HOOFDSTUK 1. INLEIDING



Vergelijkbare documenten
15 maart Vuurwapens: handel, bezit en gebruik. Tomas Baum, Nils Duquet en Maarten Van Alstein

HOOFDSTUK 4. WAPENBEZIT IN BELGIË

1. De vergunning zonder munitie en de erfenis

THEORETISCHE PROEF INZAKE DE WAPENWETGEVING

De gewijzigde wapenwet van 2018

Hoofdstuk 2: Nummering en identificatie van vuurwapens... 38

WAPENUNIE UNION ARMES

I. Wapenwet. II. Benelux-Overeenkomst. III. Wetten. IV. Decreten. Vlaams Gewest Waals Gewest Duitstalige gemeenschap...

HOOFDSTUK 7. MORTALITEIT DOOR VUURWAPENS

HOOFDSTUK 10. BESLUITEN

MODEL. AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWAPEN De voetnoten verwijzen naar de verklarende nota die u als bijlage vindt

AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWAPEN

OVERZICHT WAPENWETGEVING

VRAGENLIJST THEORETISCHE PROEF KANDIDAAT WAPENBEZITTERS

UNACT - NUWJS NATIONALE UNIE VAN DE WAPENMAKERIJ EN DER JACHT- EN SPORTSCHUTTERS

De nieuwe wapenwet wat moet u doen om in orde te zijn? U bezit een verboden wapen. Het bezit van verboden wapens is voortaan strafbaar.

De registratie en traceerbaarheid van ingevoerde vuurwapens

AFKORTINGEN 13. I Algemeen deel 15

HOOFDSTUK 9. DE WAPENWET GEËVALUEERD

Vragenlijst theoretische proef

AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWAPEN

AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWAPEN

Theoretische proef inzake de wapenwetgeving

Lijst wapens sportschutterslicentie gepubliceerd

KRACHTLIJNEN VAN HET BELGISCHE CONTROLEREGIME

AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWA PEN

p r o v i n c i e Limburg

p r o v i n c i e L i m b u r g

Federale Overheid Dienst wapens Provincieplein Leuven

ADVIESNOTA Advies inzake het beperken van de veiligheidsrisico s verbonden aan de schietsport in Vlaanderen

Sportschutterslicentie

A. IDENTITEIT VAN DE AANVRAGER (in drukletters aub)

Vragenlijst theoretische proef geldig voor alle wapencategorieën

p r o v i n c i e Limburg

WAPENUNIE UNION ARMES

Een schot in de roos?

Wegwijs in Justitie. In de hoofdrol bij Justitie. De instellingen. Meer informatie. Justitie in de praktijk. w a p e n w e t

Wapenwet wat te doen tegen 30 juni 2007?

A. IDENTITEIT VAN DE AANVRAGER (in drukletters aub)

ONTWERP SPORTSCHUTTERSLICENTIE INGEDIEND IN VLAAMS PARLEMENT

WAPENUNIE UNION ARMES

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Sportschieten met vuurwapens. Een analyse van het draagvlak, het juridisch kader en de praktijk in Vlaanderen. Nils Duquet & Maarten Van Alstein

BELEIDSBRIEF. Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel. Beleidsprioriteiten Onderdeel Wapenhandel ADVIES

Sportschutter worden in Vlaanderen

THEORETISCHE PROEF INZAKE DE WAPENWETGEVING

Recreatieve- of Sportschutter worden via Sint-Barnabas Zwevegem

INHOUD DEEL 1. RELEVANTE ACTOREN EN REGELGEVING... 15

1 / 20 VOLLEDIG PAGINA 1. V1: Uw naam: joop van ooijen. V2: Uw partij: jezus leeft. partijstandpunt

Opgelet : Indien u het aanvraagformulier niet volledig invult en de gevraagde stukken niet bijvoegt, kan uw aanvraag niet behandeld worden!

WAPENUNIE UNION ARMES

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. 5 MEI Besluit van de Vlaamse regering betreffende de transactiesom inzake ruimtelijke ordening

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende het statuut van de sportschutter. Stuk 1174 ( ) - Nr. 1. Zitting

Vragenlijst ter voorbereiding van de theoretische proef

Eerste uitvoeringsbesluit nieuwe wapenwet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad

Schietstand t Mikpunt 1 Theoretische vragenlijst licentie

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN

Schietstand t Mikpunt

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Advies bij het voorstel van resolutie met het oog op de herziening van het Belgische buitenlandbeleid ten aanzien van het Koninkrijk Saoedi-Arabië

De aangepaste wapenwet

VR DOC.0797/1

VR 2016 DOC.0943/1BIS

UNION NATIONALE DE L'ARMURERIE, DE LA CHASSE ET DU TIR NATIONALE UNIE VAN DE WAPENMAKERIJ EN DER JACHT - EN SPORTSCHUTTERS

Sportschutter worden in Vlaanderen

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

11 MEI Decreet houdende het statuut van de sportschutter (1)

UNION NATIONALE DE L'ARMURERIE, DE LA CHASSE ET DU TIR NATIONALE UNIE VAN DE WAPENMAKERIJ EN DER JACHT - EN SPORTSCHUTTERS

AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWAPEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

HOOFDSTUK 6. INDIVIDUELE ACTIVITEITEN MET VUURWAPENS

Wapenwet van 08 juni Informatieavond KGK vzw

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

WAPENUNIE UNION ARMES

5. Rechten verbonden aan een vergunning

13 JULI Koninklijk besluit tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van schietstanden.

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

AANVRAAGFORMULIER VOOR EEN VERGUNNING TOT HET VOORHANDEN HEBBEN VAN EEN VUURWAPEN - PARTICULIER

Wapenwet van 08 juni Informatieavond Sint Hubertus

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Nieuw uitvoeringsbesluit van 25 april 2009 over de opslag van wapens door particulieren

GENERAAL BIJ DE HOVEN VAN BEROEP INDIVIDUELE ACTIVITEITEN MET WAPENS INHOUDSTAFEL. II. Context en doelstellingen van de omzendbrief 2

De aangepaste wapenwet. 3 de EDITIE

Demografische en spatiale evoluties in Belgïe

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

ADVIESNOTA. 14 januari 2009

Wetsontwerp houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens.

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Voorschriften verbonden aan een verlof tot het voorhanden hebben van vuurwapens

Advies bij wetsontwerp 2709/1 tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

Wapenwet: Stand van zaken

Nils Duquet & Maarten Van Alstein

Advies. Implementatie zesde staatshervorming. Brussel, 29 augustus 2016

Vraag: is model 12 (maatregelen te nemen bij de bewaring van een vuurwapen om diefstal en ongelukken te voorkomen) nog steeds geldig?

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Transcriptie:

HOOFDSTUK 1. De aandacht voor vuurwapens is de laatste decennia sterk toegenomen. Daarbij gaat de belangstelling niet alleen uit naar de handel van kleine en lichte wapens naar conflictgebieden, ook de kwestie van het bezit en het gebruik van vuurwapens door particuliere burgers is in veel landen aan de orde. Vanuit het perspectief van de handhaving van de openbare orde en het beperken van de risico s die verbonden zijn aan vuurwapenbezit, rijst in het bijzonder de vraag hoe het controleregime voor wapenbezit door burgers en de particuliere handel in vuurwapens vorm gegeven moet worden. De meest fundamentele keuze die overheden in dit kader moeten maken is of vuurwapenbezit door particuliere burgers al dan niet mogelijk moet zijn. De eerste optie die overheden hebben, is vuurwapenbezit door particulieren volledig te verbieden. Dat maakt een vergunningsstelsel overbodig en maakt van elk vuurwapen dat niet in het bezit is van de ordediensten, een verboden en dus illegaal vuurwapen. Anderzijds worden activiteiten zoals de jacht, het sportschieten en het verzamelen van wapens voor particulieren daarmee onmogelijk gemaakt. De tweede optie waarover overheden beschikken, is particulier vuurwapenbezit toelaten. De cruciale vraag is dan hoe dat particuliere wapenbezit in de praktijk mogelijk gemaakt wordt en aan welke voorwaarden het onderworpen wordt. Hier beschikken overheden over een brede waaier aan mogelijkheden. Ten eerste kunnen ze ervoor kiezen wapenbezit zo vrij mogelijk te maken. Alle particulieren die dat willen, kunnen dan een vuurwapen aanschaffen en voorhanden houden, ongeacht de reden die zij daarvoor aanhalen (ook bijvoorbeeld zelfverdediging). Het wapenbezit kan in deze hypothese wel afhankelijk gemaakt worden van een aantal voorwaarden, zoals een controle van de strafrechtelijke antecedenten van de wapenbezitter en het type wapen dat hij wil verwerven. Ten tweede kan de overheid er voor kiezen particulier vuurwapenbezit toe te laten, maar het te beperken tot specifieke en goed omschreven gevallen. De mogelijkheid van wapenbezit wordt dan beperkt tot de personen die een reden hebben om hun wapenbezit te rechtvaardigen die door de wetgever als wettig wordt erkend. Ook in deze hypothese kan het wapenbezit aan voorwaarden gekoppeld worden, zoals een controle van het 11

12 strafrechtelijke profiel van de wapenbezitter en een beperking van de types wapens die door particulieren voorhanden kunnen worden gehouden. Naar aanleiding van dodelijke incidenten met vuurwapens, zoals in Dunblane in Schotland en Port Arthur in Australië, hebben verschillende landen het afgelopen anderhalve decennium hun wapenwetgeving verstrengd en de mogelijkheden van particulier wapenbezit ingeperkt, bijvoorbeeld door wapenbezit te koppelen aan een wettige reden en bepaalde types wapens te verbieden. Na de moorddadige aanslagen door Hans Van Themsche in Antwerpen in mei 2006, ongetwijfeld het meest beruchte vuurwapenincident in België van de afgelopen jaren, gebeurde dat ook bij ons. Met een jachtwapen, dat toen nog vrij verkrijgbaar was, schoot Van Themsche twee vrouwen en een kind neer. De aanslagen leidden tot grote opschudding in de publieke opinie. De regering en het parlement reageerden door bijzonder snel een nieuwe Belgische wapenwet in te voeren. Het proces om de oude wapenwet uit 1933 te vervangen was weliswaar al enkele jaren eerder ingezet, maar de aanslagen door Van Themsche maakten dat het ontwerp, dat in het parlement ter bespreking voorlag, versneld werd goedgekeurd. Met de snelle goedkeuring en invoering van de nieuwe wapenwet 1 kwam ook het debat over het regime voor de controle op vuurwapens in een stroomversnelling. De nieuwe wapenwet voerde immers een veel strikter controleregime in. Vuurwapens die voorheen vrij verkrijgbaar waren, zoals bepaalde jacht- en sportwapens, werden vergunningsplichtig, alle wapenbezitters moesten hun wapenvergunningen regulariseren, en er werden grootschalige inlevercampagnes opgezet. Het debat over de nieuwe wapenwet werd extra aangevuurd doordat de uitvoering van de nieuwe wet in de praktijk met veel problemen gepaard ging. De contestatie van de nieuwe wapenwet en de talloze moeilijkheden waarop de uitvoering van de wet stuitte, hebben er uiteindelijk toe geleid dat de wet in 2008 gewijzigd werd. Sindsdien heeft de Belgische wapenwetgeving een zekere mate van stabiliteit gekregen. Het debat over vuurwapens, particulier wapenbezit en de wapenwet lijkt hierdoor echter nog niet helemaal geluwd te zijn. Elk incident met vuurwapens dat de media en de publieke opinie beroert, zoals een schietpartij in Brussel met kalashnikovs, of een familiedrama waarbij een wapenbezitter zijn gezinsleden of toevallige omstanders neerschiet, doet het debat opnieuw aanwakkeren. Daarbij moet echter worden vastgesteld dat de discussies over vuurwapens een groot repetitief karakter hebben en doorgaans in dezelfde kringen blijven ronddraaien. Het is bijvoorbeeld opvallend dat in de media steeds opnieuw dezelfde soort kwesties opduiken, zoals de vraag of de Belgische wapenwetgeving wel doeltreffend en streng genoeg is, en hoeveel vuurwapens er nu precies in België circuleren. In de discussies over vuurwapens en over de wapenwet worden doorgaans de bekende standpunten en argumenten herhaald, zonder dat er veel nieuwe elementen worden toegevoegd. Er wordt steeds opnieuw gerefereerd aan de weinige gegevens die in de publieke sfeer aanwezig zijn, zonder dat

duidelijk wordt wat precies de basis is van deze informatie. Volgens vaak geciteerde cijfers zouden er in België bijvoorbeeld tussen de 1,5 en de 2 miljoen wapens circuleren. Het blijft echter onduidelijk wat de bron en de basis van deze schatting zijn. Deze stand van zaken van het debat over vuurwapens in België wijst erop dat er te weinig concrete onderzoeken en analyses bestaan over de praktijk van het particuliere bezit en gebruik van vuurwapens in België, en dat er een groot gebrek is aan voldoende en goed onderbouwde cijfers. Ondanks het gebrek aan voldoende accurate informatie en aan objectiverend onderzoek, is echter wel duidelijk dat België op het vlak van vuurwapens een bijzonder land is. Het legale wapenbezit in België is in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland betrekkelijk omvangrijk. 2 Ook het historisch grote economische belang van de wapensector duidt erop dat vuurwapens een bijzondere plaats innemen in België. Het land is traditioneel een grote producent van vuurwapens en behoort tot de wereldwijde top van vuurwapenexporteurs. Het zwaartepunt van de Belgische vuurwapenfabricage ligt sinds eeuwen in de Luikse regio. Niet alleen zijn in Herstal de Fabriques Nationales gevestigd, er zijn in het Luikse nog andere ondernemingen actief die soms nog op ambachtelijke wijze vuurwapens produceren. De economische impact van vuurwapens omvat echter meer dan alleen de productie van vuurwapens in Luik. Naast het aandeel van de wapenhandel kwamen (zeldzame) studies door de Universiteit Gent uit 1992 en 1998 bijvoorbeeld tot de conclusie dat het economische belang van de schietsport en de jacht in België 314,53 miljoen euro zou vertegenwoordigen en dat er in deze sector ongeveer 6500 mensen tewerkgesteld zouden zijn. 3 Samenvattend kan gesteld worden dat 1) de Belgische wapenwetgeving sinds 2008 stabiel geworden is, maar dat desondanks de discussies over de plaats van vuurwapens in de samenleving niet geluwd zijn, 2) dat deze discussies niet genoeg onderbouwd zijn door wetenschappelijke analyses en onderzoeken, terwijl 3) duidelijk is dat vuurwapens in België traditioneel een bijzondere plaats innemen. Het is deze driedubbele vaststelling die de noodzaak van voorliggende publicatie duidelijk maakt. Dit onderzoek is er daarom op gericht om op wetenschappelijke, objectiverende wijze het juridisch kader en de concrete praktijk van het bezit, het gebruik en de handel van vuurwapens (jacht, sportschieten, verzamelen,...) in kaart te brengen. Door diverse soorten bronnen en statistieken te gebruiken, proberen we antwoorden te bieden op de klassieke vragen die steevast opduiken als er over vuurwapens gesproken wordt: hoe kunnen particulieren een vuurwapen aanschaffen en in hun bezit houden? Is de wapenwetgeving doeltreffend? Hoe staat de publieke opinie tegenover particulier wapenbezit? Hoeveel vuurwapens zijn er in België? Wat is het economische belang van de wapensector? Welke soorten wapenbezitters en -gebruikers zijn er, en aan welke regels moeten zij zich houden? Hoeveel mensen sterven er jaarlijks door vuurwapens? Hoe groot is het probleem met illegale wapens? De uiteindelijke doelstelling van dit 13

boek is een omvattend overzichts- en referentiewerk te zijn waarin de diverse aspecten van particulier vuurwapenbezit, -gebruik en -handel objectief onder de loep worden genomen. Zo hopen we de politieke en maatschappelijke discussies over de plaats van vuurwapens in de samenleving en over de wapenwetgeving te informeren en te faciliteren. 1.1 Gehanteerde onderzoeksmethoden Omdat ons onderzoek verschillende aspecten van de thematiek van vuurwapens belicht, zoals het juridisch kader, het debat over de wapenwet, de attitudes van de Belgische bevolking ten aanzien van verschillende aspecten van wapenbezit, een evaluatie van het Belgische controleregime, cijfers over wapenbezit en incidenten met vuurwapens, en een zicht op de economische en individuele activiteiten met wapens, alsook op de problematiek van illegale wapens, werden verschillende onderzoeksmethoden gehanteerd. Ten eerste is de studie gebaseerd op een uitgebreide literatuurstudie en analyse van verschillende soorten bronnen en teksten, gaande van wet- en decreetgeving, parlementaire stukken, persartikels, rechtsleer, teksten van belangenorganisaties, en studies over de risico s en de impact van wapenbezit en van wapenregelgeving. Ten tweede werden statistieken en kwantitatieve gegevens verzameld over de fabricage, het bezit en het gebruik van en de handel in vuurwapens. Enerzijds gebeurde dit door cijfermateriaal op te vragen bij diverse diensten en overheden, zoals de Federale Wapendienst, het Centraal Wapenregister, de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, de federale politie, en de Vlaamse administraties bevoegd voor het sportschieten en de jacht. Anderzijds hebben we cijfermateriaal bij elkaar gebracht en verwerkt dat zich al in de publieke sfeer bevond, zoals statistieken die door bevoegde ministers werden meegedeeld als antwoord op parlementaire vragen, statistieken van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid over doodsoorzaken, en de criminaliteitsstatistieken van de federale politie. Bovendien hebben we ook een beroep gedaan op onze eigen databanken, die gegenereerd worden op basis van de verslagen die de bevoegde gewestregeringen aan het parlement overmaken over de in-, uit- en doorvoer van wapens. 14 Ten derde hebben we vertegenwoordigers van betrokken overheidsdiensten en belangenorganisaties geïnterviewd en een aantal wapen- en politiediensten bezocht, met als bedoeling het veld van nabij te leren kennen en de betrokken stakeholders en praktijkmensen aan het woord te laten. 4 De bedoeling van deze gesprekken was twee-

ledig: enerzijds de doelstellingen en activiteiten van de betrokken overheidsdiensten en organisaties leren kennen en in kaart brengen, en anderzijds de visies en meningen van de geïnterviewden over het Belgische regime voor de controle op vuurwapens leren kennen. Ten vierde werd bij een groep relevante stakeholders een bevraging opgezet om de wapenwet te evalueren. De bedoeling van de bevraging was niet alleen het huidige Belgische regime voor de controle op vuurwapens te laten evalueren, maar ook een aantal punten van discussie en onduidelijkheden die overblijven in kaart te brengen, en inzicht te verwerven in de argumentatie van de stakeholders over deze punten. Aan de hand van open vragen over een tiental thema s, die in hoofdstuk 9.2 toegelicht zullen worden, werd naar de visies en meningen van de deelnemers gepeild. De selectie van de stakeholders werd gebaseerd op de samenstelling van de Adviesraad voor Wapens, die met de invoering van de wapenwet van 8 juni 2008 in het leven werd geroepen en waarin vertegenwoordigers van een reeks overheidsdiensten en belangenorganisaties zetelen. Ten vijfde werd, in opdracht van het Vlaams Vredesinstituut, een telefonische enquête uitgevoerd bij een representatieve steekproef van de Belgische bevolking, waarbij gepeild werd naar attitudes ten aanzien van vuurwapens in onze samenleving, het draagvlak voor de nieuwe wapenwet en het bezit van vuurwapens. In totaal werden in september 2010 1057 meerderjarige Belgen bevraagd. 1.2 Afbakening van het onderzoek Hoewel we zoveel mogelijk aspecten van het wapenbezit, -gebruik en -handel aan bod willen laten komen, is het ten slotte toch belangrijk de precieze draagwijdte en focus van het onderzoek af te bakenen. Ten eerste moet opgemerkt worden dat, hoewel de wapenwet van 8 juni 2006 een federale wet is, het regime voor de controle op vuurwapens zoals zoveel beleidsthema s in België een stelsel van bevoegdheden vormt die gedeeld worden door het federale niveau, de gemeenschappen en de gewesten. Zo zijn de gewesten ten eerste verantwoordelijk voor de controle op de in-, uit- en doorvoer van wapens. Ten tweede zijn de gewesten en gemeenschappen verantwoordelijk voor respectievelijk de jacht en het sportschieten. De wapenwet geeft hen in dat kader bijvoorbeeld de bevoegdheid om documenten af te leveren die het voor jagers en sportschutters mogelijk maken wapens te gebruiken en te verwerven voor hun hobby en sport (in casu het jachtverlof en de sportschutterslicentie). Wat betreft deze beleidsdomeinen is de verwevenheid tussen de federale wetgeving en de gewest- en gemeenschapsdecreetgeving erg groot. 15

16 Ten derde komen in debatten over vuurwapens en particulier wapenbezit vaak aspecten van publieke gezondheid en welzijn aan bod, vanwege de risico s die het bezit van vuurwapens inhoudt, zoals doodslag, zelfmoord of ongevallen. Ook hier raken vuurwapens aan Vlaamse bevoegdheden en beleidsdomeinen. Omdat het Belgische controleregime bestaat uit een stelsel van bevoegdheden die gedeeld worden door het federale niveau, de gemeenschappen en de gewesten, is het van belang duidelijk aan te geven op welk niveau onze focus ligt. De stelregel die we doorheen het boek handhaven, is dat wanneer de bevoegdheden bij het federale niveau liggen (bijvoorbeeld de registratie van vuurwapens of het toezicht op het afleveren van vergunningen), de uiteenzetting betrekking zal hebben op heel België. Waar daarentegen de bevoegdheden en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid bij de gemeenschappen en gewesten liggen (bijvoorbeeld waar het over het sportschieten, de jacht of welzijn gaat), zal de focus van de uiteenzetting op Vlaanderen liggen. Om een vergelijkend perspectief mogelijk te maken, zal indien beschikbaar ook informatie verschaft worden over het Waals Gewest of de Franstalige Gemeenschap. Ten tweede is deze publicatie er primair op gericht het private bezit en gebruik en de particuliere handel in vuurwapens in kaart te brengen. Het gebruik van vuurwapens door de publieke ordehandhavingsdiensten en door de strijdkrachten vallen dus buiten het bestek van dit boek. 5 Tot slot is het belangrijk op te merken dat de wapens onder het toepassingsgebied van de wapenwet op verschillende manieren ingedeeld en gedefinieerd kunnen worden. Voor een goed begrip van deze publicatie is het nuttig een duidelijk zicht te hebben op de verschillende categorieën en definities van wapens. Ten eerste moet een onderscheid gemaakt worden tussen de begrippen wapen en vuurwapen. De wapenwet heeft als toepassingsgebied niet alleen de vuurwapens, maar ook andere wapens zoals blanke wapens, laserwapens, en niet-vuurwapens zoals luchtdrukwapens. Deze studie handelt echter uitsluitend over vuurwapens. Hoewel dat juridisch-technisch niet volledig correct is, omdat de wapenwet niet alleen op vuurwapens betrekking heeft, zullen voor de leesbaarheid van de tekst de termen wapen en vuurwapen als synoniemen door elkaar gebruikt worden. Wanneer de uiteenzetting ook handelt over niet-vuurwapens zal dat uitdrukkelijk vermeld worden. Van belang is ten tweede de indeling van de wapens naar vuurmechanisme. Er bestaat een onderscheid tussen: enkelschotswapens, die één patroon afvuren dat vervolgens manueel vervangen moet worden door een ander patroon om opnieuw te kunnen vuren; repeteerwapens, die projectielen één per één afvuren bij iedere druk op de trekker, waarbij de schutter het wapen manueel moet herwapenen met een hefboom, een grendel of een pomp;

halfautomatische wapens, die projectielen één per één afvuren bij elke druk op de trekker, waarbij na het afvuren van het projectiel automatisch een volgend patroon in de kamer wordt geladen (halfautomatische wapens kunnen dus geen reeks schoten afvuren door de trekker ingedrukt te houden); automatische wapens die na elk afgevuurd schot automatisch herladen en die met één druk op de trekker salvo s van meerdere schoten kunnen afvuren. 6 Ten derde wordt een onderscheid gemaakt op basis van de lengte van de wapens. Een lang vuurwapen is volgens de wapenwet een wapen waarvan de looplengte meer dan 30 cm bedraagt of waarvan de totale lengte meer dan 60 cm bedraagt. 7 Wapens waarvan de looplengte of de totale lengte minder bedraagt dan 30 of 60 cm zijn bijgevolg korte wapens. Ten vierde moeten legale van illegale wapens onderscheiden worden. Het onderscheid is eenvoudig maar belangrijk in discussies over wapenbezit: legale wapens zijn wapens die binnen de voorwaarden van de wet voorhanden worden gehouden, illegale wapens zijn wapens die in overtreding met de wapenwet voorhanden gehouden worden (bijvoorbeeld het bezit van een vergunningsplichtig wapen zonder dat men over een vergunning beschikt). 8 Ten slotte is er de indeling die in artikel 3 van de wapenwet wordt uitgewerkt en die een van de basispijlers van het Belgische regime voor de controle op vuurwapens vormt, meer bepaald het onderscheid tussen verboden, vergunningsplichtige en vrij verkrijgbare wapens. Op deze indeling wordt uitgebreid ingegaan in sectie 3.2.1. 1.3 Structuur van het boek In de eerste hoofdstukken van dit boek willen we een stand van zaken opmaken van het Belgische regime voor de controle op vuurwapens. In het tweede hoofdstuk bieden we een historiek van de Belgische wapenwetgeving zoals die in 2006 werd ingevoerd. In het bijzonder hebben we aandacht voor het maatschappelijke en politieke debat dat naar aanleiding van de invoering van de wapenwet van 2006 gevoerd werd. In het derde hoofdstuk gaan we dieper in op het juridische en institutionele kader, zoals dat bestaat sinds de invoering van de wapenwet van 8 juni 2006 en de wetswijziging van 2008. Het is de bedoeling om in dit hoofdstuk de krachtlijnen te schetsen van de internationale en Belgische regelgeving over vuurwapens. We focussen specifiek op de verschillende categorieën vuurwapens die door de wapenwet onderscheiden worden (verboden, vergunningsplichtig en vrij verkrijgbaar) en op de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een vergunning of een andere 17

18 bezitstitel voor wapenbezit te krijgen. Vervolgens wordt ook aandacht geschonken aan het institutionele kader, meer bepaald aan de verschillende overheden die bevoegd zijn voor aspecten van het Belgische regime voor de controle op vuurwapens. In de volgende hoofdstukken van deze studie gaan we dieper in op de praktijk van het bezit, het gebruik en de handel van vuurwapens. In het vierde hoofdstuk beogen we een kwantitatief perspectief te bieden op het bezit van vuurwapens in België. We geven de meest recente cijfers over het aantal vuurwapens en vuurwapenbezitters zoals geregistreerd in het Centraal Wapenregister. Verder schetsen we het profiel en de historische evolutie van het vuurwapenbezit in België op basis van de resultaten van enquêtes. In het vijfde hoofdstuk wordt nader ingegaan op economische activiteiten met vuurwapens, zoals de productie, de handel en de uitbating van schietstanden. In het zesde hoofdstuk gaat de aandacht naar de wapenbezitters en -gebruikers. Achtereenvolgens komen de jagers, de sportschutters, de verzamelaars en de folkloristische schutters aan bod. Hierbij wordt niet alleen ingegaan op de regels waaraan deze wapenbezitters zich moeten houden bij het uitoefenen van hun activiteiten, maar proberen we ook cijfers te geven over de aantallen wapenbezitters die onder deze categorieën vallen. In de volgende hoofdstukken gaan we in op de risico s van wapenbezit en de illegale en criminele zijde van vuurwapenbezit en handel. In het zevende hoofdstuk besteden we aandacht aan het verband tussen vuurwapens en gewelddadige overlijdens. Op basis van cijfers van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid geven we een zicht op het aantal overlijdens door middel van vuurwapens (doodslag, zelfmoord, ongeval). De vraag hoeveel mensen er jaarlijks sterven door vuurwapens is cruciaal in een uiteenzetting over vuurwapens, maar komt doorgaans slechts zijdelings aan bod in het debat over wapens en de wapenwet, laat staan dat er concrete cijfers worden gegeven. We beschrijven de Vlaamse overlijdenscijfers in het licht van de literatuur over de verbanden tussen wapenbezit en gewelddadige overlijdens en over de impact van wapenwetten op de mortaliteit. In het achtste hoofdstuk geven we ten slotte een indicatief zicht op de problematiek van illegale vuurwapens. Daarbij komen achtereenvolgens het illegaal bezit, het illegale gebruik en de illegale handel in vuurwapens aan bod, aan de hand van politiestatistieken en de resultaten van verschillende studies. In het laatste hoofdstuk willen we ten slotte het huidige Belgische controleregime evalueren. Dat gebeurt op twee manieren. Ten eerste zijn we aan de hand van een telefonische enquête bij een representatieve steekproef van duizend Belgen nagegaan of er een maatschappelijk draagvlak bestaat voor de basisprincipes van de verstrengde wapenwetgeving. Ten tweede voerden we bij een groep stakeholders en praktijkmensen een bevraging uit over een aantal juridische vraagstukken, alsook over de concrete werking van het Belgische controleregime. Op basis van deze bevraging kunnen een aantal probleem- en aandachtspunten met betrekking tot de bestaande wapenwetgeving opgelijst worden.