Gemeente Westerveld 1



Vergelijkbare documenten
Gemeente Steenwijkerland

B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B074 Overig beleid inzake specifieke medische kosten

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE RICHTLIJN NR. B074 OVERIG BELEID INZAKE SPECIEKE MEDISCHE KOSTEN

Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013.

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Versie 2.4. BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Krimpen aan den IJssel

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad

Wat is bijzondere bijstand? informatiefolder

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017.

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek

Collectieve zorgverzekering. Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Zuidplas (Bij de brochure bijzondere bijstand)

Waar kunt u bijzondere bijstand voor aanvragen?

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET

B&W-nr.: d.d Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

Aanleiding. Bevoegdheid college

Beleidsregels Bijzondere Bijstand. 1. Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Opbouw van de nota 1.3. Uitgangspunten

Nota. Bijzondere Bijstand. Samenwerkingsverband Werk & Inkomen

Zundertse Regelgeving

Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Schouwen-Duiveland 2016

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Zuidplas

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B155 Fysiotherapie en oefentherapie

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: DRAAGKRACHTBEREKENING

Moment aanvragen bijzondere bijstand (terugwerkende kracht) (B062)

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Beek 2018

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN

Voor vermogen geldt dat wanneer uw vermogen hoger is dan de bedragen in onderstaande tabel, het meerdere draagkracht is. 18 tot 21 jaar.

Toelichting op de Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland 2012.

besluit BenW Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n :

Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand, gemeente Amersfoort

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2016

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Haarlemmermeer 2019

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B153 Tandheelkundige hulp

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B096 Bewassing en kledingslijtage

Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen

april 2014 Bijzondere bijstand en verstrekkingenboek 2014

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND EN AMSTELVEENPAS GEMEENTE AMSTELVEEN. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsomschrijving.

Nota bijzondere bijstand Wet werk en bijstand 2006

Financiële tegemoetkomingen voor meerkosten in Amsterdam

Afdeling Samenleving Sectie Sociale Zaken Augustus Beleidsregels bijzondere bijstand

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

CVDR. Nr. CVDR104739_1. Beleidsregel individuele bijzondere bijstand

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4

Regeling collectieve zorgverzekering voor minima in de gemeente Steenwijkerland Beleidsregel 1. Begripsbepalingen Beleidsregel 2.

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Inhoudsopgave : Slotbepalingen : Herziening en Terugvordering : Overgangsrecht : Hardheidsclausule

Regeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen

- Intrekking van publicatie GB op 7 april Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten vast te stellen de Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2018.

Regeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Besluitenlijst d.d. d.d. adj.secr. gem.secr. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen

GEMEENTE SCHINNEN. Bijdrageregeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen.

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen en welke voorwaarden hierbij horen.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Beleidsregels bijzondere bijstand Gemeente Oldebroek 2015

Brochure over Bijzondere bijstand en Minimabeleid 2012 (inwoners Steenwijkerland) juli 2012

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERSTREKKINGENBOEK BIJZONDERE BIJSTAND 2014

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd.

Gemeente Nijkerk - Beleidsregels bijzondere bijstand Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk,

B&W 23 oktober 2012 Gemeenteblad 31E WIJZIGING BELEIDSREGELS WWB MBT RICHTLIJNEN BIJZONDERE BIJSTAND

Informatieblad bij aanvraag Bijzondere bijstand WWB 2013

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de bijzondere bijstand

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de bijzondere bijstand Gemeente Grootegast

O *O * Beleidsregels bijzondere bijstand. Titel beleidsnota. januari onder titel (optioneel)

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B069 - Waar en wanneer medisch advies vragen

De Toeslagenverordening WWB kent de volgende toeslagen toe aan personen van 21 tot 65 jaar:

Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude afdoening: BOB

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen; Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid De Ronde Venen 2019

7.4.2 Kosten naturalisatie Jongeren van 18 t/m 20 jaar Hoogte bijzondere bijstand 18 t/m 20-jarigen niet in een inrichting

Toelichting bij de Beleidsregel bijzondere bijstand

GEMEENTEBLAD. Nr Richtlijnen Bijzondere Bijstand

Brochure over. Minimafonds (inwoners Westerveld) juli Bij wie kunt u de aanvraag indienen?

Besluit Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B073 Brillen en contactlenzen

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Voorliggende voorzieningen

Aftrekposten aangifte Inkomstenbelasting. John Hesen

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

GEMEENTE SCHERPENZEEL

BIJZONDERE BIJSTAND. informatie over bijzondere bijstand. Voor dingen die noodzakelijk zijn. Een steuntje in de rug

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Beleidsregels bijzondere bijstand en Amstelveenpas gemeente Amstelveen.

Oplegvel Collegebesluit

Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht de artikelen 5,11,12,13,14,15,16,18,35,49 van de Participatiewet;

Beleidsregels compensatieregeling schoonmaakondersteuning Steenwijkerland

Transcriptie:

Gemeente Westerveld 1

Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen bijzondere bijstandsverlening... 4 Hoofdstuk 2 Bijzondere bijstand en medische kosten... 12 Hoofdstuk 3 Woonkostentoeslag bij huurwoningen... 25 Hoofdstuk 4 Woonkostentoeslag eigen woning... 29 Hoofdstuk 5 Verhuis- en (woning)inrichtingskosten... 32 Hoofdstuk 6 Duurzame gebruiksgoederen... 40 Hoofdstuk 7 Babyuitzet... 42 Hoofdstuk 8 Langdurigheidstoeslag... 43 Hoofdstuk 9 Begrafenis- of crematiekosten... 44 Hoofdstuk 10 Kinderopvang... 47 Hoofdstuk 11 Buitengewone verwervingskosten en reiskosten traject... 54 Hoofdstuk 12 Reiskosten... 55 Hoofdstuk 13 Reiskosten kinderen tot 18 jaar voor het volgen van onderwijs... 59 Hoofdstuk 14 Peuterspeelzaal... 61 Hoofdstuk 15 Kosten voortgezet onderwijs... 62 Hoofdstuk 16 PC-regeling... 63 Hoofdstuk 17 Toeslagen voor levensonderhoud... 64 Hoofdstuk 18 Vaste lasten bij opname in inrichting... 65 Hoofdstuk 19 Bijstand en detentie... 68 Hoofdstuk 20 Bewindvoering, curatele en mentor... 72 Hoofdstuk 21 Kosten rechtshulp, griffierechten... 74 Hoofdstuk 22 Eigen bijdrage LBIO... 76 Hoofdstuk 23 Identiteitskaart... 78 Hoofdstuk 24 Koudetoeslag... 79 2

Leidraad Wet werk en bijstand Bijzondere bijstand 3

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen bijzondere bijstandsverlening Regeling: Wet werk en bijstand (WWB) Onderwerpen: - Inleiding - Moment indiening aanvraag bijzondere bijstand - Algemene en bijzondere voorwaarden - Wanneer vloeien kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden - Kunnen kosten voldaan worden uit de aanwezige middelen - Draagkrachtbepalingen - Nadere bepalingen voor de draagkrachtberekening - Draagkrachtperiode - Uitsmeren draagkracht - Draagkracht en WSNP - Draagkracht en beslag - Drempel (artikel 35, tweede lid WWB) - Vormen van (bijzondere) bijstand - Waarborgsom - Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan - Schuldenlast (artikel 49 WWB) - Betaling - Beslag (artikel 46, tweede lid, WWB) Inleiding De algemene voorwaarden voor het recht op bijstand gelden ook voor de bijzondere bijstand. Dat betekent dat bij iedere aanvraag bijzondere bijstand het recht getoetst moet worden aan de artikelen 11 tot en met 16 WWB. Voldoet een klant aan deze algemene voorwaarden dan kan voor uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan bijzondere bijstand worden verleend, voor zover deze uitgaven naar het oordeel van het college niet uit de eigen middelen kunnen worden voldaan. Niet de aard van de kosten is bepalend voor de vraag of kosten bijzonder zijn, maar de individuele bijzondere omstandigheden. De WWB regelt de bijzondere bijstand in artikel 35. Zie paragraaf 1 (recht op bijzondere bijstand), hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck. Moment indiening aanvraag bijzondere bijstand Artikel 44 lid 1 WWB verbiedt bijstandsverlening tegen een eerdere datum dan de datum waarop belanghebbende zich heeft gemeld voor de aanvraag. Gelet op de doelstellingen van de bijzondere bijstand (onder andere armoedebestrijding) moet aangenomen worden dat gemeentelijk beleid op basis waarvan met terugwerkende kracht bijzondere bijstand wordt verleend niet in strijd is met de bedoeling van de wetgever. Zie paragraaf 1.3 (moment indiening aanvraag bijzondere bijstand), hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck. 4

Een aanvraag om bijzondere bijstand dient bij voorkeur te worden ingediend, vóór dat de kosten zijn gemaakt. Het is toegestaan een aanvraag om bijzondere bijstand binnen één jaar nadat de kosten zijn gemaakt nog in te dienen, uitgezonderd aanvragen bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke kosten die zich incidenteel dan wel periodiek voordoen. Voor deze laatste aanvragen geldt een termijn van vier maanden. Een eventueel bewijsrisico vanwege de late aanvraag komt voor rekening van de aanvrager. In veel gevallen is namelijk de noodzaak achteraf niet meer vast te stellen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: - Vervanging duurzame gebruiksgoederen (achteraf is immers niet vast te stellen of het oude apparaat aan vervanging toe was) - Verhuiskosten Algemene en bijzondere voorwaarden Voor het beantwoorden van de vraag of recht op bijzondere bijstand bestaat, moeten de volgende vragen beantwoord worden: Algemene voorwaarden (artt. 11 tot en met 16 WWB en art. 40 WWB) 1 Is aanvrager Nederlander of daarmee gelijkgestelde vreemdeling. (artikel 11, eerste tot en met derde lid, WWB) Nee. Geen recht (artikel 16 lid 2 WWB) 2. Verblijft hij/zij in Nederland (territorialiteitsbeginsel). (artikel 11 lid 1 WWB) Nee. Geen recht, tenzij er zeer dringende redenen* zijn (artikel 16 WWB) 3 Woont hij in de gemeente Steenwijkerland/Westerveld (artikel 40 WWB). Nee. Doorzendplicht**. (artikel 2:3 Awb) 4. Doen de kosten zich voor (artikel 11 lid 1 WWB) Zie paragraaf 1.5 van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck. Nee. Geen recht 5. Zijn het kosten die in Nederland zijn gemaakt of die betrekking hebben op kosten die aan Nederland zijn verbonden (territorialiteitsbeginsel). (artikel 11 lid 1 WWB) Nee. Geen recht tenzij er zeer dringende redenen* zijn (artikel 16 WWB) 6. Is op aanvrager één van de uitsluitingsgronden van toepassing (artikel 13 WWB) (bijv. jonger dan 18, detentie, werkstaking enz.). Ja. Geen recht tenzij er zeer dringende redenen* zijn (artikel 16 WWB) 7. Kan aanvrager een beroep doen op een voorliggende voorziening (artikel 15 WWB). Ja. Geen recht tenzij er zeer dringende redenen* zijn (artikel 16 WWB) 8a. Gaat het om niet noodzakelijke kosten genoemd in art. 14 WWB (bijzondere bijstand voor: geleden of toegebracht schade, betaling van boete, alimentatie enz.). Ja. Geen recht tenzij er zeer dringende redenen* zijn (artikel 16 WWB) 8b Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk (artikel 11 lid 1 WWB) Zie paragraaf 1.6 van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Nee. Geen recht tenzij er zeer dringende redenen* zijn (artikel 16 WWB) Wet werk en bijstand van Schulinck. Bijzondere voorwaarden (artikel 35 lid 1 WWB) 9. Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele Nee. Geen recht tenzij er 5

omstandigheden (artikel 35 lid 1 WWB) 10. Kunnen de kosten worden voldaan uit de aanwezige middelen (artikel 35 WWB) dringende redenen zijn Ja. Geen recht tenzij er dringende redenen zijn * Er is sprake van zeer dringende redenen als er een situatie is die van levensbedreigende aard is of blijvend ernstig letsel of invaliditeit tot gevolg kan hebben. ** Aanwezige schriftelijke stukken doorsturen naar juiste gemeente en aanvrager daar gelijktijdig over informeren (artikel 2:3 Awb). Zie paragraaf 2 van hoofdstuk 3 Recht op bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck voor de onderdelen 1 en 2 uit de tabel. Zie ook paragraaf 1.4 (Beoordeling aanvraag bijzondere bijstand), hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck. Wanneer vloeien kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden Voor onderdeel 9 van de tabel is van belang een onderscheid te maken tussen: a. incidenteel voorkomende noodzakelijke kosten van het bestaan (bijvoorbeeld duurzame gebruiksgoederen) b. overige noodzakelijke kosten Ad a. incidenteel voorkomende noodzakelijke kosten van het bestaan Gaat het om incidenteel voorkomende noodzakelijke kosten dan moet onderzocht worden of: - Belanghebbende kon reserveren voor deze kosten. Zo ja, dan kan het college de bijstandsaanvraag afwijzen. Zie bijvoorbeeld CRvB 10-12-2002, nrs. 00/2393 NABW e.a., CRvB 26-09-2006, nrs. 05/1709 NABW e.a. en CRvB 13-10-2009, nr. 07/6727 WWB. - Belanghebbende geheel of gedeeltelijk een lening kon afsluiten voor deze kosten. Zie bijvoorbeeld CRvB 28-03-2006, nrs. 05/196 NABW e.a.. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het kunnen afsluiten van een geldlening bij de Gemeenschappelijke Kredietbank als een voorliggende voorziening wordt opgemerkt (artikel 15 WWB). Aangezien de vraag omtrent de mogelijkheid tot reserveren onderdeel uitmaakt van de beoordeling of er sprake is van bijzondere omstandigheden, kan dit aspect niet meer aan de orde komen bij de middelentoets (onderdeel 10). Als eenmaal is vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden dan speelt de vraag of de belanghebbende heeft gereserveerd of had kunnen reserveren voor de betreffende kosten daarna geen rol meer. Het ontbreken van (voldoende) reserveringsruimte, in verband met de verplichte aflossing van schulden, is geen bijzondere omstandigheid in het individuele geval op grond waarvan het mogelijk is om bijzondere bijstand te verlenen. Schulden dan wel het ontbreken van voldoende reserveringsruimte als gevolg daarvan, kunnen niet worden afgewenteld op de WWB (zie CRvB 02-11-1999, nr. 98/973 NABW, CRvB 25-04-2006, nr. 05/922 NABW en CRvB 26-10-2010, nrs. 09/2436 WWB e.a.). 6

Zie paragraaf 1.7 van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck Ad b. overige noodzakelijke kosten Van belang is of zich in het concrete geval bijzondere omstandigheden voordoen die de kosten noodzakelijk maken. Is deze vraag met ja wordt beantwoord dan is van belang of de kosten kunnen worden voldaan uit de aanwezige middelen. Kunnen kosten voldaan worden uit de aanwezige middelen De vraag of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, kan in twee gedeelten worden opgesplitst: a. Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm? b. Kunnen de kosten worden voldaan uit de draagkracht? Ad. a Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, dat is bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van de component reservering, in beginsel toereikend is. In welke kosten de algemene bijstand nu precies wel en niet voorziet is uiteindelijk ter beoordeling aan de rechter. Een vaste lijst is er niet. Wel noemt paragraaf 1.8.2 van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck een aantal voorbeelden. Ad. b Kunnen de kosten worden voldaan uit de draagkracht. Kunnen de kosten worden voldaan uit de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Zie draagkrachtbepalingen. Draagkrachtbepalingen langdurigheidstoeslag Bij de vaststelling van de draagkracht laat de IGSD de langdurigheidstoeslag buiten beschouwing. Vrijlating middelen en particuliere pensioenen De IGSD past artikel 31 lid 2 WWB ook toe bij aanvragen bijzondere bijstand. Tevens past de IGSD de vrijlating van particuliere pensioenen als bedoeld in artikel 33 lid 5 WWB toe bij aanvragen bijzondere bijstand. Met andere woorden deze middelen rekent de IGSD niet tot de draagkracht. vermogen Bij de vaststelling van de draagkracht laat de IGSD buiten beschouwing: a. bezittingen in natura die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, noodzakelijk zijn als bedoeld in artikel 34 lid 2 onderdeel a WWB; b. het bij de aanvang van de bijstand aanwezige vermogen voorzover dit minder bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens (artikel 34 lid 2 onderdeel b WWB), tenzij het gaat om algemeen noodzakelijke kosten die zich incidenteel dan wel periodiek 7

voordoen. Bij algemeen noodzakelijke kosten die zich incidenteel dan wel periodiek voordoen laat de IGSD een bedrag ter hoogte van de toepasselijke bijstandsnorm buiten beschouwing; c. spaargelden opgebouwd tijdens de periode waarin bijstand wordt ontvangen (artikel 34 lid 2 onderdeel c WWB), tenzij het gaat om algemeen noodzakelijke kosten die zich incidenteel dan wel periodiek voordoen; d. het vermogen gebonden in de eigen woning als bedoeld in art. 34 lid 2 onderdeel d WWB o Indien de te verlenen bijzondere bijstand op jaarbasis lager of gelijk is aan 500,00 laat het dagelijks bestuur van de IGSD het vermogen gebonden in de eigen woning buiten beschouwing. Bepalend daarbij is wanneer de kosten zich voordoen, waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd. Voorbeeld: Heeft de aanvrager op 1 maart 2014 de kosten waarvoor hij op 1 april 2014 bijzondere bijstand aanvraagt, dan loopt het jaar vanaf 1 maart 2014 tot en met 28 februari 2015. Overschrijdt de te verlenen bijzondere bijstand op jaarbasis de 500,00 dan gaat de IGSD als volgt te werk: Ontvangt belanghebbende reeds algemene bijstand, dan is de waarde van de eigen woning reeds bij de aanvraag algemene bijstand meegenomen. Bij die aanvraag is dan al gebleken dat het te gelde maken of verder bezwaren van de eigen woning in redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Het ligt voor de hand om bij aanvragen bijzondere bijstand daarbij aan te sluiten. Bij overige aanvragen bijzondere bijstand hanteert de IGSD de volgende werkwijze. Gelet op artikel 50, eerste lid, WWB is dan van belang in hoeverre van belanghebbende in redelijkheid verwacht kan worden zijn eigen woning te verkopen en/of zijn woning (verder) te bezwaren met een hypothecaire geldlening. Indien twee of meer banken/financiële instellingen niet bereid zijn een hypothecaire geldlening aan belanghebbende te verstrekken, stelt de IGSD zich op het standpunt dat het (verder) bezwaren van de eigen woning in redelijkheid niet verwacht kan worden. Kan ook de verkoop van de eigen woning in redelijkheid niet verwacht worden, dan staat de eigen woning het recht op bijzondere bijstand niet in de weg. De IGSD rekent het bij aanvang van de bijstand aanwezige vermogen volledig tot de draagkracht, voorzover dit meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens. Inkomen (voorzover dat meer bedraagt dan de bijstandsnorm) In de gemeente Steenwijkerland/Westerveld bedraagt de draagkracht per jaar: bij een ruimte in het inkomen tot 550,00: 0%; bij een ruimte in het inkomen tussen de 550,00 en 2.750,00: 25%;* bij een ruimte in het inkomen boven de 2.750,00: 50%; * feitelijk komt dit neer op 25% van maximaal 2.200,00 ( 2.750,00-550,00)= 550,00. Bij kosten die tot de incidenteel dan wel periodiek voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren, hanteert de IGSD een draagkrachtpercentage van 100. Het gaat dan onder andere om: 8

- verhuiskosten - inrichtingskosten - woonkosten - duurzame gebruiksgoederen - kosten babyuitzet - toeslagen voor levensonderhoud - verwervingskosten Verder hanteert de IGSD een draagkrachtpercentage van 100 bij: - eigen bijdragen van kostensoorten die slechts ten dele door de Zvw of AWBZ worden vergoed en - premie arbeidsongeschiktheidsverzekering bij zelfstandigen. Bijdragen op grond van het gemeentelijk minimabeleid laat de IGSD buiten beschouwing bij het vaststellen van de draagkracht. Nadere bepalingen voor de draagkrachtberekening. Bij aanvragen bijzondere bijstand voor kosten waarbij de IGSD met betrekking tot het inkomen een draagkrachtpercentage hanteert van 100, brengt de IGSD bepaalde kosten die belanghebbende maakt in mindering op het inkomen. Dit zijn de zgn buitengewone uitgaven. Hieronder vallen: - Het gemis aan zorgtoeslag indien men op grond van het inkomen niet in aanmerking komt voor (volledige) zorgtoeslag; - Onderhoudsverplichtingen van niet in het gezin levende kinderen of een (ex)echtgenoot; - Het gemis aan huurtoeslag indien men op grond van het inkomen niet in aanmerking komt voor (volledige) huurtoeslag (bij eigen woningbezit is dit het gemis aan woonkostentoeslag); - voor rekening van belanghebbende blijvende studiekosten van eigen kinderen. De aanvullende beurs hangt van het inkomen af dat de ouders van de student hebben (WSF 2000). Draagkrachtperiode Artikel 35, eerste lid vermeldt, dat burgemeester en wethouders het begin en de duur van de periode bepalen, waarover het vermogen en inkomen in aanmerking wordt genomen. Het draagkrachtjaar wordt in beginsel bepaald op twaalf maanden en gaat in op de eerste dag van de maand waarin de kosten zich voordoen. Aan het draagkrachtjaar kan terugwerkende kracht worden verleend tot maximaal één jaar. Dit om te voorkomen dat cliënt, na elke kostensoort die zich voordoet, een aanvraag moet indienen. Een kortere draagkrachtperiode wordt om uitvoeringstechnische redenen in principe niet toegepast. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een kortere draagkrachtperiode worden toegepast. Indien zich een wijziging in de situatie van belanghebbende voordoet, inkomenswijziging hieronder begrepen, wordt afgeweken van de regel dat de voor één jaar vastgestelde draagkracht in beginsel definitief is. Bij wijziging in de omstandigheden zal de draagkracht binnen het vastgestelde draagkrachtjaar moeten worden herzien. 9

Uitsmeren draagkracht Voordat tot bijstandsverlening kan worden overgegaan, dient eerst de beschikbare ruimte in het vermogen en inkomen te worden aangewend. Indien het - ingeval van periodieke bijzondere bijstandsverlening - aannemelijk is dat de bijstandsverlening minimaal één jaar doorloopt, verdient het aanbeveling de draagkracht over twaalf maanden uit te smeren (Haagse methode). Draagkracht en WSNP Belanghebbenden bij wie een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP is uitgesproken, hebben geen draagkracht. In de praktijk beschikken zij over niet meer dan 90% van de bijstandsnorm (CRvB 01-02-2005, nr. 02/93 NABW). Wel behoudt de IGSD zich het recht voor om belanghebbenden verplichtingen op te leggen om de bewindvoerder tot een grotere vrijlating van inkomsten te bewegen of anderszins stappen te ondernemen die dat kunnen bewerkstelligen (Rechtbank Roermond 05-12-2008, nr. AWB 08/50). Zie paragraaf 2.2 onderdeel 3 (in aanmerking te nemen inkomen en vermogen) van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck. Draagkracht en beslag Ligt op (een deel van) het inkomen van een belanghebbende executoriaal beslag waardoor belanghebbende over dat (deel van het) inkomen geen feitelijke bestedingmogelijkheid heeft, noch beschikkingsbevoegd is, noch een mogelijkheid heeft om het hem uit te laten betalen, mag de IGSD bij de berekening van de draagkracht in het kader van de bijzondere bijstand met dat (deel van het) inkomen geen rekening houden, omdat belanghebbende niet redelijkerwijs kan beschikken over dat (deel van het) inkomen (zie CRvB 28-03-2006, nr. 04/5465 NABW). Zie paragraaf 2.2 onderdeel 3 (in aanmerking te nemen inkomen en vermogen) van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek Wet werk en bijstand van Schulinck Drempel (artikel 35, tweede lid) De IGSD geeft geen toepassing aan artikel 35, tweede lid WWB. De IGSD hanteert geen drempelbedrag. Vormen van (bijzondere) bijstand Bijstand (ook bijzondere bijstand) kan slechts in een door de WWB aangegeven beperkt aantal gevallen anders dan om niet verleend worden. Deze staan in paragraaf 6.1 van de Wet werk en bijstand (artt. 48 tot en met 53 WWB). Waarborgsom Als de IGSD bijzondere bijstand verleent voor een door belanghebbende te betalen waarborgsom dan is dat in de vorm van borgtocht of een geldlening. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan Is de bijstandsafhankelijkheid het gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan dan legt de IGSD in beginsel een maatregel op. Dit op grond van de maatregelenverordening. Is geen maatregel mogelijk op grond van de 10

maatregelverordening of is het volledig weigeren van bijzondere bijstand een te zware sanctie dan verstrekt de IGSD de bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht (artikel 48 lid 2 onder b WWB). Schuldenlast (artikel 49 WWB) Met betrekking tot schulden geldt het volgende. Uitgangspunt is dat - bijzondere situaties daargelaten - geen bijstand wordt verleend voor schulden (artikel 13 lid 1 onder f WWB). In afwijking van artikel 13 lid 1 onder f WWB kan bijstand in de vorm van borgtocht worden verleend indien het verzoek tot verlening van een saneringskrediet is afgewezen vanwege de beperkte aflossingscapaciteit van belanghebbende en de gemeenschappelijke kredietbank zonder borgtocht geen saneringskrediet verstrekt. Pas als daartoe zeer dringende redenen bestaan en bijstand in de vorm van borgtocht ten behoeve van een saneringskrediet geen uitkomst biedt kan bijstand om niet of in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Voor voorbeelden van zeer dringende redenen en meer informatie zie paragraaf 12.2 bijzondere bijstand voor schulden/schuldhulpverlening van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het handboek Wet werk en bijstand. Betaling Tenzij anders aangegeven wordt bijzondere bijstand uitbetaald op het door aanvrager opgegeven rekeningnummer. Betalingen in het kader van het minimabeleid (chronisch zieken e.d.) en/of op grond van de richtlijn sociaal culturele uitgaven moeten overgemaakt worden op het door aanvrager opgegeven rekeningnummer tenzij er sprake is van curatele (bij curatele is een persoon immers niet handelingsbekwaam). Het kan ook voorkomen dat een derde (bijv. een bewindvoerder) uitdrukkelijk heeft verzocht de tegemoetkoming op een ander rekeningnummer over te maken. Iets dergelijks kan zich voordoen als vanuit het budget beheer door de bewindvoerder een "voorschot" is verstrekt in de gevraagde kosten. Beslag (artikel 46, tweede lid WWB) Bijzondere bijstand is niet vatbaar voor beslag. Dit geldt ook voor de toeslagen, die via de bijzondere bijstand worden verstrekt (woonkostentoeslag, toeslag voor jongeren van 18 tot 21 jaar, enzovoort). 11

Hoofdstuk 2 Bijzondere bijstand en medische kosten Regeling: Wet werk en bijstand (WWB) Onderwerpen: Paragraaf 1 Algemeen - Uitgangspunt o o - Overgangsrecht Voorliggende voorzieningen Zeer dringende reden - Zorgverzekeringen o o o Verplichte basisverzekering Aanvullende verzekeringen en tandartsverzekeringen Collectieve zorgverzekering - Verplicht eigen risico - Vrijwillig eigen risico - Verplichte eigen bijdragen o o o Verplichte eigen bijdragen en collectieve zorgverzekering voor minima Verplichte eigen bijdragen en aanvullende verzekeringen Eigen bijdrage en orthopedisch schoeisel Paragraaf 2 Medische kosten waarvoor bijzondere bijstand mogelijk is o o o o o o o o o o o o Brillen en contactlenzen Gehoortoestellen Dieetkosten en voedingssupplementen Kledingslijtage en beddengoed Extra stookkosten Maaltijdvoorziening Kraamzorg en bevallingskosten Reiskosten voor medische behandelingen Reiskosten voor bezoek familie opgenomen in ziekenhuis of inrichting Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Kunstgebit Eerstelijns psychologische hulp Paragraaf 3 Voorbeelden van medische kosten waarvoor de IGSD geen bijzondere bijstand meer verstrekt o Steunzolen o o o Alternatieve geneeswijzen Onderhoudskosten en kosten vervanging batterijen/accu s hulpmiddelen Verzekering en nazorgcontracten hulpmiddelen o Reparatiekosten hulpmiddelen (zoals gehoortoestel) o Telefoonkosten o Geneesmiddelen en zelfzorgmiddelen o o o Kosten psychotherapie en psychologische hulp Tandheelkundige hulp Verhuizing om medische redenen 12

o Pedicurekosten 13

PARAGRAAF 1 Algemeen Uitgangspunt De IGSD verleent in beginsel geen bijzondere bijstand voor medische kosten. Voorliggende voorzieningen Voor de kosten van medische zorg dienen de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in beginsel als aan de WWB voorliggende, toereikende en passende voorzieningen te worden beschouwd (artikel 15, eerste lid, eerste volzin WWB). Voor prestaties die niet vergoed worden omdat deze zorg op grond van Zvw en de AWBZ als niet noodzakelijk wordt beschouwd, kan de IGSD in beginsel geen bijstand verlenen gelet op artikel 15, eerste lid, tweede volzin van de WWB (CRvB 28-10-2008, nr. 07/4525 WWB). Zeer dringende reden Alleen op grond van een zeer dringende reden kan dan nog bijzondere bijstand worden verleend (artikel 16 WWB). Er is sprake van zeer dringende redenen als er een situatie is die van levensbedreigende aard is of blijvend ernstig letsel of invaliditeit tot gevolg kan hebben. Voorbeeld waarin sprake was van een zeer dringende reden: Aanvraag bijzondere bijstand voor kosten medicinale cannabis om bijwerking te voorkomen van anti HIV-medicatie als misselijkheid en braken (CRvB 26-01-2010, nrs. 08/203 WWB e.a.). Overgangsrecht Aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten ingediend op of voor de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk beoordeelt de IGSD op basis van de oude uitvoeringsrichtlijnen. Zorgverzekeringen Verplichte basisverzekering Een ieder is verplicht een basisverzekering af te sluiten. Inwoners die geen verplichte basisverzekering afsluiten, tonen een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. De IGSD legt een maatregel op aan inwoners die als gevolg daarvan bijzondere bijstand aanvragen voor medische kosten. De hoogte van de maatregel is gelijk aan de vergoeding die de inwoner zou hebben ontvangen als hij de verplichte basisverzekering wel had (artikel 14 lid 3 onder h in samenhang met artikel 16 lid 2 van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2010). Ook kan overwogen worden om de bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening te verstrekken (artikel 48, tweede lid, onder b, WWB). Aanvullende verzekeringen en tandartsverzekeringen Belanghebbenden zijn niet verplicht aanvullende verzekeringen en/of tandartsverzekeringen af te sluiten. Heeft een belanghebbende een dergelijke verzekering afgesloten dan is dat voor hem een voorliggende voorziening bij aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten. De premie voor een aanvullende ziektekostenverzekering of tandartsverzekering komt in beginsel niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Het betreft hier immers vrijwillig te maken kosten (zie CRvB 07-01-2003, nrs. 00/6132 NABW e.a.). Zie hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand, paragraaf 4 (medische kosten: algemeen) onderdeel 2 (aanvullend of collectief verzekerd) van het Handboek WWB. 14

Collectieve zorgverzekering Inwoners van de gemeenten Westerveld en Steenwijkerland kunnen gebruik maken van de collectieve zorgverzekering voor minima. Behalve een korting op de premies voor de verplichte basisverzekering, aanvullende verzekering en tandartsverzekering kunnen zij gebruik maken van het gemeentepakket. Voor deelnemers aan de collectieve zorgverzekering voor minima is de collectieve zorgverzekering een voorliggende voorziening bij aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten. Verplicht eigen risico Voor het verplicht eigen risico bestaat er op grond van artikel 15 lid 1 WWB geen recht op bijzondere bijstand voor onder het verplicht eigen risico vallende kosten, tenzij er sprake is van zeer dringende redenen. De wetgever heeft een bewuste keuze gemaakt met betrekking tot de noodzaak om de kosten van het eigen risico te compenseren. Die keuze leidt ertoe dat in beginsel sprake is van een uitputtende bewuste - passende en toereikende - regeling, die een voorliggende voorziening oplevert in de zin van artikel 15 lid 1 WWB (zie CRvB 14-12-2010, nr. 09/5473 WWB en CRvB 21-12-2010, nr. 10/1250 WWB). Zie paragraaf 4.3. (eigen risico) van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek WWB. Vrijwillig eigen risico Hiervoor bestaat geen recht op bijzondere bijstand. Zie paragraaf 4.3. (eigen risico) van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek WWB Verplichte eigen bijdragen Eigen bijdragen van kostensoorten die slechts ten dele door de Zvw worden vergoed komen in beginsel in aanmerking voor bijzondere bijstand. Medische kosten die zijn uitgesloten van vergoeding op grond van de Zvw (bijvoorbeeld de kosten van alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur en kosten van diverse farmaceutische middelen) worden soms toch vergoed op grond van een aanvullende of collectieve verzekering. Daarbij geldt dan meestal een eigen bijdrage. Of deze eigen bijdrage wordt vergoed is afhankelijk van het wel of niet zijn uitgesloten van die medische kosten op grond van de Zvw. Als de kosten buiten het vergoedingenpakket van de Zvw vallen, komen deze eigen bijdragen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Als ze wel binnen het vergoedingenpakket van de Zvw vallen, wordt wel bijzondere bijstand verleend. Ligt aan de verplichte eigen bijdrage een besparingsmotief ten grondslag dan komen deze kosten in beginsel niet voor bijzondere bijstand in aanmerking (zie eigen bijdrage en orthopedisch schoeisel). Zie paragraaf 4.3. (eigen risico) van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand van het Handboek WWB Verplichte eigen bijdragen en collectieve zorgverzekering voor minima Deelnemers aan de collectieve zorgverzekering voor minima (czm) krijgen vrijwel alle verplichte eigen bijdragen vergoed vanuit het gemeentepakket. Dus ook de eigen bijdrage voor thuiszorg vanuit AWBZ of WMO. Verplichte eigen bijdragen en aanvullende verzekeringen Inwoners met een aanvullende ziektekostenverzekering zullen ook veelal de verplichte eigen bijdragen vergoed krijgen. Voor hen is de aanvullende verzekering een voorliggende voorziening. 15

Eigen bijdrage en orthopedisch schoeisel De kosten voor aanschaf van orthopedische schoenen worden gedekt door de ziektekostenverzekering, met uitzondering van de eigen bijdrage. Achtergrond van de eigen bijdrage is dat degene die is aangewezen op orthopedisch schoeisel in de situatie waarin dat niet het geval zou zijn geweest, gewone schoenen had moeten kopen. Het bedrag van de eigen bijdrage is dan ook gelijk aan een gehanteerd normbedrag voor de aanschaf van een paar (gewone, niet aangepaste) schoenen. De kosten vloeien niet voort uit bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 35 WWB. De kosten komen dan ook niet voor bijzondere bijstand in aanmerking, tenzij sprake is van een zeer dringende reden (CRvB 28-04-2009, nrs. 08/715 WWB e.a.). Zie paragraaf 5.9 (orthopedisch schoeisel) van hoofdstuk 7 bijzondere bijstand van het Handboek WWB van Schulinck. PARAGRAAF 2 Medische kosten waarvoor de IGSD bijzondere bijstand kan verlenen In afwijking van het uitgangspunt genoemd in paragraaf 1 kan de IGSD uitsluitend voor specifiek hieronder genoemde kosten bijzondere bijstand verlenen. Brillen en contactlenzen De kosten van brillen kunnen met toepassing van de regels omtrent de draagkracht worden vergoed wanneer aan onderstaande voorwaarden is voldaan. Vergoeding wordt slechts verleend na overlegging van bewijsstukken. Wel moet uit een oogmeting van de opticien blijken dat een bril of de vervanging van een bril noodzakelijk is. Er moet een gespecificeerde nota van de opticien worden overgelegd. Uitgegaan wordt van de volgende kosten: Bril maximaal 200,00 (inclusief montuur) Voorbeeld 1: als de kosten van een bril 150,00 zijn en de vergoeding van de zorgverzekeraar bedraagt 50,00 dan is de bijstand niet hoger dan 100,00. Voorbeeld 2: als de kosten van een bril 500,00 zijn en de vergoeding van de zorgverzekeraar bedraagt 50,00 dan is de bijstand niet hoger dan 150,00. Het staat belanghebbende vrij een duurdere bril aan te schaffen. Voor 200,00 moet belanghebbende echter in staat worden geacht een bril (inclusief montuur) te kunnen aanschaffen die net zo adequaat is. Bij duurdere brillen komen de meerkosten niet voor vergoeding in aanmerking tenzij belanghebbende de noodzaak van de meerkosten aantoont (bijvoorbeeld voorschrift oogarts, optometrist). Indien de meerkosten niet zijn aangetoond, moeten deze worden afgewezen, omdat de noodzaak voor de duurder bril ontbreekt onder vermelding van de wettelijke grondslag (= artikel 35 WWB alsmede de Leidraad Wet werk en bijstand. Frequentie De IGSD verleent voor de kosten van een bril (inclusief montuur) ten hoogste eenmaal in een periode van 36 maanden een vergoeding. Dit tijdvak gaat in op de dag van aflevering. 16

De termijn van 36 maanden geldt niet ingeval de sterkte van ogen is gewijzigd en/of sprake is van bijzondere omstandigheden. In geval van calamiteiten is vergoeding van een nieuwe bril binnen de termijn van 36 maanden bij wijze van uitzondering mogelijk. Betaling Is er een definitieve nota, dan kan de bijstand aan de cliënt worden betaald. Is slechts een pro-forma nota beschikbaar, dan wordt de bijstand betaald aan de opticien. Contactlenzen Contactlenzen worden in beginsel niet als noodzakelijk beschouwd. Belanghebbende mag in plaats van een bril echter wel kiezen voor de aanschaf van contactlenzen (inclusief lenzenvloeistof). Belanghebbenden die daarvoor kiezen, kunnen ten hoogste eenmaal in een periode van 36 maanden een vergoeding ontvangen van maximaal 200,00. Gehoortoestellen De kosten van een gehoortoestel komen vanaf 2013 gedeeltelijk in aanmerking voor vergoeding door de zorgverzekeraar op grond van de Zvw, Besluit zorgverzekering en Regeling zorgverzekering. Voor (ge)hoortoestellen is een eigen bijdrage verschuldigd van 25%. Voor deze eigen bijdrage kan vanaf 1 januari 2013 in beginsel bijzondere bijstand verleend worden, indien ook aan de overige voorwaarden voldaan wordt die voor bijzondere bijstand gelden. De bijzondere bijstand voor de wettelijke eigen bijdrage van (ge)hoortoestellen is bepaald op maximaal 185,00 per apparaat. Voor kosten van (ge)hoortoestellen van voor 1 januari 2013 geldt dat de Zvw een voorliggende voorziening is die toereikend en passend wordt geacht (artikel 15 lid 1 WWB). Voor meer informatie zie paragraaf 5.8 (gehoortoestellen) van hoofdstuk 7 bijzondere bijstand van het Handboek WWB van Schulinck. Dieetkosten en voedingssupplementen Als aan het volgen van een dieet meer kosten zijn verbonden dan aan normale gezonde voeding, spreken we van dieetkosten. Voor deze meerkosten is bijzondere bijstand mogelijk, indien de medische noodzaak vaststaat en de kosten niet uit de draagkracht voldaan kunnen worden. Voor wat betreft de hoogte van de kosten, sluit de IGSD aan bij de Nibud prijzengids. Een vergoeding wordt in beginsel voor een jaar vastgesteld. Indien belanghebbende na dit jaar nog steeds dieetkosten heeft, dient hij daarvoor wederom een aanvraag in te dienen. Voor meer informatie voer dieetkosten en informatie over voedingssupplementen zie paragraaf 5.5. Diëten en voedingssupplementen van hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand. Kledingslijtage en beddengoed Kleding Ten aanzien van aanvragen om bijstandsverlening voor de aanschaf van kleding geldt dat iedereen (ook bijstandsgerechtigden) in het algemeen in staat moeten worden geacht deze kosten uit eigen inkomsten te bestrijden. Er kunnen zich echter bijzondere omstandigheden voordoen, waardoor de kosten voor kleding als bijzonder noodzakelijke bestaanskosten kunnen worden aangemerkt. 17

Deze omstandigheden kunnen gelegen zijn in een sociale situatie en/of het onvoorziene karakter van de noodzakelijke kledingaanschaf, bijvoorbeeld: a. het door ziekte sterk vermageren (of dikker worden), waardoor de aanwezige kleding niet meer past; b. meer dan normale kledingslijtage ten gevolge van lichamelijke gebreken, ziekte en dergelijke (voor kledingslijtage als gevolg van extra bewassingskosten zie hieronder) c. bij plotselinge opname in het ziekenhuis, waardoor bijvoorbeeld pyjama's en kamerjas aangeschaft moeten worden. In gevallen als bovenvermeld, is verlening van bijzondere bijstand mogelijk, rekening houdend met de draagkracht. Let op! Indien van bovengenoemde omstandigheden geen sprake is en de aanvrager niet heeft gereserveerd terwijl de aanschaf van kleding niet kan worden uitgesteld (bijvoorbeeld een wintermantel bij strenge kou), dan is slechts bij wijze van hoge uitzondering bijstand mogelijk, welke bijstand wordt verleend in de vorm van een lening op grond van artikel 48, tweede lid onderdeel b van de WWB. Bewassing en daarmee samenhangende kledingslijtage Voor de kosten van bewassing en ten gevolge van slijtage zijn er geen specifieke (landelijke) voorzieningen. Ter voorkoming van extra bewassing bestaat er op grond van de Regeling zorgverzekering wel recht op incontinentie-absorptiemiddelen. Bewassing Blijkt uit een medisch advies dat belanghebbende als gevolg van ziekte of gebrek hogere kosten voor bewassing heeft dan gebruikelijk, dan is voor deze meerkosten bijzondere bijstand mogelijk, tenzij belanghebbende voldoende draagkracht heeft. Dit is anders als belanghebbende de kosten kan voorkomen door bijvoorbeeld gebruik te maken van incontinentie-absorptiemiddelen. Voor de hoogte van de bewassingskosten hanteert de IGSD de Nibud prijzengids. Kledingslijtage Voor de extra kledingslijtage die ontstaat door bewassing, wint de IGSD advies in bij de GGD. Het gaat hierbij voor het overgrote deel om vergoedingen voor kledingslijtage als gevolg van het gebruik van prothesen en andere hulpmiddelen. Tevens werden op grond van de AAW vergoedingen verstrekt voor extra waskosten voor beddengoed en kleding. Ook voor deze kosten is een GGD-advies vereist. Extra stookkosten De kosten van extra verwarming behoren tot de bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan, indien de medische noodzaak van deze kosten is aangetoond en er geen draagkracht is. De medische noodzaak van de meerkosten wordt middels een medisch advies door de GGD vastgesteld. De GGD dient tevens vast te stellen wat de noodzakelijke temperatuur in de woning dient te zijn. 18

De hoogte van de bijstand dient aan de hand van tabel 25 van het Nibud Prijzenboekje bepaald te worden. Over het algemeen geldt dat het gasverbruik met 7% toeneemt wanneer de thermostaat van de verwarming 1 C hoger wordt gezet. De algemeen gebruikelijke temperatuur is 20 C. De definitieve vaststelling van het bijstandsbedrag geschiedt aan de hand van de eindafrekening. Bij aanzienlijk structureel meerverbruik is periodieke bijstandsverlening in de kosten van de voorschotnota's mogelijk. De periodieke bijstand wordt voor de duur van één jaar verstrekt. In de beschikking wordt vermeld dat de periodieke bijstand een voorwaardelijk karakter draagt, totdat de volgende eindafrekening is ontvangen. Bij elke verlenging is een nieuw onderzoek vereist. Maaltijdvoorziening Maaltijdvoorziening kan tot de bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan worden gerekend als de kosten boven het normale uitgavenpatroon uitstijgen. Als er sprake is van een medische of sociale indicatie is bijstandsverlening in de meerkosten mogelijk. De medische noodzaak dient te blijken uit een medisch advies. Met de wijziging van het minimabeleid per 1 /1/2011 wordt de noodzaak voor de maaltijdvoorziening voor inwoners die de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 1 sub m WWB hebben niet automatisch aangenomen. Bij hen hoeft echter geen medisch advies te worden opgevraagd. De consulent stelt in beginsel de noodzaak vast. Voor de vaststelling van de bijstand kan worden uitgegaan van de tabellen voor de kosten van voeding zoals genoemd in de prijzengids van het Nibud. In deze tabellen wordt rekening gehouden met de leeftijd van de cliënt en de daarop afgestemde normvoeding. Voor het verschil tussen de feitelijke kosten en de genormeerde kosten voor een maaltijd, kan bijstand worden verstrekt. Kraamzorg en bevallingskosten Verzorging in de vorm van kraamzorg is geregeld in artikel 2.12 van het Besluit zorgverzekering. Deze verzorging vindt plaats gedurende ten hoogste tien dagen, te rekenen vanaf de dag van bevalling. Vindt de kraamzorg thuis plaats dan is de moeder een eigen bijdrage verschuldigd (artikel 2.37 lid 1 Regeling zorgverzekering). Voor deze eigen bijdrage is bijzondere bijstand mogelijk als er geen draagkracht is. Vindt de kraamzorg, zonder medische noodzaak, in een instelling plaats dan is er ook een eigen bijdrage verschuldigd voor zowel de moeder als het kind (artikel 2.37 lid 2 Regeling zorgverzekering). Door het ontbreken van de medische noodzaak is voor deze eigen bijdrage geen bijzondere bijstand mogelijk. Wel kan voor de kosten van eigen bijdrage gelijk aan die bij thuis bevallen bijzondere bijstand worden verleend. Reiskosten voor medische behandelingen In het Besluit Zorgverzekering is een bewuste keuze gemaakt welke kosten van ziekenvervoer noodzakelijk zijn. Kosten van ziekenvervoer die het Besluit Zorgverzekeraar niet vergoedt, komen 19

dan ook niet in aanmerking voor bijzondere bijstand (artikel 15 WWB). Alleen op grond van een zeer dringende reden kan dan nog bijstand worden verleend (artikel 16 WWB). Het Besluit Zorgverzekering vergoedt de kosten per auto ( 0,27 per kilometer) of met het openbaar vervoer (in de laagste klasse) in de volgende gevallen (artikel 2.14 lid 1 Besluit Zorgverzekering): - de verzekerde nierdialyses moet ondergaan; - de verzekerde oncologische behandelingen met chemotherapie of radiotherapie moet ondergaan; - de verzekerde zich uitsluitend met een rolstoel kan verplaatsen; - het gezichtsvermogen van de verzekerde zodanig is beperkt dat hij zich niet zonder begeleiding kan verplaatsen. Het Besluit Zorgverzekering kent daarnaast een hardheidsclausule. Als de verzekerde in verband met de behandeling van een langdurige ziekte of aandoening langdurig is aangewezen op vervoer en het niet verstrekken of vergoeden van dat vervoer voor de verzekerde zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kunnen de kosten van vervoer ook vergoed worden (artikel 2.14 lid 3 Besluit Zorgverzekering). Belanghebbenden die in aanmerking komen voor een vergoeding van ziekenvervoer, moeten nog wel een eigen bijdrage betalen. Deze bedraagt per 1 januari 2011 92,00 per kalenderjaar (artikel 2.38 Regeling zorgverzekering). Voor de eigen bijdrage kan in beginsel bijzondere bijstand verleend worden. Voor de berekening van de reisafstand en de hoogte van de kilometervergoeding hoofdstuk12 reiskosten van de Leidraad. Voor meer informatie over ziekenvervoer (en begeleiding) zie hoofdstuk 7 Bijzondere bijstand, paragraaf 5 (medische kosten: specifiek), onderdeel 10 (reiskosten voor medische behandelingen) van het Handboek WWB van Schulinck. Reiskosten voor bezoek familie opgenomen in ziekenhuis of inrichting Het gaat hierbij om reiskosten in verband met bezoek aan familieleden, die in een ziekenhuis of een andere inrichting buiten de gemeente Steenwijkerland / Westerveld worden verpleegd. Met familieleden wordt bedoeld, familie tot en met de tweede graad inclusief de partners met wie ze gehuwd zijn. Ten aanzien van het aantal bezoeken dat voor bijzondere bijstand in aanmerking komt geldt de volgende regel: - bij bezoek aan familie die wordt verpleegd in een ziekenhuis c.q. instelling in de regio: één keer per dag; - bij bezoek aan familie die wordt verpleegd in een ziekenhuis c.q. instelling buiten de regio: in z'n algemeenheid twee keer per week. Als een medische en/of sociale indicatie daartoe aanleiding geeft kan hier van worden afgeweken. Voor de berekening van de reisafstand en de hoogte van de kilometervergoeding hoofdstuk 11 20