LOOPBAND 3510 Technum IV GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 BESCHRIJVING ONDERDELEN... 2 VEILIGHEIDSINSTRUCTIE... 3 AARDINGSINSTRUCTIE... 4 LIJST MET AANVULLENDE ONDERDELEN... 5 MONTAGE..... 6 WAARSCHUWING... 8 ONDERHOUD... 9 INSTRUCTIES BEDIENINGSPANEEL.... 10 BIJLAGE... 24-1
BESCHRIJVING ONDERDELEN Bedieningspaneel Veiligheidssleutel/-Clip Stroomkabel Stroomkabel Onderstel loopband Stroomonderbreker Stroomschakelaar Voet Beschermkap -2
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE Bij gebruik van dit product dienen de gebruikelijke en navolgende veiligheidsvoorschriften absoluut in acht te worden genomen: Lees de handleiding goed door voordat u dit product gaat gebruiken. GEVAAR Ga voorichtig om met dit product, om het risico op elektrische schokken te beperken: 1. Trek na gebruik de stekker uit het stopcontact en maak het apparaat vervolgens schoon. WAARSCHUWING om de kans op verbrandingen, vuur, elektrische schokken of lichamelijk letsel te beperken: 1. Houd toeicht als de stekker in het stopcontact it, odat er geen gevaarlijke situaties ontstaan of ongelukken kunnen gebeuren. Trek de stekker uit het stopcontact als het apparaat niet gebruik wordt of wanneer u ich aan het omkleden bent. 2. Het is noodakelijk om toeicht te houden als dit apparaat door of in de buurt van kinderen of invaliden wordt gebruikt. 3. Gebruik de loopband alleen op de in de gebruiksaanwijing beschreven wije. Gebruik geen accessoires die niet door de fabrikant ijn aanbevolen, odat er geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan of ongelukken kunnen gebeuren. 4. Gebruik dit apparaat nooit als een kabel of stekker beschadigd is, als het product niet goed werkt, als het product beschadigd is of in aanraking is gekomen met water. Breng het apparaat terug naar het servicecentrum of de verkoper voor inspectie en eventuele reparatie. 5. Gebruik het snoer niet als handvat of om het apparaat te verplaatsen. 6. Leg het snoer niet op een heet ondervlak. 7. Gebruik dit apparaat nooit als de luchtopeningen geblokkeerd worden. Zorg ervoor dat dee vrij ijn van stof, haren etc. 8. Steek geen voorwerpen in de openingen van het apparaat en laat ook niets in de openingen vallen. 9. Het apparaat niet buiten gebruiken of plaatsen. 10. Gebruik het apparaat niet in ruimtes waar aerosolproducten (sprays) gebruikt worden of waar weinig uurstof aanweig is. 11. Zet voordat u het apparaat uitet alle schakelaars op OFF en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. 12. Sluit het apparaat alleen aan op een goed geaard stopcontact. 13. Als het snoer beschadigd is, vraag de fabrikant om vervanging om ongelukken te voorkomen. De verkoper en gekwalificeerde vakmensen komen hiervoor ook in aanmerking. -3
AARDINGSINSTRUCTIE De apparaten moeten eerst nog geaard worden. Als er een storing optreedt of als de loopband uitvalt, biedt de aarding de wegvloeiende stroming de minste weerstand en beschermt u aldus tegen elektrische schokken. Het apparaat wordt geleverd met een aardgeleider en een geaarde stekker. De stekker moet worden ingestoken op een volgens de geldende wettelijke eisen en voorschriften geïnstalleerd en geaard stopcontact. Gevaar-Als de aardgeleider niet goed werkt bestaat er risico op een elektrische schok. Als u twijfelt of de apparaten goed geaard ijn, laat dit dan door een gekwalificeerde elektricien of reparateur controleren. Wijig de meegeleverde stekker niet als dee niet in het stopcontact past, maar laat een passend stopcontact installeren door een gekwalificeerde elektricien. Het apparaat is uitgerust voor een nominale spanning van 220V-240V en heeft een geaarde stekker die lijkt op de stekker die wordt weergegeven in de figuur. Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op een stopcontact dat deelfde configuratie heeft als de stekker. U heeft geen adapter nodig voor dit apparaat. Figuur Aardingsmethoden GEAARD STOP- CONTACT GEAARD UITEINDE - 4 -
LIJST MET AANVULLENDE ONDERDELEN Onderdeel Specificatie QT Y Onderdeel Specificatie QT Y A Onderstel 1 a Truss inbusschroef M8xP1.25x20 6 B Beschermkap L 1 b Truss kruiskopschroef M5xP0.8x15 6 C Beschermkap R 1 c Stekker Inbussleutel + kruiskopschroevendraaier 5mm d 1 (70mmX70mm) e SILICONENSPRAY 1-5 -
MONTAGE WAARSCHUWING: Nadat u de loopband in elkaar heeft geet, kunt u de band plaatsen. Als u eerst de band losmaakt kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. (Let Op! Volg de stappen nauwkeurig op om verwondingen te voorkomen. ) 1. Plaats de handleuning van het bedieningspaneel aan twee kanten van het onderstel (A) oals op de rechterafbeelding, draai de inbusschroef (a) aan, vervolgens kunt u de band plaatsen. NB: Voer de montage altijd met twee of meer personen uit om gevaarlijke situaties te voorkomen. Doe dit nooit alleen. - 6 -
2. Zet vervolgens de linker- en rechterkanten van het onderstel omhoog, oals op de rechterafbeelding en gebruik een inbussleutel (a) om dit vast te draaien. NB: Voer de montage altijd met twee of meer personen uit om gevaarlijke situaties te voorkomen. Doe dit nooit alleen. 3. Plaats na het vastdraaien van de linkeren rechterkant beschermkap L (B) en beschermkap R (C) oals op de rechterafbeelding. Draai dit vast met een kruiskopschroef (b). NB: Voer de montage altijd uit met twee of meer personen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Doe dit nooit alleen. - 7 -
WAARSCHUWING: Dee loopband is volledig inklapbaar odat dee kan worden opgeborgen. Zet alle bewegingen uit (inclusief de band en haal de stekker eruit) voordat u het apparaat opbergt en til het onderstel omhoog totdat dee vastklikt en laat het onderstel vervolgens los. Maar als u de loopband wilt gebruiken, et uw voet dan op het pedaal van de uitschuifbare buis oals op de figuur rechts (houdt het onderstel vast odat u niet valt). Als het apparaat niet reageert als u uw voet op het pedaal et, schud het apparaat dan achtjes op en neer, et het onderstel achtjes op de grond oals de pijl rechts aangeeft. Doe dit alleen als u naast het apparaat staat. (NB1: Om gevaarlijke situaties te voorkomen door incorrect gebruik door kinderen of doordat de gebruiker het onderstel verkeerd neeret, ga voor de loopband staan als u dee verplaatst en pak met beide handen de greep van de achterste beschermkappen vast en et de loopband o weg dat er genoeg ruimte is, vervolgens kunt u de loopband verplaatsen.) (NB2: Om verwondingen te voorkomen, verplaats de loopband niet op oneffen ondergrond.) (NB3: Om verwondingen te voorkomen, ga niet onder de loopband staan als het onderstel verplaatst.). Opmerking:De cilinder bevat gas onder hoge druk. Zorg ervoor dat het apparaat niet botst met andere objecten om gevaarlijke situaties te voorkomen. Opmerking:Als de cilinder geraakt wordt, kan dee beschadigd raken en daardoor niet meer goed werken. De loopband kan vallen wanneer u dee inklapt. - 8 -
ONDERHOUD 1. Als de band de neiging heeft om van het midden te glijden, stop dan de loopband. Pak een 5 mm inbusschroef en draai de inbusschroef van de achterste beschermkap aan. Als de band bijvoorbeeld naar links weggegleden is, draai de schroef dan een kwartslag naar links; als de band naar rechts weggegleden is, draai de schroef dan een kwartslag naar rechts; et de loopband aan nadat dee is bijgesteld. Als u vindt dat de band nog niet goed gecentreerd is, herhaal dan dee procedure. Gebruik de loopband niet totdat de band tijdens gebruik gecentreerd blijft.. (NB1: dit is erg belangrijk, als de band niet gecentreerd is, volg dan bovenstaande procedure.) (NB2: De band blijft waarschijnlijk niet precies in het midden liggen en beweegt een beetje naar links en rechts. Dit varieert door de manier waarop gebruikers het apparaat gebruiken of het heeft te maken met het gewicht van de gebruikers. Het is niet nodig om de band bij te stellen als dee niet tegen de randen aan beweegt. 2. Afhankelijk van hoe het apparaat gebruikt wordt, breng siliconenspray aan volgens de aanwijingen uit onderstaande tabel. Breng steeds 10 mm siliconenspray aan. Draai met de inbussleutel de schroef van de achterrol los. Til de band op en breng in het midden siliconenspray aan. Centreer de band vervolgens en draai de schroeven weer aan. (NB: Als de band wegglijdt, volg dan bovenstaande procedure om de band te smeren.) KGS/LBS SNELHEID Tijd onder 6km/u 1 jaar KGS 6~12km/u 6 maanden boven 12km/u 3 maanden onder 4mijl/u 1 jaar LBS 4~8mijl/u 6 maanden boven 8mijl/u 3 maanden Opmerking: dit is het advies voor huishoudelijk gebruik. Als dit apparaat akelijk gebruikt wordt, moet het apparaat maandelijks gecontroleerd worden. - 9 -
INSTRUCTIES BEDIENINGSPANEEL CE-F:\-NL03-10
TIJD HRC&TIJD HARTSLAG TRAINING HELLING- PROGRAMMA- REEKS STAND CALORIEËN SPIEREN SNELHEID GEWICHT/ AFSTAND LED-LICHT MELDINGEN IDEVICE VERBINGSINGS- STATUS Gebruiker in dee leeftijdscategorie, beoogde HRC formule: Max. Hartslag = (220 - leeftijd) Laag: 0~64% Vetverbranding: 65%~74% Aerobic: 75%~84% Hoog: boven 85% Instructie: Als de gebruiker 30 jaar is, de maximale HRC lager is dan 190 en de HRC tijdens de HRC training modus 120 is, dan wordt dit 120/190 = 63% en al het Low (laag) aangeven. - 11 -
Zodra de loopband start, ullen de schermen human body (menselijk lichaam) en muscle line (spieren) oplichten, als u de hellingstand aanpast wordt getoond welke spieren worden getraind. - 12 -
: (a) (b) : (a) (b) (c) : : : : : - 13 -
: ~ - 14 -
- 15 -
START/READY STATUS Start/ready status: Weight Setting: (a) Druk op SPEED+ or SPEED- om het gewicht in te stellen, de standaardinstelling is 70KG(150 pond), waarden tussen 23~130 KG (50~286 pond). (b) Druk op ENTER om het gewicht te bevestigen, het scherm toont: "SELECT PROGRAM" (selecteer programma), druk op SPEED+ or SPEED- om een programma te selecteren of druk op QUICK START (snelstart) om meteen te starten. Het doel van het instellen van het gewicht is om de gebruiker te laten ien hoeveel calorieën ijn verbrand en om de juiste formule voor de training te geven. Het gewicht kan bij elke herstart worden ingesteld. U kunt als u klaar bent met uw training of nadat de veiligheidssleutel uit het apparaat is verwijderd terug navigeren naar de pagina om het gewicht in te stellen. Slaapstand: QUICK START MODE(START MODE) (a) (b) Starten van de training: Druk op ENTER om het gewicht te bevestigen en op QUICK START om de training direct te starten. Op het scherm verschijnt: "READY GO" en het programma al na 3 seconden starten met een snelheid die ingesteld staat op 1.0km/u (0.6MPH), een hellingstand van 0, en een trainingstijd van "0:00", die maximaal tot 99:59 kan worden ingesteld. Tijdens de training: om de hellingstand aan te passen. - 16 -
(a) (b) Afbreken of beëindigen van de training: Als u tijdens het trainen op stop drukt, dan gaat de PAUSE modus aan. De snelheid loopt langaam terug richting 0 en de hellingstand blijft in de huidige positie staan. PROGRAMMA Manual (Handmatig) Opmerking: Tijd, Afstand, Calorieën kunnen o worden ingesteld dat odra één instelling ingesteld is, de andere automatisch op 0 komen te staan. Opmerking: Zodra de waarden van Tijd, Afstand en Calorieën op 0 komt te staan, al de loopband normaal blijven werken. PROGRAMMA_P1 (9-hole)-3.5 km - 17 -
PROGRAMMA_P2 (hill climb/heuvel beklimmen) PROGRAMMA_P3-P6: Opmerking: voor programma P1~P6, ie de bijlage. PROGRAMMA_RANDOM (WILLEKEURIG) Opmerking: Tijd, Afstand, Calorieën kunnen o worden ingesteld dat odra één instelling ingesteld is, de andere automatisch op 0 komen te staan. PROGRAMMA_USER (GEBRUIKER) (U kunt elf de snelheid en hellingstand invoeren) ~ (a) (b) Druk op SPEED+ of SPEED- om U1, U2, U3, U4 te selecteren. Houdt ENTER 3 seconden ingedrukt en ga naar self-setting, druk op SPEED+ or SPEED- om de snelheid aan te passen en druk op ( ) - 18 -
Opmerking: Tijd, Afstand, Calorieën kunnen o worden ingesteld dat odra één instelling ingesteld is, de andere automatisch op 0 komen te staan HRC 1-3(Dee functie moet gebruikt worden indien een hartslagmeter wordt gebruikt.) Opmerking: Als u de HRC modus gebruikt, dan kunt u alleen een draadloe hartslagmeter gebruiken (wij adviseren om een borstband te gebruiken). Als het systeem na 45 seconden geen signaal heeft doorgekregen, dan al het systeem automatisch afsluiten en het bericht NO PULSE tonen, druk op STOP of wacht 4 minuten totdat het systeem weer op stand-by gaat. Als u het programma afsluit, dan al de snelheid iedere 10 seconden verminderen. Als de werkelijke hartslag lager is dan de beoogde hartslag, dan al de snelheid met 0.1m km/u toenemen. Als de werkelijke hartslag hoger is dan de beoogde hartslag, dan al de snelheid met 0.1 km/u afnemen. Als u de snelheid 10 keer heeft versneld, dan al de hellingstand met 1 niveau stijgen. Als u de snelheid 10 keer heeft verlaagd, dan al de hellingstand met 1 niveau dalen. De snelheid kan tot de maximale en minimale snelheid worden ingesteld: 1.0 km/u en de maximale hellingstand is 12. 1. 60 %,75% (a) Druk op ENTER om 60% te selecteren en ga naar de instelling time: Druk op SPEED+ of SPEED- om de tijd in te stellen, de standaardinstelling is 0:00, waarden tussen 20:00- - 20 -
(b) (c) (d) (e) Druk op ENTER om de tijd in te stellen en ga naar de instelling age: Druk op SPEED+ of SPEED- om de leeftijd in te stellen, de standaardinstelling is 30, waarden tussen 13-80. Druk op ENTER om de leeftijd te bevestigen, het bpm-scherm al de leeftijd tonen en vervolgens de de formule toepassen om de beoogde waarde van de HRC te bepalen. Druk op ENTER om de waarde van de hartslag te bevestigen, na 3 seconden komt op het scherm "Ready Go" te staan en al de training starten. Nadat het programma is gestart, al de werkelijke hartslag getoond worden op het bpm-scherm en het THR-scherm geeft de beoogde hartslag weer. 2. THR (Target Heart Rate/Beoogde Hartslag) (a) Druk op ENTER om THR te bevestigen en ga naar de instelling time: Druk op SPEED+ of SPEED- om de tijd in te stellen, de standaardinstelling is 0:00, waarden tussen 20:00-99:00, eenheid is minuut: seconden. (b) Druk op ENTER om de tijd te bevestigen en ga naar de instelling pulse value: Druk op SPEED+ of SPEED- om de waarde van de hartslag in te stellen, de standaardinstelling is 72, dit kan met 1 worden aangepast. Druk op ENTER om de waarde van de hartslag te bevestigen, na 3 seconden komt op het scherm "Ready Go" te staan en al de training starten. LICHAAMSVET MODUS (a) Druk op ENTER om BODY FAT (lichaamsvet) te selecteren: Leeftijd:Standaardinstelling is 30, waarden tussen 13~80, step is 1, druk op speed+/- om dit aan te passen en de juiste waarde te selecteren en druk op ENTER om naar de volgende instelling te gaan. (b) Lengte:Standaardinstelling is 170 cm,waarden tussen 120~200 cm,per 1 cm, druk op speed+/- om dit aan te passen en de juiste waarde te selecteren en druk op ENTER om naar de volgende instelling te gaan. (c) Geslacht:Standaardinstelling is man,druk op speed+/- om man (1) of vrouw (0) te selecteren. Selecteer de juiste waarde en druk op ENTER. (d) Gewichtt:Standaardinstelling is 70 kg(150lb), waarden tussen 23~130kg(50~286LB). Per 1 kg, Druk op speed+/- om dit aan te passen en de juiste waarde te selecteren. Druk op ENTER. Houdt de handgreep ongeveer 15 seconden vast en het op het scherm komt BODYFAT value te staan. Druk na 1 minuut op de STOP om terug te navigeren naar de stand-by pagina. 1.(man) 0.0~4.9 5.0~9.9 10.0~14.9 15.0~19.9 20.0~24.9 25.0~29.9 30.0~34.9 0.(vrouw) 0.0~14.9 15.0~19.9 20.0~24.9 25.0~29.9 30.0~34.9 35.0~39.9 40.0~44.9 35.0 45.0-21 -
TEKENINGEN PROGRAMMA S P1 - P6 Er ijn in totaal 30 Niveaus, 1 minuut per niveau en dee worden afwisselend weergegeven. - 22 -
- 23 -
WAARSCHUWINGSSIGNAAL : wordt getoond of er gaat een signaal af. :, wordt getoond of er gaat een signaal af. :, wordt getoond of er gaat een signaal af. - 24 -
BIJLAGE P1~P6 TABEL PROGRAMMA S P1 (9 hole) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30-24 -
P2 (hill climb) - 25 -
P3 (HILL RUN) - 26 -
P4 (interval) - 27 -
P5 (rolling) - 28 -
P6 (Weight loss) ALLEEN SNELHEIDSVERANDERINGEN Ometfrequentie Gewichtsverlies(P6) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 British system Niveau 1 speed Metric 0.6 1.0 1.5 2.0 2.0 2.0 2.5 2.5 2.5 3.0 3.0 3.0 3.0 3.5 3.5 3.5 3.5 3.0 3.0 3.0 2.5 2.5 2.5 2.0 2.0 2.0 1.5 1.5 1.0 0.6 system speed 1.0 1.6 2.4 3.2 3.2 3.2 4.0 4.0 4.0 4.8 4.8 4.8 4.8 5.6 5.6 5.6 5.6 4.8 4.8 4.8 4.0 4.0 4.0 3.2 3.2 3.2 2.4 2.4 1.6 1.0 British system Niveau 2 speed 0.6 1.0 1.5 2.5 2.5 2.5 3.0 3.0 3.0 3.5 3.5 3.5 3.5 4.0 4.0 4.0 4.0 3.5 3.5 3.5 3.0 3.0 3.0 2.5 2.5 2.5 2.0 1.5 1.0 0.6 Metric system speed 1.0 1.6 2.4 4.0 4.0 4.0 4.8 4.8 4.8 5.6 5.6 5.6 5.6 6.4 6.4 6.4 6.4 5.6 5.6 5.6 4.8 4.8 4.8 4.0 4.0 4.0 3.2 2.4 1.6 1.0 British system speed Niveau 3 0.6 1.0 1.5 2.5 3.0 3.0 3.5 3.5 3.5 4.0 4.0 4.0 4.0 4.5 4.5 4.5 4.5 4.0 4.0 4.0 3.5 3.5 3.5 3.0 3.0 3.0 2.5 1.5 1.0 0.6 Metric system speed 1.0 1.6 2.4 4.0 4.8 4.8 5.6 5.6 5.6 6.4 6.4 6.4 6.4 7.2 7.2 7.2 7.2 6.4 6.4 6.4 5.6 5.6 5.6 4.8 4.8 4.8 4.0 2.4 1.6 1.0 British system speed Niveau 4 Metric 1.0 1.5 2.0 3.0 3.5 3.5 4.0 4.0 4.0 4.5 4.5 4.5 4.5 5.0 5.0 5.0 5.0 4.5 4.5 4.5 4.0 4.0 4.0 3.5 3.5 3.5 3.0 2.0 1.5 1.0 system speed 1.6 2.4 3.2 4.8 5.6 5.6 6.4 6.4 6.4 7.2 7.2 7.2 7.2 8.0 8.0 8.0 8.0 7.2 7.2 7.2 6.4 6.4 6.4 5.6 5.6 5.6 4.8 3.2 2.4 1.6 British system speed Niveau 5 1.0 1.5 2.0 3.0 3.5 4.0 4.5 4.5 4.5 5.0 5.0 5.0 5.0 5.5 5.5 5.5 5.5 5.0 5.0 5.0 4.5 4.5 4.5 4.0 4.0 4.0 3.5 2.0 1.5 1.0 Metric system speed 1.6 2.4 3.2 4.8 5.6 6.4 7.2 7.2 7.2 8.0 8.0 8.0 8.0 8.8 8.8 8.8 8.8 8.0 8.0 8.0 7.2 7.2 7.2 6.4 6.4 6.4 5.6 3.2 2.4 1.6 British system speed Niveau 6 1.0 1.5 2.0 3.5 4.0 4.5 5.0 5.0 5.0 5.5 5.5 5.5 5.5 6.0 6.0 6.0 6.0 5.5 5.5 5.5 5.0 5.0 5.0 4.5 4.5 4.5 4.0 2.0 1.5 1.0 Metric system speed 1.6 2.4 3.2 5.6 6.4 7.2 8.0 8.0 8.0 8.8 8.8 8.8 8.8 9.6 9.6 9.6 9.6 8.8 8.8 8.8 8.0 8.0 8.0 7.2 7.2 7.2 6.4 3.2 2.4 1.6 British system speed Niveau 7 1.5 2.0 2.5 4.0 4.5 5.0 5.5 5.5 5.5 6.0 6.0 6.0 6.0 6.5 6.5 6.5 6.5 6.0 6.0 6.0 5.5 5.5 5.5 5.0 5.0 5.0 4.5 2.5 2.0 1.5 Metric system speed 2.4 3.2 4.0 6.4 7.2 8.0 8.8 8.8 8.8 9.6 9.6 9.6 9.6 10.4 10.4 10.4 10.4 9.6 9.6 9.6 8.8 8.8 8.8 8.0 8.0 8.0 7.2 4.0 3.2 2.4 British system speed Niveau 8 1.5 2.0 2.5 4.0 5.0 5.5 6.0 6.0 6.0 6.5 6.5 6.5 6.5 7.0 7.0 7.0 7.0 6.5 6.5 6.5 6.0 6.0 6.0 6.0 5.5 5.5 4.5 2.5 2.0 1.5 Metric system speed 2.4 3.2 4.0 6.4 8.0 8.8 9.6 9.6 9.6 10.4 10.4 10.4 10.4 11.2 11.2 11.2 11.2 10.4 10.4 10.4 9.6 9.6 9.6 9.6 8.8 8.8 7.2 4.0 3.2 2.4 British system speed Niveau 9 1.5 2.0 2.5 4.0 5.5 6.0 6.5 6.5 6.5 7.0 7.0 7.0 7.0 7.5 7.5 7.5 7.5 7.0 7.0 7.0 6.5 6.5 6.5 6.0 6.0 5.5 5.0 2.5 2.0 1.5 Metric system speed 2.4 3.2 4.0 6.4 8.8 9.6 10.4 10.4 10.4 11.2 11.2 11.2 11.2 12.0 12.0 12.0 12.0 11.2 11.2 11.2 10.4 10.4 10.4 9.6 9.6 8.8 8.0 4.0 3.2 2.4 British system speed Niveau 1.5 2.0 2.5 4.0 5.5 6.5 7.0 7.0 7.0 7.5 7.5 7.5 7.5 8.0 8.0 8.0 8.0 7.5 7.5 7.5 7.0 7.0 7.0 6.5 6.5 6.0 5.5 2.5 2.0 1.5 10 Metric system speed 2.4 3.2 4.0 6.4 8.8 10.4 11.2 11.2 11.2 12.0 12.0 12.0 12.0 12.8 12.8 12.8 12.8 12.0 12.0 12.0 11.2 11.2 11.2 10.4 10.4 9.6 8.8 4.0 3.2 2.4-29 -