RICHTLIJNEN dansgelegenheden en dansactiviteiten

SAFE MICROBIOLOGISCHE REINIGING

: EuroSept Max XL-Wipes Refill12

Nr.: NLH Uitgave 00 veranderd Veiligheidsinformatieblad volgens. 91/155/EEG - ISO Perfax Professioneel

Brandbestrijding in het onderwijs. Lt. Jörge Engels technicus brandvoorkoming, interventieplanning, jeugdbrandweer

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

Veiligheidsinformatieblad

Leidraad voor opstellen interventiedossier

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

VLAREM-wijzigingen betreffende brandveiligheid voor schouwspelzalen en inrichtingen met muziekactiviteiten

Nr.: NLH Uitgave 01 veranderd Veiligheidsinformatieblad volgens. 91/155/EEG - ISO Perfax Roll On

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen INHOUD. 1.Inleiding. ir Paul Van Haecke - TWW OVL 26 september 2014

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Risicoanalyse chemische agentia. Wettelijk kader

Bijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart Basisnorm KB 7 juli 1999

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Focus op brandpreventie

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Brandveiligheid bij het beheer van gebouwen. Brandveiligheid bij het beheer van gebouwen

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

AREI : DE KB 2012 AANPASSINGEN

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

7.2 Brand voorkomen en bestrijden

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering

Brandbestrijding & Branddetectie

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van

Fiche 8 (Analyse): Reglementering

Brandweerzone Centrum

Veiligheidsinformatieblad

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Risico-analyse brand Praktische benadering

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Brandpreventie op arbeidsplaatsen. Kristof WELLENS ATECON vzw

Opstellen van een evacua-eplan en een nood- en interven-eplan; Claude Monserez Ommegangstraat 1P 8550 Zwevegem 0475/

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Ilonka Sommen Groep IDEWE

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

Veilig samen bouwen aan carnavalswagens. in tenten, schuren en loodsen

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH)

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Omgaan met gevaarlijke stoffen

*** VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ***

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

Transcriptie:

BRAND Kleine blusmiddelen, code van goede praktijk door Paul Peeters, Technical manager, A-First 16 juni 2011 De Montil Affligem PreBes vzw Diestersteenweg 88 3510 Kermt Hasselt Tel. 011/28 83 40 Fax. 011/28 83 49 info@prebes.be www.prebes.be

Regels van goed vakmanschap voor de keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen Prenne juni 2011 1 Wettelijk en reglementair kader Art 52 ARAB Notificatie 2009 /432/B http://ec.europa.eu/enterprise/tris/pisa/app/search/index.cfm?lang=nl Basisnormen voor nieuwe gebouwen Bijlagen 2.3.4 Bijlage 6 Federale, regionale en gemeentelijke regelgeving: Vlarem Voorschriften voor niet-automatische blustoestellen van Assuralia ( vroeger BVVO) (Agoria) Voorstel van RGV : keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen pts@afirst.be 1

Wettelijk en reglementair kader Art 52 ARAB Artikel 52.9.1. De werkgever moet een uitrusting aanbrengen die voldoende is en aangepast is aan de omstandigheden om brand te bestrijden. Voor de vaststelling van die uitrusting raadpleegt hij de bevoegde brandweer Wettelijk en reglementair kader Notificatie 2009 /432/B http://ec.europa.eu/enterprise/tris/pisa/app/search/index.cfm?lang=nl pts@afirst.be 2

Wettelijk en reglementair kader Notificatie 2009 /432/B http://ec.europa.eu/enterprise/tris/pisa/app/search/index.cfm?lang=nl Art. 5.-.neemt de werkgever op basis van de risicoanalyse..de noodzakelijk materiële en organisationele preventiemaatregelen om: vlug en efficiënt elk begin van brand te bestrijden om uitbreiding ervan te vermijden; de schadelijke effecten en neveneffecten van een brand te beperken. Wettelijk en reglementair kader Notificatie 2009 /432/B http://ec.europa.eu/enterprise/tris/pisa/app/search/index.cfm?lang=nl Onderafdeling 4.- Elk begin van brand vlug en doelmatig bestrijden Art. 17.- De werkgever evalueert, kiest, koopt, installeert en onderhoudt de uitrusting ter bescherming tegen brand overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen. Art. 18.- Bij de evaluatie houdt de werkgever inzonderheid rekening met volgende elementen: 1 de inrichting van de arbeidsplaatsen en de risico s die ermee verband hebben; 2 de fysische en chemische eigenschappen van de aanwezige stoffen; 3 de arbeidsprocédés en de arbeidsmiddelen en de risico s die ermee verband hebben; 4 de werknemers die de beschermingsmiddelen moeten gebruiken; 5 het maximale aantal personen dat in het gebouw kan aanwezig zijn; 6 het materieel en het personeel waarover de territoriaal bevoegde brandweerdienst beschikt; 7 de noodzakelijke voorrijtijd van de territoriaal bevoegde brandweerdienst om de plaats van interventie te bereiken. De toegang tot en de bediening van de niet-automatische middelen ter bescherming tegen brand moet gemakkelijk zijn. Hij vraagt het advies van het Comité over de resultaten van de evaluatie. pts@afirst.be 3

Wettelijk en reglementair kader Basisnormen voor nieuwe gebouwen Bijlagen 2,3 en4 Inrichtingen voor melding, waarschuwing, alarm, brandbestrijdingsmiddelen zijn verplicht en worden bepaald op advies van de bevoegde brandweer. Ze zijn aangepast aan de afmetingen, toestand en risico van de lokalen, oordeelkundig geplaatst en met de nodige signalisatie. Bijlage 6 nieuwe industriegebouwen Voldoende aangepaste blusmiddelen Overleg met territoriaal bevoegde brandweer In functie van de aard en de omvang van het brandrisico Wettelijk en reglementair kader Federale regelgeving bvb KB ziekenhuizen Gewestelijke regelgeving bvb bejaardenhuizen Vlarem pts@afirst.be 4

Voorschriften voor niet-automatische blustoestellen van Assuralia ( vroeger BVVO) 2.4. Vereist aantal bluseenheden Het vereiste aantal bluseenheden is één bluseenheid per 150 m² te beschermen oppervlakte, met een minimum van 2 bluseenheden per constructieniveau. Ieder gedeelte van een eenheid van oppervlakte waarvan hierboven sprake is, wordt aangerekend voor een eenheid van oppervlakte. De beveiliging wordt verstrekt voor de gevaarlijke zones volgens de specificaties van de verzekeraar. Als gevaarlijke zones worden onder andere beschouwd, die Welke, voor de fabricagebehoeften, ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55 C, produkten met ontvlambare oplosmiddelen en brandbare gassen bevatten ; Waar, zelfs bijkomstig, hout mechanisch bewerkt wordt ; Waar verven, vernissen, lakken, emails, inkten of andere produkten met ontvlambare oplosmiddelen worden toegepast ; Waar plastische stoffen, gegolfd of gewafeld papier, golfkarton, stro, allerlei vezels voor de verpakking aanwezig zijn, met inbegrip van de lokalen die met deze stoffen verpakte produkten bevatten ; Welke droogplaatsen, polymeriseertoestellen, ovens en andere toestellen bevatten die tot meer dan 30 C verwarmd worden en brandbare produkten behandelen. Deze opsomming is niet beperkend. Per niveau mag er willekeurig gekozen worden uit handsnelblussers of nietdraagbare mobiele toestellen ; nochtans moet minstens de helft van de voor de beveiliging vereiste bluseenheden door handsnelblussers geleverd worden. Wettelijk en reglementair kader Norm? Nieuwe draagbare blustoestellen dienen conform te zijn aan de toepasselijke EN3 normen (draagbare) of EN 1866-2008 (mobiele ) Deze conformiteit zal door een keurmerk gecertifieerd worden ( BENOR/ANPI) Norm S21 050 over het onderhoud van blustoestellen pts@afirst.be 5

Wettelijk en reglementair kader (Agoria) Voorstel van RGV : keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen RGV : keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen INLEIDING Blustoestellen zijn de toestellen die bestemd zijn voor het blussen van branden in de beginfase. Men beschikt over draagbare blustoestellen, vervaardigd conform de normenreeks EN3 en mobiele blustoestellen volgens de norm EN1866. Hun blusvermogen wordt bepaald door proeven op testbranden voor de klassen A en volgens EN2. Het blusvermogen wordt in dit document gebruikt voor de bepaling van de verdeling van de blustoestellen in gebouwen. Het is belangrijk dat de brandbescherming van een gebouw als één geheel beschouwd wordt. Draagbare blustoestellen zijn belangrijk, maar zijn slechts één deel van een geheel van in te zetten middelen. Hun aanwezigheid maakt andere beschermingsmiddelen niet overbodig, zoals mobiele blustoestellen, stijgleidingen, haspels, sprinklers, blusdekens, en andere automatische en manuele blussystemen. Draagbare blustoestellen zijn waardevol in de beginfase van een brand, wanneer hun draagbaarheid en directe beschikbaarheid een snelle aanval mogelijk maken. Men kan evenwel niet verwachten dat zij eengrote brand aankunnen, vermits ze in essentie eerste hulpmiddelen zijn met een beperkte capaciteit. Deze norm gaat ervan uit dat eerst een brandrisicobepaling is gemaakt, waarbij de plaats, de klasse van de branden en de mogelijke gevolgen geïdentificeerd zijn. pts@afirst.be 6

RGV : keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen Brandklassen RGV : keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen Blusmiddelen pts@afirst.be 7

RGV : keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen Bijkomende parameters voor de keuze Gewicht Elektriciteit Blusafstand Zichtbaarheid Weersgevoeligheid Gezondheidsrisico Nevenschade Herlaadbaarheid Stofexplosiegevaar Reactiviteit Bepaling van het aantal blustoestellen Algemene zonebescherming vloeroppervlakte aard van het brandgevaar blusvermogen van toestellen maximum loopafstand pts@afirst.be 8

Bepaling van het aantal blustoestellen Zone indeling Het gebouw wordt ingedeeld in basiszones verdieping of gedeelte daarvan, waarin dezelfde activiteit dezelfde overheersende brandklasse alle delen vd zone moeten aanpalend zijn Bepaling van het aantal blustoestellen Overheersende brandklasse A of B Beiden A én B of D C en F alléén voor objectbescherming alléén blustoestellen A voor zone met A-risico. Aard van het brandrisico L M H pts@afirst.be 9

Bepaling van het aantal blustoestellen; beschermingseenheid. A Een per 150 m² voor een zone L en M Een per 100 m² voor een zone H Wanneer in een zone geen andere middelen aanwezig zijn ( haspels, binnenhydranten, sprinklers) : aantal verdubbelen B Een per 100 m² Bepaling van het aantal blustoestellen; beschermingseenheid. Tenminste de helft van het aantal bluseenheden moeten 1 of 1 1/2 zijn Alleenstaande gebouwen of tussenvloeren van max 200 m² - > 1 per 100 m² pts@afirst.be 10

Bepaling van het aantal blustoestellen; beschermingseenheid. Loopafstand A: 20 m via gangen en loopruimte of 15 m van punt tot punt B: 15 m via gangen en loopruimte of 10 m van punt tot punt Blustoestellen mogen gegroepeerd worden als de loopafstand niet overschreden wordt. Bepaling van het aantal bijkomende blustoestellen. Bijkomende bescherming bijzondere aandacht voor technische installaties, lasateliers; labo s; stapelzones; koelhuizen Objectbescherming Verwarmingsinstallaties, computersystemen. Tenminste één bijkomend blustoestel max 5 m van het risico pts@afirst.be 11

Bepaling van het aantal bijkomende blustoestellen. Aanwezigheid (opslag) ontvlambare vloeistoffen en gassen in het gebouw tot 100 kg geen tot 500 kg 1 x 1.5 B tot 3000 kg 2 x 1.5B > 3000 kg vlampunt > 55 C» 2 x 1.5 B OF 10 B in mobiele blusser > 3000 kg vlampunt < 55 C» 2 x 1.5 B EN 10 B in mobiele blusser Bepaling van het aantal bijkomende blustoestellen. Hoogstapeling opslagzones > 400 m² niet beschermd door sprinkler of brandkranen stapelhoogte > 3 m bijkomende mobiele toestellen 5 AB per 500 m² of fractie ervan pts@afirst.be 12

Bepaling van het aantal bijkomende blustoestellen. Werkzones voor brandbare verven Aanwezigheid van brandbare vloeistoffen, en gassen buiten het gebouw Buitenopslag van brandbare producten, paletten, karton, plastic, afval enz Driedimensionale brandrisico s klasse B Tijdelijke werkzaamheden met open vlam Frituurpannen Plaatsing van de blustoestellen Duidelijk zichtbaar Uitgangen, doorgangen naar uitgangen, trappenzalen, bordessen Niet naast risico dat hun gebruik verhindert Mag in opbergkast Instructies op voorkant Beschut tegen weersomstandigheden Pictogrammen conform de wetgeving. Zichtbaar vanaf de toegangsrichting Handgreep tussen 0.8 en 1.50 m pts@afirst.be 13

Periodiek onderhoud Handleiding van de leverancier Verantwoordelijk persoon Bevoegd bedrijf volgens S21-050 Geen labels verwijderen, overkleven, wijzigen. Gebruikte toestellen, zelfs gedeeltelijk vervangen, hervullen. pts@afirst.be 14