TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE 10e WIJZIGING OP DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2002 2008 Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges 5.1 Algemeen De bouwgerelateerde leges worden zoveel mogelijk geheven in overeenstemming met het zogenaamde Model transparantie bouwgerelateerde leges. De gemeente heeft dit model aangepast aan de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Het model heeft alleen betrekking op leges in relatie tot bouwen en slopen, opgenomen in de onderdelen 5.2 tot en met 5.6. Dit betreft leges die de gemeente kan heffen voor aanvragen in het kader van de: a. Woningwet; b. Wet ruimtelijke ordening; c. gemeentelijke bouwverordening; d. Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening. Voor zover in dit hoofdstuk geen begripsomschrijving is opgenomen, geldt voor de gehanteerde begrippen hetgeen daaronder wordt verstaan in deze wettelijke bepalingen. De legesheffing in dit hoofdstuk wordt toegepast op de volgende hoofdcategorieën: 1. legesheffing aanvraag bouwvergunning (zie onderdeel 5.2); 2. verhogingen/aanvullende leges (zie onderdeel 5.3); 3. legesheffing slopen (zie onderdeel 5.4); 4. legesheffing aanlegvergunning (zie onderdeel 5.5); 5. legesheffing overig en voor administratieve kosten (zie onderdeel 5.6); 6. legesheffing gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid (zie onderdeel 5.7). Binnen deze hoofdcategorieën gelden nader aangeduide subindelingen. Ook is nog een restcategorie opgenomen (zie onderdeel 5.8). 5.2 Bouwvergunningen 5.2.1. Algemeen Op grond van onderdeel 5.2 worden leges geheven, die samenhangen met het in behandeling nemen van aanvragen tot beoordeling van een: - schetsplan; - lichte bouwvergunning; - reguliere bouwvergunning; - bouwvergunning eerste fase; - bouwvergunning tweede fase; - wijziging bouwvergunning eerste fase. Wanneer de gemeente deze aanvragen in behandeling neemt, toetst zij onder meer op criteria die geformuleerd staan in het bestemmingsplan, in voorkomend geval de beheersverordening bedoeld in artikel 3.38 Wet ruimtelijke ordening, of in voorkomend geval het exploitatieplan, de bouwverordening en het Bouwbesluit. Ook zijn bij deze leges standaard de kosten inbegrepen die samenhangen met een reguliere toets aan welstandscriteria. 5.2.2. Begripsbepaling bouwkosten Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989) voor het uit te voeren werk of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.indien het biouwen geheel of gedeeltelijkdoor zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
5.2.3 Aanvraag beoordeling schetsplan/vooroverleg een verzoek tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of, op basis van genoemd schetsplan, op een uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend: 35% van het tarief als genoemd onder 5.2.5. tenzij de bouwkosten van het uitgewerkte bouwplan minder dan 22.689,00 zouden bedragen; indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend. 5.2.4 Aanvraag lichte bouwvergunning het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een lichte bouwvergunning indien: sprake is van ambtshalve toetsing aan de welstandscriteria 118,00 advies moet worden gevraagd aan de welstandscommissie 168,00 5.2.5 Aanvraag reguliere bouwvergunning bouwvergunning indien de bouwkosten: minder bedragen dan 10.000 166,00 10.000,00 bedragen of meer, 1,66% van de bouwkosten met een minimum van 166,00 500.000,00 bedragen of meer 8.300,00 vermeerderd met 1,22% van het bedrag waarmee die bouwkosten 500.000,00 te boven gaan; met een maximun van 98.000,00 5.2.6 Aanvraag bouwvergunning eerste fase bouwvergunning eerste fase: 0,50% van de bouwkosten met een minimum van 166 5.2.7 Aanvraag bouwvergunning tweede fase bouwvergunning tweede fase: 1,23% van de bouwkosten met een minimun van 166 5.2.8 Aanvraag wijziging bouwvergunning eerste fase het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een wijziging van een verleende bouwvergunning eerste fase: 0,25% van de bouwkosten met een minimum van 166 5.3 Verhogingen/aanvullende leges 5.3.1 Wanneer de gemeente bij de behandeling van de aanvraag bouwvergunning een extra toets moet uitvoeren voordat een besluit over het verlenen van de vergunning kan worden genomen, worden de leges genoemd in onderdeel 5.2 verhoogd, dan wel worden aanvullend leges Het gaat om de volgende extra toetsingen: beoordeling bodemrapport (zie onderdeel 5.3.3); verplicht advies agrarische commissie (zie onderdeel 5.3.4); achteraf ingediende aanvraag (zie onderdeel 5.3.5); project besluiten/buiten toepassingverklaring (zie onderdeel 5.3.6) wijziging, ontheffing of afwijking bestemmingsplan (zie onderdeel 5.3.7) vaststelling bestemmingsplan op aanvraag (zie onderdeel 5.3.8) hogere grenswaarde (zie onderdeel 5.3.9) externe advieskosten (zie onderdeel 5.3.10) 5.3.3 Beoordeling bodemrapport bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer: 5.3.3.1 een milieukundig verkennend bodemrapport volgens NEN 5740 wordt beoordeeld, verhoogd met 75,00 5.3.3.1 een milieukundig nader onderzoek als bedoeld in de Leidraad bodembescherming wordt beoordeeld, verhoogd met 180,00 5.3.3.2 een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met 180,00
5.3.4 Verplicht advies agrarische adviescommissie bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld, verhoogd met 490,00 5.3.5 Achteraf ingediende aanvraag bouwvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouw, verhoogd met 25% 5.3.6 Project besluiten/buiten toepassingverklaring Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met 1.341,00 5.3.7 Wijziging, ontheffing of afwijking bestemmingsplan 5.3.7.1 Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, 3.22, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met 1.341,00 5.3.7.2 Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.23, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met 418,00 5.3.7.3 Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 50, derde lid, onder a, van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met 130,00 5.3.8 Vaststelling bestemmingsplan op aanvraag Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening op aanvraag wordt toegepast, verhoogd met: 1.341,00 5.3.9 Hogere grenswaarde Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer het daarvoor bevoegde gezag een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder heeft vastgesteld, verhoogd met 240,00 5.3.10 Externe advieskosten Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt verhoogd met een bedrag voor externe adviezen welke vooraf aan de aanvrager zijn medegedeeld. 5.4 Slopen 5.4.1 Begripsbepaling sloopkosten Onder sloopkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan: de aanneemsom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
5.4.2 Sloopvergunning Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een sloopvergunning als bedoeld in: 5.4.2.1 artikel 3.3, aanhef en onder b, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder b, van de Wet ruimtelijke ordening: 5.4.2.1.1 minder dan 10 m3 sloopafval 63,00 5.4.2.1.2 10 m3 sloopafval of meer doch minder dan 200 m3 sloopafval 222,00 5.4.2.1.3 200 m3 sloopafval of meer 442,00 5.4.2.2 artikel 37, eerste lid, van de Monumentenwet 1988: 5.4.2.2.1 minder dan 10 m3 sloopafval 63,00 5.4.2.2.2 10 m3 sloopafval of meer doch minder dan 200 m3 sloopafval 222,00 5.4.2.2.3 200 m3 sloopafval of meer 442,00 5.4.2.3 artikel 8.1.1 van de Bouwverordening: 5.4.2.3.1 minder dan 10 m3 sloopafval 63,00 5.4.2.3.2 10 m3 sloopafval of meer doch minder dan 200 m3 sloopafval 222,00 5.4.2.3.3 200 m3 sloopafval of meer 442,00 5.4.3 Verhogingen Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.4.2 wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning: 5.4.3.1 krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met 180,00 5.4.3.2 betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is, verhoogd met 40,00 5.4.3.3 betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met 130,00 5.5 Aanlegvergunning 5.5.1 Begripsbepaling aanlegkosten Onder aanlegkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan: de aanneemsom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in dit hoofdstuk onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. 5.5.2 Aanvraag aanlegvergunning Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning): 118,00 5.5.3 Verhogingen Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.5.2 wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning: 5.5.3.1 krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met 180,00 5.6 Overig/administratief 5.6.1 Algemeen Op grond van dit onderdeel worden leges geheven voor dienstverlening die doorgaans een relatie heeft met bouwactiviteiten of gerelateerd is aan (extra) administratieve handelingen. Tot slot komt de teruggaaf van een deel van de leges aan de orde.
5.6.2 Overschrijven vergunningen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw-, sloop- of aanlegvergunning 50,00 5.6.3 Bestemmingswijzigingen en ontheffingen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: 5.6.3.1 het verkrijgen van een besluit als bedoeld in artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist 1.341,00 5.6.3.2 wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, 3.22, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist 1.341,00 5.6.3.3 ontheffing van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist 130,00 5.6.3.4 ontheffing van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.23, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist 418,00 5.6.3.5 Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 50, derde lid, onder a, van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met 130,00 5.6.3.6 het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist 1.341,00 5.6.4 Ontheffing verbodsbepaling in voorbereidingsbesluit Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod tot wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken als bedoeld in artikel 3.7, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening 130,00 5.6.5 Ontheffing verbodsbepaling in exploitatieplan Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening 130,00 5.6.6 Monumentenvergunning Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning tot het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of de Monumentenverordening 180,00 5.6.7 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag bouw-, sloop- of aanlegvergunning Wanneer een aanvrager zijn aanvraag bouw-, sloop- of aanlegvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt: 5.6.7.1 50% van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag verschuldigde leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit op deze aanvraag is genomen; 5.6.8 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende bouw-, sloop- of aanlegvergunning Wanneer de gemeente een verleende bouw-, sloop- of aanlegvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt een deel van de leges teruggegeven, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 50% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8, onderscheidenlijk 5.4.2 of 5.5.2. 5.6.9 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een bouw-, sloop- of aanlegvergunning Wanneer de gemeente een bouw-, sloop- of aanlegvergunning weigert, wordt een deel van de verschuldigde leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt: 50% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8, onderscheidenlijk 5.4.2 of 5.5.2. 5.7 Overig Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen 130,00