Informatiebulletin Visserijregelingen Speciale Editie Controleverordening

Informatiebulletin Visserijregelingen Speciale Editie Controleverordening Versie 1.0 Datum 23 november 2011 Status Definitief

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Colofon Contactpersoon Auteurs Directie Agroketens en Visserij Uitvoering Visserijregelingen T 070-3784367 F 070-3786452 M VR@minlnv.nl Prins Clauslaan 8 2595 AJ 's-gravenhage Postbus 20401 2500 EK 's-gravenhage Directie Agroketens en Visserij & Nieuwe Voedsel en Waterenautoriteit Aan dit informatiebulletin kunnen geen rechten worden ontleend. Pagina 2

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Inhoud Colofon 2 Inleiding 4 1 Algemeen 6 1.1 De Europese controleverordening en de Uitvoeringsverordening 6 2 Algemene voorwaarden voor toegang tot de wateren en de visbestanden 7 2.1 De (Europese) visvergunning 7 2.2 De vismachtiging 7 2.3 Markeringsvoorschriften 8 2.4 VMS verplicht voor vissersvaartuigen vanaf 12 meter tot 15 meter 10 2.5 AIS verplicht voor vissersvaartuigen vanaf 15 meter 11 3 Visserijcontrole 12 3.1 Het elektronisch logboek (E-logboek) 12 3.2 Wijzigingen in het E-logboek en het papieren logboek 13 3.3 Tolerantiemarge 10% bij invullen van het visserijlogboek 13 3.4 Vangsten bij spanvisserij 13 3.5 Certificering motorvermogen 14 3.6 Terughalen verloren vistuig 14 3.7 Gesloten gebieden (season closures en real time closures) 15 3.8 Wetenschappelijk quotum 15 4 Maatregelen om de naleving van het GVB te garanderen 16 4.1 Verlaging van quota en visserijinspanning 16 5 Controle op de afzet 17 5.1 Traceerbaarheid 17 5.2 IJs en water 18 5.3 Eerste verkoop van visserijproducten 18 5.4 Wegen van visserijproducten 18 5.5 Wijziging kopers en tijdstip aanleveren verkoopdocumenten 20 6 Handhaving 21 6.1 Puntensysteem 21 7 Gegevens en informatie 24 7.1 Website 24 8 Inspecties 25 8.1 Verplichtingen van de kapitein tijdens de inspectie 25 9 Bijlagen 26 Pagina 3

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Inleiding Voor u ligt de speciale editie van het bulletin over de controleverordening. In deze extra editie wordt ingegaan op de wijzigingen als gevolg van de nieuwe controleverordening. Een aantal wijzigingen is reeds van kracht, een aantal is nieuw. Het doel van de nieuwe maatregelen is het versterken van controle en naleving van het Europese visserijbeleid. Dit beleid staat voor een duurzame visserij, om ook in de toekomst te kunnen blijven vissen. Op de volgende pagina staat een samenvattend overzicht waar u de desbetreffend informatie snel terug kunt vinden. Ik verzoek u dit informatiebulletin nauwkeurig te lezen en de noodzakelijke maatregelen te treffen. Dit informatiebulletin wordt ook gepubliceerd op www.drloket.nl. Als er nog vragen zijn, dan kunt u het beste contact opnemen met het DR-Loket: www.drloket.nl of 0800-22 333 22 (gratis); vanuit het buitenland: +31 592 3329 58 (niet gratis). DIRECTIE AGROKETENS EN VISSERIJ Ir. Marc Schakenraad MT lid, hoofd uitvoering visserijregelingen Pagina 4

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Onderwerp Hoofdstuk Algemene voorwaarden voor toegang tot 2 de wateren en de visbestanden De Europese visvergunning 2.1 De vismachtiging 2.2 Markeringsvoorschriften 2.3 VMS verplicht voor vissersvaartuigen vanaf 2.4 12-15 meter AIS verplicht voor vissersvaartuigen vanaf 2.5 15 meter Visserijcontrole 3 Het Elektronisch logboek (E-logboek) 3.1 Wijzigingen in het E-Logboek en het 3.2 papierenlogboek Tolerantiemarge 10% bij invullen van het 3.3 visserijlogboek Vangsten bij spanvisserij 3.4 Certificering motorvermogen 3.5 Terughalen verloren vistuig 3.6 Gesloten gebieden (Season closures en real 3.7 time closures) Wetenschappelijk quotum 3.8 Maatregelen om de naleving van het 4 Gemeenschappelijk Visserijbeleid te garanderen Verlaging van quota en visserijinspanning 4.1 Controle op de afzet 5 Traceerbaarheid 5.1 IIs en Water 5.2 Eerste verkoop van visserijproducten 5.3 Wegen van visserijproducten 5.4 Wijziging kopers en tijdstip aanleveren 5.5 verkoopdocumenten Handhaving 6 Puntensysteem 6.1 Gegevens en informatie 7 Website 7.1 Inspecties 8 Verplichtingen van de kapitein tijdens de 8.1 inspectie Pagina 5

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 1 Algemeen 1.1 De Europese controleverordening en de Uitvoeringsverordening Op 22 december 2009 is in het Publicatieblad van de Europese Unie de nieuwe Europese controleverordening gepubliceerd (verordening (EG) Nr. 1224/2009). Vervolgens is op 30 april 2011 de uitvoeringsverordening van de controleverordening gepubliceerd (verordening (EG) Nr. 404/2011). Op 1 januari 2010 werden de eerste bepalingen van de controleverordening van kracht. Dat waren voornamelijk ongewijzigde bepalingen uit de oude controleverordening. Op 7 mei 2011 werd met het inwerking treden van de uitvoeringsvoorschriften van de controleverordening een ander deel van de controleverordening van kracht. Dit deel (het grootste deel) bevat naast een aantal nieuwe voorschriften, voornamelijk oude voorschriften die voorheen in zestien aparte EU- verordeningen waren opgenomen. Het laatste deel van de voorschriften treedt op en na 1 januari 2012 in werking. Nationale toepassing Aan de bepalingen van de controleverordening en uitvoeringsverordening wordt nationale toepassing gegeven in de Uitvoeringsregeling Zeevisserij. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om vijf oude regelingen (1) samen te voegen. Hierbij zijn de bepalingen uit de oude regelingen opnieuw gestructureerd, waar mogelijk vereenvoudigd en waar nodig geactualiseerd en heeft voorts een harmonisatie van de begrippen plaatsgevonden. 1 Regeling Eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij;regeling Instandhoudingsmaatregelen zeevisserij;regeling Stelselmatige controle bij aanlanding 1998 Regeling Technische maatregelen 2000;Regeling Visvergunning. Pagina 6

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 2 Algemene voorwaarden voor toegang tot de wateren en de visbestanden 2.1 De (Europese) visvergunning Hoewel de verordeningen dit niet rechtstreeks voor alle vaartuigen voorschrijven wordt in Nederland aan de visvergunning een nieuw gegeven toegevoegd namelijk de datum in gebruikname vaartuig. Dat komt voort uit artikel 7 van de uitvoeringsverordening. Volgens dit artikel moet aan boord van de EUvissersvaartuigen met een lengte over alles van 10 meter en meer, een document aan boord zijn, dat op de datum van ingebruikname na, dezelfde gegevens bevat als de visvergunning. Door de datum van ingebruikname op de visvergunning te zetten, hoeft niet een extra document te worden geïntroduceerd. Voor de eenduidigheid is besloten de datum van ingebruikname op alle visvergunningen te vermelden dus ook op die van vaartuigen kleiner dan 10 meter. In de loop van 2011 worden de gewijzigde visvergunningen uitgereikt. De visvergunning is slechts geldig zolang de gegevens op basis van waarvan de visvergunning is afgegeven (bijvoorbeeld motorvermogen en tonnage), nog correct zijn. 2.2 De vismachtiging De speciale visdocumenten heten voortaan vismachtingen. Voorbeelden van speciale visdocumenten zijn het Annex IIA document en het Lijst 1 document. Evenals de visvergunningen worden alle speciale visdocumenten in 2011 vervangen door vismachtigingen. Een vismachtiging wordt uitsluitend verleend als het betrokken vissersvaartuig ook een visvergunning heeft. Een vismachtiging wordt automatisch ingetrokken als de visvergunning van het vaartuig wordt ingetrokken. Pagina 7

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 2.3 Markeringsvoorschriften 2.3.1 Markering van kleine vaartuigen aan boord Alle zogenaamde bij-boten moeten zijn gemarkeerd met het visserijmerk (externe kentekens) van het vissersvaartuig waarmee ze worden gebruikt. 2.3.2 Markeringsvoorschriften voor de boomkor en passief vistuig De voorschriften voor de markering en de identificatie van boomkorren en passief vistuig zijn aangepast. Sommige voorschriften die tot dusver alleen golden buiten de 12 mijl gelden nu ook voor binnen de 12 mijl. Daarnaast zijn ook de voorschriften voor buiten de 12 mijl aangepast. Voor de volledigheid wordt hieronder de complete tekst van de huidige voorschriften weergegeven. Markeringsvoorschriften binnen en buiten de 12 mijl. Boomkorren Elke boom die aan boord is moet duidelijk zijn voorzien van het visserijmerk van het vaartuig. Dit geldt zowel voor losse als voor gemonteerde bomen. Passief vistuig (staande netten, beuglijnen, korven en kooien) Passief vistuig dat voor de visserij wordt gebruikt, moet zijn voorzien van plaatjes waarop het visserijmerk van het vaartuig zichtbaar is aangebracht. Bij staande netten moeten de plaatjes zijn bevestigd aan de bovenste eerste rij, bij beuglijnen ter hoogte van de aansluiting met de meerboei, bij korven en kooien aan de grondlijn. Is het vistuig langer dan een zeemijl, dan moeten de plaatjes op regelmatige afstand van niet meer dan een zeemijl zijn bevestigd, zodat geen enkel deel van het passieve vistuig over een lengte van meer dan een zeemijl ongemarkeerd is. De plaatjes moeten: gemaakt zijn van duurzaam materiaal: stevig aan het vistuig zijn vastgemaakt: ten minste 65 mm breed zijn en ten minste 75 mm lang, niet verwijderbaar zijn, niet kunnen worden gewijzigd, of onleesbaar worden gemaakt, of worden bedekt of aan het gezicht worden onttrokken. Pagina 8

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Markeringsvoorschriften buiten de 12 mijl Voorschriften voor boeien Op elke eindmarkeringsboei en tussenboei wordt het visserijmerk van het vaartuig als volgt aangebracht: de cijfers en letters worden zo hoog mogelijk boven de waterspiegel aangebracht, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn; de kleuren van deze cijfers en letters contrasteren met het oppervlak waarop zij zijn aangebracht. De op de markeringsboei aangebrachte cijfers en letters mogen niet worden uitgewist of veranderd, noch onleesbaar worden gelaten. Voorschriften voor touwen De touwen waarmee de boeien aan het vistuig zijn bevestigd, moeten zijn vervaardigd van zinkend materiaal of moeten met gewichten onder water worden gehouden. De touwen waarmee de eindmarkeringsboeien aan het vistuig zijn bevestigd, moeten worden vastgemaakt aan de uiteinden van het vistuig. Voorschriften voor eindmarkeringsboeien De eindmarkeringsboeien zijn op een zodanige manier geplaatst dat te allen tijde kan worden vastgesteld wat het uiteinde van het vistuig is. De mast van elke eindmarkeringsboei steekt ten minste 1 m (was 1 ½ meter) boven het zeeniveau uit, gemeten vanaf de bovenkant van de drijver tot de onderkant van de onderste vlag.de eindmarkeringsboeien zijn gekleurd, maar niet rood of groen. Elke eindmarkeringsboei moet voorzien zijn van: één of twee rechthoekige vlaggen. Wanneer op één boei twee vlaggen moeten zijn bevestigd, moeten deze op ten minste 20 cm van elkaar staan. Vlaggen op boeien waarmee de uiteinden van één vistuig worden aangegeven, moeten dezelfde kleur (die niet wit mag zijn) en dezelfde afmetingen hebben; één of twee gele lichten die elke vijf seconden oplichten (F1 Y 5s) en zichtbaar zijn vanaf twee zeemijl. Elke eindmarkeringsboei mag voorzien zijn van een topteken met één of twee gestreepte lichtgevende banden die noch rood, noch groen mogen zijn en ten minste 6 cm breed moeten zijn. Pagina 9

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Voorschriften voor het vastmaken van eindmarkeringsboeien De eindmarkeringsboeien worden als volgt aan het passief vistuig vastgemaakt: de boei in de westelijke sector (de halve kompascirkel van zuid over west tot en met het noorden) moet zijn voorzien van twee vlaggen, twee gestreepte lichtgevende banden, twee lichten en een plaatje (zie hierboven voor voorschriften plaatje): de boei in de oostelijke sector (de halve kompascirkel van noord over oost tot en met het zuiden) moet zijn voorzien van één vlag, één gestreepte lichtgevende band, één licht en een plaatje. Tussenboeien Passief vistuig dat langer is dan 5 zeemijl, moet als volgt worden voorzien van tussenboeien: de tussenboeien worden op maximaal 5 zeemijl van elkaar geplaatst, zodat geen enkel deel van het vistuig over een lengte van 5 zeemijl of meer ongemarkeerd is; de tussenboeien worden voorzien van een geel licht dat elke vijf seconden oplicht (F1 Y 5s) en zichtbaar is vanaf twee zeemijl. De tussenboeien hebben dezelfde kenmerken als de eindmarkeringsboeien in de oostelijke sector, behalve dat de vlaggen wit zijn. 2.4 VMS verplicht voor vissersvaartuigen vanaf 12 meter tot 15 meter Met ingang van 1 januari 2012 moeten ook de vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer en minder dan 15 meter uitgerust zijn met een VMS (Vessel Monitorings System). Het is mogelijk hiervoor subsidie te krijgen. Het aanvraagformulier kan worden gedownload via de website www.drloket.nl. Alleen EU-vissersvaartuigen die uitsluitend voor de aquacultuur worden gebruikt, zijn uitgezonderd van de VMS plicht. Andere uitzonderingen zijn niet mogelijk. Weliswaar kunnen lidstaten kapiteins van vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 15 m worden vrijgesteld van de verplichting om VMS en ERS (zie 3.1) te installeren, indien deze vaartuigen uitsluitend actief zijn in de territoriale zeeën van de lidstaat; of nooit meer dan 24 uur op zee blijven. Echter de Nederlandse overheid heeft besloten geen gebruik te maken van deze uitzonderingsmogelijkheid. Zonder VMS aan boord is het namelijk niet mogelijk te bepalen waar iemand vist en hoelang wordt gevist, met als gevolg dat niet kan worden vastgesteld wie in aanmerking zou komen voor deze uitzonderingen. Pagina 10

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Bovendien maken uitzonderingen de regels minder overzichtelijk en moeilijker te handhaven. Om deze redenen is besloten geen uitzonderingen toe te passen. 2.5 AIS verplicht voor vissersvaartuigen vanaf 15 meter AIS staat voor Automatisch Indentificatie Systeem. AIS is een systeem dat automatisch de identiteit van een vaartuig, de positie, het type schip, de koers, de snelheid en dergelijke uitzendt. AIS wordt verplicht gesteld vanaf: o 31 mei 2012 voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 24 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 45 m. o 31 mei 2013 voor visservaartuigen met een lengte over alles van 18 m of meer en met een lengte over alles van minder dan 24 m. o 31 mei 2014 voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 15 m en met een lengte over alles van minder dan 18 m. Pagina 11

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 3 Visserijcontrole 3.1 Het elektronisch logboek (E-logboek) Vanaf 1 januari 2012 geldt de E-logboek verplichting ook voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer en minder dan 15 meter. Eerder al is deze verplichting ingegaan voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 15 meter en meer. Het is mogelijk voor de nieuwe categorie vissersvaartuigen subsidie te krijgen. Het aanvraagformulier kan worden gedownload via de website www.drloket.nl. De E-logboek verplichting geldt niet voor EU-vissersvaartuigen die uitsluitend voor de aquacultuur worden gebruikt. Evenals bij VMS geldt ook hier dat geen andere uitzonderingen mogelijk zijn (zie bij 2.4). Schippers die goedkeuring hebben van de nvwa voor het gebruik maken van het E- logboek, hoeven geen papieren logboek meer bij te houden. In Nederland heeft de invoering van het ERS (electronic recording and reporting system) systeem plaatsgevonden op basis van de Nederlandse ERS versie. De ingebruik zijnde huidige E-logboek versies zijn geschikt om aan deze verplichting te voldoen. De recentelijk vastgestelde veranderingen in het E-logboek worden opgenomen in de E-logboek software versie 3.0, die medio 2012 wordt ingevoerd. Deze nieuwe versie zal in hoofdlijnen de volgende veranderingen bevatten onder meer: het melden van vistransporten ná de aanlanding; een toevoeging van het BTW nummer van de eerste koper; en enkele structurele verbeteringen in de XSD rapportage; het aan boord ontvangen van een retourbericht vanuit het Noorse FMC wanneer gevist wordt in Noorse wateren; mogelijkheid tot het invullen van het bericht aangifte bemonstering van een vangst. Ook voor de ERS plicht geldt dat deze niet van toepassing is op EUvissersvaartuigen die uitsluitend voor de aquacultuur worden gebruikt (zie 2.4). Andere uitzonderingen zijn niet mogelijk. Pagina 12

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 3.2 Wijzigingen in het E-logboek en het papieren logboek Bij het invullen van het E-logboek of het papierenlogboek dient er rekening te worden gehouden met tweetal wijzigingen. De wijzigingen betreffen met name de opgave van overboord gezette vis en de opgave van de aanbiedingsvorm en de staat van bewaring. Opgave overboord gezette vis Vanaf 1 januari 2012 is het zowel voor elektronisch logboekgebruikers als voor gebruikers van het papieren visserijlogboek, verplicht om een opgave te verstrekken van alle overboord gezette vis van meer dan 50 kilogram levend gewicht. In het elektronisch logboek is daar een mogelijkheid voor aangemaakt in de software. De gegevens stuurt u iedere keer mee met uw vangstopgave bericht. In het papieren visserijlogboek dient u de overboord gezette vis te vermelden bij referentienummer 16. Opgave aanbiedingsvorm en staat van bewaring Vanaf 1 januari 2012 bent u tevens verplicht om de aanbiedingsvorm (bijv. gestript) en de staat van bewaring (bijv. vers of bevroren) te vermelden. Ook hiervoor zijn in het elektronisch logboek software matig aanpassingen doorgevoerd. In het papieren visserijlogboek dient u de aanbiedingsvorm en staat van bewaring te vermelden bij referentienummer 17. Dit vult u bijv. als volgt in: Aanbiedingsvorm / Staat van bewaring GUT / ALI WHL / FRO De te hanteren codes kunt u terugvinden in het referentiecode boek. Dit boek kunt u raadplegen via de website: www.hetlnvloket.nl, onder visserij en E-logboek. 3.3 Tolerantiemarge 10% bij invullen van het visserijlogboek De tolerantiemarge tussen de in het logboek genoteerde geschatte vangsten en de uiteindelijk verkochte hoeveelheden, is nu voor alle soorten 10%. 3.4 Vangsten bij spanvisserij In geval van spanvisserij met vaartuigen uit verschillende lidstaten, of van vaartuigen uit één lidstaat die hun vangsten in een andere lidstaat aanlanden, Pagina 13

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 wordt in het logboek bij elk vaartuig de hoeveelheid vangst genoteerd die dit heeft aangeland. 3.5 Certificering motorvermogen Er komt een certificeringsstelsel voor de motorvermogens van vissersvaartuigen met een motorvermogen van meer dan 120 kw. Certificering is van toepassing op nieuwe motoren, ruilmotoren en technisch gewijzigde motoren. Certificering is vanaf 1 januari 2012 van toepassing op vaartuigen waarvoor een visserij-inspanningingsregeling geldt (bijvoorbeeld de Annex IIA vaartuigen) en gaat vanaf 1 januari 2013 ook gelden voor de overige vaartuigen. Het nieuwe stelsel is uitsluitend van toepassing op vissersvaartuigen waarin na 7 mei 2011 een nieuwe voortstuwingsmotor is geïnstalleerd of waarvan de bestaande voortstuwingsmotor is vervangen of technisch is gewijzigd. In het informatiebulletin van eind december 2011 wordt over dit onderwerp meer informatie gegeven. 3.6 Terughalen verloren vistuig Geheel of gedeeltelijk verspeeld vistuig, moet zo snel mogelijk worden opgehaald. Daarvoor moeten de benodigde middelen aan boord zijn. Wanneer het verspeelde vistuig niet kan worden opgehaald, moet dat binnen 24 uur gemeld worden. Voor E-logboek vaartuigen geldt de melding middels een e-bericht en voor de niet e-logboek verplichte vaartuigen geldt de melding aan de nvwa per telefoon, fax of email. De melding van de hierna volgende gegevens: o het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig; o het soort vistuig dat is verspeeld; o het tijdstip van het verlies; o de postie waarop het vistuig is verspeeld; o de maatregelen die zijn genomen om het vistuig op te halen. Let er op: De kosten van het ophalen van vistuig door de Nederlandse autoriteit dat niet als verloren is opgegeven, kunnen worden verhaald bij de kapitein of de eigenaar van het vissersvaartuig. Pagina 14

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 3.7 Gesloten gebieden (season closures en real time closures) Naast de gebieden die worden gesloten om kuitzieke kabeljauw te beschermen komen er ook maandelijkse sluitingen van kleinere gebieden waar op basis van informatie van voorgaande jaren veel kabeljauw wordt verwacht. Bij de keuze en controle van de te sluiten gebieden wordt samengewerkt met buitenlandse autoriteiten. De gesloten gebieden worden maandelijks gepubliceerd op de website van de rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl). 3.8 Wetenschappelijk quotum Vissersvaartuigen die worden ingezet voor wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd met toestemming van de Nederlandse overheid, kunnen in aanmerking komen voor een zogenaamd wetenschappelijk quotum. Dat wil zeggen dat bepaalde vangsten niet in mindering worden gebracht op het individuele contingent en/of het nationale quotum. In totaal kan aan Nederlandse vaartuigen maximaal 2% van de betrokken Nederlandse quota als wetenschappelijk quotum worden gegeven. Voor de toekenning van een wetenschappelijk quotum gelden ondermeer de volgende voorwaarden: 1. Het moet gaan om onderzoek dat leidt tot een verduurzaming van de visserij: 2. Het onderzoek moet worden begeleid door een wetenschappelijk instituut; 3. Bij de aanvraag voor ontheffing moet een projectplan worden overgelegd met daarin in ieder geval vermeldt het doel van het onderzoek en het belang van het onderzoek voor de Nederlandse visserij; 4. Er wordt een wetenschappelijk quotum verleend ter grootte van de kosten van de deelname aan het onderzoek. Om dit te kunnen berekenen moet bij de aanvraag een kosten/baten analyse worden meegezonden met een zo zorgvuldig mogelijke berekening van de kosten van de deelname en de te verwachten opbrengsten; 5. Wetenschappelijk quotum wordt uitsluitend verleend voor de vissoort(en) waarop het onderzoek betrekking heeft: 6. Er moet een eindverslag worden opgemaakt met de resultaten van het onderzoek. De resultaten moeten beschikbaar zijn voor de Nederlandse visserijsector. Bij de planning van het onderzoek en het indienen van de aanvraag voor een wetenschappelijk quotum, moet rekening worden gehouden dat de Europese Commissie, en voor zover van toepassing, de lidstaten in de wateren waar het onderzoek wordt uitgevoerd, door het ministerie van EL&I van te voren op de hoogte moeten worden gesteld. Pagina 15

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 4 Maatregelen om de naleving van het GVB te garanderen 4.1 Verlaging van quota en visserijinspanning Overschrijdt Nederland een quotum of een hoeveelheid zeedagen, dan wordt daarop in het daaropvolgende jaar of de daaropvolgende jaren een korting toegepast volgens de onderstaande tabel: Mate van overschrijding Vermenigvuldigingsfactor Tot en met 5 % Overschrijding * 1,0 Meer dan 5 % tot en met 10 % Overschrijding * 1,1 Meer dan 10 % tot en met 20 % Overschrijding * 1,2 Meer dan 20 % tot en met 40 % Overschrijding * 1,4 Meer dan 40 % tot en met 50 % Overschrijding * 1,8 Overschrijdingen met meer dan 50 Overschrijding * 2,0 % Pagina 16

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 5 Controle op de afzet 5.1 Traceerbaarheid Per 1 januari 2012 geldt dat alle vis traceerbaar moet zijn, vanaf de vangst of de oogst tot en met de detailhandel. Dit geldt voor zowel in zoet als in zout water gevangen vis en voor alle vis afkomstig uit de aquacultuur. En voor zowel gequoteerde als ongequoteerde soorten. De in dit bulletin gegeven informatie heeft betrekking op de verplichtingen die gelden voor in zout water gevangen of geoogste vis tot de eerste verkoop. Alle gevangen of geoogste visserij- en aquacultuurproducten moeten vóór de eerste verkoop worden verdeeld in partijen. Een partij is een hoeveelheid visserij- of aquacultuurproducten van een bepaalde soort met dezelfde aanbiedingsvorm en afkomstig uit hetzelfde geografische gebied, hetzelfde vissersvaartuig, dezelfde groep vissersvaartuigen of dezelfde aquacultuurproductieeenheid. Partijen visserij- en aquacultuurproducten die in de Unie in de handel worden gebracht of waarschijnlijk in de handel zullen worden gebracht, moet worden voorzien van een etiket zodat tracering mogelijk is. Voor alle partijen visserij- en aquacultuurproducten gelden onder andere de volgende informatie- en etiketteringsvereisten: 1. het identificatienummer van de partij; 2. het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig of de naam van de aquacultuurproductie-eenheid; 3. de FAO-drielettercode van elke soort; 4. de datum of periode van de vangsten, of de datum van productie; 5. de hoeveelheden van iedere soort in kilogrammen nettogewicht of, indien mogelijk, het aantal vissen; 6. gegevens voor de consument waaronder het relevante geografische gebied en de productiemethode. Deze informatie wordt verstrekt bij de indeling in partijen en uiterlijk bij eerste verkoop. Partijen vis van verschillende vissersvaartuigen mogen voor de eerste verkoop niet worden samengevoegd. Pagina 17

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Een uitzondering op de traceringsvoorschriften geldt voor kleine hoeveelheden die rechtstreeks vanaf vissersvaartuigen aan consumenten worden verkocht. Deze hoeveelheden mogen niet meer zijn dan 50,- per vissersvaartuig, per kalenderdag en per consument. De volledige verplichtingen met betrekking tot traceerbaarheid zijn te vinden in artikelen 56 t/m 58 van de Controleverordening en artikelen 66 t/m 68 van de Uitvoeringsverordening. 5.2 IJs en water Het ijs moet voor de weging worden verwijderd van de visproducten door de geregistreerde kopers, geregisteerde visafslagen of andere instanties of personen die verantwoordelijk zijn voor de eerste afzet. Voor bepaalde pelagische soorten en voor bevroren visserijproducten gelden specifieke voorschriften die onder punt 5.4 worden behandeld. 5.3 Eerste verkoop van visserijproducten De koper van visserijproducten die, in een eerste verkoop, door een vissersvaartuig worden verkocht, moet geregistreerd zijn bij de lidstaat waar de eerste verkoop plaatsvindt. Voor registratiedoeleinden wordt elke koper geïdentificeerd aan de hand van zijn in de nationale gegevensbanken opgenomen btw-nummer, fiscaal identificatienummer of ander uniek identificatienummer. Een koper die een hoeveelheid visserijproducten van niet meer dan 30 kg koopt die nadien niet op de markt worden gebracht, maar uitsluitend voor particuliere consumptie worden gebruikt, is vrijgesteld van dit artikel. 5.4 Wegen van visserijproducten Volgens artikel 60 van de Controleverordening, moeten alle visserijproducten (zowel voor gequoteerde als ongequoteerde soorten) bij aanlanding gewogen zijn voordat zij worden vervoerd, opgeslagen of verkocht. Voor aanlandingen in havens waar een afslag is gevestigd, biedt dit geen probleem. Hier kan men immers direct de vis uitlossen en in de afslag plaatsen en wegen voordat de eerste verkoop plaatsvindt. Deze verplichting is echter knellend in die situatie van aanlanden in Nederlandse havens waar geen afslag is gevestigd en waarbij na de aanlanding van de vis, transport plaatsvindt naar de plaats van de eerste verkoop. Pagina 18

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Mede daarom is ervoor gekozen om de visserij sector te ondersteunen in het realiseren van weegfaciliteiten aan boord van vissersvaartuigen, waarvoor inmiddels een subsidieprogramma is opengesteld Indien de vis aan boord wordt gewogen, is vervoer vóór verkoop of opslag mogelijk na aanlanding van de vis. De daarop van toepassing zijnde verplichting voor de Nederland is dat hierop een steekproef moet plaatsvinden op basis van risicogestuurde inspecties. Binnen de nvwa wordt daartoe een methodiek uitgewerkt. Voor de Nederlandse vissers is er geen mogelijkheid tot een afwijking in de wegingsprocedure. De controleverordening biedt echter wel de mogelijkheid, maar bij de implementatie van de verordening is in de beleidsregels voor Nederland besloten om de afwijking zoals gesteld in de verordening niet door te voeren. Bij het vervoeren van vis tussen lidstaten, waarbij bijvoorbeeld een Nederlands vaartuig aanlandt in Denemarken en de aangelande vis naar Nederland wordt vervoerd voor een eerste verkoop, dient overeenkomstig het vorenstaande te worden gehandeld. Er moet worden gewogen (aan boord) voordat na aanlanding van de vis vervoer naar Nederland mag plaatsvinden. In geval van dit grensoverschrijdend vervoer dient tussen de betrokken lidstaten een controleplan te worden opgesteld dat inhoudt dat een steekproef moet plaatsvinden op basis van risicogestuurde inspecties. Binnen de nvwa wordt daartoe een methodiek uitgewerkt. Daarnaast wordt er gewerkt aan het tot stand komen van de controleplannen met de direct betrokken lidstaten. Als weging plaatsvindt aan boord worden de gewogen kg vis geacht te worden vermeldt in het papierenlogboek ofwel het E-logboek. Indien later vóór de eerste verkoop deze vis nogmaals wordt gewogen, in het geval wanneer de eerste verkoop via een afslag plaatsvindt, dan worden de resultaten van die weging vóór eerste verkoop gebruikt voor de definitieve vangstopgave in het papierenlogboek ofwel het E-logboek. Pelagisch en Wegen van Bevroren Vis In de pelagische visserij bestonden er al weegvoorschriften volgens de verordening 1542/2007, waar speciale controlebepalingen stonden vermeld voor de soorten haring, makreel en horsmakreel. Deze verordening is niet langer van kracht en is opgegaan in de artikelen 78-89 van de uitvoeringsverordening 404/2011. Pagina 19

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 De weegmethode van deze specifieke soorten is een vastgestelde steekproefmethode voor bevroren vis en is te vinden in bijlage XVIII van de uitvoeringsverordening 404/2011. Om te voldoen aan de nieuwe weegverplichtingen voor alle vis die wordt aangeland in Europese havens, is deze steekproefmethode nu van toepassing op alle in dozen aangelande bevroren vis. Dit is bepaald in artikel 73 van de uitvoeringsverordening 404/2011. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen gequoteerde of niet-gequoteerde vissoorten en of het vangstgebied binnen of buiten Europa is. Bij elke aanlanding wordt elke vissoort gewogen. Dit systeem is geen systeem met forfaitaire gewichten. Het is een systeem waarbij van elke aanlanding, een steekproef wordt genomen van de aangelande partij en het gemiddelde gewicht dat daaruit volgt wordt gebruikt voor de vaststelling van het gewicht van de gehele aanlanding van die soort. Een systeem van forfaitaire gewichten waarbij gedurende een langere periode een vast gemiddelde voor een vissoort wordt gebruikt om de vangsthoeveelheden te bepalen, komt in de nieuwe controle bepalingen niet voor, aangezien elke aanlanding gewogen moet worden. Volgens de steekproefmethode worden er minstens 3 pallets van 52 dozen gewogen (minimale steekproef bij minder dan 5000 dozen). In de gevallen dat van een bepaalde soort de hoeveelheid dozen minder dan 3 pallets is, dienen alle dozen te worden gewogen en wordt op die manier de totale hoeveelheid vastgesteld. 5.5 Wijziging kopers en tijdstip aanleveren verkoopdocumenten Geregistreerde kopers, geregistreerde visafslagen of andere door de lidstaten gemachtigde instanties of personen met een jaarlijkse omzet in eerste verkopen van visserijproducten van minder dan 200.000 EUR, moeten binnen 48 uur een verkoopdocument (elektronisch) aanleveren waar 1e verkoop plaatsvindt. De jaarlijkse omzet in eerste verkopen was eerst 400.000 EUR, maar is nu veranderd in minder dan 200.000 EUR. Deze kopers, visafslagen, instanties of personen zijn verantwoordelijk voor de juistheid van het verkoopdocument. Geregistreerde kopers, geregistreerde visafslagen of andere door de lidstaten gemachtigde instanties of personen met een jaarlijkse omzet in eerste verkopen van visserijproducten van 200.000 EUR of meer, leggen de gegevens elektronisch vast en moeten binnen 24 uur nadat de eerste verkoop is afgerond, deze elektronisch doen toekomen aan nvwa. Nieuw is dat nu binnen 24 uur de gegevens elektronisch vastgelegd worden na afronding van de eerste verkoop. Pagina 20

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 6 Handhaving 6.1 Puntensysteem Vanaf 1 januari 2012 wordt het zogenoemde puntensysteem voor houders van een visvergunning en kapiteins ingevoerd. Het puntensysteem is vergelijkbaar met het puntenrijbewijs. Kern van het puntensysteem is dat bij bepaalde overtredingen punten worden toegekend aan de houder van de visvergunning én aan de kapitein. Bij een bepaald aantal punten wordt de visvergunning voor een bepaalde periode geschorst. De kapitein mag in die periode op geen enkel vissersvaartuig als kapitein varen. Als nog meer punten worden gehaald, volgen langere schorsingen en uiteindelijk kan de visvergunning worden ingetrokken. De kapitein door wiens toedoen de punten zijn verkregen, mag dan uiteindelijk helemaal niet meer als kapitein op een vissersvaartuig varen. Het schorsen van een visvergunning bij bepaalde overtredingen is niet nieuw. Sinds 1 januari 2005 gold al op basis van de Regeling Visvergunning (en nu op basis van de Uitvoeringsregeling Zeevisserij) dat een vergunning kon worden geschorst bij (herhaalde) overtreding van een aantal belangrijke voorschriften uit de visserijregelgeving, zoals de voorschriften over motorvermogen, netvoorzieningen, satellietvolgapparatuur en contingenten. Nog bezien wordt wat hiervan naast het EU-puntenstelsel in stand wordt gehouden. Overtredingen en bijbehorend aantal punten De overtredingen in de Controleverordening ernstige inbreuken genoemd en het aantal punten dat daarvoor moet worden toegekend, staan in bijlage XXX van de uitvoeringsverordening van de Controleverordening zijn opgenomen (Verordening nr. 404/2011). Kort gezegd zijn het: Ernstige inbreuk Niet-naleving logboekplicht/rapportage vangstgegevens, waaronder VMS-gegevens: Gebruik van verboden of niet-conform vistuig: Vervalsen of verborgen houden van kentekens, identiteit of registratie: Knoeien met of laten verdwijnen van bewijsmateriaal: Aan boord nemen, overladen of aanlanden van ondermaatse vis: Vissen in strijd met instandhoudings- of beheersmaatregelen van een RFO: Vissen zonder geldige visvergunning of vismachtiging: punten 3 punten 4 punten 5 punten 5 punten 5 punten 5 punten 7 punten Pagina 21

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Vissen in gesloten gebied, tijdens gesloten seizoen, zonder of na uitputting quotum: Gericht vissen op bestand waarvoor moratorium of visverbod geldt: Bemoeilijken werkzaamheden van controleurs en waarnemers: Overladen vangsten op of ondersteuning van IOOvissersvaartuigen: Gebruik van vissersvaartuig dat geen nationaliteit heeft: 6 punten 7 punten 7 punten 7 punten 7 punten Als tijdens één visreis verschillende ernstige inbreuken worden geconstateerd, kunnen in totaal maximaal 12 punten worden toegekend. Toekenning punten De punten kunnen worden toegekend (namens de minister) door het cluster Uitvoering Visserijregelingen (VIR) van het ministerie van EL&I wanneer een overtreding van de hiervoor genoemde voorschriften is geconstateerd. Ook als de overtreding van de voorschriften door een buitenlandse instantie is geconstateerd, beslist VIR over de toekenning van de punten. Het aantal punten ligt daarbij voor iedere vergrijp vast; als er bijv. 5 punten zijn voorgeschreven, bestaat er geen ruimte om maar 3 punten toe te kennen. Wel wordt beoordeeld of een overtreding ernstig genoeg is om punten toe te kennen. Daarbij wordt met een aantal zaken rekening gehouden, zoals de aard en de waarde van de met de overtreding aangebrachte schade, de economische situatie van betrokkene en de omvang van de overtreding. Bij herhaling van een overtreding worden er zonder meer punten toegekend. Aantal punten en schorsing/intrekking De punten worden op naam van de vergunninghouder en van de kapitein geregistreerd en blijven ook na een schorsing bestaan. Eventueel nieuw toegekende punten worden bij het oude aantal opgeteld. Bij het overschrijden van de volgende totalen wordt de daarachter vermelde schorsing opgelegd: Totaal 18 punten: 2 maanden schorsing Totaal 36 punten: 4 maanden schorsing Totaal 54 punten: 8 maanden schorsing Totaal 72 punten: 12 maanden schorsing Totaal 90 punten: intrekking Als er binnen 3 jaar na het begaan van de laatste overtreding waarvoor punten zijn toegekend, geen nieuwe overtreding wordt geconstateerd, vervallen alle punten. Pagina 22

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Overdracht vaartuig Als een vergunninghouder aan wie punten zijn toegekend een vissersvaartuig verkoopt, dan gaan alle punten over op de nieuwe vergunninghouder De verkoper kan bij VIR een officiële verklaring opvragen, waarop het aantal punten staat. Bij overname van een vaartuig is het dus belangrijk om bij de verkoper naar deze verklaring te vragen. Puntensysteem voor kapiteins Er komt ook een puntensyteem voor kapiteins. In het Informatiebulletin van eind december 2011 wordt hier nader op ingegaan. Pagina 23

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 7 Gegevens en informatie 7.1 Website Volgens de controleverordening moet er een website komen waarop door elke lidstaat de voor controledoeleinden noodzakelijke gegevens worden opgeslagen en onderhouden De onderstaande tabel geeft een indicatie van wat er allemaal in het publiek toegankelijk deel van de website komt te staan. Openbare subpagina s De voor afgifte van visvergunningen en vismachtigingen bevoegde autoriteiten Lijst van voor overlading aangewezen havens Lijst van in een meerjarenplan opgenomen aangewezen havens Realtimesluitingen door de lidstaten Gegevens van het contactpunt voor de doorgifte of indiening van visserijlogboeken, voorafgaande kennisgevingen, aangiften van overlading, aangiften van aanlanding, verkoopducmenten, aangiften van overname en vervoersdocumenten Realtimesluitingen door de Commissie Besluit om een visserijtak te sluiten Meer informatie over de betreffende website treft u aan in het informatiebulletion van eind december 2011. Pagina 24

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 8 Inspecties 8.1 Verplichtingen van de kapitein tijdens de inspectie Bij inspectie aan boord van een vissersvaartuig gelden er verplichtingen voor de kapitein. De kapitein van een vissersvaartuig dat wordt geïnspecteerd moet: o het mogelijk maken dat functionarissen veilig en efficient aan boord gaan wanneer het desbetreffende sein uit internationale seinboek wordt gegeven of wanneer een vaartuig of een helikoper met een functionaris aan boord via radiocommunicatie te kennen geeft dat een functionaris aan boord wil komen; o zorgen voor een met de eisen van bijlage XXIX van de uitvoeringsverordening van de controleverordening 404/2011 overeenstemmende loodsladder wanneer het vissersvaartuig slechts na een klim van minimaal 1,5 m te betreden is; o inspectiewerk functionarissen faciliteren door, binnen de grenzen van de redelijkheid, de gevraagde bijstand te verlenen; o functionarissen toestaan met autoriteiten van de vlaggenstaat, van de kuststaat en van de inspecterende staat te communiceren; o functionarissen wijzen op specifieke veiligheidsrisico's aan boord van het vissersvaartuig; o functionarissen toegang verschaffen tot alle delen van het vaartuig, de vangsten, het vistuig en alle relevante info en docs; o het veilig van boord gaan van de functionarissen na de inspectie faciliteren. o De kapitein hoeft niet via open radiokanalen commercieel gevoelige informatie bekend te maken. Pagina 25

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 9 Bijlagen 1) (EG) VO Nr.1224/2009 De Europese Controleverordening 2) (EG) VO Nr. 404/2011 - De Uitvoeringsverordening van de Controleverordening Pagina 26

Definitief Informatiebulletin Visserijregelingen- Speciale Editie Controleverordening 23 november 2011 Pagina 27

22.12.2009 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 343/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 1224/2009 VAN DE RAAD van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement ( 1 ), Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité ( 2 ), Gezien het advies van het Comité van de Regio s ( 3 ), Gezien het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming ( 4 ), Overwegende hetgeen volgt: (1) Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft, krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid ( 5 ), tot doel te garanderen dat de levende aquatische hulpbronnen worden geëxploiteerd in omstandigheden die economisch, ecologisch en sociaal duurzaam zijn. ( 1 ) Advies van 22 april 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). ( 2 ) Advies van 15 mei 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). ( 3 ) PB C 211 van 4.9.2009, blz. 73. ( 4 ) PB C 151 van 3.7.2009, blz. 11. ( 5 ) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. (2) Aangezien het gemeenschappelijk visserijbeleid alleen succesvol kan zijn als er een doeltreffende controleregeling wordt toegepast, wordt met de maatregelen van deze verordening beoogd een communautaire regeling voor controle, inspectie en handhaving vast te stellen die een alomvattende en geïntegreerde aanpak biedt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, teneinde ervoor te zorgen dat, doordat alle aspecten van dit beleid aan bod komen, alle regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd met het oog op de duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen. (3) Bij de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid ( 6 ) is gebleken dat de huidige controleregeling niet langer volstaat om te garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd. (4) Momenteel zijn de controlebepalingen verspreid over een groot aantal elkaar overlappende en complexe rechtsteksten. Sommige delen van de controleregeling worden door de lidstaten slecht toegepast, met als gevolg dat bij inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid ontoereikende, uiteenlopende maatregelen worden genomen, wat het scheppen van gelijke voorwaarden voor alle vissers in de hele Gemeenschap ondermijnt. Bijgevolg moeten de bestaande regeling en alle daarin opgenomen verplichtingen worden geconsolideerd, gerationaliseerd en vereenvoudigd, met name door te snijden in de dubbele regelgeving en de administratieve lasten. ( 6 ) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

L 343/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 22.12.2009 (5) Aangezien de mariene aquatische hulpbronnen massaal aan het verdwijnen zijn, is het voor de Gemeenschap van groot belang dat zij de nodige maatregelen vaststelt om bij alle marktdeelnemers een nalevingscultuur te doen ontstaan waarbij de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarbij wordt gehandeld in overeenstemming met de in 2002 op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling vastgestelde doelstellingen en met de strategie voor duurzame ontwikkeling van de Europese Raad. Om dit doel te bereiken moeten de controle-, inspectie- en handhavingsregels die zijn vastgesteld in het kader van de maatregelen voor de instandhouding alsmede het beheer van de visbestanden, de structurele maatregelen en de maatregelen met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening, worden versterkt, geharmoniseerd en stringenter gemaakt. (6) Aangezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen ( 1 ) de lidstaten verplicht passende maatregelen te nemen om te garanderen dat alle illegale, ongemelde en ongereglementeerde ( IOO ) visserij en daarmee samenhangende activiteiten doeltreffend worden bestreden, en aangezien Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren ( 2 ) bepalingen bevat betreffende machtigingen voor communautaire vissersvaartuigen om visserijactiviteiten buiten de communautaire wateren te verrichten en betreffende machtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen om visserijactiviteiten in de communautaire wateren te verrichten, moet de onderhavige verordening een aanvulling vormen op deze verordeningen en garanderen dat er geen discriminatie is tussen de onderdanen van de lidstaten en die van derde landen. (7) Deze verordening moet zowel de bijzondere bepalingen die in visserijovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen zijn opgenomen of die gelden in het kader van regionale visserijorganisaties als de nationale controlebepalingen die binnen de werkingssfeer van deze verordening vallen maar verder gaan dan de daarin opgenomen minimumbepalingen, onverlet laten voor zover die nationale bepalingen in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht. (8) Er moet gebruik worden gemaakt van de moderne technologieën als het volgsysteem voor vaartuigen, het vaartuigdetectiesysteem en het automatische identificatiesysteem, aangezien daarmee doeltreffend toezicht kan worden gehouden en snel systematische, geautomatiseerde kruiscontroles kunnen worden uitgevoerd, en zij de administratieve procedures voor zowel de nationale autoriteiten als de marktdeelnemers vergemakkelijken en het zo mogelijk maken tijdig risicoanalyses en totaalbeoordelingen van alle betrokken controlegegevens op te stellen. Daarom moet de controleregeling de lidstaten in staat stellen het gebruik van de diverse controle-instrumenten te combineren om te garanderen dat de controlemethode zo efficiënt mogelijk is. ( 1 ) PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1. ( 2 ) PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33. (9) Er moet een nieuwe, gemeenschappelijke aanpak van de visserijcontrole komen waarvan alomvattend toezicht op de vangsten deel uitmaakt, met de bedoeling een gelijk speelveld voor de visserijsector tot stand te brengen waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de vlootsegmenten. Hiertoe moeten er gemeenschappelijke criteria voor de uitvoering van de visserijcontrole worden vastgesteld, en meer bepaald gestandaardiseerde en gecoördineerde inspectieprocedures op zee, te land en in de hele marktketen. Als onderdeel van de nieuwe aanpak moeten de respectieve bevoegdheden van de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole duidelijker worden omschreven. (10) Voor het beheer van de visbestanden op communautair niveau wordt met name gebruikgemaakt van totaal toegestane vangsten (TAC s), quota, inspanningsregelingen en technische maatregelen. De nodige stappen moeten worden gezet om erop toe te zien dat de lidstaten de nodige maatregelen vaststellen om deze beheersmaatregelen doeltreffend uit te voeren. (11) De controleactiviteiten en -methoden moeten worden gebaseerd op risicobeheer, waarbij de lidstaten op systematische, alomvattende wijze gebruikmaken van de procedures voor kruiscontrole. Tevens dienen de lidstaten onderling relevante informatie uit te wisselen. (12) De samenwerking en de coördinatie tussen de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole moeten worden geïntensiveerd om de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te bevorderen. (13) Om te garanderen dat visserijactiviteiten uitsluitend conform de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden verricht, moeten die activiteiten onderworpen zijn aan een visvergunning en, in specifieke omstandigheden, aan een vismachtiging. Daarnaast moeten er regels betreffende de markering en identificatie van vissersvaartuigen en hun vistuig gelden. (14) Om een doeltreffende controle te garanderen, moeten de lidstaten een volgsysteem voor vaartuigen hanteren en moeten vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 m of meer zijn uitgerust met een toestel waarmee deze vaartuigen automatisch kunnen worden gelokaliseerd en geïdentificeerd. Voorts moeten vissersvaartuigen zijn uitgerust met een automatisch identificatiesysteem overeenkomstig Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart ( 3 ), en moeten de lidstaten de dat systeem voor kruiscontroles gebruiken. ( 3 ) PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10.