Het draaien van je kind van stuit- of dwarsligging naar hoofdligging



Vergelijkbare documenten
Stuitligging-draaien door uitwendige versie

EEN STUITLIGGING, WAT NU? FRANCISCUS VLIETLAND

Stuitligging. Wat is een stuitligging?

Een stuitligging. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Gynaecologie februari 2009 pavo 0408

Stuitligging. Wat is een stuitligging?

Stuitligging Versie (uitwendig draaien) van uw baby

Wat is een stuitligging?

Een stuitligging, wat nu?

Een stuitligging. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Uitwendige versie (draaien van je baby in de baarmoeder)

Inhoudsopgave. Inleiding 3. Wat is een stuitligging 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor 4. Onderzoek bij een stuitligging 4

Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wat is een stuitligging?... 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 5 Waarom ligt een kind in een stuitligging?...

Stuitligging vanaf de 36 e week van de zwangerschap. Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis

Bij meer dan 85% van de zwangeren is er echter geen verklaring voor de stuitligging.

Stuitligging. Verloskunde/Gynaecologie

1 In het kort 4. 2 Wat is een stuitligging Hoe vaak komt een stuitligging voor Waarom ligt een kind in een stuitligging 4

Stuitligging. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Gynaecologie. Een stuitligging

Uw baby in stuitligging: wat u moet weten

Het maken van een keuze Wanneer is een vaginale bevalling bij een stuitligging mogelijk. Heeft u de keuze? Het maken van een keuze. Tot slot.

1 Inleiding Wat is een stuitligging? Hoe vaak komt een stuitligging voor? Waarom ligt een kind in een stuitligging?...

Stuitligging. Inhoudsopgave. Wat is een stuitligging?

H Stuitligging

Een stuitligging. Verloskunde. Inhoud

PATIËNTEN INFORMATIE. Stuitligging

Inleiding 3. Een stuitligging 4 hoe vaak komt een stuitligging voor? 5 waarom ligt een kind in stuitligging? 5 onderzoek bij een stuitligging 5

Een stuitligging, wat nu? Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Bij meer dan 85% van de zwangeren is er echter geen verklaring voor de stuitligging.

Patiëntenvoorlichting Stuitligging

Een stuitligging. Gynaecologie

Een stuitligging. Wat nu?

Informatie voor patiënten gynaecologie Uitwendige kering stuitligging

2 Onderzoek bij een stuitligging. 1 Wat is een stuitligging?

Een stuitligging; Wat nu?

Verloskunde. Een stuitligging. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Stuitligging. Gynaecologie & Verloskunde

Stuitligging. Wat is een stuitligging? Fig. 1a: Onvolkomen stuitligging: Met de benen omhoog langs het lichaam

Een stuitligging. verloskunde

Een stuitligging, wat nu?

Stuitligging. Vaginale stuitbevalling of keizersnede. mca.nl

Stuitligging. Verloskunde. Wat nu? Wat is een stuitligging?

Maatschap Gynaecologie. Stuitligging

Stuitligging. Gynaecologie. alle aandacht

Half (on)volkomen stuitligging Figuur 1c. Half (on)volkomen stuitligging: één been

Stuitligging. Verloskunde

Bij meer dan 85% van de zwangeren is er echter geen verklaring voor de stuitligging.

Uitwendige versie en stuitligging

Stuitligging. Geboortecentrum. Algemene informatie. Inhoud

Een stuitligging. verloskunde

STUITLIGGING 1. In het kort 2. Wat is een stuitligging? 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4. Waarom

Een Stuitligging, wat nu?

Het draaien van een kind in stuitligging

Stuitligging Radboud universitair medisch centrum

Figuur 1a. Figuur 1b. voeten naast de billen liggen.

Gynaecologie / obstetrie EEN STUITLIGGING

Een stuitligging. Bronvermelding: Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Stuitligging. Poli Gynaecologie Route 48

Stuitligging. Patiënteninformatie Stuitligging

Een stuitligging. Obstetrie en Gynaecologie

Uitwendige versie en stuitligging

Een stuitligging wat nu?

Patiënteninformatie. Stuitligging. Informatie over de oorzaken van - en de bevalling bij een kind in - een stuitligging

Stuitligging. Verloskunde

Stuitligging. 1. In het kort 2. Wat is een stuitligging? 3. Hoe vaak komt een stuitligging voor? 4. Waarom ligt een kind in een stuitligging?

Het draaien van een kind in stuitligging

Stuitligging. Patiënteninformatie. Informatie over de oorzaken van - en de bevalling bij een kind in - een stuitligging

Stuitligging en uitwendige versie. Gynaecologie

Het draaien van een kind in stuitligging

Informatie over de oorzaken van en de bevalling bij een kind in een stuitligging

Stuitligging BEHANDELING

Inleiding. Wat is een stuitligging

Informatie over de oorzaken van en de bevalling bij een kind in een stuitligging

Een stuitligging. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Stuitligging.

Stuitligging. Figuur 1: Volkomen stuitligging: met gebogen knieën zodat de voeten naast de billen liggen.

Een stuitligging. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Gynaecologie april 2015 pavo 0408

Gynaecologie. Een stuitligging.

Stuitligging. Verloskunde. Locatie Langendijk

Verloskunde. Een stuitligging, wat nu?

Inleiding van de bevalling

Het inleiden van de bevalling

Voorlichtingsbrochure STUITLIGGING

Leven voelen. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.

Inleiding van de bevalling

De vaginale bevalling waarbij de billen of voeten als eerste worden geboren. Een geplande keizersnede.

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte

Dienst Gynaecologie en Verloskunde

Het inleiden van de bevalling

Gebroken vliezen. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.

Zwanger voorbij de 41 weken en dan? Serotiniteit. Poli Gynaecologie

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Maatschap Gynaecologie. Het inleiden van de bevalling

Inleiding van uw bevalling

PATIËNTENINFORMATIE ECHOSCOPIE TIJDENS DE ZWANGERSCHAP

echoscopie tijdens de zwangerschap

Inleiden bevalling Afdeling verloskunde.

H Echoscopie tijdens de zwangerschap

Langdurig gebroken vliezen rondom de bevalling

Inleiding van een bevalling

Het inleiden van een bevalling

Transcriptie:

Het draaien van je kind van stuit- of dwarsligging naar hoofdligging Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is een uitwendige draaiing? 1 Reden voor een uitwendige draaiing 2 Bij wie kan het draaien worden uitgevoerd? 2 Hoe vaak lukt het om een kind te draaien? 3 Anti-D 4 Mogelijke gevolgen en complicaties van het draaien 4 Tot slot 4 Belangrijke telefoonnummers 5 Wat is een uitwendige draaiing? Bij een uitwendige draaiing (ook wel uitwendige versie genoemd) wordt geprobeerd je kind in de buik zo te draaien dat deze van een stuitligging (zie afbeelding 1) of een dwarsligging (zie afbeelding 2) in een hoofdligging (zie afbeelding 3) komt te liggen. afbeelding 1: stuitligging afbeelding 2: dwarsligging afbeelding 3: hoofdligging Van een stuit- naar een hoofdligging Na 33 weken zwangerschap ligt 25% van de kinderen in een stuitligging. Aan het eind van de zwangerschap is dit percentage gedaald tot ongeveer 4%. Het blijkt dat voor de 36 e week van de zwangerschap veel kinderen uit zichzelf draaien tot een hoofdligging. Het meest geschikte tijdstip om een kind te draaien, is dan ook rond de 36 weken zwangerschap. Soms, als er niet zoveel vruchtwater is, kan het raadzaam zijn dit al eerder te doen. Als er veel vruchtwater is of als de stuitligging pas laat ontdekt wordt, draait men een kind ook nog later in de zwangerschap. Tot aan de bevalling kan een draaiing bijna altijd worden geprobeerd. De mate van indaling van het kind bepaalt de kans op succes. Livive, Centrum voor Verloskunde 1

Reden voor een uitwendige draaiing Als een kind in hoofdligging ligt, is de kans groter dat de bevalling goed verloopt. Aan de bevalling van een kind in stuitligging zijn namelijk een aantal nadelen verbonden. Bij een stuitligging passeert het hoofd, het grootste deel van een kind, als laatste het bekken. Hierdoor is het bij een stuitligging niet mogelijk tijdens de bevalling de geboorte te ondersteunen met een zuignap (vacuümextractie) of tangverlossing. Hierdoor is het percentage vrouwen dat een keizersnede moet ondergaan als het kind in een stuitligging ligt hoger (ongeveer 40%) dan dat bij een hoofdligging (ongeveer 17%). Deze verhoogde kans op een keizersnede is de reden dat een stuitbevalling altijd in het ziekenhuis onder leiding van een gynaecoloog moet plaatsvinden. Door het keren van een kind van stuitligging naar hoofdligging, wordt de kans op een natuurlijke bevalling groter en kan de bevalling op de plaats van jouw keuze plaatsvinden (thuis, kraamhotel, poliklinisch). Als de draaiing niet lukt, betekent dit niet dat je altijd een keizersnede krijgt. Van de kinderen in een stuitligging wordt namelijk 60% langs de natuurlijke weg geboren. In overleg met jou en de gynaecoloog worden de mogelijkheden besproken. Bij wie kan een uitwendige draaiing worden uitgevoerd? Voor een stuitligging zelf wordt meestal geen oorzaak gevonden. Men spreekt dan van een variant op de normale ligging. Soms is er wél een reden voor de stuitligging. Bijvoorbeeld als er sprake is van een afwijkende vorm van de baarmoeder of wanneer het kind te groot is voor jouw bekken. In deze gevallen kan er meestal geen uitwendige draaiing plaatsvinden. Ook kunnen er in jouw medische voorgeschiedenis zaken zijn die mogelijk een extra risico vormen bij het uitvoeren van de uitwendige draaiing. Zo zijn een sterk verhoogde bloeddruk in deze zwangerschap en een keizersnede in een vorige zwangerschap redenen om geen uitwendige draaiing te doen. Er wordt altijd voor de draaipoging een echo en een CTG (cardiotocogram) gemaakt. Over het algemeen kan gesteld worden dat je voor een uitwendige draaiing in aanmerking komt als je tijdens de zwangerschap onder controle bent bij een verloskundige (en dus een goed verlopen zwangerschap hebt). Wanneer de gynaecoloog jouw zwangerschap controleert, kunnen er redenen zijn geen uitwendige draaiing te doen of alleen na extra vooronderzoek. Als jij denkt dat er bij jou redenen zijn om een uitwendige draaiing niet uit te voeren, bespreek dit dan vooraf met jouw verloskundige, gynaecoloog of degene die de uitwendige draaiing uitvoert. Het draaien Je wordt op het afgesproken tijdstip op de verloskamers (route 81) verwacht. Neem je ponsplaatje, voorzien van juiste gegevens, mee. Houd er rekening mee dat je minimaal 1½ uur in het ziekenhuis bent. Voordat men met het draaien begint, controleert de gynaecoloog of verloskundige de harttonen (CTG) en de ligging van je kind door middel van een echo. Daarna wordt je gevraagd om met iets opgetrokken benen te gaan liggen. Soms wordt er in een bloedvat van je arm een infuus aangelegd. Hierdoor wordt een weeënremmend middel toegediend om ervoor te zorgen dat de baarmoeder, tijdens het draaien, niet samentrekt. Een mogelijke bijwerking hiervan is dat je hartslag versnelt en je last van hartkloppingen krijgt. Na een paar uur is het middel uitgewerkt en verdwijnen deze bijwerkingen. Livive, Centrum voor Verloskunde 2

koprol voorover De stuit van je kind wordt met beide handen een beetje heen en weer bewogen. Eén hand houdt de stuit op de bekkenkam vast; de andere maakt met het hoofd een buigbeweging. Door middel van duwen wordt de draaiing gemaakt. Het is belangrijk dat je zo ontspannen mogelijk ligt en de buikspieren ontspant. Soms is een kussen onder de knieën prettig. Als je een goede houding hebt gevonden en jouw buik met echogel of talkpoeder is ingesmeerd, pakt de gynaecoloog je kind vast. Eén hand pakt, net boven het schaambeen, de billen van je kind en probeert deze omhoog te drukken. De andere hand pakt aan de bovenkant van je buik het hoofdje en probeert dit naar beneden te duwen. Je kind maakt als het ware een koprol voor- of achterover. De duur van het draaien kan verschillen, van minder dan 30 seconden tot soms meer dan 5 minuten. Kracht uitoefenen Tijdens het draaien, is het noodzakelijk om enige grip op je kind te krijgen. Je kind ligt als het ware in een waterbad, dat omgeven is door verschillende lagen; de wand van de baarmoeder en de buikwand met de buikspieren. Het is een natuurlijke reactie om bij aanraking of pijn de buikspieren aan te spannen (hiermee probeert men het kind te beschermen). Dit alles houdt in dat er enige kracht nodig is om je kind door deze lagen heen te draaien. Hierdoor kan dit pijnlijk zijn. De onwennigheid en onbekendheid met de situatie maken het soms moeilijk om de buikspieren te ontspannen. Als het je lukt om de buikspieren goed te ontspannen, maakt dit het draaien gemakkelijker. Na de draaiing, ongeacht of het draaien wel of niet slaagt, controleert men opnieuw de ligging en de hartslag van je kind door middel van een echo en een CTG. Eventueel krijg je een afspraak voor een tweede poging tot uitwendige draaiing. Meer informatie over een stuitligging en het verloop van een geboorte van een kind in stuitligging, vind je in de brochure Stuitligging. Hoe vaak lukt het om een kind te draaien? Of het zal lukken om je kind te draaien, is moeilijk te voorspellen. Over het algemeen geldt: hoe vroeger in de zwangerschap en hoe meer vruchtwater, hoe gemakkelijker het is je kind te draaien. Dat heeft ook een keerzijde: als je kind gemakkelijk te draaien is, is de kans ook groot dat je kind zelf weer terug draait. Naarmate de zwangerschap langer duurt, neemt de hoeveelheid vruchtwater af en wordt je kind groter. Het draaien verloopt dan lastiger, maar de kans dat je kind terugdraait, is kleiner. Gemiddeld is de kans op succes van het draaien ongeveer 40 tot 60%. Livive, Centrum voor Verloskunde 3

Kleinere kans op succes Als de moederkoek tegen de voorwand van de baarmoeder ligt, is het moeilijker een kind vast te houden bij het draaien. Bij een eerste zwangerschap zijn de baarmoeder en de buikwand nog stevig. Dat maakt draaien moeilijker dan bij een latere zwangerschap. Bij een tweelingzwangerschap is het niet mogelijk om één of beide kinderen te draaien. Anti-D Ben je rhesusnegatief en jouw kind rhesuspositief, dan wordt zowel voor als na de draaipoging via het aangelegde infuus bloed afgenomen om te onderzoeken of er contact is geweest tussen jouw bloed en dat van je kind. Daarnaast krijg je na de draaipoging een injectie in je been met anti-d, onafhankelijk van het resultaat. Na afloop wordt er met je een afspraak gemaakt voor het bespreken van de uitslag van het bloedonderzoek. Meer informatie over de rhesfactor is te vinden in het informatieboekje van Livive. Mogelijke gevolgen en complicaties van de draaiing De buik kan door het harde duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad. Voor een kind zijn er normaal gesproken geen levensbedreigende gezondheidsgevaren. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na de draaiing tijdelijk wat langzamer. Daarom controleert men ze na de draaiing altijd nauwkeurig. Bijna altijd worden ze na enkele uren weer normaal. Een heel enkele keer (bij minder dan 1%) blijven de harttonen afwijkend en is het nodig direct een keizersnede te doen. Als je na enkele uren nog steeds verminderd leven voelt, minder in aantal of minder hevig dan je gewend bent, neem dan contact op met Livive, Centrum voor Verloskunde. Neem ook contact op als er sprake is van bloedverlies, vruchtwaterverlies, heftige buikpijn of weeën. Na het draaien Als het is gelukt je kind te draaien, kun je in principe gewoon op de plaats van jouw keuze bevallen, tenzij je een andere reden hebt voor een bevalling in het ziekenhuis. Men kijkt bij een volgende controle altijd opnieuw naar de ligging van je kind. Als je kind uit zichzelf weer terug is gedraaid naar een stuit- of een dwarsligging, kan overwogen worden een nieuwe poging te ondernemen. Blijft je kind in stuitligging liggen, dan moet je in het ziekenhuis bij de gynaecoloog onder controle blijven voor de rest van de zwangerschap en de bevalling. Tijdens een vervolgafspraak op de polikliniek bespreekt de gynaecoloog met je het verdere verloop van zowel de zwangerschap als de bevalling. Tot slot Heb je na het lezen van deze brochure nog vragen, aarzel dan niet om deze met je verloskundige of gynaecoloog te bespreken. Livive, Centrum voor Verloskunde 4

Belangrijke telefoonnummers route 81 Livive, Centrum voor Verloskunde: (013) 539 10 20 Website Livive: www.livive.nl St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen): (013) 539 13 13 Livive, 9. 883 12-12 Copyright St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Livive, Centrum voor Verloskunde 5