Inschrijvingsbesluit Universiteit Maastricht



Vergelijkbare documenten
Inschrijvingsbesluit 2002/2003. transnationale. Universiteit Limburg

Inschrijvingsbesluit Universiteit Maastricht

Inschrijvingsbesluit Universiteit Maastricht

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld Vastgesteld door het College van Bestuur op 24 mei 2011

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

[Geef tekst op] Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Regeling Aanmelding, Toelating, Inschrijving, Uitschrijving en Collegegeld

Regeling contractcursisten aanschuifonderwijs

Regeling aanmelding, toelating, inschrijving, uitschrijving en collegegeld

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Regeling inschrijving en collegegeld studiejaar

Regels van procedurele aard met betrekking tot vaststelling, bekendmaking en betaling college- en examengeld

COLLEGEGELD

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Inschrijfbesluit Wageningen University

TMH Regeling aanmelding, inschrijving en uitschrijving

De Regels van procedurele aard betreffende inschrijving en

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2014

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf

De Regels van procedurele aard betreffende inschrijving en

Inschrijfbesluit Wageningen University

Artikel 2.3 Instellingscollegegeld voor EER-studenten Artikel 2.4 Instellingscollegegeld voor niet-eer-studenten

Masterclass nieuwe bekostiging en Regeling collegegelden

Stichting Associate degrees Academie Avans-HZ. Reglement inschrijvingsvoorwaarden studenten

REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING

Artikel 2.3 Instellingscollegegeld voor EER-studenten Artikel 2.4 Instellingscollegegeld voor niet-eer-studenten

REGLEMENT IN- EN UITSCHRIJVING BACHELOR- EN ASSOCIATE DEGREE-OPLEIDINGEN

Regeling aanmelding en inschrijving Hogeschool Leiden

Regeling contractonderwijs webversie 13 februari 2015

voor hoger onderwijs op grond van artikel 7.48 WHW; toegelaten te kunnen worden tot een masteropleiding van de RU;

Regeling aanmelding en inschrijving Hogeschool Leiden

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Regeling inschrijving en collegegeld studiejaar

INSCHRIJFREGELING HOGESCHOOL LEIDEN REGELING AANMELDING EN INSCHRIJVING HOGESCHOOL LEIDEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Uitvoeringsreglement in- en uitschrijving Christelijke Hogeschool Windesheim

INSCHRIJFREGELING HOGESCHOOL LEIDEN REGELING AANMELDING EN INSCHRIJVING HOGESCHOOL LEIDEN

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2015

Regeling toelating tot de opleidingen van het Koning Willem I College

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

REGLEMENT INSCHRIJVING EN COLLEGEGELD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Deze regeling is op 1 april 2019 vastgesteld door het College van Bestuur. De Studentenraad heeft op 26 maart 2019 positief geadviseerd.

TOELICHTING COLLEGEGELD , HOGESCHOOL LEIDEN

Inschrijvingsvoorwaarden studiejaar wo masterprogrammering (Geldig van 1 september tot en met 31 augustus 2017)

Regeling Profileringsfonds RUG

Inschrijvingsvoorwaarden studiejaar wo bachelorprogrammering (Geldig van 1 september tot en met 31 augustus 2017)

Inschrijfbesluit Wageningen University

Reglement (beëindiging) inschrijving studenten en extranei HZ. Stichting HZ Zeeland

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.

Paragraaf Onderwerp Bepalen soort collegegeld, wettelijk- of instellingscollegegeld Wettelijk collegegeld

Inschrijfbesluit Wageningen University Regulier:

Algemene informatie

REGELING INSCHRIJVING EN COLLEGEGELD RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

Inschrijfbesluit Wageningen Universiteit

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Hoofdstuk 2 Aanmelding en studiekeuzecheck bacheloropleidingen

Toelating tot de opleiding

Regeling Inschrijving en Collegegeld 2018/2019

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Algemene inschrijvingsvoorwaarden Kenniscenter de Kempel

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016

Zaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam

Regeling in- en uitschrijving Christelijke Hogeschool Windesheim

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Regeling collegegelden Saxion

REGLEMENT SELECTIE VOOR NUMERUS FIXUS BACHELOROPLEIDINGEN

m UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Regeling Studiekeuzecheck en studiekeuzeadvies

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING /

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Informatiebrief wetgeving bepaling hoogte collegegelden

Inschrijfvoorwaarden NHL. Studiejaar

REGELING INSCHRIJVING EN COLLEGEGELD RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN STUDIEJAAR

Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, TU/e

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM

Procedure identificatieplicht

Transcriptie:

Inschrijvingsbesluit Universiteit Maastricht 2015-2016

2 Het Inschrijvingsbesluit van de Universiteit Maastricht is gebaseerd op de artikelen 7.32 tot en met 7.50 en 7.52 tot en met 7.57g van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) en bevat de bepalingen voor de inschrijvingsprocedure voor het studiejaar 2015-2016 en is van toepassing op de bachelor- en masteropleidingen van de Universiteit Maastricht en de masteropleidingen die aangeboden worden door de transnationale Universiteit Limburg en gevolgd worden aan de Universiteit Maastricht. Het Inschrijvingsbesluit is opgesteld met inachtneming van de geldende bepalingen betreffende: a. vooropleidingseisen bacheloropleiding: artikelen 7.23a - 7.30 WHW b. toelatingseisen masteropleiding: artikelen 7.30a - 7.30e WHW c. inschrijvingsprocedure: artikelen 7.32, 7.33, 7.37 WHW d. inschrijvingsrechten: artikelen 7.34 en 7.36 WHW e. hoogte van het college- en examengeld: artikelen 7.43-7.46 WHW f. vermindering, vrijstelling en terugbetaling wettelijk collegegeld, artikel 7.48 WHW g. beëindiging van de inschrijving: artikel 7.42 en 7.42a WHW h. voldoening collegegeld: artikel 7.47 WHW i. schadevergoeding: artikel 15.2 WHW j. rechtmatig verblijf: artikel 8 Vreemdelingenwet 2000 k. Gedragscode Internationale Student Hoger Onderwijs, herziene versie 1 augustus 2014). Waar in dit besluit gesproken wordt over hij wordt ook zij bedoeld. Waar in dit besluit gesproken wordt over Studielink is voor een student die een masteropleiding volgt aan de transnationale Universiteit Limburg bij de Universiteit Maastricht de MyUM portal dan wel het SSC van toepassing. Inhoudsopgave Hoofdstuk I art. 1 art. 2 art. 3 art. 4 art. 5 art. 6 art. 7 Algemene bepalingen Begripsbepalingen Toelaatbaarheid en toelating tot een bacheloropleiding Toelaatbaarheid en toelating tot een masteropleiding Inschrijving en inschrijvingsvormen Weigering inschrijving (iudicium abeundi) Onderwijscontractant en bijvakstudent Doorstroming van hoger beroepsonderwijs naar een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs (schakelprogramma) Hoofdstuk II Inschrijvingsprocedure en retributies Paragraaf 1 art. 8 art. 9 art. 10 De inschrijvingsprocedure Het inschrijvingsverzoek Ingangsdatum inschrijving UM Card en bewijs van inschrijving Paragraaf 2 Collegegeld/examengeld studiejaar 2015-2016 art. 11 Wettelijk collegegeld 1.951 art. 11a Wettelijk collegegeld 1.951 in verband met gelijktijdig gevolgde opleidingen art. 12 Instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijk collegegeld

3 art. 13 Collegegeld bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences - University College Maastricht art. 14 Collegegeld masteropleiding Forensic Psychology art. 15 Instellingscollegegeld bacheloropleiding art. 16 Instellingscollegegeld masteropleiding art. 17 Gedeeltelijk wettelijk collegegeld 1.369 art. 18 Instellingscollegegeld ter hoogte van het gedeeltelijk wettelijk collegegeld art. 19 Instellingscollegegeld deeltijdse masteropleiding art. 20 Examengeld art. 21 Collegegeld Erasmus Mundus art. 22 Vermindering van collegegeld bij inschrijving gedurende het studiejaar art. 23 Vermindering of vrijstelling van wettelijk dan wel gedeeltelijk wettelijk collegegeld bij gelijktijdig gevolgde opleidingen of bestuurswerkzaamheden art. 24 Heffing en betaling van het collegegeld / examengeld Paragraaf 3 art. 25 art. 26 art. 27 art. 28 art. 29 art. 30 art. 31 art. 32 Beëindiging inschrijving en restitutie collegegeld Beëindiging inschrijving als student en restitutie collegegeld Beëindiging inschrijving bij betalingsachterstand Beëindiging inschrijving bij ernstige overlast, ernstige fraude of bij gedragingen in relatie tot toekomstige beroepsuitoefening Beëindiging inschrijving als extraneus Overlijden Annulering inschrijving voor aanvang van het studiejaar Restitutie collegegeld Schadevergoeding Hoofdstuk III Slotbepalingen art. 33 art. 34 art. 35 art. 36 art. 37 Onvolledig verzoek Onvoorziene gevallen en gevallen van onbillijke aard Bezwaar Mandaat Inwerkingtreding en citeertitel Bijlage Instellingscollegegelden naar soort bacheloropleiding dan wel masteropleiding

4 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. bacheloropleiding: opleiding als bedoeld in de artikelen 7.3 en 7.3a, lid 1, sub a WHW; b. BRON HO: Basis Register Onderwijs Hoger Onderwijs, dat wordt beheerd door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO); c. BRP: Basisregistratie personen; d. College van Bestuur: College van Bestuur van de Universiteit Maastricht; e. collegegeld: wettelijk -, gedeeltelijk wettelijk -, dan wel instellingscollegegeld als bedoeld in artikel 7.43 WHW; f. DUO-CBAP: Dienst Uitvoering Onderwijs-Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing; g. DUO-CROHO: Dienst Uitvoering Onderwijs-Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs; h. DUO-IBG: Dienst Uitvoering Onderwijs-Informatie Beheer Groep; i. ECTS: studiebelasting uitgedrukt in het European Credit Transfer System, waarbij één credit overeenkomt met 28 studiebelasting-uren; j. examengeld: examengeld als bedoeld in artikel 7.44 WHW; k. extraneus: degene die zich inschrijft als extraneus met de rechten als bedoeld in artikel 7.36 WHW; l. EU/EER-landen: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot Brittannië, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, IJsland, Zweden; m. gedeeltelijk wettelijk collegegeld: collegegeld als bedoeld in artikel 7.45, lid 2 en 3 WHW; n. IND: Immigratie- en Naturalisatiedienst; o. instellingscollegegeld: collegegeld als bedoeld in artikel 7.46 WHW; p. masteropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3 en 7.3a, lid 1, sub b WHW; q. OER: de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW; r. opleiding: bachelor- of masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3 en 7.3a WHW; s. persoonsgebonden nummer: het burgerservicenummer of het uitgegeven onderwijsnummer als bedoeld in artikel 7.31e WHW; t. restitutie: terugbetaling van collegegeld in de zin van artikel 7.48 WHW; u. SEPA: de Single Euro Payments Area, opgericht ter vereenvoudiging van banktransacties in euro s binnen Europa; v. SSC: Studenten Service Centrum; w. student: degene die zich inschrijft voor een voltijdse of deeltijdse opleiding met de rechten als bedoeld in artikel 7.34 WHW; x. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; y. Studielink: de gemeenschappelijke aanmeld- en inschrijfapplicatie van de hogescholen, de universiteiten en de minister (www.studielink.nl); z. UAF: Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF; aa. universiteit: Universiteit Maastricht; bb. UM: Universiteit Maastricht; cc. wettelijk collegegeld: collegegeld als bedoeld in artikel 7.45 en 7.45a WHW;

5 dd. WHW: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek; ee. WSF: Wet Studiefinanciering 2000; De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.

6 Artikel 2 Toelaatbaarheid en toelating tot een bacheloropleiding 1. Toelaatbaar tot een bacheloropleiding aan de Universiteit Maastricht is degene die naar het oordeel van het College van Bestuur voldaan heeft aan de vooropleidingseisen zoals gesteld in de artikelen 7.23a tot en met 7.30 WHW. 2. Voor studenten die toelating wensen tot de bacheloropleiding Geneeskunde, geldt ingevolge artikel 7.56 WHW een beperkte inschrijving van het aantal studenten (arbeidsmarktfixus). 3. Voor studenten die toelating wensen tot de bacheloropleiding International Business, Economics and Business Economics, Psychologie dan wel Biomedische Wetenschappen geldt ingevolge artikel 7.53 WHW een beperkte eerste inschrijving (capaciteitsfixus). 4. Voor studenten die toelating wensen tot de bacheloropleiding International Business, Economics and Business Economics Psychologie en Geneeskunde geldt ingevolge artikel 7.57e WHW een decentrale selectie. Voor een decentrale selectie zijn voor de betreffende opleiding gestelde deadlines en procedures van toepassing. 5. Voor degene die niet al eerder voor de bacheloropleiding International Business, Economics and Business Economics, Geneeskunde, Psychologie dan wel Biomedische Wetenschappen aan de UM is ingeschreven geweest, is het mogelijk, na toestemming van het faculteitsbestuur, om toegelaten te worden tot jaar 2 van deze bachelor opleidingen. 6. Voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences (University College Maastricht, University College Venlo en Maastricht Science Programme) is een specifieke selectieprocedure van kracht. Deelname aan deze procedure is een voorwaarde voor inschrijving bij de betreffende opleiding. Een bewijs van toelating voor de desbetreffende opleiding dient in het bezit van het SSC te zijn voorafgaand aan de inschrijving. 7. Een eerste inschrijving voor een bacheloropleiding waarvoor geen arbeidsmarkt/capaciteitsfixus of decentrale selectie geldt, is mogelijk indien: a. een aanmelding voor een bachelor bij een Nederlandse instelling voor hoger onderwijs uiterlijk 1 mei 2015 in Studielink is ingediend en b. is vastgelegd dat de student heeft deelgenomen aan de studiekeuzecheck. De aard en inhoud van de studiekeuzecheck is vast gelegd in de OER van de betreffende opleiding. 8. Indien een student niet heeft deelgenomen aan de studiekeuzecheck of zich na 1 mei 2015 voor het eerst bij een Nederlandse instelling voor hoger onderwijs heeft aangemeld en een negatief studiekeuzeadvies heeft gekregen, kan de inschrijving voor de betreffende bacheloropleiding geweigerd worden. Artikel 3 Toelaatbaarheid en toelating tot een masteropleiding 1. Toelaatbaar tot een masteropleiding aan de universiteit is degene die naar het oordeel van het College van Bestuur voldaan heeft aan de toelatingseisen zoals gesteld in de artikelen 7.30b tot en met 7.30 WHW. 2. Voor een aantal masteropleidingen geldt een beperkte inschrijvingscapaciteit.

7 Artikel 4 Inschrijving en inschrijvingsvormen 1. Ieder die wenst gebruik te kunnen maken van onderwijsvoorzieningen, examenvoorzieningen of voorzieningen van andere aard ten behoeve van onderwijs aan de universiteit, dient zich door het College van Bestuur als student of extraneus te laten inschrijven voor een opleiding. 2. De inschrijving als student of extraneus staat slechts open voor degene waarvan de ouders, voogden of verzorgers aantonen, dan wel, indien de student meerderjarig en handelingsbekwaam is, hij zelf aantoont dat hij: a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst, c. vreemdeling is en 18 jaar of ouder op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, d. vreemdeling is en buiten Nederland verblijf houdt op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal de inschrijving wordt gewenst, of e. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b, c of d, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding van een instelling, welke opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid. 3. Inschrijving aan de universiteit kan geschieden voor een voltijdse of een deeltijdse opleiding, voor zover deze als zodanig in het CROHO is opgenomen. 4. Inschrijving als extraneus kan alleen plaatsvinden, indien naar het oordeel van het College van Bestuur de aard of het belang van het onderwijs van de gekozen opleiding zich daartegen niet verzet. Artikel 5 Weigering inschrijving (iudicium abeundi) 1. Het College van Bestuur kan in bijzondere gevallen de inschrijving van een student weigeren of beëindigen, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op die beroepsuitoefening. 2. Indien het College van Bestuur of het instellingsbestuur van een andere instelling dan de UM de inschrijving van een student voor een opleiding heeft geweigerd of beëindigd en de UM eenzelfde of verwante opleiding verzorgt waarvoor die student om inschrijving verzoekt, kan het College van Bestuur besluiten de student niet opnieuw of niet voor die opleiding in te schrijven. 3. Indien een student, bij wie de inschrijving voor een opleiding is geweigerd dan wel beëindigd conform de voorgaande leden, is ingeschreven voor een andere opleiding waarbij een afstudeerrichting of andere onderdelen van die opleiding overeenkomen of verwant zijn aan de opleiding waarvoor de inschrijving is geweigerd dan wel beëindigd, kan het College van Bestuur besluiten dat de student die afstudeerrichting of andere onderdelen van

8 die opleiding niet mag volgen. Artikel 6 Onderwijscontractant en bijvakstudent 1. Degene die met de instelling een private overeenkomst sluit over deelname aan een deel van het onderwijs van een opleiding geldt als onderwijscontractant. De onderwijscontractant mag uitsluitend deelnemen aan de onderwijsactiviteiten waarvoor toelating geldt op grond van de overeenkomst. Het tarief voor deelname aan het onderwijspakket is afhankelijk van de inhoud van het pakket en wordt bepaald door het faculteitsbestuur dat het contract aanbiedt. 2. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 bedraagt het tarief voor deelname aan het bachelor onderwijspakket Geneeskunde 32.000 per studiejaar. 3. Degene die aan een andere Nederlandse instelling voor hoger onderwijs als student een opleiding volgt en met toestemming van de desbetreffende UM-examencommissie deelneemt aan onderwijsactiviteiten van de UM, geldt als bijvakstudent en wordt toegelaten op grond van een bewijs van inschrijving van die andere instelling. De bijvakstudent is aan de UM geen collegegeld verschuldigd. 4. Bijvakstudenten en onderwijscontractanten hebben alleen die rechten die verbonden zijn aan de betreffende onderwijsactiviteit. 5. Een bijvakstudent dan wel een onderwijscontractant kan geen aanspraak maken op een getuigschrift voor de betreffende opleiding. Artikel 7 Doorstroming van hoger beroepsonderwijs naar een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs (schakelprogramma) 1. In de OER van een aantal masteropleidingen van de UM is vastgelegd hoe degene die met goed gevolg een (verwante) bacheloropleiding aan het hoger beroepsonderwijs (hbo)heeft afgelegd, kan doorstromen naar een verwante masteropleiding aan de UM door het volgen van een bepaald programma (schakelprogramma). 2. Een deelnemer aan het in lid 1 genoemde programma wordt ingeschreven als onderwijscontractant. Een onderwijscontractant heeft geen recht op studiefinanciering op grond van de WSF 2000. 3. Afhankelijk van het aantal studiepunten (ECTS) van het te volgen schakelprogramma worden, conform artikel 7.57i WHW, de volgende vergoedingen in rekening gebracht: a. programma van 30 ECTS: 975,50; b. programma van 60 ECTS: 2.926,50; c. maatwerkprogramma tot 30 ECTS: 32,51 per ECTS; d. maatwerkprogramma, voor het gedeelte boven 30 ECTS: 65,03 per ECTS. 4. De mogelijkheid tot betaling in termijnen van deze vergoeding wordt bepaald door het faculteitsbestuur dat het betreffende schakelprogramma aanbiedt. 5. De schakelstudent, die tussentijds besluit te stoppen met het schakelprogramma, komt niet in aanmerking voor restitutie van de door hem betaalde vergoeding, tenzij sprake is van aantoonbare overmacht. 6. De schakelstudent die voor dezelfde periode ingeschreven is voor een andere opleiding in het hoger onderwijs en daarvoor wettelijk collegegeld betaalt, is vrijgesteld van betaling van de vergoeding voor het schakelprogramma.

9 Hoofdstuk II Inschrijvingsprocedure en retributies Paragraaf 1 De inschrijvingsprocedure Artikel 8 Het inschrijvingsverzoek 1. Inschrijving voor een opleiding aan de universiteit geschiedt door aanmelding via Studielink en door betaling van het verschuldigde collegegeld of examengeld op de wijze als aangegeven in artikel 24. 2. Door aanmelding via Studielink en het invullen van het (digitale) machtigingsformulier tot betaling van het collegegeld dan wel de betaling van het collegegeld in 1 keer, gaat de student akkoord met, en verplicht de student zich tot, betaling van het volledige van toepassing zijnde collegegeld vóór 1 september 2015 conform de artikelen 11 tot en met 20 dan wel het tarief genoemd in de Bijlage Hoogte collegegeld per opleiding. 3. Diegene die zich wenst in te schrijven als student voor een opleiding aan de UM is gehouden terstond te reageren op verzoeken om zijn aanmelding dan wel inschrijving compleet te maken. Bij het niet tijdig reageren op deze verzoeken wordt de aanmelding c.q. het verzoek tot inschrijving door de universiteit buiten behandeling gelaten. 4. Ter bepaling van het collegegeldtarief als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 14 dan wel 17 en 18 dient door studenten met een andere nationaliteit dan die van een EU/EER-land, Zwitserland of Suriname tevens te worden overgelegd een kopie van de kennisgeving van DUO inzake studiefinanciering betrekking hebbend op het studiejaar waarvoor inschrijving wordt verzocht of een verblijfsdocument waaruit blijkt dat de student behoort tot een van de groepen van personen als bedoeld in artikel 2.2 WSF. 5. Indien voor de eerste maal inschrijving aan de universiteit wordt verzocht, dienen tenminste de volgende documenten te worden overgelegd of gegevens te worden aangeleverd: a. voor de aankomend student die niet is opgenomen in de BPR: een kopie van een paspoort of identiteitskaart dat geldig is op 1 september van het studiejaar waarvoor inschrijving wordt verzocht; b. een origineel gewaarmerkte kopie van het diploma dat op grond van de WHW toelating geeft tot de desbetreffende opleiding en, indien gevraagd, een origineel gewaarmerkte kopie van de bij het diploma behorende cijferlijst. Verificatie van het diploma kan plaatsvinden bij de instelling die het diploma heeft afgegeven; c. een pasfoto ten behoeve van de UM Card, conform de vormvereisten van de UM zoals die te vinden zijn op de website van de UM; d. een recente verklaring van een niet Nederlandse gemeente waaruit blijkt waar de aankomend student woonachtig is, indien hij op het moment van inschrijving niet is ingeschreven bij een Nederlandse gemeente; e. voor meerderjarige vreemdelingen die niet in het bezit zijn van de nationaliteit van een land dat deel uitmaakt van de EU/EER of Zwitserland: een afschrift van een door de Minister van Justitie vastgesteld vreemdelingendocument dat rechtmatig verblijf in Nederland aantoont of een afschrift van een verklaring van een buitenlandse overheidsinstantie dat rechtmatig verblijf in dat buitenland aantoont;

10 f. bij inschrijving voor de bacheloropleidingen Geneeskunde, International Business, Economics and Business Economics, Psychologie en Biomedische Wetenschappen: het door het DUO- CBAP uitgereikte bewijs van toelating. De inschrijving voor de genoemde opleidingen dient per omgaande na ontvangst van het bewijs van toelating maar in elk geval binnen twee weken na de op het bewijs van toelating vermelde datum te zijn voltooid. Na deze datum kan de UM beslissen dat het door DUO verstrekte bewijs van toelating wordt ingetrokken. De student kan in dat geval aan het bewijs van toelating geen rechten meer ontlenen; g. bij inschrijving voor een opleiding waarvoor voldoende beheersing van de taal van de opleiding wordt vereist: een bewijs dat aan dit taalvereiste is voldaan conform de door de universiteit vastgestelde taaleisen Nederlands en/of Engels bij toelating voor de betreffende opleiding, die te vinden zijn via de website van de UM; h. in het geval van een toelaatbare verblijfsvergunningplichtige student met verblijfsdoel: studie, dient bij inschrijving een door de universiteit opgesteld, document te worden overgelegd waarin de student zich akkoord verklaart met de procedure waarbij de universiteit hem bij de IND afmeldt, in geval van beëindiging van de inschrijving of bij de vaststelling dat geen sprake is van voldoende studievoortgang als bedoeld in artikel 5.5 en 5.6 van de Gedragscode Internationale Student Hoger Onderwijs. Bovengenoemde documenten en gegevens dienen te worden overgelegd c.q. aangeleverd binnen de door de universiteit gestelde inlevertermijn dan wel voor de door de universiteit gestelde uiterste inleverdatum. 6. Lid 5 is van toepassing op een eerste inschrijving voor elke opleiding waarvoor om inschrijving wordt verzocht. 7. Indien een student zich herinschrijft dient hij het door de universiteit verstrekte formulier verklaring woonadres ondertekend te retourneren binnen de door de universiteit gestelde inlevertermijn / uiterste inleverdatum of zijn woonadres binnen deze termijn in Studielink te (her)bevestigen. De student is gehouden wijzigingen van zijn woonadres / calamiteitenadres steeds door te geven via: proofresidence@maastrichtuniversity.nl; 8. Een aantal gegevens die een student bij zijn inschrijvingsverzoek verstrekt wordt gebruikt voor doeleinden binnen de UM die voortvloeien uit de status als student. Een student kan bij eerste inschrijving aangeven hiertegen bezwaar te hebben. 9. Indien een meerderjarige student of extraneus het collegegeld of het examengeld niet zelf voldoet, dient door de student of extraneus een schriftelijke verklaring te worden overgelegd waaruit blijkt dat de student of extraneus ermee instemt dat de in die verklaring vermelde derde namens hem het collegegeld of het examengeld voldoet. 10. Indien om inschrijving aan de universiteit wordt verzocht en indien tevens sprake is van een inschrijving voor een opleiding aan een andere instelling voor hoger onderwijs op basis van het wettelijk collegegeld dient door de student het bewijs van betaling van het wettelijk collegegeld aan die instelling te worden overgelegd. 11. Indien een of meerdere van de in lid 5 tot en met 10 genoemde documenten of gegevens ontbreken of het van toepassing zijnde collegegeld nog niet is voldaan, kan de universiteit besluiten niet tot definitieve inschrijving over te gaan en de toegang tot bepaalde UM faciliteiten op te schorten.

11 Artikel 9 Ingangsdatum inschrijving 1. Inschrijving voor een opleiding geschiedt voor het gehele studiejaar. Inschrijving geschiedt voor het resterende deel van het studiejaar als het een opleiding betreft met als startdatum 1 februari 2016. In bepaalde gevallen van klaarblijkelijke hardheid kan van de inschrijfdeadlines worden afgeweken. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet mogelijk. 2. De inschrijving voor een bachelor- of masteropleiding geschiedt met ingang van 1 september 2015 onder voorwaarde dat: a. vóór 1 september 2015 het verzoek tot (her)inschrijving via Studielink is ingediend én b. op 30 september 2015 aan alle inschrijvingsvoorwaarden conform artikel 8 is voldaan. 3. De inschrijving voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences geschiedt met ingang van 1 september 2015 indien voldaan is aan de voorwaarden genoemd in lid 2 en geschiedt per 1 februari 2016 onder voorwaarde dat: a. vóór 1 februari 2016 het verzoek tot inschrijving via Studielink is ingediend én b. op 28 februari 2016 aan alle inschrijvingsvoorwaarden conform artikel 8 is voldaan. 4. Indien inschrijving voor een masteropleiding per 1 februari 2016 mogelijk is, geschiedt de inschrijving voor deze masteropleiding met ingang van 1 februari 2016, onder voorwaarde dat: a. vóór 1 februari 2016 het verzoek tot inschrijving via Studielink is ingediend én b. op 28 februari 2016 aan alle inschrijvingsvoorwaarden conform artikel 8 is voldaan. 5. De inschrijving is niet eerder rechtsgeldig dan nadat aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan. Artikel 10 UM Card en bewijs van inschrijving 1. Nadat de inschrijving aan de universiteit heeft plaatsgevonden, wordt aan de student eenmalig een UM Card en per opleiding jaarlijks een bewijs van inschrijving verstrekt. Tevens kan, op verzoek van de student, een bewijs van betaling ten behoeve van een inschrijving bij een andere universiteit of hogeschool worden verstrekt. 2. De UM Card is het universitair legitimatiebewijs dat alleen rechtsgeldig is in combinatie met een geldig bewijs van inschrijving voor een bepaalde opleiding en een bepaald studiejaar. 3. De UM Card en het bewijs van inschrijving zijn eigendom van de universiteit. 4. Bij verlies van de UM Card kan via de website van de universiteit een nieuwe kaart (via facilitaire dienst) aangevraagd worden. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht. De student dient de UM onverwijld van het verlies of de diefstal van zijn UM Card op de hoogte te brengen. 5. Bij verlies van het bewijs van inschrijving kan via het SSC een duplicaat van het bewijs van inschrijving aangevraagd worden. Hiervoor kunnen kosten in rekening worden gebracht. Bij het verzoek om een duplicaat te verstrekken kan gevraagd worden naar een legitimatiebewijs. De UM Card wordt als geldig legitimatiebewijs aangemerkt.

12 Paragraaf 2 Collegegeld/examengeld studiejaar 2015-2016 Artikel 11 Wettelijk collegegeld 1.951 1. Het wettelijk collegegeld, zijnde 1.951, is verschuldigd door een student die zich inschrijft voor een voltijdse bachelor- dan wel masteropleiding en die: a. blijkens het BRON HO sedert 1 september 1991 voor een inschrijving aan een bacheloropleiding niet eerder een bachelorgraad heeft behaald of voor een inschrijving aan een masteropleiding niet eerder een mastergraad heeft behaald, en b. tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de WSF behoort of de Surinaamse nationaliteit bezit. 2. De voorwaarde bedoeld onder het eerste lid onder a, geldt niet voor een student die voor de eerste maal een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt zoals vermeld staat in het DUO-CROHO. 3. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een bachelorgraad heeft behaald gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een hogere beroepsopleiding met een studielast van 168 studiepunten volgens de WHW zoals die luidde op 31 augustus 2002, en b. een student die met goed gevolg het kandidaatsexamen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.8 WHW, zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002. 4. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een bachelor- en mastergraad heeft behaald gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.8 WHW, zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002; b. een student die op grond van artikel 18.14 WHW met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs; en c. een student die op grond van artikel 18.15 WHW met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs. 5. Indien een student in de loop van het studiejaar alsnog voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in lid 1, sub b, wordt op verzoek van de student, met ingang van de maand volgend op het voldoen aan de voorwaarden het wettelijk collegegeld in rekening gebracht. 6. Indien een ingeschreven student op een bepaald moment gedurende het studiejaar niet langer voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1 tot en met 6 is hij met ingang van de maand volgend op het niet meer voldoen aan deze voorwaarden voor het resterende deel van het studiejaar het instellingscollegegeld conform artikel 15 of 16 dan wel 19 verschuldigd. 7. Indien een student in het bezit is van een nationaliteit van een EU/EERland en ook van een nationaliteit van een niet-eu/eer-land, is de nationaliteit die in de Basisregistratie personen is vastgelegd bepalend voor de bepaling van de hoogte van het collegegeld.

13 Artikel 11a Wettelijk collegegeld 1.951 bij gelijktijdig gevolgde opleidingen 1. Een persoon die volgens het BRON HO sedert 1 september 1991 voor de eerste keer een bacheloropleiding of een masteropleiding volgt en zich voor het behalen van de aan die opleiding verbonden graad heeft ingeschreven voor een of meer andere bachelor- of masteropleidingen, is voor die andere opleiding of andere opleidingen wettelijk collegegeld verschuldigd, mits hij behoort tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, of de Surinaamse nationaliteit bezit. 2. Een persoon, bedoeld in het eerste lid, komt uitsluitend in aanmerking voor de aanspraak, bedoeld in het eerste lid, indien: a. de inschrijving voor de andere opleiding of de andere opleidingen, bedoeld in het eerste lid, heeft plaatsgevonden voordat Onze minister met betrekking tot de voor de eerste keer gevolgde opleiding de mededeling van afstuderen, zoals bedoeld in artikel 7.9d WHW, heeft ontvangen; en b. die andere opleiding of die andere opleidingen waarop de aanspraak op wettelijk collegegeld betrekking heeft, door de betrokkene wordt gevolgd zonder tussentijdse beëindiging van de inschrijving voor die opleiding als bedoeld in de artikelen 7.42 en 7.42a WHW. 3. In dit artikel wordt onder een bachelor- of masteropleiding een bachelorof masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3a WHW begrepen. 4. Artikel 7.48 WHW is op de andere opleiding of andere opleidingen, bedoeld in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Artikel 12 Instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijk collegegeld 1. Instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijk collegegeld, zijnde 1.951 is verschuldigd door een student die voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 met uitzondering van lid 1 onder b, en die zich inschrijft als student voor een voltijdse bachelor- dan wel masteropleiding en die, a. door middel van een rechtsgeldig verblijfsdocument kan aantonen dat sprake is van een status als vluchteling of asielzoeker in Nederland. Dit rechtsgeldig verblijfsdocument dient jaarlijks bij (her-)inschrijving getoond te worden of, b. financiële ondersteuning ontvangt van het UAF of, c. over een document beschikt waaruit een legale, permanente verblijfsstatus blijkt van een van de lidstaten van de EU/EER of Zwitserland. 2. Indien een ingeschreven student op een bepaald moment gedurende het studiejaar niet langer voldoet aan een van de voorwaarden genoemd in lid 1 is hij met ingang van de maand volgend op het niet meer voldoen aan deze voorwaarden voor het resterende deel van het studiejaar het instellingscollegegeld conform artikel 15 of 16 dan wel 19 verschuldigd.

14 Artikel 13 Collegegeld bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences University College Maastricht (UCM) 1. Een student die voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 en die vóór 1 september 2012 ingeschreven stond voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences University College Maastricht is bij een aansluitende inschrijving een collegegeld verschuldigd van 1.951. 2. Een student die voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 en die zich per 1 september 2012 of daarna voor de eerste maal heeft ingeschreven voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences - University College Maastricht is een collegegeld verschuldigd van 3.225. 3. Een student die niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 maar wel aan de voorwaarden van artikel 12 en die vóór 1 september 2012 ingeschreven heeft gestaan voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences - University College Maastricht is bij een aansluitende inschrijving een collegegeld verschuldigd van 1.951. 4. Een student die niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 maar wel aan de voorwaarden van artikel 12 en die zich per 1 september 2012 of daarna voor de eerste maal heeft ingeschreven voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences - University College Maastricht is een collegegeld verschuldigd van 3.225. 5. Een instellingscollegegeld van 10.500 is verschuldigd door een student die zich inschrijft voor de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences - University College Maastricht en niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1 tot en met 4. Artikel 14 Collegegeld masteropleiding Forensic Psychology 1. Een student die voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 en die vóór 1 september 2014 ingeschreven stond voor de masteropleiding Forensic Psychology is bij een aansluitende inschrijving een collegegeld verschuldigd van 1.951. 2. Een student die voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 en die zich per 1 september 2014 of daarna voor de eerste maal heeft ingeschreven voor de masteropleiding Forensic Psychology is een collegegeld verschuldigd van 3.495. 3. Een student die niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 maar wel aan de voorwaarden van artikel 12 en die vóór 1 september 2014 ingeschreven heeft gestaan voor de masteropleiding Forensic Psychology is bij een aansluitende inschrijving een collegegeld verschuldigd van 1.951. 4. Een student die niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 11 maar wel aan de voorwaarden van artikel 12 en die zich per 1 september 2014 of daarna voor de eerste maal heeft ingeschreven voor de masteropleiding Forensic Psychology is een collegegeld verschuldigd van 3.495. 5. Een instellingscollegegeld van 14.000 is verschuldigd door een student die zich inschrijft voor de masteropleiding Forensic Psychology en niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1 tot en met 4.

15 Artikel 15 Instellingscollegegeld bacheloropleiding 1. Een instellingscollegegeld is verschuldigd door een student die zich inschrijft als student voor een voltijdse bacheloropleiding aan de UM en niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 11 dan wel 12. 2. De hoogte van het in lid 1 genoemde instellingscollegegeld bedraagt 8.500, 10.500 of 32.000 en is afhankelijk van de gevolgde opleiding. Een overzicht van de opleidingen is opgenomen in de bijlage bij dit besluit. Artikel 16 Instellingscollegegeld masteropleiding 1. Een instellingscollegegeld is verschuldigd door degene die zich inschrijft als student voor een voltijdse masteropleiding aan de UM en niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 11 dan wel 12. 2. De hoogte van het in lid 1 genoemde instellingscollegegeld bedraagt 14.000, 16.000 of 32.000 en is afhankelijk van de gevolgde opleiding. Een overzicht van de opleidingen is opgenomen in de bijlage bij dit besluit. Artikel 17 Gedeeltelijk wettelijk collegegeld 1.369 1. Gedeeltelijk wettelijk collegegeld, zijnde 1.369, is verschuldigd door degene die zich inschrijft als student voor een deeltijdse bachelor- dan wel masteropleiding en die: a. blijkens het BRON HO, sedert 1 september 1991 voor een inschrijving aan een bacheloropleiding niet eerder een bachelorgraad heeft behaald of voor een inschrijving aan een masteropleiding niet eerder een mastergraad heeft behaald, en b. tot een van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de WSF behoort of de Surinaamse nationaliteit bezit. 2. De voorwaarde, bedoeld onder het eerste lid onder a, geldt niet voor een student die voor de eerste maal een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt zoals vermeld staat in het DUO-CROHO. 3. De overige leden van artikel 11 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 18 Instellingscollegegeld ter hoogte van het gedeeltelijk wettelijk collegegeld 1. Instellingscollegegeld ter hoogte van het gedeeltelijk wettelijk collegegeld, zijnde 1.369 is verschuldigd door een student die voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 17 met uitzondering van lid 1 onder b, en die zich inschrijft als student voor een deeltijdse bachelor- dan wel masteropleiding en die, a. door middel van een rechtsgeldig verblijfsdocument kan aantonen dat sprake is van een status als vluchteling of asielzoeker in Nederland. Dit rechtsgeldig verblijfsdocument dient jaarlijks bij inschrijving getoond te worden of, b. financiële ondersteuning ontvangt van het UAF of, c. over een document beschikt waaruit een legale, permanente verblijfsstatus blijkt van een van de lidstaten van de EU/EER of Zwitserland. 2. Indien een ingeschreven student op een bepaald moment gedurende het studiejaar niet langer voldoet aan een van de voorwaarden genoemd in lid 1 is hij met ingang van de maand volgend op het niet meer voldoen aan

16 deze voorwaarden voor het resterende deel van het studiejaar het gedeeltelijk instellingscollegegeld conform artikel 15 of 16 dan wel 19 verschuldigd. Artikel 19 Instellingscollegegeld deeltijdse masteropleiding 1. Een instellingscollegegeld is verschuldigd door degene die zich inschrijft als student voor een deeltijdse masteropleiding en niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 17 dan wel 18. 2. De hoogte van het in lid 1 genoemde instellingscollegegeld bedraagt 7.000 of 8.000 en is afhankelijk van de gevolgde opleiding. Een overzicht van de opleidingen is opgenomen in de bijlage bij dit besluit. Artikel 20 Examengeld (extraneus) 1. Examengeld, zijnde 1.951, is verschuldigd door degene die zich inschrijft als extraneus en die voldoet aan de voorwaarden van artikel 11. 2. Examengeld, zijnde 8.500, 10.500 of 32.000 afhankelijk van de opleiding, is verschuldigd door degene die zich inschrijft als extraneus voor een bacheloropleiding conform de in de bijlage opgenomen lijst, en die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in de artikelen 11 dan wel 12. 3. Examengeld, zijnde 14.000, 16.000 of 32.000 afhankelijk van de opleiding, is verschuldigd door degene die zich inschrijft als extraneus voor een masteropleiding conform de in de bijlage opgenomen lijst en die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in de artikelen 11 dan wel 12. Artikel 21 Collegegeld Erasmus Mundus De hoogte van het collegegeld voor de student die deelneemt aan een opleiding waarop het Erasmus Mundus programma van toepassing is dient een collegegeld te voldoen conform het voor de desbetreffende opleiding geldende tarief. Artikel 22 Vermindering van collegegeld bij inschrijving gedurende het studiejaar 1. Een student is slechts een gedeelte van het door hem verschuldigde collegegeld verschuldigd, indien de student op grond van artikel 9 lid 1 tweede volzin van dit besluit, zich gedurende het studiejaar inschrijft. In dat geval wordt het verschuldigd collegegeld berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar. 2. De student die examengeld betaalt, komt niet in aanmerking voor vermindering van het examengeld bij inschrijving in de loop van het studiejaar. Artikel 23 Vermindering of vrijstelling van het wettelijk dan wel gedeeltelijk wettelijk collegegeld bij gelijktijdig gevolgde opleidingen of bestuurswerkzaamheden 1. Indien een student, die blijkens het BRON HO sinds 1991 niet eerder een bachelor- of mastergraad heeft behaald, bij een instelling is ingeschreven voor een opleiding en aan dezelfde of een andere bekostigde instelling (met uitzondering van de Open Universiteit), een tweede inschrijving wenst, is hij voor de laatstbedoelde inschrijving vrijgesteld van het betalen van wettelijk collegegeld, tenzij het betaalde dan wel te betalen bedrag

17 voor de eerste inschrijving lager is dan het volledig wettelijk collegegeld. In dat geval is het verschil verschuldigd aan de instelling van de tweede inschrijving. 2. Degene die voor het volgen van uit de openbare kas bekostigd onderwijs al les- of cursusgeld verschuldigd is op grond van de Les- en cursusgeldwet, en die, in plaats daarvan dan wel daarnaast, in hetzelfde studiejaar aan de UM wenst te worden ingeschreven, is voor die inschrijving aan de UM een collegegeld verschuldigd ter hoogte van het verschil tussen de reeds voldane bijdrage aan les- of cursusgeld en het wettelijk collegegeld. Indien het wettelijk collegegeld lager is dan het reeds voldane bedrag aan les- of cursusgeld wordt hij van het betalen van collegegeld aan de UM vrijgesteld. 3. Indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in lid 1 en 2 van dit artikel is geen sprake van vermindering of vrijstelling van collegegeld op basis van het volgen van meerdere opleidingen tegelijkertijd. 4. Een student die aanspraak maakt op wettelijk collegegeld op grond van artikel 11, lid 2 dan wel artikel 17, lid 2, wordt voor een andere inschrijving niet vrijgesteld van het betalen van collegegeld als bedoeld in de artikelen 11, 11A, 15, 16 en 19. 5. Indien een student als bedoeld in artikel 11 lid 1 méér dan een opleiding volgt en de opleiding waarvoor hij het eerst is ingeschreven met goed gevolg afrondt, is deze student voor de andere opleiding die hij dan nog volgt het wettelijk collegegeld verschuldigd voor het resterende deel van het studiejaar. Het verschuldigde bedrag wordt in dat geval berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het betreffende studiejaar. 6. De student die als bestuurder een fulltime bestuursfunctie bekleedt bij een studentenvereniging (niet zijnde een studievereniging en/of medezeggenschapsorgaan, zoals Universiteitsraad of Faculteitsraad), de werkgroep INKOM of het Student Project Team, en die onder gebruikmaking van de Regeling Collegegeldvrij besturen een overeenkomst collegegeld vrij besturen heeft ondertekend, is vrijgesteld van het betalen van het wettelijk dan wel gedeeltelijk wettelijk collegegeld. Artikel 24 Heffing en betaling van het collegegeld /examengeld 1. Het van toepassing zijnde collegegeldtarief wordt bepaald op basis van de documenten als bedoeld in artikel 8 en het BRON HO voor zover het betreft een behaalde graad. 2. Wanneer op enig moment in het studiejaar wordt geconstateerd dat het in rekening gebrachte collegegeld over dat studiejaar onjuist is vastgesteld en de student een te laag bedrag heeft voldaan, is de student gehouden op eerste vordering het verschil te voldoen. 3. Wanneer op enig moment in het studiejaar wordt geconstateerd dat het in rekening gebrachte collegegeld over dat studiejaar onjuist is vastgesteld en de student een te hoog bedrag heeft voldaan, wordt het verschil door de universiteit zo spoedig als mogelijk teruggestort. 4. Betaling van het verschuldigde collegegeld kan als volgt geschieden: a. door overmaking van het verschuldigde collegegeld in één keer. De daarbij behorende transactiekosten zijn voor rekening van de student; b. door het afgeven van een (digitale) machtiging ten laste van een SEPA bankrekening tot gespreide inning van het collegegeld in 8

18 gelijke termijnen bij een inschrijving per 1 september dan wel in 4 gelijke termijn bij een inschrijving per 1 februari. 5. Betaling van het examengeld geschiedt door overmaking van het verschuldigde bedrag in één keer. De daarbij behorende transactiekosten zijn voor rekening van de student. 6. Voor betaling van het collegegeld middels een machtiging geldt dat deze betaling alleen kan leiden tot een rechtsgeldige inschrijving, indien de rekening waarvoor de machtiging is afgegeven over een saldo beschikt dat toereikend is om het collegegeld te kunnen voldoen. De machtiging kan niet worden herroepen. Bij opheffing van het rekeningnummer dient een nieuwe machtiging te worden afgegeven aan de UM ter inning van de verschuldigde bedragen van het nieuwe rekeningnummer. 7. Bij betaling op de in lid 4 onder b aangegeven betalingswijze geldt dat eenmalig 24 aan administratiekosten in rekening wordt gebracht en dat de voor de machtiging geldende regels van toepassing zijn. 8. Indien na afloop van de laatste termijn als genoemd in lid 4 het collegegeld of een gedeelte daarvan niet is voldaan, wordt niet eerder tot (her-)inschrijving voor een volgend studiejaar overgegaan, of kan niet worden afgestudeerd, dan nadat het nog openstaande bedrag aan collegegeld is voldaan.

19 Paragraaf 3 Beëindiging inschrijving en restitutie collegegeld Artikel 25 Beëindiging van de inschrijving als student en restitutie van het collegegeld 1. De inschrijving als student eindigt conform de WHW per 31 augustus van het studiejaar. 2. Op verzoek van de student wordt de inschrijving in de loop van het studiejaar beëindigd met ingang van de maand volgend na ontvangst van het verzoek daartoe. Beëindiging van de inschrijving met terugwerkende kracht is niet mogelijk. 3. Het verzoek tot beëindiging van de inschrijving als student in de loop van het studiejaar dient te worden gedaan via Studielink. Bij dit verzoek dient tevens in Studielink te worden aangegeven dat restitutie van het (gedeeltelijke) collegegeld verlangd wordt. 4. Van de beëindiging van de inschrijving in de loop van het studiejaar, ontvangt de student een bericht vanuit Studielink. 5. Na een beëindiging van de inschrijving wordt voor elke maand die nog resteert in het studiejaar een twaalfde gedeelte van het wettelijk dan wel instellingstarief dat op de inschrijving van toepassing is, gerestitueerd bij een verzoek daartoe zoals beschreven in lid 3. 6. Indien het collegegeld wordt voldaan in termijnen, wordt het terug te betalen bedrag verrekend met de nog openstaande termijnen. 7. Bij beëindiging van de inschrijving per 1 juli dan wel 1 augustus van het studiejaar vindt geen restitutie van collegegeld plaats. 8. Restitutie van collegegeld heeft betrekking op het door de desbetreffende student betaalde collegegeld conform de artikelen 11 tot en met 19 en 22. 9. Voordat overgegaan wordt tot het afhandelen van het afstuderen en het honoreren van het verzoek tot beëindiging van de inschrijving op grond van afstuderen dient door de student, conform de door de universiteit vastgestelde voorwaarden, aangetoond te worden dat hij aan alle betalingsverplichtingen heeft voldaan. 10. De beëindiging van de inschrijving van een verblijfsvergunningplichtige student met als verblijfsdoel: studie, wordt door de universiteit gemeld bij de IND. Artikel 26 Beëindiging van de inschrijving bij betalingsachterstand 1. Indien sprake is van een achterstand in betaling van het collegegeld wordt aan de student een herinnering gestuurd ter betaling van het openstaand bedrag. 2. Indien na deze herinnering geen betaling volgt, wordt een aanmaning verstuurd. Tevens wordt het studenten e-mailadres en de UM-Card geblokkeerd. Ook de toegang tot ELEUM wordt de student ontzegd. De kosten voor deze procedure bedragen 19,50 en worden bij de student in rekening gebracht. 3. Indien na de aanmaning nog geen (tijdige) betaling is gevolgd, kan de inschrijving door de UM worden beëindigd met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning.

20 Artikel 27 Beëindiging inschrijving bij ernstige overlast, ernstige fraude of bij gedragingen in relatie tot toekomstige beroepsuitoefening 1. Het College van Bestuur kan de inschrijving van de student of extraneus tijdens het studiejaar beëindigen wanneer de student de voorschriften en maatregelen die het instellingsbestuur heeft getroffen voor het gebruik van gebouwen en terreinen overtreedt (artikel 7.57h WHW) of anderszins ernstige overlast veroorzaakt en ook na aanmaning door het instellingsbestuur deze overlast niet staakt. Onder ernstige overlast wordt mede verstaan discriminerend gedrag gerelateerd aan iemands ras, levensovertuiging of maatschappelijke opvattingen, sekse, seksuele geaardheid, afkomst, handicap of ziekte. De inschrijving wordt beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op het besluit of zoveel eerder als noodzakelijk wordt geacht. 2. Het College van Bestuur kan de inschrijving eveneens beëindigen indien sprake is van ernstige fraude als bedoeld in artikel 7.12b WHW of gedragingen in relatie tot toekomstige beroepsuitoefening als bedoeld in artikel 7.42a WHW. De inschrijving wordt beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op het besluit. Artikel 28 Beëindiging van de inschrijving als extraneus 1. De inschrijving als extraneus eindigt conform de WHW per 31 augustus van het studiejaar. 2. De inschrijving als extraneus kan op verzoek van de student in de loop van het studiejaar worden beëindigd bij schriftelijke kennisgeving aan het SSC. 3. Bij beëindiging van de inschrijving als extraneus in de loop van het studiejaar, heeft de extraneus geen recht op terugbetaling van (een gedeelte van) het betaalde examengeld. Artikel 29 Overlijden 1. Beëindiging van de inschrijving bij overlijden van de student vindt plaats met ingang van de maand volgend op de maand van overlijden. 2. Bij beëindiging van de inschrijving bij overlijden, wordt voor elke maand volgend op de datum van overlijden, een twaalfde deel van het collegegeld over de in het studiejaar resterende maanden terugbetaald. Artikel 30 Annulering van de inschrijving voor aanvang van het studiejaar 1. Tot 1 september van het studiejaar waarvoor om inschrijving is verzocht kan de inschrijving via Studielink door degene die verzocht heeft om inschrijving ongedaan gemaakt worden. 2. In afwijking van lid 1 kan degene die verzocht heeft om inschrijving voor een opleiding met twee startmomenten én om inschrijving heeft verzocht voor dit tweede startmoment, deze inschrijving voor het tweede startmoment ongedaan maken tot de datum van het tweede startmoment. 3. Een verzoek tot annulering van de inschrijving voor aanvang van het studiejaar dan wel de datum van het tweede startmoment dient te geschieden via Studielink dan wel via schriftelijke kennisgeving aan het SSC indien sprake is van een inschrijving als extraneus.

21 4. Bij annulering van de inschrijving voor aanvang van het studiejaar, wordt op verzoek van degene die verzocht heeft om annulering van de inschrijving het reeds betaalde collegegeld of examengeld volledig terugbetaald of de verstrekte (digitale) machtiging geblokkeerd. Artikel 31 Restitutie collegegeld 1. De restitutie van het collegegeld geschiedt binnen maximaal 3 maanden na de beëindiging van de inschrijving op het bij de UM bekende bankrekeningnummer. 2. Indien het collegegeld door betrokkene wordt voldaan in termijnen, wordt het terug te betalen bedrag verrekend met de nog openstaande termijnen dan wel wordt een teveel betaald bedrag terugbetaald. Hoofdstuk III Slotbepalingen Artikel 32 Schadevergoeding 1. Degene die gebruik maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen zonder rechtsgeldige inschrijving, is op grond van artikel 15.2 WHW een schadevergoeding verschuldigd. 2. Het verschuldigde bedrag aan schadevergoeding bedraagt een twaalfde deel van het toepasselijke collegegeld voor elke maand dat betrokkene onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van onderwijs- of examenvoorzieningen van een opleiding van de universiteit. 3. De schadevergoeding wordt geheven bovenop het voor het desbetreffende studiejaar geldende en verschuldigde college- of examengeld. Artikel 33 Onvolledig verzoek De student die om een beschikking verzoekt op grond van deze regeling, is gehouden om het verzoek volledig en voorzien van de benodigde verklaringen in te dienen. Indien de beschikking als gevolg van het aanvullen van een onvolledig verzoek pas later kan worden afgegeven dan door verzoeker aanvankelijk is beoogd, komen de rechtsgevolgen daarvan voor rekening van de student. De in dit besluit opgenomen termijnen vangen aan na ontvangst van een volledig verzoek. Artikel 34 Onvoorziene gevallen en gevallen van onbillijke aard Behoudens de bepalingen in de WHW waarvan niet mag worden afgeweken, beslist de directeur van het SSC in gevallen waarin deze regeling niet voorziet en ingeval van onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 35 Bezwaar Tegen beschikkingen die gebaseerd zijn op het Inschrijvingsbesluit kan binnen 6 weken na toezending van de beschikking door belanghebbende(n) bezwaar gemaakt worden door het indienen van een bezwaarschrift bij het Complaints Service Point van de UM ter attentie van het College van Bestuur van de universiteit.