Stimuleringsplan. Midden Limburg Oost



Vergelijkbare documenten
Transcriptie:

Stimuleringsplan

GEBIEDSBESCHRIJVINGEN MIDDEN LIMBURG OOST 1. Het Meerlebroek en het landelijk gebied rond Reuver 3 1.1. regio...3 1.2. Ontwikkelingsrichting regio...3 1.3. deelgebieden...4 2. Het Swalmdal, het Beesels broek en omgeving 8 2.1. regio...8 2.2. Ontwikkelingsrichting regio...8 2.3. deelgebieden...9 3. Het dal van de Maasnielderbeek en Eppenbeek en omgeving 15 3.1. regio...15 3.2. Ontwikkelingsrichting regio...15 3.3. deelgebieden...17 4. De Luzenkamp en het gebied tussen Roermond en Herkenbosch 23 4.1. regio...23 4.2. Ontwikkelingsrichting regio...23 4.3. deelgebieden...24 5. Het Roerdal 27 5.1. regio...27 5.2. Ontwikkelingsrichting regio...27 5.3. deelgebieden...28 6. De Meinweg en omgeving 36 6.1. regio...36 6.2. Ontwikkelingsrichting regio...38 6.3. deelgebieden...39 7. Het Vlootbeekdal, van de grens tot en met Munningsbosch 49 7.1. regio...49 7.2. Ontwikkelingsrichting regio...49 7.3. deelgebieden...50 8. Het Linnerveld, het Rozendaal, het Vlootbeekdal bij Montfort en het Sweeltje 56 8.1. regio...56 8.2. Ontwikkelingsrichting regio...56 8.3. deelgebieden...57 9. De Doort en het landelijk gebied rond Echt en St. Joost 64 9.1. regio...64 9.2. Ontwikkelingsrichting regio...64 9.3. deelgebieden...66 10. Het Marissen en de Broekgebieden langs de Pepinus- en Putbeek 70 10.1. regio...70 10.2. Ontwikkelingsrichting regio...70 10.3. deelgebieden...71 11. Het Annendaalsbosch en het landelijk gebied rond Koningsbosch 78 11.1. regio...78 11.2. Ontwikkelingsrichting regio...78 11.3. deelgebieden...79 2 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

1. Het Meerlebroek en het landelijk gebied rond Reuver 1.1. regio Het Meerlebroek is een overwegend laaggelegen gebied, tussen Beesel en de Duitse grens, dat hydrologisch gezien onder sterke invloed van het in Duitsland gelegen hoogterras staat. Het agrarisch gebied is grotendeels in gebruik als grasland. Langs de waterlopen komen waardevolle vegetaties voor. Aan de zuidzijde liggen een relatienotagebied en een nieuwe natuurgebied dat in de landinrichting Beesel- Swalmen is ingericht. Tevens ligt langs de landsgrens een ecologische verbindingszone. Het Meerlebroek is actueel leefgebied van de Das, Waterspitsmuis, Laatvlieger, Zandhagedis en Levendbarende hagedis. Het gebied is verder van belang voor vogels, zoals de Roodborsttapuit. De Schelkensbeek ontspringt nabij het Meerlebroek. De beek mondt als een karakteristieke terrasbeek uit in de Maas ten noorden van Reuver. De aangrenzende graslanden zijn aangewezen als nieuwe natuur. In het bos langs de beek zijn kwelzones aanwezig. In het gebied langs de beek komen de prioritaire diersoorten Das, Laatvlieger en IJsvogel voor. 1.2. Ontwikkelingsrichting regio Binnen de regio worden de volgende ontwikkelingen voorgestaan: In de nieuwe natuurgebieden (voorheen reservaats- en natuurontwikkelingsgebieden) en in waterlopen de aanwezigheid van kwelwater benutten. Door het matig zure mineraalarme karakter van het toestromende grondwater, ontwikkeld dit gebied zich tot natte zure schrale graslanden en vochtige heide. De in het noorden van de regio gelegen westelijke uitloper van het hoogterras leent zich voor de ontwikkeling van een gebied met afwisselend droge heide en droog loofbos. Nieuwe natuurterreinen langs de grens dienen zo ingericht te worden dat de Wilde zwijnenpopulatie aan de Duitse zijde van de grens ze kunnen benutten als nieuw leefgebied. In verband met de natuurcompensatie A73-zuid bestaat de mogelijkheid dat een grotere deel van het Meerlebroek ten behoeve van natuurontwikkeling wordt ingericht. Wanneer hieromtrent definitieve duidelijkheid bestaat dienen voor een deel van het gebied de natuurdoelen aangepast te worden. In het dal van de Schelkensbeek dient de huidige kweldruk in stand gehouden te worden en de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. De graslanden ten oosten van de Schelkensbeek zullen zich ontwikkelen tot heischrale graslanden. 3

1.3. deelgebieden MLO1.01B Schelkensberg De Schelkensbeek stroomt hier door een diep ingesneden dal, met vochtige, hydrologisch kwetsbare loofbossen, met plaatselijk restanten van het Vogelkers Essenbos. Plaatselijk zijn er bronnen met ijzerhoudend water, met restanten van het Elzenbronbos. De van oorsprong natte bossen ten oosten van Reuver, zijn over het algemeen verruigd met brandnetels. Enkele bronplanten, zoals Bittere veldkers, wijzen op het oorspronkelijke natte karakter van het bos. Het overgrote deel bestaat evenwel uit droog, voedselarm loofbos. Het bos is plaatselijk doorplant met populieren en fijnsparren. Door inspoeling van meststoffen vanuit aangrenzende akkers, treedt eutrofiëring op. Tevens is het loofbos plaatselijk verdroogd. De bossen zijn een kerngebied voor bosvogels. Floristisch waardevol zijn met name de vochtige bossen. Zo worden hier kwelindicatoren aangetroffen en soorten van voedselrijk loofbos zoals Vingerhelmbloem, Groot springzaad, Gele dovenetel en Groot heksenkruid. Vingerhelmbloem. MLO1.02Cp Nieuwe natuur Schelkensbeek Het gebied bestaat voor tweederde uit grasland met enkele solitaire bomen. Het resterende deel van het gebied bestaat uit akkers. Het heeft een bufferfunctie ter bescherming van de kwetsbare vegetaties in het dal van de Schelkensbeek (1.01B).In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. MLO1.03Gb Schelkensbeek Het beheersgebied Schelkensbeek is een kleinschalig agrarisch gebied, ingeklemd tussen het bosgebied Ronkenstein en de rijksweg. Het gebied bestaat uit akkers en graslanden. MLO1.04D Witte Steen e.o. De vegetatie in dit gebied bestaat uit een gemengd loof- en naaldbos op een droge, voedselarme ondergrond aan de voet van het hoogterras. Langs de Keulseweg komen ruigtevegetaties van voedselrijke, droge bodems voor. In deze ruigtes komen Eekhoorngras en Driekleurig viooltje voor. Het gebied is een kerngebied voor vogels, zoals de aan bosranden gebonden Geelgors. MLO1.05D Multifunctionele bossen Reuver Deze loofbossen op droge, voedselarme grond worden afgewisseld met gemengd bos en naaldbos. Op zeer beperkte schaal is er nog Zandschraalgrasland aanwezig. Hier komt de aan schrale weiden en heidevelden gebonden Aardbeivlinder voor. Verder komen in dit gebied de vlindersoorten Koninginnepage en Heidegentiaanblauwtje voor. Het gebied is een kerngebied voor bosvogels. MLO1.05.1C Reuver multifunctionele bossen I Bij het begrenzen van het Stimuleringsplan is in het deelgebied MLO1.05D een deel nieuwe natuur begrensd als bestaande natuur. Het gebied is destijds begrensd als bestaande natuur omdat de tereinbeheerder de gewenste natuur inmiddels had gerealiseerd. Omdat de aanduiding nieuwe natuur de feitelijke aanduiding blijft krijgt het gebied alsnog een eigen code (MLO1.05.1C) en een nieuwe naam. De doeltypen van MLO1.05D blijven gehandhaafd. De doeltypen van het nieuwe deelgebied sluiten hier op aan. 4 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

MLO1.06Rj Ruime jasgebied Schelkensbeek Vuilbeek Het is een vochtig agrarisch gebied met kwel langs de Vuilbeek. Vooral slootkanten en vochtige graslanden hebben floristische waarden. Soorten als Waterranonkel, Rapunzel klokje en IJle zegge komen voor. Als verbindingszone is het gebied vooral van waarde voor de Das en reptielen (o.a. Levendbarende hagedis) en amfibieën (Rugstreeppad, Middelste groene kikker). Broedvogels in het gebied zijn o.a. de Roodborsttapuit, Geelgors, Wulp en de Grote lijster. Quotum; 8 hectare. MLO1.07D Lommerbergen Deze bossen liggen op een droog, overstoven, voedselarm Maasterras. Het gebied ligt circa 15 tot 20 meter hoger dan het naastgelegen Maasdal. Het bos bestaat uit oude loofbossen, afgewisseld met Zandschraalgrasland, oude loofbosrestanten en naaldbos. Het is een kerngebied voor aan bosvogels. In het gebied komt de Veldhondstong voor, een soort die vooral voorkomt in de duinen en krijtrijk zand. Tevens komt het aan schrale zandgronden gebonden Eekhoorngras voor. MLO1.08D Jagershuis Dit bos bestaat uit naaldbos met soortenarme ondergroei van voedselarme loofbossen met daarnaast enkele oude loofbosrestanten. Het gebied wordt doorsneden door de N271. Het bosgebied wordt verder omgeven door akkers en een boomkwekerij. MLO1.10D Waterloose bossen e.o. Deze bossen bestaan uit gemengde loof en naaldbossen en nog uit oorspronkelijke loofbosrestanten op voedselarme grond. Het is een kerngebied voor aan bossen gebonden vogelsoorten. Momenteel komen er de prioritaire soorten Gaspeldoorn, Groene kikker en Das voor. Het gebied is onderdeel van een zoekgebied in het kader van natuurcompensatie rijksweg 73. Het gebied is tevens een belangrijke schakel in de ecologische verbinding tussen het Brachterwald en het Beesels Broek. MLO1.12F Ecologische verbindingszone Meerlebroek De verbindingszone is een laaggelegen gebied aan de voet van het hoogterras en bestaat grotendeels uit weiden en akkers. De verbindingszone is vooral van belang voor de Das en verschillende reptielen- en amfibieënsoorten. Op de wat langere termijn kan het gebied functioneren als verbindingszone voor het Wild zwijn tussen Diergardtscher Wald (Duitsland) en het Maasdal. Verder komen de aan kleine landschapselementen gebonden Roodborsttapuit en Geelgors voor. De Prinsendijk (grensweg met Duitsland) is van belang voor reptielen, met name de Zandhagedis. Door de landinrichting Beesel Swalmen zijn in dit gebied twee strookbeplantingen langs de provinciegrens en de Helmseweg aangelegd om een betere verbinding te krijgen tussen de Heidenheimse bossen en de Prinsendijk/Boschheide. Het gebied is aangewezen als voorlopig zoekgebied in het kader van de natuurcompensatie en behoeve van de aanleg van de rijksweg 73. Vinpootsalamander, Heikikker, Zandhagedis, Levendbarende hagedis, Das en Roodborsttapuit, Wild zwijn MLO1.13B Natuurbos Prinsendijk De Prinsendijk bestaat uit een naaldhoutaanplant in een oud loofbos met een soortenarme ondergroei. Het gebied is van oorsprong zeer vochtig als gevolg van kwel onderlangs de Maasterrasrand. Deze vochtige 5

omstandigheden zijn van groot belang voor reptielen en amfibieën. Het gebied maakt onderdeel uit van het voorlopige zoekgebied in het kader van natuurcompensatie ten behoeve van de rijksweg 73. MLO1.14C Nieuwe natuur Prinsendijk Dit nieuwe natuurgebied (voorheen natuurontwikkelingsproject genoemd) is in de landinrichting Beesel- Swalmen ingericht. Voor een groot deel is het afgegraven waardoor een moeras is ontstaan en waar grote grazers worden inzet. Het gebied is van oorsprong zeer vochtig als gevolg van kwel onderlangs de Maasterrasrand. Evenals voor de aangrenzende natuurgebiedjes langs de Prinsendijk zijn deze vochtige omstandigheden van groot belang voor reptielen en amfibieën. Plaatselijk langs de Prinsendijk komt de Zandhagedis nog voor. Het gebied maakt onderdeel uit van het voorlopig zoekgebied in het kader van natuurcompensatie ten behoeve van de aanleg van de rijksweg 73. Vinpootsalamander, Heikikker, Zandhagedis, Levendbarende hagedis en Wild zwijn. MLO1.15A Natuurterrein Prinsendijk Dit gebied bestaat uit een heide, met enkele kenmerkende droge heidesoorten en een soortenarm naaldbos. Dit gebied maakt onderdeel uit van het voorlopig zoekgebied in het kader van natuurcompensatie ten behoeve van de aanleg van de rijksweg 73. MLO1.16.1A Schellekensbeek-Vuilbeek Het is een vochtig agrarisch gebied met kwel langs de Vuilbeek. Vooral slootkanten en vochtige graslanden hebben floristische waarden. Soorten als Waterranonkel, Rapunzel klokje en IJle zegge komen voor. Als verbindingszone is het gebied vooral van waarde voor de Das en reptielen (o.a. Levendbarende hagedis) en amfibieën (Rugstreeppad, Middelste groene kikker). Broedvogels in het gebied zijn o.a. de Roodborsttapuit, Geelgors, Wulp en de Grote lijster. MLO1.16Co Schelkensbeek-Vuilbeek In het kader van de aanleg van de A73 vindt in de gebieden die onder MLO1.16Co vallen natuurcompensatie plaats. Er wordt gestreefd naar een half open tot open landschap met struwelen, vochtige natuur en moeras. Deze laatste twee kunnen ontstaan door de kwel die vanonder de steilrand omhoog komt. Op enkele plaatsen is de kwelinvloed minder en zijn overgangen naar meer droge natuurtypen gewenst. De te ontwikkelen laaggelegen, meer voedselrijke natuur vormt een versterking van de voedselarme, hooggelegen natuur aan Duitse zijde. De Duitse natuur en de nieuwe natuur van MLO1.17CR vormen samen met de natuurcompensatiepercelen een logische, aaneengesloten eenheid in natuur en hydrologie. De begrenzing van dit deelgebied versterkt de Duits-Nederlandse ecologische structuur.omdat de weergave in voorgaande stimuleringsplannen niet geheel juist was, vervangt MLO1.16Co delen van 1.09H, 1.16.2Rj en 1.16.1A. MLO1.17CR Rivendel-Meerlebroek Aansluitend aan de doeltypen voor de natuurcompensatie wordt er gestreefd naar een halfopen tot open landschap met struwelen, vochtige natuur en moeras. Deze laatste twee kunnen ontstaan door de kwel die vanonder de steilrand omhoog komt. Op enkele plaatsen is de kwelinvloed minder en zijn overgangen naar meer droge natuurtypen gewenst. De laaggelegen, meer voedselrijke natuur vormt een versterking van de voedselarme, hooggelegen natuur aan Duitse zijde. De natuurlijke gradiënt van hoog naar laag en van droog naar nat kan hierdoor hersteld en ontwikkeld worden, waardoor de biodiversiteit en afwisseling sterk kunnen toenemen. De Duitse natuurgebieden en de nieuwe natuur van MLO1.17CR vormen samen met de 6 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

natuurcompensatiepercelen een logische, aaneengesloten eenheid in natuur en hydrologie. De begrenzing van dit deelgebied versterkt de Duits-Nederlandse ecologische structuur.omdat de weergave in voorgaande stimuleringsplannen niet geheel juist was, vervangt MLO1.17CR delen van 1.09H, 1.16.2Rj en 1.16.1A. MLO1.18CpR Bosakkerweg MLO1.18CpR vervangt (delen van) MLO1.06Rj. Het betreft een tweetal percelen die diep in het bos snijden. Om de boskern te ontwikkelen en de randeffecten op te heffen is omvorming naar natuur gewenst. 7

2. Het Swalmdal, het Beesels broek en omgeving 2.1. regio Het gebied wordt gekarakteriseerd door verschillende rivierterrassen die zijn opgebouwd uit grof zandige bodems. Karakteristiek in deze regio is met name het sterk in het landschap ingesneden Swalmdal. Rond 1840 lag langs de landgrens een uitgestrekt heidegebied (Boschheide). De oude Maasmeanders in het gebied, zoals het Beesels Broek, bestonden uit veenmoeras of moerasbos (elzenhakhout). Het heidegebied ging aan de westkant over in agrarisch gebied, met voornamelijk akkers. Het Landgoed Hillenraedt is een beboste heideontginning aan de rand van dit agrarisch gebied. Het Swalmdal bestond tussen Swalmen en Oudenhof vooral uit broekbos maar verder stroomafwaarts was het dal in gebruik als hooiland en weidegebied. Hier sloot het landgebruik aan op een overeenkomstig gebruik van het lager gelegen Maasdal. Hydrologisch gezien kan het gebied ten noorden van het Swalmdal worden gerekend tot het Systeem Oostelijke Maasterrassen, een zone met lokale grondwatersystemen op de Peelhorst waarvan het grondwater afstroomt naar de Maas. Ten zuiden van het Swalmdal wordt het gebied gerekend tot het Systeem van Herkenbosch. In het gebied komen kwelgebieden voor, waar plaatselijk zeer oud grondwater dagzoomt. Sterk bepalend voor de ligging van de kwelgebieden is de slecht doorlatende Peelrandbreuk. In het gebied komen goed tot zeer goed ontwikkelde hydrologisch gevoelige vegetaties voor, bestaande uit Elzenbroekbos en Wilgenstruweel. Deze zijn te vinden in de oude Maasmeanders en het dal van de Swalm. Met name de ecohydrologische condities in het Swalmdal zijn uitermate complex en worden bepaald door een wisselwerking tussen bron- en kwelgebieden en overstromingen. Over de grens in het Duitse deel van het Swalmdal ligt het natuurreservaat Elmpter Bruch. Dit heide- en veenmoeras strekte zich vroeger ook tot op Nederlands grondgebied uit. Deze regio is van belang voor vogels gebonden aan een diverse biotopen zoals bos en heide, waaronder de Geelgors en IJsvogel. De Boschheide is van belang voor Zandhagedis. In deze regio komen verscheidene Dassenburchten voor, zoals in de Hout en Groenewoud. Verder komen in deze regio de Waterspitsmuis, de Groene kikker (onder meer bij Landgoed Hillenraedt), de Koninginnepage (onder meer in beheersgebied Wieler) voor. Tenslotte is vrij recent de Swalm leefgebied geowrden van de Bever. 2.2. Ontwikkelingsrichting regio Binnen de regio worden de volgende ontwikkelingen voorgestaan: Natte en vochtige bossen handhaven en herstellen in het Beesels Broek. Ontwikkelen van natte schrale graslanden en moeras door interne vernatting (d.w.z. dempen en af afdammen van "beken" en waterloopjes). Verdere omvorming van de productiebossen en dennenbossen naar inheems bos in het Beesels Broek. Toelaten van vrije meandering en periodieke inundatie van de Swalm, met bijbehorende ontwikkeling van (Elzen en Berken)broekbossen, Wilgenstruwelen, zeggenmoerassen (Kleine en Grote) en Inundatiegraslanden. In de gemeentebossen van Swalmen (Bosberg/Boschheide) dient geïntegreerd bosbeheer maximaal ingezet te worden om de vervulling van de functies natuur en bos te optimaliseren. 8 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

2.3. deelgebieden MLO2.01D Parkbos Kasteel Beesel Dit loofbos bestaat overwegend uit zomereiken en kent een vrij hoge recreatiedruk vanuit Beesel. MLO2.02C Nieuwe natuur Tas- of Huilbeek Deze graslanden en akkers liggen ten zuiden van kasteel Beesel, aan weerszijden langs de Tasbeek. Samen met de deelgebieden 2.06, 2.07 en 2.08 maken ze onderdeel uitvan het Beesels Broek. Zij bestaan voor het grootste deel uit vochtig grasland. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. MLO2.03B Natuurbos Bakheide Het bosgebied Bakheide is een soortenarm Zomereikenbos op voedselarme zandgrond tussen het Beesels Broek en het Maasdal. In het gebied komt de Geelgors voor. In het aangrenzende agrarisch gebied komt de Gele wikke voor en langs een bospad, komt de Springzaadveldkers voor, een in Noord en Midden-Limburg zeer zeldzame soort. Springzaadveldkers. MLO2.04B Beesels Broek (west) Het Beesels Broek (west) bestaat uit vier kleine bospercelen waarvan drie, voormalige soortenrijke vochtige loofbosjes en Elzenbroekbos doorplant met populieren. Twee van deze populierenaanplanten zijn verruigd met brandnetels. Het vierde bosperceel is een soortenarm, ouder loofbosrestant op droge, voedselarme bodem. Alle bosranden in het Beesels Broek (west) zijn leefgebied van de Geelgors. MLO2.05C Nieuwe natuur Beesels Broek Samen met de deelgebieden 2.07 en 2.08 vormen deze gebieden het Beesels Broek. Zij bestaan voor het grootste deel uit vochtige, hydrologisch zeer gevoelige graslanden, moerassen en ruigten in een voormalige Maasmeander. In het noorden van het gebied ligt een klein restant Elzenbroekbos, verruigd en met populieren doorplant. Omgeven door de vochtige populierenaanplanten in het zuidelijk deel van het Beesels Broek ligt een floristisch zeer waardevol moeras met daarin onder andere Kale vrouwenmantel. En in een waterloopje grenzend aan het Beesels Broek groeit Rossig fonteinkruid. Langs de Diepertlossing groeit Spiesleeuwebek en Wateraardbei. De Diepertlossing ligt net ten westen van dit deelgebied en valt buiten de PES. Rossig fonteinkruid, Kale vrouwenmantel en Spiesleeuwebek. MLO2.06B Beesels Broek (noord) Dit gebied bestaat voornamelijk uit moeras, doorplant met populieren. Het overig deel van het gebied bestaat uit matig tot redelijk ontwikkelde moerasvegetaties. Op de terrasrand bevinden zich droge loofbossen. Hydrologisch is het Beesels Broek zeer kwetsbaar. In een waterloopje komt Rossig fonteinkruid voor. Dit gebied is een kerngebied voor aan bossen, bosranden en struweel gebonden vogels. Rossig fonteinkruid 9

MLO2.07B Beesels Broek (zuid) Dit deelgebied omvat samen met deelgebied 2.06 de bosgebieden van het Beesels Broek. Het grootste deel bestaat uit Elzenbroekbossen. Daarnaast komt rietmoeras, Wilgenstruweel, loofbos, bronbos en populierenaanplant voor. Het gebied kent een zeer sterke kweldruk. In het gebied ontspringen de Tasbeek en Teutebeek. In een smalle zone langs de Teutebeek bevindt zich een rijke oevervegetatie. De uitdieping en kanalisering van deze twee beken hebben echter geleid tot een sterke daling van de grondwaterstand. Ook zijn in de aangrenzende graslanden (2.05) op grote schaal populieren aangeplant. Floristisch zijn de populierenaanplanten desondanks goed ontwikkeld, hoewel de vegetaties uiterst gevoelig zijn voor verdroging. In het gebied komen de Moerasvaren, Aardbeiganzerik en Kale vrouwenmantel voor. Aan de oostflank van het broekbos is een steilrand en bronzone aanwezig. En op de overgang naar deelgebied 2.06 bevindt zich een dassenburcht. De goed ontwikkelde broekbossen vormen een kerngebied voor aan vochtige bossen gebonden vogels, zoals de Appelvink en Boomklever. Das, Aardbeiganzerik, Kale vrouwenmantel. MLO2.08F Ecologische verbindingszone Bakheide-Beesels Broek De ecologische verbindingszone ligt ten zuiden van de Eikenbroeklaan en verbindt de Bakheide met het Beesels Broek. Op het moment bestaat het deelgebied uit een akker en een boomkwekerij. Das, Geelgors MLO2.09F Ecologische verbindingszone Tasbeek Tasbeek grenst aan de oostrand van het Beesels Broek en verbindt het Beesels Broek met het bosgebied Waterloo. Het gebied maakt onderdeel uit van het voorlopig zoekgebied in het kader van natuurcompensatie rijksweg 73. De ecologische verbindingszone is vooral bedoeld voor de Das, Knoflookpad en dagvlinders en in de toekomst mogelijk voor het Wild zwijn. Het gebied bestaat momenteel hoofdzakelijk uit bouwland, boomkwekerijen en laagstamboomgaarden. Knoflookpad, Das, Wild zwijn en Geelgors. MLO2.10C Nieuwe natuur Teutebeek Dit gebied bestaat uit een smalle zone langs Teutebeek, met een rijke oevervegetatie. MLO2.11Cp Nieuwe natuur Teutebeek Dit kleinschalig agrarisch gebied, bestaat grotendeels uit grasland en ligt aan weerszijden van de Teutebeek. Tevens komen er twee restanten soortenrijk Berkenbroek voor. Eén bos is doorplant met populieren. De oevers van de Teutebeek zijn floristisch zeer goed ontwikkeld.in dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. MLO2.12Gb Wieler Deze akkers en weiden liggen aan weerszijden van het Swalmdal. Het vormt een kerngebied voor vogelsoorten van bosranden, struwelen en ruigten. Ook komt hier de Koninginnepage voor. In het aangrenzende agrarisch gebied nabij Wieler komt in een wegberm Akkerklokje voor, een in Limburg zeldzame soort. 10 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

MLO2.13A Boschheide Boschheide is een droog heideveld aan de rand van het industrieterrein van Swalmen. Het bestaat voornamelijk uit vergraste Struikheide met enkele verspreid staande Zomereiken en (grove) dennen. Het terrein is van groot belang voor de Zandhagedis. Kerngebied voor aan heide gebonden vogels (vijf territoria van de Boomleeuwerik). Zandhagedis, Boomleeuwerik. MLO2.14B Boschheidebos Het Boschheidebos is een relatief jong, gemengd bos van Grove dennen en Zomereiken. Het vormt een kerngebied van bosvogelsoorten. Ook komen in dit gebied de Groene kikker en Zandhagedis voor. Zandhagedis. MLO2.15D Bosberg De Bosberg is een overwegend gemengde loof- en naaldhoutaanplant op de overgang van het midden naar het hoogterras. Plaatselijk komt vergraste Droge heide en oud loofbos voor. Langs een bospad staat Fraai hertshooi. Het gebied is een kerngebied voor bosvogels. Archeologisch is de Bosberg van belang vanwege de grafheuvels uit de Bronstijd, een Romeinse weg en een verdedigingswal. Fraai hertshooi. MLO2.16C Nieuwe natuur Wielerbroek Het Wielerbroek ligt aan weerszijden van de Swalm, over een lengte van ongeveer twee kilometer. Het is een hydrologisch zeer gevoelig gebied en de vegetaties zijn redelijk tot goed ontwikkeld. Het noordelijke deel bestaat uit voedselrijk grasland met sterk wisselende waterstanden, waarbij de graslanden periodiek worden overstroomd. De flora en de fauna van deze graslanden zijn waardevol. Zo vinden we hier zeer veel Gewone dotterbloem, Tweerijige zegge, Moerasmuur en Holpijp. Tevens is het een kerngebied voor vogels van kleine landschapselementen (Steenuil), ruigten, struwelen, moerassen en vochtige beekdalen. Het centrale gedeelte bestaat uit deels matig en deels goed ontwikkelde moerasvegetaties. Daarnaast komen restanten Elzenbroekbos en Wilgenstruweel voor (ingeplant met populieren). Hier staan Gewone dotterbloem en Bittere veldkers. Voorts komen in het zuiden van het gebied nog enkele moerasjes voor en vrij soortenarme dijkvegetaties (met o.a. Rapunzelklokje). De oevers van de Swalm zijn floristisch goed ontwikkeld, met onder meer Holpijp en de Vlottende waterranonkel. Steenuil en Vlottende waterranonkel. MLO2.17B Elzenbroekbos Swalmdal Deze vrij smalle strook langs de Swalm bestaat uit hudrologisch kwetsbare, goed ontwikkeld Elzenbroekbos met verspreid Grote boterbloem. In het gebied zijn twee dassenburchten en sporen van de Bever aangetroffen. Nachtegaal, Bever en Das. 11

MLO2.18C Nieuwe natuur Oudenhof Dit gebied ten zuiden van de Swalm bestaat uit hydrologisch gevoelig, vochtig grasland en matig tot goed ontwikkelde moerasvegetaties. In een berm/dijktalud staat Echte kruisdistel. En in een vochtig grasland langs de Swalm staat Zacht vetkruid en Muurhavikskruid (RL0). Ook komt hier de Koninginnepage voor. MLO2.19Cp Nieuwe natuur Swalmdal (zuid) Dit nieuwe natuurgebied bestaat uit enkele vochtige graslanden en akkers aan weerszijden van de Swalm, net ten oosten van de spoorlijn. In het gebied komt de Koninginnepage voor. MLO2.20B Elzenbroekbos Swalmen De hydrologisch zeer kwetsbare broekbossen zijn floristisch goed tot zeer goed ontwikkeld. Er komen Paarbladig goudveil en Elzenzegge voor. In de Swalm komt Vlottende waterranonkel en Waterkruiskruid voor. Verder is er een populierenaanplant aanwezig, welke plaatselijk goed ontwikkeld is en in het gebied bevindt zich een Dassenburcht. Nachtegaal, Das en Paarbladig goudveil. MLO2.21Cp Nieuwe natuur Swalmen Het nieuwe natuurgebied Swalmen beslaat een drietal verspreide liggende percelen, direct langs de Swalm. Elk heeft een afwisselende vegetatie, met vochtig grasland, wilgenstruweel, Elzenbroekbos en populierenaanplant in een voormalig Elzenbroekbos. Het geheel is tamelijk verdroginggevoelig, maar floristisch matig ontwikkeld. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. MLO2.22F Ecologische verbindingszone Swalmdal Deze smalle strook ligt aan weerszijden van de Swalm, dwars door de dorpskern Swalmen. De strook bestaat voornamelijk uit graslanden. MLO2.23B Groenewoud Dit bosgebied beslaat een smalle strook langs de Swalm ten oosten van Swalmen. Het gebied is hydrologisch gevoelig tot zeer gevoelig, en floristisch over het algemeen goed ontwikkeld. Het bestaat uit vochtige tot natte voedselrijke goed ontwikkelde loofbossen met Adderwortel, Waterviolier en Dubbelloof, verruigde Elzenbroekbos-restanten, en populieraanplant met grazige soortenarme ondergroei. Het westelijke deel van deze strook bestaat uit een populieraanplant op een brandnetelruigte en een kapvlakte. Het gebied is een kerngebied voor bosvogels waaronder de Glanskop, Kleine bonte specht en diverse roofvogels. MLO2.24A De Hout en Groenewoud Dit gebied bestaat uit schrale, vochtige en droge graslanden, met rietlanden, bosjes en struwelen ten zuiden van de Swalm. Het is een kerngebied van vogelsoorten van bosranden, struwelen en ruigten. In 1992 werd hier de Grote gele kwikstaart niet meer aangetroffen, terwijl deze in de jaren tachtig nog met vijftien territoria aanwezig was. Wel zijn in 1992 twee territoria van de IJsvogel aangetroffen. Met name het noordelijke, natte gedeelte van de graslanden is floristisch redelijk goed ontwikkeld met diverse zeggensoorten waaronder Gewone dotterbloem, Tormentil, Veldrus, Zompzegge, Zwarte zegge en Snavelzegge. Langs de Swalm komt, in de bosjes, vrij veel Bittere veldkers, Zwarte bes in het water zelf Vlottende waterranonkel en op een 12 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

plaats Elzenzegge voor. Op wat drogere grazige schrale delen komt Viltganzerik, Lathyruswikke en Knolboterbloem voor. In de vochtige graslanden komen de Koninginnepage en Alpenwatersalamander voor. Het gebied vormt een leefgebied voor de Das en kent hier meerdere bewoonde burchten. De terreinen worden begraasd door paarden en runderen. Das, IJsvogel, Grote gele Kwikstaart, Vlottende waterranonkel. MLO2.25B Swalmdal Het Swalmdal bestaat uit gemengd loof- en naaldhoutaanplanten, restanten oud loofbos met onder meer Koningsvaren en is gelegen aan weerszijden van de Swalm. De westkant ligt lager en bestaat grotendeels uit al dan niet verruigd Elzenbroekbos. Dit deel is zeer verdroginggevoelig en floristisch redelijk goed ontwikkeld, met onder meer de Sterzegge. Langs de Swalm vinden we soortenrijke oevervegetaties met Groot springzaad, Kleine watereppe, Gewone dotterbloem en Zwarte bes. Naast deze soorten vinden we op kwelplekken ook Bittere veldkers, Bosanemoon, Gele dovenetel, Paarbladig goudveil en Slanke sleutelbloem. In het gebied liggen een aantal oude meanders van de Swalm, met daarin deels verruigde Elzen en Berkenbroekbossen. Rondom het voormalige zwembad (deelgebied 2.26L) bevinden zich territoria van de Nachtegaal. Het gebied is een kerngebied met relatief grote dichtheden aan bosvogels, zoals Glanskop, Kleine bonte specht, Geelgors en diverse roofvogels. Das en Nachtegaal. MLO2.27CpR Bosberg MLO2.27CpR wordt doorsneden door de Swalm. Deze beek heeft een SEF-status. Met de begrenzing wordt het mogelijk om de laatste percelen in agrarisch gebruik om te vormen tot natuur. Hierdoor kan de waterkwaliteit van de beek verder toenemen, wat positief is voor de ontwikkeling van de verdrogingsgevoelige natuur in de directe omgeving van de beek (zie ook de beschrijving in stimuleringsplan Midden-Limburg Oost, MLO2.25B). In het deelgebied zelf zal op termijn een gelijksoortige natuurontwikkeling plaatsvinden. Omdat deze ontwikkeling niet te realiseren is door middel van agrarisch natuurbeheer vervangt MLO2.27CpR deelgebied 2.27Gb. MLO2.28B Eppenbeekbos Dit smal, hydrologisch zeer gevoelig loofbos langs de Eppenbeek ligt ten noorden van kasteel Hillenraedt. Dit bos bestaat uit voedselrijk, vochtig goed ontwikkeld loofbos en (deels) verruigd Elzenbroekbos. In het gebied komen onder meer Groot heksenkruid, Gevlekte aronskelk, Muskuskruid en Bittere veldkers voor. MLO2.29Gb Eppenbeek Hillenraedt Dit beheersgebied behoort bij kasteel Hillenraedt en bestaat grotendeels uit hoogstamboomgaarden en akkers. Geelgors. 13

MLO2.31B Hillenraedt De bossen bestaan uit goed ontwikkelde en hydrologisch zeer kwetsbare vochtige loofbossen, deels verruigd Elzenbroekbos en een populieraanplant in een voormalig Elzenbroek. De rest is oud Beukenbos zonder ondergroei (uitsluitend bladstrooisel). In de oude, rijke loofbossen komen karakteristieke vogelsoorten (zoals, Appelvink, Boomklever, en een hoge dichtheid aan Grauwe vliegenvangers) en vegetatie (Waterviolier, Groot heksenkruid, Gevlekte aronskelk, Muskuskruid, Bittere veldkers en Bleke zegge ) voor. Bleke zegge. MLO2.32D Bisschopskamp / Landgoed Hillenraedt Op het landgoed komen voor: gemengde naald en loofhoutaanplanten, oude loofbosrestanten en vergraste droge hei met berkjes. Plaatselijk komt in het bos een redelijk tot goed ontwikkelde ondergroei, met onder andere Koningsvaren voor. In het verleden kwam er de Boomleeuwerik voor. Het gebied is kerngebied voor bosvogels met relatief grote dichtheden, waaronder Glanskop, Kleine bonte specht en diverse roofvogels. Boomleeuwerik en Wespendief. MLO2.33AB Moerasbos Landgoed Nieuwenbroek Ten noorden van het Beesels Broek ter hoogte van Bussereind ligt aan de oostzijde van de Tasbeek een kleinschalig, vochtig gebied. Het aanwezige moeras bestaat uit riet, elzen en wilgen. MLO2.34Gb Landgoed Nieuwenbroek Dit gebied bestaat uit de graslanden en bouwlanden behorende tot het Landgoed Nieuwenbroek. MLO2.36CpR Heydweg Deze belangrijke verbinding vervangt de eerder geplande verbindingszone. Deze verbindt de Bosberg en de bosgebieden aan Duitse zijde met het Beeselsbroek. Om een optimaal werkende verbinding te krijgen worden het spoor en de A73 voorzien van faunavoorzieningen. De nieuwe zone sluit aan op dit ecoduct. In het deelgebied MLO2.36CpR wordt de ontwikkeling van een landgoed voorzien. Bij de ontwikkeling van het landgoed zal gestreefd worden naar een goede integratie van de woonfunctie in de ecologische verbindingszone. De voorheen, iets noordelijker, geprojecteerde verbindingszone zal komen te vervallen. 14 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

3. Het dal van de Maasnielderbeek en Eppenbeek en omgeving 3.1. regio Dit deel van het stimuleringsplangebied bestaat grotendeels uit diverse rivierterrassen die zijn opgebouwd uit grof zandige bodems. Plaatselijk liggen stuifduinen en veenrestanten gesitueerd aan de voet van het plateaugebied dat grotendeels op Duits grondgebied ligt (Elmpterwald). Rond 1840 lag langs de landgrens een uitgestrekt heidegebied. Lokaal lagen drassige veengebieden, waaronder de uitlopers van het Elmpter Bruch, het Veen bij Asenray en het Blankwater. Het heidegebied gaat aan de westkant over in agrarisch gebied, met voornamelijk akkers. Het Landgoed de Hout is een beboste heideontginning aan de rand van dit agrarisch gebied. Hydrologisch gezien kan de regio gerekend worden tot het Systeem van Herkenbosch. Het hoogterras en delen van het Middenterras, gelden als belangrijke regionale infiltratiegebieden in deze omgeving. Behalve de kwelgebieden aan de voet van het Hoogterras (Blankwater, het Veen en de Lanck), liggen er regionale kwelgebieden in het dal van de Eppenbeek tot aan Haambroek. In deze kwelgebieden komt plaatselijk zeer oud grondwater aan de oppervlakte. Sterk bepalend voor de ligging van de kwelgebieden is de Peelrandbreuk. Het dal van de Eppenbeek is gelegen in een zeer oude, smalle Maasmeander, die zich met een grote bocht door deze regio slingert. De beek wordt met name gevoed met kwelwater dat afstroomt uit het Vlinkenbroek, het Spickersbroek en de Haak. Het Haambroek watert deels af op de Maasnielderbeek. Het Vlinkenbroek is een broekbos met rabatten. Het ligt in een kleine kom op de flank van een klein rivierduincomplex. Het is het noordelijke deel van een dichtgestoven oude stroomgeul, waarvan ook het Haambroek en de westkant van het Blankwater deel uitmaken. Het Spickersbroek en Haambroek bestaan ten dele uit wilgenstruwelen en halfopen rietmoeras. Ze liggen boven op de Peelrandbreuk, waardoor hier naast lokaal toestromend grondwater ook nog sprake zou zijn van diepe kwel. Het Blankwater, het Veen en het Lanck zijn vlakke, diepe ontwaterde landbouwgebied-en aan de voet van het beboste Hoogterras (Elmpterwald). In een zone aan de voet van het Hoogterras treedt kwel uit. Het Blankwater vormt samen met onder andere het Melickerven, het Elmpter Bruch en de Turfkoelen stapstenen van hoge waarde in noordelijke en zuidelijke richting. De ecologische verbinding in oost-west richting daarentegen functioneert slecht. Het beekdal van de Maasnielderbeek is feitelijk een voormalige Maasmeander. Voor een deel van de beek is een herstelproject uitgevoerd, zodat de beek weer kan meanderen. De zone is onder extensieve begrazing geplaatst. Een deel van het dal van de Maasnielderbeek ligt in regio 4. Binnen de "Gezamenlijke en integrale natuurvisie oost-roermond" (Natuurbalans, 2000) zijn een aantal ecologische verbindingszone gepland, waarbij onder meer eentje is gepland tussen de Swalm via de Duitse grens en de Luzenkamp en een tweede tussen Assenray en Boukoul volgend de beheersgebieden van 3.13 Gb tot over de Duitse grens (Elmpter Wald). Prioritaire diersoorten die zijn waargenomen in deze regio zijn de Das, Rosse Vleermuis, Wild zwijn, Alpenwatersalamander, Knoflookpad, Vinpootsalamander, Kamsalamander, Blauwborst, Groene specht, Nachtegaal en Roodborsttapuit. 3.2. Ontwikkelingsrichting regio Voor deze regio wordt de volgende ontwikkeling voorgesteld: In verdroginggevoelige gebieden, maatregelen nemen om gebiedseigen water vast te houden om verdroging van natte vegetaties te voorkomen door onder meer het benutten van de aanwezige kwelinvloeden in de oude Maasmeanders. Hierdoor kunnen vochtige bostypen (onder andere Elzenbroekbos), zeggenmoeras en Wilgenstruweel in stand worden gehouden en zich verder ontwikkelen. Aanleg en verplaatsing van rasters in bepaalde deelgebieden, zodanig dat de Wilde zwijnen en Edelherten vanuit aangrenzend Duitsland het gebied beter kunnen benutten. Ter hoogte van de toekomstige A73, barrièreverminderende maatregelen nemen. Natuurlijk inrichten van beken in deze regio 15

Uitvoeren maatregelen ten behoeve van de Knoflookpad. 16 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

3.3. deelgebieden MLO3.02C Nieuwe natuur Raayerveld Dit nieuwe natuurgebied bestaat uit een voormalig akker in intensief gebruikt landbouwgebied. Door de aanwezigheid van een dassenburcht zijn tijdens de laatste landinrichting de akker bomen ingeplant. Das. MLO3.03AB De Haak De Haak bestaat uit zeer verdroginggevoelig Elzenbroekbos, goed ontwikkeld voedselrijk vochtig loofbos, soortenarm droog oud loofbos en agrarisch gebied. De in de bossen aanwezige vegetatie duidt op kwel met soorten als Elzenzegge, Waterviolier en Blaaszegge. In het bos is een dassenburcht aangetroffen. Het gebied is een kerngebied voor aan bosranden en struwelen gebonden vogels. Tevens komen de Groene kikker en de Knoflookpad in het gebied voor (zie "De Knoflookpad in Limburg", 1999 en "Beschermingsplan Knoflookpad", 2000, Natuurbalans/Dimes Divergens). Kamsalamander, Knoflookpad en Das. MLO3.04B Carthuisersbosch Het Carthuisersbosch bestaat voor een klein deel uit een Bronbos met sterke kwel en kleine restanten Eiken Haagbeukenbos. Het Carthuisersbosch is hydrologisch zeer gevoelig en floristisch redelijk tot goed ontwikkeld. Het oostelijk deel bestaat uit Elzenbroekbos met Waterviolier en Dubbelloof. Het is een kerngebied voor aan bosranden en struwelen gebonden vogels. Tevens komt de Groene kikker in het gebied voor. Dubbelloof MLO3.06B Vlinkenbroek De Vlinkenbroek is een sterk verdroogd en verruigd broekbos gelegen in een voormalige Maasarm. Erbij horen twee broekbosrestantjes, gelegen ten noorden van de Vlinkenbroek. Deze broekbosjes zijn van belang als natte verbinding tussen het Vlinkenbroek en de broekbossen rond kasteel Hillenraedt. Het noordwesten van het bosgebied Vlinkenbroek bestaat uit Wilgenstruweel. Verder bestaat de begroeiing uit verruigd Elzen- en Berkenbroekbos, een aanplant van populieren, naald en loofhout en restanten van oud Wintereiken Beukenbos. De broekbossen zijn gedeeltelijk getypeerd als gevoelig tot zeer gevoelig voor verdroging. MLO3.07C Nieuwe natuur Vlinkenbroek Deze graslandenclave ligt ten zuiden van het Vlinkenbroek. MLO3.08D Hoenderberg Relatief hooggelegen naaldbosgebied, enig loofbos en enkele vergraste heideveldjes. 17

MLO3.09CpR De Lanck MLO3.09CpR vervangt MLO3.09H. Het gebied kenmerkt zich door openheid. In het noord-oostelijke deel is een brongebied aanwezig. Door de ontwikkeling van een halfopen tot open natuur- en boslandschap worden de bos- en natuurgebieden ten oosten van de Swalm en Boukoul verbonden met het Duitse Elmpterwald en Swalmdal. Hierdoor wordt de diversiteit verder vergroot. De oude aanwezige stortplaatsen dienen gesaneerd te worden indien dit de natuurlijke ontwikkeling in het gebied in de weg staat, of als dit vanuit milieuoogpunt wenselijk is. MLO3.11A Natuurgebied Blankwater Kort geleden is hier een natuurontwikkelingsproject uitgevoerd, waarbij enkele plassen zijn uitgegraven en de voedselrijke bovenlaag is afgeschraapt. Diverse plantensoorten van voedselarme omstandigheden zijn hier opgekomen als Blauwe zegge, Geelgroene zegge, Kleine zonnedauw en Dophei. Het gebied is ook zeer rijk aan amfibieën (o.m. Vinpootsalamander), reptielen en libellen (o.m. Bruine winterjuffer). Dit deelgebied is ook een kerngebied voor vogelsoorten van bosranden, struwelen en ruigten zoals Geelgors en Boomleeuwerik en dient het gebied als foerageergebied voor de dieren in het aangrenzende bos, zoals het Wilde zwijn. Vinpootsalamander, Knoflookpad, Zandhagedis, Das en Wild zwijn. MLO3.11.1C Blankwater Natuurgebied I Bij het begrenzen van het Stimuleringsplan is in het deelgebied MLO3.11A een deel nieuwe natuur begrensd als bestaande natuur. Het gebied is destijds begrensd als bestaande natuur omdat de tereinbeheerder de gewenste natuur inmiddels had gerealiseerd. Omdat de aanduiding nieuwe natuur de feitelijke aanduiding blijft krijgt het gebied alsnog een eigen code (MLO3.11.1C) en een nieuwe naam. De doeltypen van MLO3.11A blijven gehandhaafd. De doeltypen van het nieuwe deelgebied sluiten hier op aan. MLO3.12B Blankwater Dit gebied bestaat uit vijf bospercelen die onderdeel uitmaken van een NSW-landgoed rondom het Blankwater, temidden van het nieuwe natuurgebied (voorheen reservaats en natuurontwikkelingsgebied). Het betreft over het algemeen oud loofbos, waarin plaatselijk naaldhout is aangeplant. Ten zuiden van Blankwater zijn de bossen door kwel vochtiger. Hier zijn een vochtige vergraste heide met boomopslag, een ven en wilgenstruweel aanwezig. In deze vochtige bossen liggen twee poelen, door het IKL gegraven en onderhouden. Van de prioritaire soorten zijn aangetroffen: Das, Wild zwijn, Geelgors en Bruine snavelbies. Het Blankwater heeft een zeer hoge landschappelijke waarde door de ligging, de beslotenheid en de afwisselende cultures. Wild zwijn, Das en Roodborsttapuit. MLO3.13Gb Blankwater Deze akker en weide enclave ligt tussen het Haambroek, Vlinkenbroek, Boeshei en Blankwater. MLO3.13GbR Blankwater-Hoenderberg MLO3.13GbR wordt gekoppeld aan deelgebied MLO3.13Gb. De doeltypen blijven gelijk. In het deelgebied zal de nadruk liggen op het bevorderen van overgangen tussen agrarisch landschap en natuur. 18 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

MLO3.14.1Rj Asenray Het is een akkergebied met een gemengde, kleinschalige zone aan de oostkant met onder andere houtwallen, bosschages en een volkstuinencomplex. Wanneer je het vergelijkt met de omgeving komen hier relatief veel akkers voor. Floristisch gezien heeft het gebied goed ontwikkelde bermen en oevervegetaties. Langs de Maasnielderbeek komen onder andere Groene kikker, Roodborsttapuit en Paap voor. Ten oosten van Asenray wordt de beek begeleid door een houtwal en in het zuiden grenst het gebied aan bos. Quotum; 2 hectare. MLO3.14.2Rj Asenray Het is een akkergebied met een gemengde, kleinschalige zone aan de oostkant met onder andere houtwallen, bosschages en een volkstuinencomplex. Wanneer je het vergelijkt met de omgeving komen hier relatief veel akkers voor. Floristisch gezien heeft het gebied goed ontwikkelde bermen en oevervegetaties. Langs de Maasnielderbeek komen onder andere Groene kikker, Roodborsttapuit en Paap voor. Ten oosten van Asenray wordt de beek begeleid door een houtwal en in het zuiden grenst het gebied aan bos. Quotum; 7 hectare. MLO3.15AB Het Haambroek Het Haambroek bestaat uit een halfopen kern met Wilgenstruweel en moeras Deze kern is omzoomd door een gemengd loof en naaldbos. In het Haambroek ligt een sterk geëutrofieerde poel die eventueel geschikt gemaakt kan worden voor de Knoflookpad. In de prioriteringsmaatregelenlijst van de Provincie (zie "De Knoflookpad in Limburg") wordt de Haambroekpoel van Staatsbosbeheer genoemd als voortplantingsplaats voor de Knoflookpad. Het gebied is een kerngebied voor aan moerassen, plassen en beken gebonden vogels, zoals de Blauwborst en Waterral. Wat betreft plantensoorten is het gebied rijk aan zeggen (met onder meer Draadzegge en Elzenzegge) en komen Echte koekoeksbloem en Holpijp voor. Knoflookpad, Draadzegge, Blauwborst en Waterral. MLO3.16D Boeshei De Boeshei bestaat uit een gemengd loof en naaldbos, restanten droge heide en een droog schraalgrasland. Dit gebied grenst aan de Haambroek, een potentieel leefgebied van de Knoflookpad en dient als zodanig ingericht en beheerd te worden. MLO3.17Cp Nieuwe natuur Zuidewijk Spick e.o. Een klein deel van de akker grenst aan de zuidpunt van het Spickerbroek en een grasland nabij Zuidewijk. Het noordelijk deel, rond het landhuis Zuidewijk - Spick, vormt het gelijknamige NSW landgoed. Op dit landgoed staan her en der oude landschapsbepalende boomgroepen, hoogstamfruitbomen, Gewone essen en een vijver. In het gebied komt de Groene kikker voor. MLO3.18A Spickerbroek Het Spickerbroek bestaat uit Berkenbroek, soortenrijk Rietmoeras en Wilgenstruweel welke plaatselijk zijn doorplant met populieren. Er zijn duidelijke kwelinvloeden aanwezig. Het is een kerngebied voor aan moerassen, plassen en beken gebonden vogels, met onder meer de Kleine karekiet. In het moeras komt de Gewone dotterbloem voor. In de voedselarme plas in het noorden komt Rossig fonteinkruid voor. Tevens komt de Groene kikker voor. 19

Kamsalamander, Rossig fonteinkruid. MLO3.19Gb Beheersgebied Spickerbroek Dit klein perceeltje weiland ligt tussen het Haambroek en het Spickerbroek, achter het Spick. Het vormt een onderdeel van een kerngebied voor vogelsoorten van bosranden, struwelen en ruigten en voor vogels van moerassen, onder meer de Kleine karekiet. Het gebied maakt tevens onderdeel uit van het leefgebied de Kamsalamander en Groene kikker. Kamsalamander. MLO3.20C Nieuwe natuur Spickerbroeklossing Dit klein gebied aan de Spickerbroeklossing bij Maalbroek kent een matig tot redelijk ontwikkeld vochtig grasland. In het zuiden bestaat de begroeiing uit een met brandnetels verruigde populieraanplant. Het is een belangrijk gebied voor vogelsoorten gebonden aan bosranden, struwelen en water. Er loopt een begrazingsproject van Stichting Ark. Roodborsttapuit. MLO3.22Cp Nieuwe natuur Maasnielderbeek Deze natte zone van 1,5 km langs de Maasnielderbeek, bestaat uit vochtige graslanden tussen de beek en de terrasrand. Aan die rand bevinden zich Dassenburchten. In het zuiden, grenzend aan de Melickerheide, ligt een Wilgenstruweel met Elzenzegge. Meer noordelijk, langs de beek, ligt een soortenrijk moerasje. Ten westen van de beek ligt tevens een stuk verruigd Elzenbroekbos, deels doorplant met populieren. Het gebied is een kerngebied voor aan bosranden en struwelen gebonden vogels en tevens belangrijk voor vogels van vochtige beekdalen, zoals de Bosrietzanger en Kleine karekiet. Das, Bosrietzanger en Kleine karekiet. MLO3.23B Elzenbroekbossen Straat Deze kleine percelen Elzenbroekbos, worden getypeerd als bronmoeras (deels verruigd) en liggen ten zuiden van buurtschap Straat aan de Maasnielderbeek. Het gebied is floristisch interessant met plantensoorten als Waterviolier, Dotterbloem, Bosbies, Holpijp en Moerasvaren. Roodborsttapuit, Groene specht en Nachtegaal, Holpijp en Moerasvaren. MLO3.24Gb Maasnielderbeek Dit grasland en akker langs de Maasnielderbeek, westzijde van de beek ten zuiden van de Kloosterhof. In de rand van de akker staat Handjesereprijs, een sterk bedreigde soort die enkel nog in Midden-Limburg en het IJsseldal voorkomt. Handjesereprijs. 20 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap

MLO3.25B Het Spik Het noordelijk deel bestaat uit een verruigd Elzenbroekbos met ijzerrijke kwel.voorts ligt er een voormalige vuilstort. MLO3.28Gb Maalbroek Dit deelgebied ligt ten zuiden van Carthuisersbosch en is in agrarisch gebruik. MLO3.29Rj Boukoul Maalbroek Deelgebied 3.29 G is gewijzigd in 3.29 Rj; er kan voor 15 ha een beheersovereenkomst worden gesloten Dit gebied wordt ten oosten begrensd door het Spickerbroek en het Vlinkenbroek en ten westen door het Carthuisersbosch en de Haak. Het centrale deel, tussen het Carthuisersbosch en het Spickerbroek, valt onder de Natuurschoonwet. Door het gebied stroomt de Eppenbeek. In en langs de Eppenbeek en de Spickerbroeklossing groeien onder meer Groot blaasjeskruid en Rossig fonteinkruid. Vlak onder de Raaystraat en boven het Carthuisersbosch ligt een poel, die geschikt kan worden gemaakt voor de Knoflookpad. Ten behoeve van de bescherming van de knoflookpad en andere amfibieën in dit gebied dienen ecologisch waardevolle waterelementen langs de bossen aangelegd te worden. Tevens dient het uitbreiden (2,5 maal huidige oppervlakte) en uitdiepen van poel 24 t.b.v. knoflookpad (zie De knoflookpad in Limburg, Natuurbalans, 1999) uitgevoerd te worden. MLO3.30F Verbindingszone Vlinkenbroek en Bisschopskamp Deze verbindingszone verbindt de Vlinkenbroek en het Blankwater met de Bisschopskamp en loopt langs de bebouwingsrand van Boukoul. In het gebied bevinden zich graslanden, akkers, een genormaliseerde beek en droge voedselarme bosjes. In een berm staat Ruwvergeet-mij-nietje. In het gebied komt de Geelgors voor als broedvogel. Boomleeuwerik MLO3.31Cp Landgoed Blankwater Geschrijving Het deelgebied bestaat uit grasland en akkers. Voorts bevindt zich nog een houtsingel in het gebied. In een berm staat Ruwvergeet-mij-nietje.In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Boomleeuwerik MLO3.31CpR Landgoed Blankwater MLO3.31CpR wordt gekoppeld aan het reeds bestaande deelgebied 3.31Cp. Het gebied heeft hoge potenties voor de ontwikkeling van natte natuurwaarden en vormt een schakel in de kwelzone langs delen van de Nederlands-Duitse grens. Om de natte natuurwaarden beter te kunnen ontwikkelen worden de doeltypen aangepast. MLO3.32Co t Veen MLO3.32Co betreft percelen van het natuurcompensatieproject ViaVerde. Dit project wordt momenteel verder uitgewerkt en in de loop van 2008 in uitvoering gebracht. Het uitgangspunt van dit project is dat er 21

een inspanning gepleegd wordt om leef- en foerageergebied van verschillende soorten te compenseren. De wijze waarop dit gebeurt wordt vrijgelaten. De randvoorwaarden worden vastgelegd. MLO3.33CpR t Veen II MLO3.33CpR is gelegen ten zuiden van de toekomstige N280. Anders dan de deelgebieden rond Blankwater ligt de grondwaterspiegel bij deze percelen beduidend lager. Het gebied is van belang als doortrekroute en fourageergebied van grotere zoogdieren in combinatie met het Elmpterwald op Duits grondgebied. De ontwikkeling in dit deelgebied is ook van belang voor kleinere zoogdieren en herpetofauna. MLO3.34GbR Vlinkenbroek-Bisschopskamp MLO3.34GbR is een kleinschalig agrarisch gebied. In het gebied zal de aanleg van landschapselementen en extensief agrarisch grondgebruik gestimuleerd worden. Soorten die gebonden zijn aan een kleinschalig agrarisch landschap profiteren hiervan. 22 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap