Nieuwsbrief van de Wijkgemeente Martinikerk Groningen Van harte welkom in deze dienst van de Wijkgemeente Martinikerk. Voedselbankactie Het meegebrachte voedsel voor de voedselbank kunt u inleveren in de buurt van de garderobe. Bedankt voor uw bijdrage! Volgende diensten 19.00 uur ds. W.J. Roosenbrand en ds. R. den Hertog, gezamenlijke reformatieherdenking 6-11 19.30 uur ds. J.A. van den Berg, dankstond voor gewas en Arbeid 10-11 9.30 uur ds. M.L.W. Karels (Hattem) 19.00 uur ds. O.C. Kerssen (Sloten), Psalmenvesper mmv het Martinikerkkoor olv Marijke van Zanten-Broers Activiteiten 12-11 19.45 uur Gemeenteavond in het gebouw van het Leger des Heils, Dirk Huizingastraat 15/17 13-11 9.30-11.00 uur Bijbelkring in Het Pand (Johannes 3) Contact Hebt u vragen, of wilt u een persoonlijk gesprek, neem dan gerust contact op met de predikant, of spreek iemand na de dienst aan. Predikant: Ds. J.A. van den Berg, 050-5418205; dominee@wijkgemeente-martinikerk.nl twitter @dsjavandenberg www.javandenberg.nl Evangelist: Jan Waanders; 5777711, twitter @janvanhetpand janwaanders@pandvoordewijk.nl Scriba: Dhr. S.J. Doornenbal, Jaltadaheerd 70 9737 HC Groningen, 050-5424160 scriba@wijkgemeente-martinikerk.nl Website: www.wijkgemeente-martinikerk.nl
3 november 2013 Jeugddienst: Leven met lef: Jozef voorganger: ds. J.A. van den Berg Welkom en mededelingen Psalm 105 (staande) 1 Looft God den HEER, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meldt ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt den HEER, verblijdt u, geeft zijn naam de eer. 6 Hoe wonderbaarlijk zijn Gods wegen. Toen Hij de deur sloot van de regen, met hongersnood het land bezocht, was Jozef reeds als slaaf verkocht en in gevangenschap geraakt, maar door Gods woorden vrijgemaakt. 18 Die gunst heeft God zijn volk bewezen, opdat het altoos Hem zou vrezen, zijn wet betrachten en voortaan volstandig op zijn wegen gaan. Prijs God om al zijn majesteit. Hij leidt ons tot in eeuwigheid. Stil gebed votum en groet (staande)
Op Toonhoogte 262 Gebod van God Op Toonhoogte 54
Gebed Kinderlied Op Toonhoogte 366 2 Met een slavenkaravaan, moet hij naar Egypte gaan. Alle dromen zijn vergeten, heel veel kwaad wordt hem verweten. Jozef die onschuldig is, komt in de gevangenis. Onder het naspel kunnen de kinderen van groep 1-4 naar de kindernevendienst. Zij gaan het hebben over 2 Koningen 4:1-7.
Schriftlezing: Genesis 39:1-20 (NBV) 1 Jozef was dus door de Ismaëlieten meegenomen naar Egypte, en daar was hij gekocht door Potifar, een vooraanstaand man die tot de hovelingen van de farao behoorde en het bevel voerde over zijn lijfwacht. 2 De H E E R stond Jozef terzijde, zodat het hem goed ging. Hij mocht in het huis van zijn Egyptische meester werken. 3 Omdat zijn meester zag dat de H E E R Jozef terzijde stond en alles wat hij ter hand nam voorspoedig liet verlopen, 4 was hij Jozef goedgezind: hij maakte hem tot zijn persoonlijke bediende, liet de gang van zaken in huis aan hem over en gaf hem het beheer over alles wat hij bezat. 5 En vanaf het ogenblik dat hij hem belastte met het toezicht op zijn huis en zijn verdere bezittingen, zegende de H E E R het huis van die Egyptenaar omwille van Jozef. De zegen van de H E E R rustte op alles wat hij bezat, in huis en daarbuiten. 6 Daarom vertrouwde hij alles volledig aan Jozef toe; nu Jozef er was, bekommerde hij zich alleen nog om wat hij te eten kreeg. Jozef was knap en aantrekkelijk. 7 Na verloop van tijd liet de vrouw van zijn meester haar oog op hem vallen. Kom bij me liggen, zei ze. 8 Maar dat weigerde hij. Sinds ik hier ben, zei hij, maakt mijn meester zich geen zorgen meer over wat dan ook hier in huis, en hij heeft mij het beheer gegeven over al zijn bezittingen. 9 Ik heb hier evenveel gezag als hij, en hij heeft mij niets onthouden behalve u, omdat u zijn vrouw bent. Hoe zou ik dan zo n grote wandaad kunnen begaan en zo kunnen zondigen tegen God? 10 Dag in dag uit probeerde ze Jozef over te halen, maar hij gaf niet toe, hij wilde niet bij haar gaan liggen. 11 Maar op zekere dag, toen hij de binnenvertrekken in kwam om zijn werk te doen en daar niemand anders van de bedienden was, 12 greep ze hem bij zijn kleed. Kom bij me liggen, drong ze aan, maar hij vluchtte naar buiten; zijn kleed liet hij bij haar achter. 13 Toen ze besefte dat hij gevlucht was en zijn kleed bij haar had gelaten, 14 riep ze haar bedienden en zei tegen hen: Mooi is dat! Hij moest zo nodig een Hebreeër in huis halen zeker om zich met ons te kunnen vermaken! Die man is mijn kamer binnengedrongen en wilde bij me komen liggen, maar ik begon hard te schreeuwen. 15 Toen hij dat hoorde, ging hij ervandoor en liet zijn kleed hier bij mij achter. 16 Ze liet het kleed naast zich liggen totdat Jozefs meester thuiskwam, 17 en vertelde hem hetzelfde verhaal: Die Hebreeuwse slaaf die jij in huis hebt gehaald, is mijn kamer binnengedrongen om zich met me te vermaken. 18 En toen ik het op een
schreeuwen zette, ging hij ervandoor en liet zijn kleed hier bij mij achter. 19 Toen Jozefs meester haar hoorde vertellen dat ze zo door zijn slaaf was behandeld, werd hij woedend. 20 Hij liet Jozef oppakken en in de gevangenis zetten die bestemd was voor de gevangenen van de koning. Zo kwam Jozef in de gevangenis terecht. 21 Maar de HEER stond hem terzijde en bewees hem zijn goedheid door ervoor te zorgen dat Jozef bij de gevangenbewaarder in de gunst kwam. 22 Jozef kreeg de leiding over alle gevangenen en hij hield toezicht op het werk dat ze deden. 23 De gevangenbewaarder had geen omkijken naar wat aan Jozef was toevertrouwd, omdat de HEER hem terzijde stond en alles wat Jozef ter hand nam voorspoedig liet verlopen Getuigenis van Maryam Baghban Gezang 426 3 In het duister van de tijden ben ik nooit alleen geweest, want God gaf mij ten geleide op mijn wegen woord en Geest. Ja, de Heer doet mij geloven, Hij ontstak in mij het licht van het innerlijk gezicht, - dat zal dood noch duivel doven. Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid. 5 Omdat Gij mijn hart doet branden, omdat Gij mij zo bemint, hef ik, Heer, tot U mijn handen: Vader, zie ik ben uw kind. Wil mij de genade geven, U te dienen, hier en nu; God die liefde zijt, aan U vast te houden, heel mijn leven, tot ik U na deze tijd liefheb in der eeuwigheid. Preek Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Je zult maar Jozef zijn. Hij had een prachtig leven. Hij was echt verwend. Hij was echt de favoriet van zijn vader, omdat hij de zoon was van Rachel. In hem herkende zijn vader zijn moeder, die gestorven was en van wie hij zoveel had gehouden. Hij kreeg de mooie cadeaus. Nu zijn z n mooie kleren afgerukt. Nu is hij alleen. Nu is hij als een stuk vee verkocht aan een vreemde rijke Egyptenaar.
Alleen. 17 jaar oud. Wat naar! Nare dingen gebeuren soms in je leven. Soms staat je leven zomaar op zijn kop doordat er iets onverwachts gebeurt wat niet mooi is. Ziekte, ruzie in het gezin of op school. School lukt niet. Je voelt je beroerd. Soms kun je er zelf iets aan doen, soms niet. Vaak zit het door elkaar heen. Bij Jozef is het voor een groot gedeelte zo dat hij slachtoffer is. Slachtoffer van de jaloezie van zijn broers. Slachtoffer van een gebrekkige opvoeding: als je zo verwend wordt, dan gaat het niet goed met je. Dan gaat het niet goed in een gezin. Maar ook een klein gedeelte eigen schuld: als hij niet zo arrogant was geweest, als hij iets normaler met zijn broers was omgegaan, niet over hen geroddeld had, dan. Maar ja, dat is allemaal achteraf praten. Zo gaat het nog, wanneer je in de problemen bent: veel dingen overkomen je, waar je geen grip op hebt. Je kunt jezelf enorm slachtoffer voelen van de omstandigheden. Misschien voel je je ook wel schuldig: ik heb het niet goed gedaan. Je kunt helemaal vastraken in zo n situatie. Het niet meer overzien. Het kwijt zijn waarom je eigenlijk leeft. Voor die nare gedachten heb je niet eens zo n groot ongeluk nodig als Jozef. We weten niet wat Jozef gedacht heeft, maar we weten dat Jozef door die narigheid heen een heel bijzonder mens is geworden. De nare omstandigheden waar hij in terecht kwam, hebben hem niet naar de ondergang gebracht, maar juist op een heel hoge plek: hij wordt onderkoning van Egypte. Als onderkoning wordt hij de redder van zijn familie. En bovendien hebben ze lelijke kanten van Jozef afgehaald. Voor hij in Egypte kwam, was hij een arrogante egoïst, daarna iemand die wil zorgen voor zijn familie. Jozef is voor ons daarin een voorbeeld. Nare omstandigheden zijn naar, maar kunnen door God veranderd worden in iets moois. Ze kunnen het begin zijn van een heel mooie periode. Een moeilijke situatie kan door God worden gebruikt om jou te veranderen. Je
mag er verdriet om hebben, je mag je ook wel schuldig voelen, maar daar moet je en hoef je niet in te blijven zitten. Laten we naar Jozef kijken om te leren waar je op mag vertrouwen en wat je kunt/mag doen. 1. Het eerste dat opvalt in het gedeelte van vanmorgen is dat er een aantal keer wordt gezegd: De HEER stond Jozef ter zijde. Dat is een bijzondere uitspraak. God staat Jozef bij, die zover bij het huis van zijn vader vandaan is. Wanneer je in een vreemde omgeving komt, lijkt God ver weg. Misschien heb je dat idee soms toch al, dat God te maken heeft met het gezin waarin je opgroeit, maar dat Hij er niet is bij wanneer je sport. Of, misschien is God toch al ver weg voor je. De HEER stond Jozef ter zijde in Egypte, ver weg dus God staat Jozef ter zijde, hoewel het uiterlijk niet goed met hem gaat. Wanneer het niet goed gaat met je lijkt God ook wel ver weg. Maar dat is niet waar. God is overal. Het feit dat God met Jozef is, heeft te maken met zijn belofte aan Abram, Izak en Jakob. God komt die belofte na. Zelfs al heeft Jozef trekken die niet leuk zijn. De HEER is met Jozef. Jezus heeft ons beloofd: Ik ben met je alle dagen, tot aan de voltooiing van de wereld. Dus in goede en in slechte dagen. Denk ook aan je doop! Heeft Jozef het altijd gezien? Ik denk het niet. Helemaal niet toen hij net in Egypte was. Zijn omgeving zag het misschien wel eerder dan hijzelf, dat hij Jozef een kanaal van zegen van de HEER was.
Later ging hij het wel zien. Dat kwam omdat Jozef God toen toeliet. We lezen niet van een besluit van Jozef om God te zoeken, maar uit het vervolg van zijn leven weten we dat Jozef zich aan God heeft toevertrouwd en zich bewust is geworden van het feit dat God er is, voor hem is in Egypte. Hij heeft zich misschien wel vastgeklampt aan zijn dromen. We kunnen in ieder geval zien dat Jozef, wanneer hij in een krachtige verleiding komt daarin weet hij dat hij leeft voor het aangezicht van God. Hoe zou ik tegen God zondigen. Hij is zich dus bewust van God. Hij heeft misschien ook wel gezien hoe goed God hem hielp. Daarna gebeurt er nog weer iets naar dat ook niet te begrijpen. En pas helemaal achteraf zegt hij tegen zijn broers: Jullie hebben kwaad gedaan, maar God heeft het ten goede gekeerd. Dan ziet hij in ieder geval dat God er altijd voor hem geweest is. Dat hij door de narigheid heen moest voor een plan van de HEER met hem. Hij is dan ook niet meer trots en arrogant. Hij heeft zich in diezelfde beweging waarin Hij zich keerde naar de HEER, bekeerd van zijn zondige houding: die trots hoefde niet meer. Hij is gegroeid en geheeld. Een man geworden naar Gods hart. Dat gaat samen op: je eigenwijsheid opgeven en je toevertrouwen aan God. God is met Jozef geweest. Zojuist hoorden we het ook van Maryam, dat ze nu ze terugkijkt ziet dat God al met haar bezig was in Iran. Dat God ook uit die nare omstandigheden van vluchten, van eenzaamheid, van verdriet, toch iets goeds gemaakt heeft. God was altijd al bij haar. Nu heeft ze zich aan God toevertrouwd en ziet ze het. Misschien zie je nu nog niets van de aanwezigheid en de goedheid van de HEER. Je merkt niet dat Hij je draagt. Misschien begrijp je je leven niet. Maar als je jezelf toevertrouwt aan God, dan zal Hij zich laten zien. Dat vraagt om een keuze van jou: je moet de controle over je eigen leven loslaten en het aan Hem geven. Als je dat doet, wordt alles waar je je slachtoffer van voelt een weg naar iets moois. Als je dat doet, weet Hij ook raad met alles waar je je schuldig over voelt. Hij vergeeft om Jezus wil.
We mogen de HEER ook herinneren aan zijn belofte: Heer ik ben gedoopt. U hebt gezegd dat U altijd met ons zult zijn. Ik zie U niet, maar wees er voor mij. Ik begrijp U niet, maar U hebt gezegd dat U alle dingen zult laten meewerken ten goede. God luistert daarnaar. Hij zal laten merken dat Hij er is al lang is. Dat Hij er al voor ons was, zelfs toen wij nog eigenwijs en zondig waren. Soms zie je maar even een klein glimpje, en achteraf zien we misschien de grote lijn. Zoals Maryam ze ziet. Zoals Jozef ze zag. In ieder geval mogen we erop vertrouwen dat God alle omstandigheden voor ons laat meewerken ten goede, wanneer we leven met God. Wanneer we ons toevertrouwen aan God. Dat Hij ons leven wil gebruiken als bron van zegen voor anderen. Dat wij zelf ook veranderd, vernieuwd worden om te gaan lijken op Jezus Christus. 2. Het tweede dat we van Jozef kunnen leren is dat we goed leren omgaan met verleidingen. Dat is erg belangrijk om een zegen te zijn en om te kunnen opgroeien in het plan van God met ons leven. Jozef krijgt een heel grote verleiding. De vrouw van zijn meester wil hem! Een geweldige verleiding - Hij is jong - Hij is inmiddels een gevierde slaaf - Hij heeft geen sociale controle van zijn ouders of broers. - Het duurt lang: de eerste keer nee zeggen valt misschien nog mee. Maar het is zo vaak en ze laat misschien wel een glimp van haar lichaam aan Jozef zien. Ze dringt zich op. Jozef zegt: Nee! Daarin is hij een voorbeeld voor ons. Een bemoedigend voorbeeld. Ook als je in een vreemde omgeving bent, moet je niet zondigen. Ook als niemand je ziet ben je niet verplicht om aan die verleiding toe te geven. Ook als het langer duurt, kunt je weerstand bieden. Jozef blijft weerstand bieden en daardoor kan God hem blijven gebruiken. Zo horen die twee dingen bij elkaar: de HEER staat Jozef bij en Jozef blijft dicht bij de HEER. Wat er ook gebeurt. Zo wordt zijn leven een krachtig
instrument in Gods handen. Vertrouw zo ook je leven toe aan God en gehoorzaam Hem! Amen Op Toonhoogte 150 Dankzegging en voorbede Collecte van de diaconie voor zendingswerk Psalm 107 (staande) 1 Gods goedheid houdt ons staande zolang de wereld staat! Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat. Al wie, door Hem bevrijd uit ongastvrije streken,
naar huis werd heengeleid, zal van zijn liefde spreken. 19 Wie nooddruft heeft, hij hope: een herder is de Heer. Hij doet de toekomst open, hun leven neemt een keer. Al wie het goede doet zal zien en zich verheugen: de waarheid spreekt voorgoed, verstommen zal de leugen. Zegen (met gezongen amen, staande) De collecte bij de uitgang is voor het stedelijk kerkenwerk. De zendingsbussen staan er voor Open Doors. Na de dienst: is er gelegenheid om koffie te drinken in de kapel. Iedereen hartelijk welkom.