H E X, Een bridge systeem. Bas van Gils



Vergelijkbare documenten
Pupillensysteemkaart. Basissysteem: 5-kaart hoog. Uitkomen Kleintje belooft plaatje Hoogste van een (interne) serie. Naam: pupil1 NBBnr.

Syst eembeheer Datum Omschrijving

Voorwoord. Weerhouden CONVENTIES - Versie 2011

Conventieboekje. Volgende conventies worden beschreven:

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten

SIGNALEN & UITKOMSTEN

alternatieve troefkleur voorgesteld worden) 3 : positief antwoord, fit en je ziet meer dan 1 slag, m.a.w. er zijn misschien mogelijkheden.

De herbieding van de openaar

De herbieding van de antwoordende hand

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V

Muiderbergse 2 - en 2 -opening

Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod

Het openingsbod. Het Project Biedermeijer Groen. Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden

Verdedigen tegen de Multi en Muiderberg

De LTC is een methode van kaart- of handwaardering anders dan op basis van honneur punten.

Theorie Preëmptief bieden 24 april 2013

De populariteit van de Multi heeft ook diverse verdedigingsmechanismen tegen de Multi opgeroepen. Deze komen in een aparte lesbrief aan de orde.

De strijd om de deelscore

Inhoudsopgave. Biedsysteem Info systeemboek Bert Beentjes Versie en inhoud

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst.

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS:

B.C. De Lachende Vis. Plaats: s-hertogenbosch. Oprichting: 26 april Aantal leden: 177. Gemiddelde leeftijd: 63,6 jaar

Bridgecursus voor senioren. Deel 2

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking

Herhaling: Een in een kleur opening

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Training District Dordrect: verder bieden na volgbod (theorie)

Ons biedsysteem 5-kaart Majeur

ACOL. Beknopte bieding in tabellen

Waar gaan we vandaag naar kijken? Hoeveel punten nodig voor slem Handwaardering na vastgestelde fit Moderne biedtechniek

Verdediging tegen zwakke 2-openingen

Wat moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken.

Type tussenbiedingen. De herbieding: Les 8 TUSSENBIEDEN. Terminologie. West Noord Oost Zuid. Volgbod op 1 niveau. Tussenbieden. West Noord Oost Zuid

Bijbieden na volgbod hoofdstuk 4 les 4

Toptraining NBB district Delft, verzorgd door Danny Molenaar

De weg naar Slem in 4 stappen.

Basissysteem 2 over 1 Manche Forcing. Jan-Willem van Diepen Jos van den Dool 20 juli 2017

Bieden na 1NT-opening

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

NR Spel 20 NZ --- Do Clubavond W N O Z

Dit is de eerste aflevering van de NBB Club Battle Een

Informatiedoublet en volg-sa

Drie verdedigingen tegen de Multi 2 ruiten opening: Trek de schoen aan die u past

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur

Informatiedoublet en 1SA-volgbod

Korte kleuren B.C. t Onstein

B.C. Never Down Leudal

Wat zijn nu positieve aanwijzingen om slem (verder) te onderzoeken, wat zijn negatieve?

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking

Verdedigen is moeilijk

Bridgesysteem R2. Ruurd Riewald en Berry Schipper. Wijzigingen: Lancering

Informatiedoublet en volg-sa

Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren

Systeemkaart: Bridge Instuif de Vliegert

Thema-avond: Het Doublet

Ons ACOL biedsysteem

IBG Partner Bedankt. - Regel van 20: open constructief als het aantal punten plus het aantal kaarten in je twee langste kleuren minimaal 20 is

Conventies hoofdstuk 12 les 12. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Richard Geuzebroek

Volgbiedingen. 1. Een volgbod in een kleur zonder sprong

Clubavond: hoe lang houden we het vol? Hoe hard is de ruggegraat?

Blackwood. Negatief Doublet. Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren

Openingen op 2-niveau Conventies na 1-ZT en 2-ZT Doubletten Meer bied- en spelconventies

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

De biedingen. bv West Noord Oost Zuid. tweede bijbod. herbieding

BRIDGE : woorden en begrippen

Conventies hoofdstuk 12 les 12

Een bekend dilemma tijdens het bieden is of je wel of niet mag passen

Gemengde controlebiedingen

Ghestem of Michaels cuebid of doublet of unusual SA

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden.

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

De einduitslag van deze test geeft aan in welke mate je de nieuwe alerteerregels kent én begrijpt.

Negatief doublet. 1. Voorgeschiedenis. 2. Negatief Doublet

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8

B.C. t Onstein. Kaartwaardering

De tegenpartij opent op drieniveau: wat te doen?

Leerzaam? Voor ons in elk geval wel

Alerteerprocedure. Reglement geldig vanaf 1 september Commissie Wedstrijdleiding. Opgesteld door de. van de Belgische Bridge Federatie

Clubavond BS Dalfsen.

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud

Les 7: Het doublet. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur. 1. Straf 2. Informatie. Sprong herbiedingen punten.

Bridge Service, voor gewone bridgers. Special, bijlage bij Bridge Training 700 van 6 april 2017

Sterke openingen 2SA en 2 hoofdstuk 11 (2/3 deel) les 11

Basissysteem 2 over 1 Manche Forcing

Flits 2. Bridge in een flits-2

Uitkomen $64 HVB9. K:\documenten\bridge\theorie\Cursus\lesbrieven\Uitkomen.doc blad 1

HILVERSUMSE KLAVEREN Michiel Geelen & Jan Veerbeek Versie 69 December 2012

Voor de minder ervaren spelers

Benamingen. volgbod / tussenbod. openingsbod. bijbod. antwoord op volgbod. tweede bijbod. herbieding. West Noord Oost Zuid

Les 4. Gestoord Biedverloop

Voor de minder ervaren spelers

Open met vijfkaart hoog toch 1SA

BEGINNERSTEST BIEDEN

H E X v2 Een bridge systeem. Bas van Gils

8 4 H

Lebensohl een wapen van de verdediging tegen zwakke 2-openingen

Dinsdagavond 22 augustus, zomerdrive 11, spel 4 (W/allen). Je bent OOST en hebt:

Transcriptie:

H E X, Een bridge systeem Bas van Gils bas.vangils@gmail.com Deventer, 1 februari 2006

IHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 2 Openingen 5 2.1 Openingen op 1-niveau................................... 5 2.1.1 Minors........................................ 6 2.1.2 Majors........................................ 7 2.1.3 1SA.......................................... 9 2.1.4 Overige afspraken................................. 11 2.2 Openingen op 2-niveau................................... 19 2.2.1 Multi......................................... 19 2.2.2 Muiderberg..................................... 21 2.2.3 2 -opening..................................... 22 2.2.4 2SA.......................................... 23 2.3 Preëmptieve openingen.................................. 23 3 Slem-conventies 25 3.1 Gemengde controles en splinters............................. 25 3.2 RKC-1430.......................................... 26 3.3 DOPI/ROPI........................................ 27 4 Volgbiedingen & informatie doublet 28 4.1 Volgbiedingen........................................ 28 4.1.1 Volgbieding in de tweede hand.......................... 28 4.1.2 Volgbieding in de vierde hand.......................... 29 4.1.3 Raptor 1SA volgbiedingen............................. 31 4.2 Reacties op een volgbod.................................. 32 4.3 Informatie doublet..................................... 34 4.3.1 Kracht van een informatie doublet........................ 35 4.3.2 Verdeling...................................... 36 4.4 Reacties op een informatie doublet............................ 37 4.4.1 De derde hand past................................. 37 4.4.2 De derde hand biedt................................ 38 4.4.3 Een bijzonder geval................................ 38 4.5 Twee-kleuren spellen: Ghestem.............................. 39 5 Verdedigingen 41 1

5.1 Verdedigingen tegen 1SA opening............................ 41 5.1.1 DOT........................................ 41 5.1.2 Multi Landy..................................... 42 5.2 Verdediging tegen de zwakke twee en Muiderberg................... 43 5.3 Verdediging tegen Multi.................................. 44 5.4 Verdediging tegen preëmptieve openingen....................... 46 5.5 Ekren/Tilburgse 2..................................... 46 5.6 Wereldconventie....................................... 47 6 Tegenspel 48 6.1 Uitkomsten.......................................... 48 6.2 Signaleren.......................................... 49 6.3 Uitkomst........................................... 50 6.4 Terugkomen na uitomst van partner........................... 50 2

HOOFDSTUK 1 Inleiding Dit document beschrijft een biedsysteem voor bridge. Om preciezer te zijn, het beschrijft het biedsysteem dat ik prettig vind om te spelen. Het is zowel gebaseerd op theorie (gelezen boeken) als de praktijk (spellen gespeeld op de club, op StepBridge of op drives). Dit document dient meerdere doelen. Aan de ene kant is het bedoeld om mijn gedachten over het bieden te ordenen. Aan de andere kant is het bedoeld als discussiestuk: het kan als basis dienen voor het opzetten van een systeem met mogelijke partners. Tot slot: anderen kunnen er, wellicht, ook hun voordeel mee doen. Aangezien smaak zich evolueert en er steeds weer nieuwe ontwikkelingen zijn op Bridge-gebied is het logisch dat dit document niet statisch is. Goede vragen, nieuwe ontwikkelingen, veel voorkomende (lastig biedbare) situaties; ze kunnen allen een weerslag hebben in dit document. De voorbeelden die ik noem zijn voor een groot deel verzonnen om bepaalde situaties te illustreren. Echter, enkele spellen komen uit de praktijk (Stepbridge, drives, boekjes). Op een aantal plaatsen is dat ook aangegeven. Ik heb geprobeerd het document gestructureerd op te zetten en uitgebreid te voorzien van motivaties bij gemaakte keuzes. Daar waar nodig/mogelijk heb ik ook aangegeven wat de zwakke punten zijn van afspraken, er zijn immers altijd situaties denkbaar die niet binnen het systeem opgelost kunnen worden. Dat maakt bridge zo n interessant spel: je kan zo veel afspreken als je wil, maar je moet altijd je gezonde verstand blijven gebruiken. Achtereenvolgens worden besproken: Openingen Openingen op 1-niveau Openingen op 2-niveau Preëmptieve openingen Slem-conventies Volgbiedingen Bijzondere verdedigingen tegen openingen van tegenstanders Afspraken over tegenspel Ik zal steeds eerst de gevallen bespreken waarin de tegenstanders niet storend tussenbieden. Daarna ga ik in op gevallen waarbij ze dat wel doen. In de rest van de tekst zal MA staan voor 3

een major suit (, ) en MI voor een minor suit (, ).. Een astrix (*) naast een bod betekent dat dit bod gealerteerd dient te worden. Alvorens daadwerlijk van start te gaan: mijn dank gaat uit naar Perry Groot, Mark Kaptein Inge Beekman Joop Duhne en Serena Frijters voor het proeflezen van dit document. De discussies waren interessant en hebben voor de nodige verbeteringen gezorgd zowel op het niveau van de tekst als inhoudelijk. Tot slot, in de bibliografie heb ik een lijst met boeken opgenomen die ik ter inspiratie heb gebruikt voor dit document. 4

HOOFDSTUK 2 Openingen Het moderne (paren)bridge wordt steeds agressiever. Waar je vroeger pas mocht openen op een vijfkaart en minimaal 13 punten wordt nu vaak al geopend op 11 punten en een vierkaart. Het gevecht om de deelscore wordt steeds belangrijker. Het is dan ook zaak om hiermee rekening te houden als je een systeem op zet. Je moet dus zowel voldoende constructieve als verdedigende bied-gereedschappen in het systeem op nemen. Als de tegenstanders zich met het bieden bemoeien moet er dus een onderscheid gemaakt worden tussen sterke en zwakke biedingen. Om hier constructief mee om te gaan ben ik uitgegaan van de volgende principes: Cuebids gebruik ik voor sterke fit-biedigen. Een fitbieding met sprong is een zwaktebod, vooral bedoeld om de tegenstanders maximaal onder druk te zetten. o n sprongbieding is (vaak) meer gebaseerd op verdeling dan op puntenkracht. Tot slot nog dit: het klassieke ACOL gaat in eerste instantie uit van het aangeven van puntenkracht; lengte lijkt op de tweede plaats te komen. Systemen gebaseerd op The law of total tricks 1 en Loosing trick count doen min of meer het omgekeerde, bied vooral op basis van lengte. Ik ben van mening dat beide aspecten belangrijk zijn. Puntenkracht en een (extreme) fit zijn ongeveer even belangrijk. In het bieden probeer ik hier dan ook rekening mee te houden. 2.1 Openingen op 1-niveau Ik ben van mening dat een vierkaart hoog systeem (waarbij een opening van 1 in een kleur dus altijd minimaal een vierkaart belooft) qua biedingen het meest elegant is: je vertelt partner wat je hebt. De tegenstanders luisteren echter ook mee! Bovendien is het vinden van een fit in de hoge kleuren dermate belangrijk geworden dat een vijfkaart hoog systeem toch de voorkeur verdient. Al was het maar om goed uit te kunnen nemen. Dit geldt met name in het parenbridge; het loont daar de moeite om zo snel mogelijk een fit in een van de MA te vinden. Sommige spelers gaan daar zo ver in dat ze liever in een fit met zeven kaarten in een MA spelen dan een fit met acht of misschien zelfs 9 kaarten in een MI. Het betaalt immers beter. Als openingen van 1 in een MA een vijfkaart beloven, rest de vraag: wat belooft een opening in een MI? Er zijn grofweg twee systemen denkbaar. De eerste betreft de voorbereidende klaver. 1 Het boek I fought the law van Lawrence doet vermoeden dat het gebruik van de Law minder makkelijk/ effectief is dan je zou verwachten. In sommige situaties kan het echter een goede leidraad zijn. 5

In dat geval kan 1 geopend worden op een tweekaart. In dat geval offer je uitsluitend de opening op. Het nadeel is, echter, dat je de kleur pas vanaf een zeskaart kan steunen. Het andere systeem wordt ook wel best of minors genoemd. In dat geval belooft een opening van 1 in een MI minimaal een driekaart. Dat is echter alleen het geval van een 3-3-3-4 of een 2-3-4-4 verdeling. Het principe dat fitbiedingen met sprong zwak zijn (vooral bedoeld om zand in de biedmachine van de tegenstanders te strooien) geeft de doorslag: ik ga uit van de best of minors aanpak. Qua puntenkracht kijk ik niet alleen naar punten maar zeker ook naar verdeling. Als leidraad houd ik als ondergrens 12 punten aan. Dat wil niet zeggen dat mooie handen met slechts 10 of 11 punten geen opening waard zijn! 2.1.1 Minors Een opening van 1 in een MI belooft dus minimaal een driekaart. Het verloop van fitbiedingen hangt er vanaf wat de rechter tegenstander doet: passen : Fitbiedingen vinden plaats volgens de inverted minors. Dat houdt in dat de fitbieding zonder sprong (2 in een MI) een sterke hand en dat de fitbieding met sprong (3 in een MI) een zwakke hand belooft. Een dubbele sprong wordt geboden met een extreme hand qua verdeling. Voor deze fitbiedingen (zeker voor de sprongbiedingen) moet de antwoordende hand in principe een vijfkaart of langer hebben. Het sterke 2-bod kan ook wel eens op een mooie vierkaart worden gegeven worden (zeker als de verwachting is dat er uiteindelijk SA gespeeld wordt). bieden : een enkele verhoging belooft voldoende punten om op het geboden niveau te spelen (6-9 na een gewoon volgbod, 10-11 na een sprong). Een verhoging met sprong is, uiteraard, zwak. De echt sterke handen worden via het cuebid geboden. Enkele voorbeelden: Voorbeeld 1: 952 KV3 KB109 A43 KV7 B42 V432 V52 West oord Oost uid 1-2 - In deze situatie is 2 dus een sterk bod. Het verdere bieden wordt zo besproken. Voorbeeld 2: V952 AK43 KB109 4 43 75 V87432 1052 West oord Oost uid 1 1 3?? a het het 1 volgbod van Oost is de 3 sprong zwak. Het zet oord-uid behoorlijk onder druk: moet uid nog 3 bieden? In dat geval zit West in een mooie positie om te doubleren. Ook een 3 bod van uid kan erg slecht uitpakken. 6

Voorbeeld 3: AV32 A4 KB109 432 B4 1098 V65432 98 West oord Oost uid 1 X?? Een wat extremer voorbeeld. Je hebt als oost slechts 3 punten maar zeker 9 (misschien zelfs 10) troeven samen. Deze hand is zeker geschikt voor een sprong naar 3 en misschien zelfs wel voor 4. Immers, er is een dikke kans dat de tegenstanders een manche in een hoge kleur kunnen spelen. Een issue dat nog niet besproken is, is het verder bieden na het inverted minors bod. De vraag is waar je heen wil natuurlijk. a een zwak (sprong) bod zal een pas veelal op zijn plaats zijn. a een sterk bod moeten goede afspraken gemaakt worden. De Biedermeijer standaard is prima speelbaar: 2SA herbieding = verdeelde hand, 12-14 punten. 3SA herbieding = verdeelde hand, 18-19 punten. Elk ander bod op 2niveau: belooft een stop (en ontkent een evenwichtige hand). Ook splinters kunnen geboden worden (ie Sectie 3.1) middels een sprong. In voorbeeld 1 herbiedt openaar dus 2SA. Antwoordende hand is niet sterk genoeg voor 3SA en zal dus passen. Voordeel van het bieden van SA is dat het de tegenstanders niet wijzer maakt dan ze al zijn. 2.1.2 Majors Een opening van 1 in een MA belooft een vijfkaart. Ook hier moet een onderscheid gemaakt worden tussen sterke en zwakke antwoorden. Met zwakke handen kun je, juist in een MA extra druk zetten. Als de tegenstanders niet mee bieden ziet het antwoord schema er als volgt uit: 2MA: 6-9 punten 2SA: 10-11 punten of 16+ punten 3MA: preëmptief, minimaal een vierkaart steun 3SA: 12-15 punten, no splinter 4MA: preëmtief, extreme verdeling een MI met dubbele sprong: splinter, manche-forcing Het verschil tussen de twee betekenissen van het 2SA antwoord wordt duidelijk na de herbieding van openaar. Deze kan verhogen naar de manche, inviteren met 3MAof meteen controles gaan bieden. De 2SA bieder kan dan beoordelen wat het beste is: de manche bieden of alsnog slem onderzoek starten. Enkele voorbeelden: Voorbeeld 4: AV532 543 KV2 B4 10972 109 A83 KV92 West oord Oost uid 1 X 2 3 - - 3 7

In dit voorbeeld geeft Oost aan 6-9 punten te hebben na het informatie doublet van oord. a het 3 bod van uid past West; de vijfkaart is op zich redelijk mooi maar met een bende vaste verliezers (en mogelijk slechts 6 punten bij partner) past hij. Oost weet dat er een fit is met 9 kaarten samen. Met zijn maximale volgbod en een dubbelton in de geboden kleur kan veilig 3 geboden worden. Voorbeeld 5: AK532 AV43 KB10 4 V10872 B109 AV2 AK West oord Oost uid 1-2SA* - 4 -?? Met het 4 antwoord geeft openaar aan overwaarde te hebben (minimaal genoeg voor de manche). Met 16 punten kan de 2SA bieder alsnog slem onderzoek starten door azen te gaan vragen (zie Sectie 3.2). Als de tegenstanders zich met de bieding gaan bemoeien wordt de situatie anders: het kan zijn dat SA de beste speelsoort is. Met andere woorden, de 2SA en 3SA biedingen worden dan niet meer gebruikt als fit-bieding. In deze gevallen hanteer ik de volgende fitbiedingen: Enkele verhoging: (krap) voldoende om op dat niveau te spelen Sprong verhoging: zwak Cuebid na volgbod: 10+ punten met troefsteun Cuebid na sprong volgbod: eigen opening Het voordeel van deze aanpak is dat openaar de kracht van partner beter kan beoordelen. Met name na een zwakke sprong van de tegenstanders is dit belangrijk zoals aangegeven in het volgende voorbeeld: Voorbeeld 6: Gegeven de handen uit Voorbeeld 5: West oord Oost uid 1 3 4 * -?? Door het 4 bod van partner weet openaar dat er minimaal de manche (4 ) geboden kan worden. Mocht uid nog 5 bieden dan kan hij gefundeerd besluiten wat te doen (doubleren, 5 bieden). Bovendien kan hij nu (met zelf een controle en overwaarde) ook besluiten om slem onderzoek te starten. Voorbeeld 7: AK532 AV43 KB10 4 108742 98 V3 B1092 West oord Oost uid 1 X 4?? Het informatie doublet gecombineerd met de eigen 3 punten doen bij oost de alarmbellen rinkelen. Omdat oost/west samen 10 troeven hebben zijn de tegenstanders hoogstwaarschijnlijk kort in. Het 4 bod zet de tegenstanders ze voet dwars: laat het ze maar uitzoeken. 8

Voorbeeld 8: AK532 AV43 KB10 4 1087 B109 V3 AK1092 West oord Oost uid 1 2?? Deze Oosthand is op het randje. Aan de ene kant heb je precies 10 punten (en ben je dus geneigd om 3 te bieden). Aan de andere kant is, vanuit Oost gezien, de vrouw in een verloren kaart. Twee tienen mee en een mooie kaart laten, wat mij betreft, de balans inderdaad doorslaan: bied 3. 2.1.3 1SA De 1SAopening belooft 15-17 punten en een SA-verdeling. Wat dat precies inhoudt is vaak een bron van discussie: open je een 5-3-3-2 verdeling met een 5-kaart in een MA wel of niet met 1SA? open je een 4-4-3-2 verdeling met een 2 kaart in een MA wel of niet met 1SA? Om met de eerste vraag te beginnen: als je met deze verdeling géén SA opent krijg je herbiedingsproblemen. SA herbieden limiteert de hand altijd verkeerd aangezien het de range 12-14 belooft of juist 18-19 (SA bieding met sprong). In geval van de tweede vraag gaat een zelfde redenering op: je wil graag je puntenkracht vertellen. Indien op de juiste manier gebruik gemaakt wordt van Puppet Stayman en Jacobi val je je geen buil aan dit soort gevallen. De antwoorden op een 1SA opening: 2 : Puppet Stayman (zie verderop in deze sectie) 2,, : Jacobi. 2 is een transfer voor beide lage kleuren. Dit heeft als nadeel dat bij een transfer voor de sterke hand op tafel komt. 3,,, : manche-forcing met een goede vijfkaart in de geboden kleur. Sterk uitnodigend om controles te bieden. De keuze om 1SA te openen met een vijfkaart in een MA is niet onomstreden. Het is een terugkerend issue in de bladen en op internet. eem bijvoorbeeld deze hand: 102 KV1082 AV3 AB2. Deze hand telt 16 punten. Issues die spelen: Stel, je opent 1. Wat herbied je als partner 1 of 1SA antwoord? De vijfkaart is in dit voorbeeld van goede kwaliteit dus je zou kunnen overwegen om m te herhalen. In alle andere gevallen ben je gedwongen om (qua punten) te sjoemelen en SA te herbieden. Gevolg: partner komt er niet achter hoe sterk/zwak je bent. Aan de andere kant: stel, je opent 1SA en partner laat je er op zitten. Met een magere dubbelton kan je al down zijn voor je eens aan slag komt! De keuze lijkt te zijn: wil je het risico nemen om met deze handen 1SA te bieden, of kies je er toch voor om eerst en vooral je puntenkracht (15-17) aan te geven. Ik ben van mening dat je door Puppet Stayman te gebruiken je een goede balans bereikt: je kan zowel je puntenkracht aangeven en een vijfkaart in een hoge kleur komt toch wel uit de verf. Een voorbeeld van het gebruik van Puppet Stayman wordt verderop gegeven bij de bespreking van deze conventie. oals al opgemerkt, het bieden wordt steeds aggressiever. Er wordt dan ook steeds vaker tussengeboden na een opening van 1SA (bijvoorbeeld middels DOT of MultiLandy). Traditioneel zijn er twee manieren om hier mee om te gaan: de conventies laten vervallen (en dus reëel bieden), of 9

de conventies blijven spelen (waarbij X aangeeft dat je gestoord wordt in je bod). Beide systemen hebben voor- en nadelen. Een van de problemen is dat het onduidelijk is of een doublet voor straf is of informatief. Bovendien is het vaak onduidelijk hoeveel speelkracht de antwoordende hand heeft (is een volgbod een take-out, of is de antwoordende hand juist sterk?). Lebensohl Lebensohl wordt gebruikt voor het bieden na 1SA als de tegenpartij zich ermee bemoeit. Het basis schema na 1SA, gevolgd door een bod van de tegenstanders op 2-niveau: een direct bod op drieniveau is forcing een direct cuebid: Stayman, ontkent opvang in de kleur van de tegenstanders 2SA: 1SAopenaar biedt verplicht 3. Pas of corrigeer naar eigen kleur: zwak spel Cuebid: Stayman, belooft opvang in de kleur van de tegenstanders 3SA: 10+ punten, belooft opvang in de kleur van de tegenstanders 3SA: 10+ punten, ontkent opvang in de kleur van de tegenstanders Als je kleur boven de kleur van de tegenstanders ligt kun je onderscheid maken tussen zwakke, sterke en inviterende handen: direct de eigen kleur (op 2-niveau): zwak spel 2SA, gevolgd door kleur op 3-niveau: inviterend spel sprong naar 3-niveau: sterk spel Het volgende voorbeeld illustreert hoe Lebensohl gebruikt kan worden. De oord-uid handen zijn bewust weggelaten: Voorbeeld 9: KV3 V104 VB43 KV3 2 A9652 10982 B102 West oord Oost uid 1SA 2 2SA* - 3 * - 3 De transfer naar harten is niet meer mogelijk na het 2 bod van oord. Met een singelton in de kleur van oord wil je als Oost toch iets, ondanks de slechts vijf punten. Via de 2SA-omweg wordt 3 bereikt. Openaar weet dat partner een (betrekkelijk) zwakke hand heeft. Dan rest nog de vraag wat er gedaan moet worden als onze 1SA gedoubleerd wordt (een natuurlijk doublet, dus). De vraag is of het zin heeft om dan de conventies te laten bestaan of dat ze moeten vervallen. De volgende oplossing blijkt simpel en effectief: X X is sterk en geeft aan dat je verwacht 1SA wel te maken De conventies blijven gewoon bestaan Als partner pas dan kan de 1SA openaar middels X X om een uitvlucht vragen. In dat geval fungeert X X dus als S.O.S. 10

Puppet Stayman a een 1SA bod vraagt het 2 bod naar een vijfkaart in een hoge kleur. Het voordeel hiervan is dat zowel een 4/4 als een 5/3 fit in een hoge kleur snel ontdekt kan worden. De antwoorden en herbiedingen zijn als volgt: 2 : geen vijfkaart in een MA maar wel een of meer vierkaarten. Hierna bied de 2 bieder als volgt: 3 belooft beide hoge vierkaarten, laat de keuze aan de 1SA openaar 2 belooft een vierkaart en 2 belooft een vierkaart. Hiermee wordt voorkomen dat de sterke hand op tafel komt. 2SA is een inviterend bod 3SA is een eindbod. 2 / : belooft een vijfkaart. Hiermee ligt de 5-3-3-2 verdeling zo goed als vast. 2SA: geen hoge vier of vijfkaarten. Het volgende voorbeeld illustreert het gebruik van Puppet Stayman. Let wel: mochten de tegenstanders besluiten om op hoog niveau uit te nemen dan is de verdeling van openaar zo goed als bekend. Dat kan een fors nadeel zijn bij tegenspel. Voorbeeld 10: A10 KB943 VB10 KVB K532 A82 A2 10982 West oord Oost uid 1SA - 2-2 - 4 Voorbeeld 11: A104 KB93 VB10 KVB K532 A82 A2 10982 West oord Oost uid 1SA - 2-2 - 2-2SA 3SA In de Westhanden van voorbeelden 10 en 11 zit precies een kaart verschil. In het ene geval heeft West een vijfkaart harten waarna de -fit moeiteloos gevonden wordt. In het andere geval heeft West een vierkaart. a het 2 antwoord biedt Oost 2 om een vierkaart aan te geven. Hierna weet West dat het SA moet worden. Oost biedt daarna de manche uit. Merk op dat je in geval van de eerste hand geen goede herbieding hebt als je 1 opent. Partner volgt 1 en dan? In het tweede geval is dit geen probleem, je opent gewoon 1SAen daarna vind je na (gewoon) Stayman ook het juiste 3SA contract. 2.1.4 Overige afspraken Er zijn nog diverse andere afspraken te maken, onder andere voor het onderzoek naar SA, voor slem onderzoek en in het geval de tegenstanders tussenbieden. 11

Losing trick count (LTC) In het bieden moeten regelmatig lastige beslissingen gemaakt worden zoals: Wat ga ik bieden op een x xxxxx xxxxxx x verdeling met slechts 4 punten? Hoever bied ik door? Ga ik naar de manche, of zit er wellicht slem in? Ga ik met mijn hand partners volgbieding verhogen of niet? In dit soort gevallen zijn zaken als verdeling vaak belangrijker dan het aantal punten dat je hebt. In dit soort gevallen kan LTC een belangrijk hulpmiddel zijn. Het voorbeeld op de kaft van het boek The modern losing trick count (Klinger) geeft deze situatie: Voorbeeld 12: 8763 AQB1064 7 AK A K982 A8643 754 Met deze miezerige 25 punten samen zit er een groot slem in! De auteur claimt dat dit slem op basis van LTC niet te missen is. a lezing van het boek ben ik geneigd om het met hem eens te zijn. In de praktijk mis je minder vaak iets als je hiervan gebruik maakt. In deze sectie neem ik slechts een (erg) korte samenvatting op van de hoofdpunten van dit systeem: Het systeem kan gebruikt worden nadat een troefkleur is vastgesteld. Het werkt dus niet voor SA spellen. De basis formule voor LTC is: tel je verliezers tel partners verliezers erbij op trek het totaal af van 24 het antwoord dat je krijgt is het aantal slagen dat je kan maken (althans, de verwachting ervan) als de kleuren normaal verdeeld zitten en de helft van de snits werken. Let op: het is geen wet van meden en perzen! Om je eigen verliezers te bepalen: tel alleen verliezers in de eerste 3 kaarten van een kleur tel azen, vrouwen en heren als winners, elke kandere kaart is een verliezer. correctie-factor: een losse vrouw (zonder aas of heer dus) moet als een halve verliezer gesteld worden. Een bezit als Vxx is immers veel minder krachtig dan Axx. Partners verliezers kun je niet tellen maar moet je schatten: opening verliezers zwakke opening 8 normale opening 7 1SA 6 sterke opening 5 2SA 4 2 3 12

In het bovenoemde voorbeeld wordt oost wakker na partners opening van 1. Hij telt 7 verliezers in de eigen hand en weet dus dat het minimaal naar de manche moest (24-(7+7) = 10 slagen). a een 3 splinter is west niet meer te stoppen want hij telt slechts 5 verliezers in de eigen hand. Tegenover partners splinter moet slem mogelijk zijn. a controles (eventueel gevolgd door RKC) kan het slem geboden worden. In de praktijk raapte ik eens deze hand op: 4 76543 1098654 A. Partner opende als oost de bieding met 1 en zuid volgde met een X. Wat doe je dan? In deze hand tel je 7 verliezers (mits / / fitje gevonden wordt). Het is du duidelijk dat je iets moet doen. Met deze hand kan je rustig een keer volgen. Mocht het bieden aggressief verlopen en partner steunt je dan heb je in elk geval een goede kleur gevonden om uit te nemen! Forcing/non-forcing Het herkennen van forcing biedingen is niet altijd even makkelijk omdat de meningen erover kunnen verschillen. Het doel van deze sectie is om enkele probleemgevallen eruit te lichten. Allereerst het biedverloop: West oord Oost uid 1-1 - 2 In dit geval is het 2 bod niet forcing. Met slechts 6 punten kan dit het goede contract zijn in een 4/4 fit. Met een driekaart en 6-9 punten wordt 2 geboden. Met een sterkere hand (10+ punten) en minimaal een driekaart kan geïnviteerd worden. Merk op dat west met een sterke hand dus 3 moet bieden! Immers: een nieuwe kleur op drie niveau is manche forcing! Dat blijkt ook na een kleurherhaling in een MA. eem bijvoorbeeld deze biedserie: West oord Oost uid 1-2 - 2-3 - West geeft een zeskaart aan en belooft niet geweldig veel overwaarde. Oost heeft blijkbaar en en minimaal een eigen opening. Het 3 bod maakt het bieden mancheforcing. West kan nu de vierde kleur (Sectie 2.1.4) bieden, 3 herbieden (erg zwak!) of 3SA bieden met een opvang in. Biedseries met een kleurherhaling in een MI verdienen speciale aandacht, vooral de gevallen waarin partner 5/4 in de MA heeft. In deze bieding: West oord Oost uid 1-1 - 2-2 geeft openaar aan een zeskaart te hebben zonder veel overwaarde. Antwoordende hand heeft een vijfkaart en minimaal een vierkaart. De vraag is of het 2 bod forcing of non-forcing moet zijn. Voor beide is wel wat te zeggen. Forcing: want 2 is een goed contract, dus toont 2 harten interesse in meer. Bovendien is het lastig bieden als je verplicht 3 moet bieden om de bieding forcing te houden. on-forcing: contract verbetering, kan belangrijk zijn in paren. Ik vind dat het een forcing bod moet zijn, voornamelijk omdat het alternatief is dat je met een inviterende hand na 2 dan 3 moet bieden. Merk op dat een biedverloop met een vijfkaart in een MA en een vier of een vijfkaart in een MI minder lastig zijn. eem het biedverloop 13

West oord Oost uid 1-1 - 2-3 Hier is de situatie uiteraad manche forcing. Immers: het 3 bod betreft nieuwe kleur op drie niveau! De volgende biedserie (uit een spel met Mark op Stepbridge) is ook interessant: West oord Oost uid 1-1SA - 2-3 Tijdens het spelen zette dit bod me even op het verkeerde been maar eigenlijk is de biedserie heel logisch. Met het 1SA bod limiteerde Mark zijn hand op 6-9 punten. Met 2 was mijn hand bekend: vijfkaart schoppen, minimaal een vierkaart harten, niet bijzonder veel overwaarde wat punten betreft. Het 3 bod van Mark betekent: lengte (minimaal zeskaart) in, niet forcing. Een pas van mijn kant had een top op geleverd, helaas kwamen we in 4 terecht. Tot slot een biedserie waarbij de tegenstanders mee doen. Onderstaand spel kwam voor op een clubavond: West oord Oost uid pas 1 pas pas 2 pas pas 2 pas 3 pas?? De hamvraag is: wat betekent 3? Wat voor hand geeft dit aan. Barage heeft in deze biedserie geen zin. Het geeft dus een hand aan die dusdanig sterk is dat je zelfs tegenover een minimale partner (minder dan 6 punten dus) misschien nog wel een manche kan spelen. 3 is dus inviterend! Bovendien is de hand blijkbaar ongeschikt om 2 te doubleren. Tot slot de situatie waarin een bod van de tegenstanders dusdanig in de weg zit dat je gedwongen wordt om op 2-niveau en boven de openingskleur van partner moet gaan bieden. Bijvoorbeeld: West oord Oost uid 1 1 2 - Wat moet 2 hier betekenen? Veel paren spelen het als sterk maar dat lijkt op de lange duur niet winnend. Beter is om het als negative free bid te spelen: 8-11 punten met een goede vijfkaart of een redelijke zeskaart. Het bod is niet forcing (maar wel inviterend. Een mooi handje in bovenstaand biedverloop zou zijn: xx AB10xxx xx KVx. Sprong in een nieuwe kleur Traditioneel in ACOL wordt een sprong in een nieuwe kleur als antwoord op het openingsbod geïnterpreteerd als: een eigen opening met een zeskaart. Gezien het principe dat opening + opening = manche is het bieden daarmee mancheforcing geworden. Ik speel echter sprongbiedingen als zwak, zelfs in het geval dat partner al geopend heeft. Dat soort biedingen komen dus niet vaak voor. Een voorbeeld van zo n hand is V10976432 32 10 108. a een opening van partner is de kans best aanwezig dat de tegenstanders een manche kunnen spelen. Het is waarschijnlijk dat ze het merendeel van de punten hebben en kort zijn in. Om het bieden onder druk te zetten kan hiermee 2 (of zelfs 3 bij gunstige kwetsbaarheid) geboden worden. In de praktijk heb ik op een slechte dag na een 1 opening van partner met xx K10875432 x xx verzuimd 4 te bieden; ik bood veel te zwak 2. Hierdoor hadden de tegenstanders alle ruimte om naar 3SAte bieden: 14

oord Oost uid West 1 X 2 X - 2-3 - 3SA Dit leverde dus een dikke nul op (4 was -1 of -2 gegaan). Ik had me moeten realizeren dat partner nooit veel in kan hebben (je mist er vijf die verdeeld zitten over 3 spelers). Met andere woorden, als je druk wil zeggen moet je dat meteen doen: 4. Gezien de opening bij partner zal dat in de praktijk vaak goed uitpakken. Een andere uitglijder betrof deze hand: 10x AKB10xxx xx Vx. iemand was kwetsbaar, ik was uid en het bieden verliep als volgt: West oord Oost uid 1 2 X?? Ik had me moeten bedenken dat ik partners helemaal niet nodig heb, mijn eigen bezit in deze kleur is goed genoeg. Verder had ik me moeten bedenken dat mijn bezig in opgeteld bij het 2 volgbod van partner waarschijnlijk een nuttig bezit was. Mijn 3 volgbod was dan ook veel te mager: het had 4 moeten zijn! Vierde kleur Een bod in de vierde kleur is een vraagbod: het vraagt om opvang in deze kleur zodat er veilig SA geboden kan worden. Bijvoorbeeld: Voorbeeld 13: 107 V92 A32 AV832 KV842 K104 KV52 10 Oost uid West oord 1-2 - 2-2 * - 2SA - 3SA In dit biedverloop vraagt het 2 bod om een opvang in de vierde, ongeboden kleur. Met een opvang biedt oost 2SA waarna west veilig de manche kan bieden. De vierde kleur kan ook gebruikt worden om het bieden manche-forcing te maken: als een van de kleuren van openaar gesteund wordt na diens antwoord op de vierde kleur is het bieden manche-forcing geworden. Bijvoorbeeld: Voorbeeld 14: AK532 4 AV43 VB10 V107 A2 KB109 K942 West oord Oost uid 1-2 - 2-2 * - 2-3 -?? a de 1 opening weet de antwoordende hand dat er een minimaal een manche, maar misschien wel meer in zit. Door rustig op te bouwen komt de dubbelfit naar voren. Door eerst de vierde kleur te bieden en daarna te steunen is het bieden manche-forcing geworden. Het is dus sterk uitnodigend om een slempoging (controles) te doen of de manche te bieden met een minimale opening. 15

egatief doublet a een opening van 1 in een MI en een tussenbod van de tegenstanders wil je partner een aantal dingen vertellen (mits je voldoende punten hebt): of je bezit hebt in een MA en of dat bezit bestaat uit een vierkaart of (minimaal) een vijfkaart. Het negatief doublet kan hiervoor gebruikt worden. Een hele poos heb ik een eigen variant van het negatieve doublet gespeeld: a een 1 opening en een 1 tussenbod van de tegenstanders belooft X een vierkaart in beide majors. De consequentie hiervan is dat je je vierkaart gewoon kan bieden als je slechts één van de majors hebt. a een opening van 1 in een MI en een tussenbod in een MA van de tegenstanders wordt het anders: a een 1 tussenbod ontkent het doublet een vierkaart. Het hoeft geen vierkaart te beloven! Daarmee zouden teveel handen onbiedbaar worden. Met andere woorden, het X geeft een hand aan die verder niet biedbaar is. na een 1 tussenbod belooft het een vierkaart. De consequentie hiervan is dat je met een een 4 kaart ruiten en 6-9 punten moet improviseren; wellicht kan je SA bieden of een X geven op een goede driekaart in. Onderstaande illustreert het negatief doublet zoals ik het speelde: Voorbeeld 15: West oord Oost uid 1 1 X - West oord Oost uid 1 1 X - In de eerste biedserie ontkent het X een vierkaart en belooft het minimaal 6 punten. In de tweede biedserie belooft het X minimaal een vierkaart en minimaal 8 punten. Op zich is deze variant goed speelbaar. In de praktijk bleek echter dat het nogal eens mis ging omdat partner gewend was aan het klassieke negatieve doublet. Dat is de belangrijkste reden om toch maar het klassieke negatieve doublet te spelen (waarbij na 1MI gevolgd door 1MA van de tegenstanders het X een vierkaart in de andere MA belooft). Check-back Stayman In veel spellen is het voor de antwoordende hand lastig om een vijfkaart in een MA goed uit de verf te laten komen. Vaak wordt de dan-maar conventie toegepast: dan maar de kleur herbieden op een vijfkaart, dan maar steunen op een driekaart in een lage kleur, dan maar SA bieden. Om dit soort problemen het hoofd te bieden is de Check-back Stayman (CBS) conventie bedacht. CBS treedt in werking na het volgende, schematische, biedverloop: 1MI 1SA 1MA a dit biedverloop kan de antwoordende hand om een driekaart steun voor zijn MA vragen door 2 te bieden. Het antwoord schema: 2MA: driekaart steun, minimaal 3MA: driekaart steun, maximaal 16

2 : geen steun, minimaal 2SA: geen steun, maximaal de andere MA: geen steun, vierkaart in deze MA. Het lijkt voor de hand te liggen om CBS uitsluitend te spelen met inviterende handen. Dat gaat echter mis met handen als Hxxxx Hxxx x xxx. Stel dat partner 1 opent. Dan wil je echt het liefst in of zitten en zo laag mogelijk! Daarom speel ik CBS gewoon met elke hand. Goede afspraken over forcing biedingen zijn dan wel noodzakelijk. De regel die hierbij in acht genomen moet worden is dan ook: als partner van de openaar na het antwoord op CBS nog doorbiedt dan is het bieden mancheforcing geworden. Vergelijk: 1 1 1 1 1SA 3 1SA 2 * 2 3 In de eerste biedserie is 3 een inviterende hand met en. In de tweede hand is het bieden forcing gemaakt via de CBS-omweg. De volgende twee voorbeelden laten zien hoe CBS in de praktijk gebruikt kan worden. Voorbeeld 16: AV3 104 VB432 AB10 1097 KV875 A7 V43 West oord Oost uid 1-1 - 1SA - 2 * - 2SA - 3SA a het 1SA bod is nog onduidelijk wat de juiste manche is. onder steun voor zal het waarschijnlijk 3SA moeten worden. Met 2 wordt naar steun gevraagd. Met 2SA omschrijft openaar zijn hand verder waarna partner met 11 punten de manche kan bieden. Voorbeeld 17: AV3 1042 VB43 AB10 K97 AKV75 A7 K43 West oord Oost uid 1-1 - 1SA - 2 * - 3 -?? a opening van partner heeft Oost met 19 punten slem-visioenen. Het is nog onduidelijk of het slem in of in SA moet worden. a het positieve signaal (3 ) van partner kan het slem onderzoek begonnen worden. Merk op dat je soms ook een vierkaart in de andere MA nog aan kan geven. Bijvoorbeeld: Voorbeeld 18: AV B1042 VB43 VB10 K10975 AKV5 A K43 West oord Oost uid 1-1 - 1SA - 2 * - 2 -?? Dit keer geeft west aan een vierkaart te hebben en minimaal te zijn (anders zou hij 3 hebben geboden). o wordt de 4/4 fit in nog gevonden. 17

Tegenstanders bieden 1T tussen Volgbiedingen nemen per definitie ruimte weg. Met name in het moderne paren bridge wordt al vlot gevolgd. Een van de uitwassen is de zwakke sprong die al op een vijfkaart geboden kan worden. Een 1T volgbod (pakweg met de range 14 17) neemt bijzonder veel ruimte weg. Bovendien geeft het de nodige sterkte aan en is voorzichtigheid geboden. Helaas heb ik hiermee een paar vervelende ongelukken gehad. a wat zoeken in de boeken vond ik de volgende, redelijk standaard, afspraak voor deze situatie: X is voor straf. In principe geeft het een hand aan met ongeveer 10 punten. Echter, met een mooie lange kleur en een aankomer kan het ook wel op een punt of 8. 2 is conventioneel en belooft in principe minstens 4/4 in de MA. De antwoorden zijn natuurlijk: 2 laat de keuze aan partner en 2 / zijn preferentie. een eigen kleur bieden is in principe zwak met een zeskaart (of een behoorlijke vijfkaart). Partner wordt geacht te passen. fitbiedingen zijn natuurlijk. Deze afspraken zijn vooral gebaseerd op de redelijk logische aanname dat na een 1SA volgbod van de tegenstanders een manche er over het algemeen niet in zit. Met extreme handen moet dus wat geïmprovieerd worden. Tot slot not het volgende. Het biedverloop: West oord Oost uid 1 1SA 2 verdiend extra aandacht. De vraag is: moet je 2 hier als fitbieding spelen voor de eerste kleur van openaar, of moet je het conventioneel spelen? aar mijn mening is het verstandig om het bod als conventioneel te bestempelen. Dit vooral om twee redenen: (1) het komt vaker voor en (2) de MA s betalen beter. De enkele keer dat je precies 2 wil spelen zal je moeten passen (of 3 gokken). Cuebids Tegenstanders bemoeien zich nogal snel met de bieding tegenwoordig. We hebben al afgesproken dat een direct cuebid een fitbod is. Cuebids kunnen echter ook later in het spel gebruikt worden om om te gaan met stoppers in hun kleur(en). Dit is vooral handig noodzakelijk onderweg naar 3SA. Veel paren spelen cue vraagt stop. a flink wat spellen kwam ik er achter dat dat op zich een speelbare situatie is zolang de tegenstanders maar één kleur hebben geboden. In het geval van twee kleuren wordt het lastiger. Beter is: Als tegenstanders één kleur hebben geboden dan vraagt een cue een stop Als tegenstanders twee eén kleuren hebben geboden dan belooft een cue een stop In het volgende voorbeeld laat ik de laatste variant zien. De eerste is standaard (en dus simpel). Voorbeeld 19: 109 KV82 AK43 B103 KV975 103 V8 KV92 West oord Oost uid 1 1 1 2 2 X 3SA In dit geval belooft openaar een stop in een van de kleuren van de tegenstanders. De antwoordende hand weet genoeg en kan de manche knallen. 18

Doubletten na (hun) volgbod in de sandwich Het is ongelooflijk om te zien hoe slecht er gevolgd wordt in de sandwhich positie, met name op 2-niveau: West oord Oost uid 1X - 1Y 2 Het is een typische plek om te psychen omdat veel partnerships geen goede afpraken hebben over het bieden in deze situatie. De grote vraag is: is een doublet voor straf of informatief? De klassieke literatuur (bijv. Westra) vindt dat een doublet voor straf is omdat je achter de knoeiende bieder zit. a wat verder zoeken lijkt er een betere afspraak te zijn: een doublet is informatief, een pas kan voor straf zijn. 2.2 Openingen op 2-niveau In het klassieke ACOL zijn de openingen op 2-niveau sterk. De 2 opening is de sterkste opening, 2SA belooft 20-22 punten en de overige openingen beloven ongeveer 8 speelslagen (niet zo zeer punten als wel speelslagen). eker omdat deze openingen zo weinig voor komen wordt er in het moderne bridge nogal wat geëxperimenteerd met allerlei zwakke openingen op dit niveau, bijvoorbeeld middels de zwakke twee (6-10 punten met een zeskaart in de geboden kleur), Multi, Muiderberg, Ekren en de Tilburgse twee. De vraag die je je moet stellen is: stel dat ik twee openingen als zwak ga spelen, hoe laat ik dan mijn (semi)forcing hand horen? Het is dus, evenals in het geval van openingen op 1-niveau, zaak om een goede balans te vinden tussen verdedigend bieden enerzijds en constructief bieden anderzijds. Evenals in het systeem Biedermeyer Rood heb ik ervoor gekozen om zowel Multi als Muiderberg op te nemen. Samen met de aangepaste 2 opening kun je zowel de traditionele zwakke twee in een MA kwijt als alle (semi)forcing handen. Het 2 / wordt gebruikt voor Muiderberg. Dat neemt niet weg dat de andere zwakke openingen minder goed zouden zijn. De zwakke twee (met Ogust) is bijvoorbeeld erg goed speelbaar. Ekren vind ik erg erg elegant en de Tilburgse twee maakt het bieden wel lastiger. In de praktijk wordt die echter vaak afgestraft, voor je het weet heb je 800 aan je broek! 2.2.1 Multi Multi wordt, zoals de naam al aangeeft, geopend met diverse handen. In de Multi 2 -opening zitten. Aangezien onze 2SA (zie Sectie 2.2.4) een apart biedspeeltje bevat zit de klassieke 20-22SA in de multi: zwakke twee in een MA (6-10 punten met een zeskaart) semi-forcing handen in een MI (ongeveer 9 a 10 speelslagen) 20-22 punten met een SA verdeling Omdat er zo veel verschillende handen in de Multi 2 zitten ligt het antwoordschema grotendeels vast: Antwoord 2 met alle handen waarmee je 2 wil spelen tegenover een zwakke twee. a 2-2 : pas : zwakke 2 19

2 : zwakke 2 2SA: 25+ SA 3 / : semi-forcing in geboden kleur Antwoord 2 als je 2 wilt spelen tegenover een zwakke twee en anderzijds 3 of 4 wil spelen tegenover een zwakke twee. Het toont dus een hartenfit. Hierna verloopt het bieden als volgt: pas : zwakke 2 2SA: 25+ SA 3 / : semi-forcing in geboden kleur 3 : zwakke twee, minimum 4 : zwakke twee, maximum Antwoord 2SA als je manche interesse hebt tegenover beide hoge kleuren. a 2-2SA: 3 : zwakke twee, minimum/medium 3 : zwakke twee, minimum/medium 3 : zwakke twee, maximum 3 : zwakke twee, maximum 3SA: 25+ SA 4 / : semi-forcing in geboden kleur Antwoord 3 / is echt en non-forcing. Alleen doorbieden met een maximale zwakke twee (in een MA) plus fit. Het voordeel van de Multi is tevens het nadeel: je kan er nogal wat openingen in kwijt. Dat maakt de verdediging tegen Multi lastig maar je kan partner ook op het verkeerde been zetten. In de praktijk valt dat overigens wel mee. Ook is het zo dat, bij de zwakke twee in harten, de hand van openaar op tafel komt. De volgende voorbeelden, waarbij de tegenstanders zich niet met de bieding bemoeien, illustreren het gebruik van de Multi. Voorbeeld 20: B108732 642 VB3 A 975 A10 KV73 6543 West oord Oost uid 2 * - 2 * - 2 Het 2 bod is een relay. Met een zwakke twee in biedt West 2 waarna het bieden stopt. Mochten de tegenstanders zich nog in de bieding mengen dan kan oost bij gunstige kwetsbaarheid nog 3 bieden op basis van de law. Voorbeeld 21: B108732 642 VB3 A KV7 AK5 K73 K543 West oord Oost uid 2 * - 2SA* - 3 * - 4 20

Het 3 antwoord belooft een mininum/medium zwakke twee in. Met drie mooie troeven mee en 18 punten wil je met zo n hand de manche spelen. Als er na de 2 opening door de tegenstanders wordt tussengeboden kan partner alsnog in actie komen. Doublet op een MA betekent: pas als je in die kleur een zeskaart hebt, of bied anders de andere hoge kleur. Het belooft dus zeker enige (speel)kracht. 3 blijft converteerbaar (pas of corrigeer naar 3 ). Voorbeeld 22: B108732 642 VB3 A V76 K105 K37 K543 West oord Oost uid 2 * 3 3 * - 3 Dit spel kwam voor op de kerstdrive 2004 waar ik met Perry speelde 2. Door het 3 bod kan het normale 2 -bod niet meer geboden worden. Het is zeer waarschijnlijk dat openaar een zwakke twee in een MA had. Met drie troeven mee en wat punten wil je sowieso tot op driehoogte mee bieden (the law of total tricks!). 3 is converteerbaar en 3 een kansrijke deelscore. Als oost geen geschikte hand heeft om 3 in een MA kan altijd nog gepast worden. Bovendien kunnen foutjes van de tegenstanders genadeloos afgestraft worden. 2.2.2 Muiderberg u de zwakke twee in een MA al in de Multi zit kunnen we de 2 / openingen gebruiken voor een ander speeltje. De basis voor een Muiderberg opening is een hand met een vijfkaart in een MA, minimaal een vierkaart in een MI en 6-10 punten 3. a zo n opening heeft partner de volgende mogelijkheden: de andere MA is echt en non-forcing 2SAvraagt naar de lage kleur van partner: 3 : 4 of 5 kaart 3 : 4 of 5 kaart 4 : 6 kaart 4 : 6 kaart Als je als antwoordende hand na dit antwoord nog doorbiedt heb je een sterke (mancheforcing) hand. 3 : converteerbaar, pas of corrigeer naar 3. Dit bied je in principe uitsluitend met (minstens) 4/4 in de lage kleur en een singleton in de MA van partner. De 5/2 fit in de MA speelt vaak zo slecht nog niet. 3 : inviterend in de geboden MA steunen is preëmptief. Dit geschiedt in principe aan de hand van The law of total tricks; hoe beter de fit, hoe hoger geboden kan worden. 3SA: echt en om te spelen nieuwe kleur met sprong in lage kleur: controle bieding of splinter 2 Ik kan me de exacte handen niet herinneren maar het biedverloop was precies hetzelfde. 3 Een vierkaart in de andere MA is, overigens, verboden. Een hand als x x x x x x x x x x x x x mag dus niet met een Muiderbergse 2 geopend worden. 21

Het volgende voorbeeld laat de storende kracht zien van Muiderberg. Voorbeeld 23: B10832 642 VB53 A A764 952 1073 1095 West oord Oost uid 2 * X 3?? Het informatie doublet belooft (tenzij een conventie gespeeld wordt) een forse opening zonder uitgesproken kleur. a de verhoging tot 3 door Oost staat uid voor het blok. Wat is hier goed? 4 gokken? Teruggekaatst doublet? Wie zal het zeggen. 2.2.3 2 -opening Aangezien de semi-forcing handen in een MA nog geen plaats hebben wordt de 2 opening, evenals de 2 opening, een vergaarbak. We stoppen er naast deze semi-forcing handen en de handen met 23+ punten ook de SA handen met 23-24 of 25+ punten in, evenals de zwakke twee in. Hierdoor worden de antwoorden op de 2 opening schematisch: als je 15+ punten hebt en een goede vijfkaart: noem dan de kleur als je 15+ punten hebt en een SA verdeling: bied 2SA in alle andere gevallen: bied 2 a 2 en een (2 ) bod van partner: 2MA: mancheforcing, minimaal 5kaart in geboden kleur, geen SA hand. 2SA: 23-24 punten met een SA verdeling 3MI: mancheforcing, minimaal 5kaart in geboden kleur, geen SA hand 3SA: 25+ punten met een SA verdeling 3MA: de semi-forcing handen in / met een lange troefkleur. Partner kan het bod afmaken in de manche of controles gaan bieden. De volgende twee voorbeelden illustreren het gebruik van de 2 opening: Voorbeeld 24: 42 A K109832 VB53 V764 B1095 765 105 West oord Oost uid 2-2 X - 2 3?? Wederom staat uid voor het blok. Partner heeft blijkbaar minimaal een vijfkaart en wat punten. Met zelf maximaal een driekaart is het maar de vraag wat uid moet bieden ondanks de meerderheid aan punten. Voorbeeld 25: AB KVB1098 AK 432 K643 5 765 AB1075 West oord Oost uid 2-2 - 3-3SA 22

Het 3 antwoord geeft een semi-forcing aan in. Met slechts een singelton en wel wat puntenkracht wil Oost naar de manche. West heeft slechts één kleur en daarom lijkt 3SA het goede eindbod. Met een minder goede hand moet West gewoon 1 openen. 2.2.4 2SA De sterke SA varianten zitten inmiddels in andere openingen; de 20-22 zit in de multi, 23-24 en 25+ zitten in de 2 opening. Hierdoor komt het 2SA bod vrij voor een biedspeeltje: de unusual 2SA opening. Dit komt er op neer dat je 2SA opent met een 5/5 verdeling in de MI en 6-10 of 16+ punten. Met 11-15 punten kun je gewoon 1 openen. Het antwoorden schema is vrij natuurlijk: 3 in een MI: om te spelen tegenover de zwakke variant. Met een sterke hand kan openaar doorbieden. 3 in een MA: echt, mancheforcing en minimaal een vijfkaart. Openaar kan steunen (op een tweekaart?), SA bieden of een van de MI bieden. 3SA: om te spelen tegenover de zwakker variant. Met een sterke hand kan openaar doorbieden. 4 of 5 in een MI: barrage De sterke variant zal niet overdreven vaak voorkomen maar we hebben m toch in het systeem opgenomen omdat ie in weze gratis is. Bijvoorbeeld: Voorbeeld 26: 9 93 KB1072 A10982 V1082 A2 9843 B43 uid West oord Oost pas 2SA X 3?? In dit geval heeft west de zwakke variant met 8 punten. Met slechts 7 punten kiest oost voor 3 in de 5/4 fit en oord mag nu maar uitzoeken wat nog te bieden. Effectief heb je dus het hele 1 en 2 niveau weggenomen voor de tegenstanders. 2.3 Preëmptieve openingen Openingen op drie en vier niveau zijn preëmptief. De preëmptieve openingen op drieniveau zijn traditioneel handen met 6-10 punten en een zevenkaart in een kleur. De 3SA opening is gambling, het belooft een lange, dichte lage kleur (AKVxxxx of AKxxxxxx) met hooguit een vrouw of een boer ernaast. Met een opvang in de overige kleuren past partner en anders wordt 4 (converteerbaar) geboden. Een heel enkele keer wordt je opgepakt maar vaak pakt het goed uit. Voor de MA nemen we ook openingen op met een achtkaart mee. Merk op dat deze handen vooral geopend worden op basis van lengte en niet zo zeer op basis van punten. Er moet bij dit type handen dan ook een onderscheid tussen magere en goede handen met een achtkaart gemaakt worden. De amyats conventie is hierbij erg bruikbaar. Een typische magere hand betreft een achtkaart met slechts een of twee punten in de lange kleur. Een typische goede hand betreft een achtkaart met negen of 10 punten en een lange kleur. Schematisch zien de openingen er als volgt uit: 3 / / / : alle handen met 6-10 punten en een zevenkaart in een kleur 4 : goede achtkaart 23

4 : goede achtkaart 4 : magere achtkaart 4 : magere achtkaart Het verschil tussen een magere en goede achtkaart kan erg belangrijk zijn als de tegenstanders nog in de bieding proberen te komen na de preëmptieve opening. Partner kan gefundeerd beslissen of doorbieden zinvol is of niet. Voorbeeld 27: A KVB109832 2 432 10932 A5 K109765 6 West oord Oost uid 4 X 5?? a het doublet van oord lijken oord-uid alsnog in de bieding te komen. Met een mooie dubbelton troef mee, en een vierkaart in (de andere MA) tegen worden de tegenstanders maximaal onder druk gezet. Merk op dat bij dit soort acties de kwetsbaarheid goed in de gaten gehouden moet worden. Het volgende voorbeeld komt uit de praktijk (een spel gespeeld op Stepbridge): Voorbeeld 28: H 65 A109762 H874 V1087 108432 53 A6 B965432 VB V4 B9 A AH97 HB8 V10532 uid West oord Oost 3 - - X - 4 4 Als zuid begon ik hier met een erg minimale 3. Omdat ik op de eerste hand zat wilde ik toch iets. Uiteindelijk ging ik -3. owel 5 als 5 waren door oost/west gemaakt. 24

HOOFDSTUK 3 Slem-conventies Het hebben van (heel) veel punten alleen is niet voldoende om slem uit te bieden; lengte in een of meer kleuren, opvang in kleuren, renonces etcetera tellen allemaal mee. Door middel van splinters en gemengde controles kan onderzocht worden in hoeverre stoppers in geboden kleuren aanwezig zijn. Let wel, dit is slechts een stapje op weg naar slem. Bovendien komt het nog wel eens voor dat tegenstanders zich nog met de bieding bemoeien tijdens het keycards vragen. Hiermee moet ook rekening gehouden worden. 3.1 Gemengde controles en splinters De definitie van een splinter is als volgt: een ongebruikelijke (dubbele) sprong geeft een splinter aan. Bijvoorbeeld: Voorbeeld 29: West oord Oost uid 1-1 - 1-4 West oord Oost uid 1-1 - 2-4 In de eerste bieding heeft de antwoordende hand minimaal 4/4 in en en als de fit is vastgesteld wordt een splinter geboden met 4. In de tweede bieding herbiedt openaar, reverse, zijn kleur. De antwoordende hand heeft blijkbaar een vijfkaart en een vierkaart en biedt met 4 zijn splinter. Als gemengde controle tellen: een aas of heer, een singelton of renonce. Controles worden van onder af geboden. Dat wil zeggen, als de vastgestelde troefkleur is wordt eerst de controle geboden (indien aanwezig) en daarna pas en! Op het moment dat duidelijk wordt dat een controle ontbreekt moet afgezwaaid worden in de manche. 25

Voorbeeld 30: V1094 A2 B2 AK1092 AKB32 KVB V10 VB3 West oord Oost uid 1-1 - 2-4 - 4-4 De eerst geboden controle is 4. Met 4 geeft openaar een controle te hebben, maar geen controle. Ondanks de 33 punten samen kan Oost niet anders dan afzwaaien in 4. 3.2 RKC-1430 Behalve het bieden van controles is azen vragen vaak een belangrijke stap in het onderzoek naar slem. Behalve de azen spelen ook troefheer en troefvrouw vaak een cruciale rol. Het systeem Roman Keycard Blackwood houdt hier rekening mee door naast de vier azen ook troefheer als keycard te tellen. Bovendien kan het bezit van troefvrouw aangegeven worden. In de 1430-variant zijn bovendien het 5 en 5 antwoord omgedraaid om wat meer biedruimte te creëren. a 4SA ziet het antwoordschema er als volgt uit: 5 : 1-4 keycards 5 : 3-0 keycards 5 : 2-5 keycards, zonder troefvrouw 5 : 2-5 keycards, met troefvrouw a 5 / wordt met een opvolgend bod (niet in de troefkleur) naar troefvrouw en het aantal heren gevraagd. a 4SA- 5-5 : 5 : geen troefvrouw 5 : wel troefvrouw, 0 heren 5SA: wel troefvrouw, 1 heer 6 : wel troefvrouw, 2 heren 6 : wel troefvrouw, 3 heren 6 : wel troefvrouw, 4 heren a het 5 / antwoord wordt uitsluitend naar het aantal heren gevraagd. Het belooft dus alle keycards. Voorbeeld 31: V1094 A2 K2 AB1092 AK432 K2 AV2 KV3 West oord Oost uid 1-1 - 2-4 - 4-4SA - 5-5SA - 5-7SA a de 4 controle wordt 4 geboden. Hierdoor weet Oost vrij zeker dat er 3 slagen in zeker zijn (de kans is groot dat partner de koning heeft). Met zelf een controle wordt 4SA geboden. Het 5 antwoord beloofd 2 keycards en troefvrouw. Openaar moet dus ook het aas van hebben. 7SA moet dan een goede kans van slagen hebben: Oost telt 9 kaarten in waardoor er een goede 26