Zwangerschap Tijdens de zwangerschap hebben moeders van een kind met het Sotos syndroom een vergrote kans om zwangerschapsvergiftiging te krijgen.



Vergelijkbare documenten
Kinderneurologie.eu. Weaver syndroom.

Het Fragiele-X syndroom

Kinderneurologie.eu. Het cri-du-chat syndroom

Kinderneurologie.eu. Miller Dieker syndroom

Kinderneurologie.eu. Het Mowat-Wilson syndroom

Kinderneurologie.eu. Het CFC syndroom

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Pallister-Killian?

Het Williams syndroom

Het syndroom van Pelizaeus-Merzbacher

Kinderneurologie.eu. Greig syndroom

Het syndroom van Angelman

Kinderneurologie.eu. Het Bardet Biedl syndroom.

Het velocardiofaciaal syndroom

Het Moebius syndroom

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom.

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben.

Congenitaal perisylvian syndroom

Kinderneurologie.eu. Het Pitt Hopkins syndroom

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Canavan

Het TCF20 syndroom. Kinderneurologie.eu.

Wat is het MR-X101 syndroom? Het MRX-101syndroom is een aandoening waarbij jongens meer dan meisjes een achterstand hebben in hun ontwikkeling.

Hoe vaak komt het MRX21syndroom voor? Het is niet goed bekend hoe vaak het MRX21- syndroom bij kinderen voorkomt.

Kinderneurologie.eu. Het Wolf-Hirschhorn syndroom

Kinderneurologie.eu. Ataxia teleangiectasia.

Het syndroom van Silver Russell

Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport

Problemen met zien Een groot deel van de kinderen met het syndroom van Aicardi is slechtziend.

Wat is het TRIO syndroom? Het TRIO syndroom is een syndroom waarbij kinderen problemen met leren en een vertraagd verlopende ontwikkeling hebben.

Wat is het Joubert syndroom? Het Joubert syndroom is een aandoening waarbij het middenstuk van de kleine hersenen niet goed aangelegd is.

Kinderneurologie.eu. CAMTA1 syndroom.

Kinderneurologie.eu. Double cortex syndroom

Wat is het syndroom van Beals? Het syndroom van Beals is een aangeboren aandoening waarbij kinderen een typisch lichaamsbouw hebben

Kinderneurologie.eu. Kohlschutter Tonz syndroom

Het syndroom van Rett

Kinderneurologie.eu. Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd.

Kinderneurologie.eu. Ontwikkelingsachterstand

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg

Hoe vaak komt het syndroom van Leigh voor? Het syndroom van Leigh is een zeldzame ziekte, die ongeveer bij één op de kinderen voorkomt.

Het syndroom van Coffin Lowry

Kinderneurologie.eu. Klinefelter syndroom

Kinderneurologie.eu. Rhombencefalosynapsis

Wat is de oorzaak van een benigne externe hydrocefalus? Niet bekend De oorzaak van een benigne externe hydrocefalus is meestal niet bekend.

Kinderneurologie.eu. Het Syndroom van Smith Lemli Opitz.

Kinderneurologie.eu. Wildervanck syndroom.

De ziekte van Werdnig-Hoffman

Kinderneurologie.eu. Corticale dysplasie

Kinderneurologie.eu. Simpson Golabi Behmel syndroom

Wat is neurofibromatose? Neurofibromatose is een ziekte met afwijkingen aan de hersenen en de zenuwen in combinatie met typische huidafwijkingen.

Hyperekplexia. Kinderneurologie.eu.

Kinderneurologie.eu. SCAD

Alternerende hemiplegie op de kinderleeftijd

Het 3p25-deletie syndroom

Kinderneurologie.eu. Nance-Horan syndroom.

Kinderneurologie.eu. Pierre Robin syndroom

Myoclonische absence epilepsie

Het Dandy Walker syndroom

Harper syndroom Soms wordt de term Harper syndroom genoemd. Ook Harper was een arts die dit syndroom beschreven heeft.

Hoe vaak komt de CHARGE-syndroom voor bij kinderen? De CHARGE-syndroom komt ongeveer bij één op de pasgeboren kinderen voor.

Het syndroom van Smith Magenis

Patau syndroom Trisomie 13 wordt ook wel Patau syndroom genoemd, naar een arts die dit syndroom als eerste beschreven heeft.

Kinderneurologie.eu. Floating-Harbor syndroom.

Kinderneurologie.eu. CDKL5-epilepsie

Kinderneurologie.eu. Kabuki syndroom

Kinderneurologie.eu. Noonan-like syndroom.

Wat zijn de verschijnselen van Hereditaire spastische paraparese?

Kinderneurologie.eu. Cantú-syndroom

Kinderneurologie.eu. Het Costeff syndroom

Kinderneurologie.eu. KCNMA1-syndroom.

Het Tatton Brown Rahman syndroom

Wat is aplasia cutis? Aplasia cutis is een aangeboren afwijking waarbij een stukje huid, vaak boven op het hoofd, niet aangemaakt is.

Wat zijn de verschijnselen van het Lesch Nijhan syndroom?

Het Helsmoortel-van der Aa syndroom

Wat is een vena van Galeni malformatie? Een vena van Galeni malformatie is een ernstige aangeboren vaatafwijking in het hoofd.

Kinderneurologie.eu. GEFS+ Syndroom

Het 21q-deletie syndroom

Hoe vaak komt FSHD voor bij kinderen? FSHD is een zeldzame ziekte en komt bij een tot kinderen voor.

Hoe vaak komt MERRF voor bij kinderen? MERRF is een zeldzame aandoening. Het komt ongeveer bij één op de kinderen voor.

Kinderneurologie.eu. Rasmussen-encefalitis

Kinderneurologie.eu. Corpus callosum agenesie.

Kinderneurologie.eu. Temple syndroom.

Wat zijn de symptomen van het Metachromatische leucodystrofie?

Kinderneurologie.eu. Polymicrogyrie.

Hypomelanosis van Ito

SMA type II. Kinderneurologie.eu.

Kinderneurologie.eu. PURA syndroom

Kinderneurologie.eu. Anencefalie

Het bi-allelisch Lynch syndroom

Kinderneurologie.eu. GLUT1-deficiëntie syndroom

Het Okur-Chung syndroom

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom.

Kinderneurologie.eu. Congenitale nystagmus.

Het CHD8-syndroom. Kinderneurologie.eu.

Kinderneurologie.eu. Pallister Hall syndroom

Kinderneurologie.eu. Het Sjögren-Larsson syndroom.

Kinderneurologie.eu. Sprengel schouder.

Het Temple-Baraitser syndroom

Kinderneurologie.eu. SYNGAP1 syndroom

Kinderneurologie.eu. Coffin Siris-syndroom

Hoe vaak gegeneraliseerde dystonie voor? Gegeneraliseerde dystonie is een zeldzame ziekte en komt ongeveer bij één op kinderen voor.

Kinderneurologie.eu. MEF2C-syndroom.

Transcriptie:

Het Sotos syndroom Wat is het Sotos syndroom? Het Sotos syndroom is een erfelijke aandoening waarbij kinderen een typisch uiterlijk hebben met een groot hoofd en een grote lichaamslengte in combinatie met gedrags- en leerproblemen. Hoe wordt het Sotos syndroom ook wel genoemd? Het Sotos syndroom is vernoemd naar een arts Sotos die dit syndroom beschreven heeft. Het Sotos syndroom wordt ook wel cerebraal gigantisme genoemd. De term cerebraal verwijst naar de hersenen en de term gigantisme betekent enorm groot. Deze term verwijst naar het grote hoofd wat kinderen met het Sotos syndroom hebben. Het Sotos syndroom is een van de zogenaamde overgrowth-syndromen. Met de term overgrowth wordt aangegeven dat deze kinderen harder groeien dan gebruikelijk. Hoe vaak komt het Sotos syndroom voor? Het Sotos syndroom is een zeldzame aandoening. Geschat wordt dat het Sotos syndroom bij een op de 14.000 pasgeboren kinderen voorkomt. Bij wie komt het Sotos syndroom voor? Het Sotos syndroom is al vanaf de geboorte aanwezig. Vaak zijn er kort na de geboorte nog weinig klachten, zodat de diagnose pas op latere leeftijd gesteld wordt. Zowel jongens als meisjes kunnen het Sotos syndroom krijgen. Waar wordt het Sotos syndroom door veroorzaakt? Fout in erfelijk materiaal Het Sotos syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal. Bij het merendeel van de kinderen is het mogelijk de fout in het erfelijk materiaal aan te tonen. Deze plaats in het erfelijk materiaal wordt het NSD1-gen genoemd. Deze fout ligt op het 5 e chromosoom. Niet overgeërfd De fout in het erfelijk materiaal wordt meestal niet overgeërfd van een van de ouders. Meestal ontstaat de fout in het erfelijk materiaal van het kind zelf op een moment na de bevruchting van de eicel met de zaadcel. Bij een op de twintig kinderen wordt de fout wel overgeërfd van een van de ouders. In die situatie heeft of de vader of de moeder ook zelf het Sotos syndroom. Wat zijn de symptomen van het Sotos syndroom? Variatie in ernst Niet alle kinderen met het syndroom van Sotos hebben alle onderstaande kenmerken. Per kind kan ook de ernst van ondergenoemde problemen variëren. Zwangerschap Tijdens de zwangerschap hebben moeders van een kind met het Sotos syndroom een vergrote kans om zwangerschapsvergiftiging te krijgen. 1

Uiterlijk Kinderen met het Sotos syndroom hebben vaak een typisch uiterlijk. Dit uiterlijk is het meest opvallend tussen de leeftijd van een en zes jaar oud. Voor en na deze leeftijden is het uiterlijk vaak minder opvallend De schedel is vaak breed en lang. Het gezicht is vaak breed aan de bovenzijde en smal aan de onderzijde. Hierdoor lijkt de vorm van het gezicht wat op een omgekeerde peer. De haargrens is vaak hoog. Het voorhoofd is opvallend bol. De ogen staan wat naar beneden gericht. De neusvleugels zijn vaak licht naar buiten gedraaid. Ook staan de ogen vaak wat verder uit elkaar. De oren zijn vaak groot. De onderkaak is smal en steekt uit naar voren. Met het ouder worden, wordt de onderkaak steeds breder en hoekiger. De eerste tanden komen vaak vroeg door. Sommige kinderen krijgen minder tanden en kiezen dan gebruikelijk. Het gehemelte is vaak hoog. De huid rondom de neus is vaak rood verkleurd. De armen en benen zijn lang. Soms zijn een arm en een been aan de ene kant van het lichaam groter dan aan de andere kant van het lichaam. De handen en voeten zijn vaak groot. Een klein deel van de kinderen heeft klompvoetjes. Soms zijn de tweede en de derde teen van de voet aan elkaar gegroeid. Bij een klein deel van de kinderen groeien de schedelnaden te vroeg aan elkaar, dit wordt een craniosynostose genoemd. Grote lengte Baby s met het Sotos syndroom zijn vaak langer dan kinderen zonder dit syndroom bij hun geboorte. Ook wegen ze vaak meer dan vier kilo. In de eerste vijf levensjaren groeien kinderen met het Sotos syndroom sneller dan hun leeftijdsgenoten. Na die leeftijd is groeien kinderen met het Sotos syndroom minder hard. Daarom bereiken ze op volwassen leeftijd een normale lengte of een lengte die net iets hoger ligt dan het gemiddelde. Negen van de tien kinderen met het Sotos syndroom heeft een groot hoofd. Bij de geboorte is de hoofdomvang meestal normaal. Daarna groeit het hoofd snel voorbij de bovenste lijn in de groeicurve. Op volwassen leeftijd hebben mensen met het Sotos syndroom nog steeds een groter hoofd. Ontwikkelingsachterstand Kinderen met het Sotos syndroom voelen na de geboorte vaak slap aan in de spieren. Hierdoor ontwikkelen zich veel trager dan leeftijdsgenoten. Zij gaan pas laat rollen, zitten en staan. De meeste kinderen met het Sotos syndroom zijn uiteindelijk in staat om zelfstandig te lopen, meestal na de leeftijd van 15 maanden. Het bewegen blijft vaak wat onhandig. Ook de ontwikkeling van de fijne motoriek verloopt trager. De taalontwikkeling komt bij kinderen met het Sotos syndroom vaak laat op gang, gemiddeld bij 2,5 jaar. Kinderen met het Sotos syndroom hebben vaak moeite met de uitspraak. Ook vinden kinderen met het Sotos syndroom het vaak moeilijk om hun gedachten onder woorden te brengen. Kinderen met het Sotos syndroom begrijpen vaak wel goed wat er tegen hen gezegd wordt. Kinderen met het Sotos syndroom hebben vaak problemen met leren. Sommige kinderen hebben nauwelijks de mogelijkheid om iets te leren, anderen zijn moeilijk lerend. Vooral schrijven en rekenen is vaak moeilijk. Het gemiddelde IQ is 78. Gedrag Kinderen met het Sotos syndroom hebben vaker gedragsproblemen. Kinderen met het Sotos syndroom hebben vaak meer moeite om aansluiting te vinden bij leeftijdsgenootjes. Ze voelen minder goed aan wat er in andere mensen om gaat. Kinderen met het Sotos syndroom worden door hun grote lengte meestal overschat in hun mogelijkheden omdat gedacht wordt dat ze al ouder zijn dan werkelijk het geval is. Terwijl kinderen met het Sotos syndroom qua doen en laten juist vaak jonger zijn dan hun leeftijdsgenoten. Dit maakt dat veel kinderen onzeker zijn 2

en weinig zelfvertrouwen hebben. Sommige kinderen hebben problemen met het vasthouden van de aandacht en concentratie. Andere kinderen worden snel boos of zijn angstiger dan een gemiddeld kind. Veel kinderen houden van regelmaat en structuur en wijken hier liever niet vanaf. Autistiforme kenmerken komt bij een deel van de kinderen voor. Pubers zijn kwetsbaarder om een psychose te krijgen. Hyperlaxiteit Kinderen met het Sotos syndroom zijn vaak hyperlax, ze zijn erg soepel in hun gewrichten en kunnen in de gewrichten veel grotere bewegingsuitslagen maken dan hun leeftijdsgenoten. Hierdoor kunnen ze hun gewrichten gemakkelijk overbelasten. Platvoeten en een zogenaamd trechterborst komen vaker voor bij kinderen met het Sotos syndroom. Ook hebben kinderen met het Sotos syndroom een grotere kans op het krijgen van een zijwaartse verkromming van de wervelkolom. Dit komt bij een op de drie kinderen voor. Hartafwijking Bij een op de vijf kinderen met het Sotos syndroom komt een aangeboren hartafwijking voor. Verschillende aangeboren hartafwijkingen kunnen voorkomen zoals een gaatje tussen de boezems (zogenaamd atriumseptumdefect), een gaatje tussen de hartkamers ( een ventrikelseptumdefect), het blijven bestaan van een verbinding tussen de longslagader en de grote lichaamsslagader na de geboorte (persisterende ductus van Botalli) of een gecombineerde hartafwijking zoals een tetralogie van Fallot kunnen voorkomen. Voedingsproblemen Bij pasgeboren kinderen met het Sotos syndroom komen vaker voedingsproblemen voor. Ze hebben moeite met drinken en hebben vaker last van het omhoog komen van voeding (reflux) en spugen dan kinderen zonder het Sotos syndroom. Deze voedingsproblemen verdwijnen meestal spontaan in de eerste maanden na de geboorte. Geelzucht Veel baby s met het Sotos syndroom zijn tijdelijk in de eerste dagen na de geboorte erg geel. Laag suikergehalte Baby;s hebben een vergrote kans om een te laag suikergehalte te krijgen in de eerste uren tot dagen na de geboorte. Afwijkingen aan de nieren Terugstromen van urine van de blaas naar de nieren wordt vaker gezien bij kinderen met dit syndroom. Dit wordt vesico-urethrale reflux genoemd. Hierdoor kunnen de nieren in de problemen komen. Ook komen aangeboren nierafwijkingen, cystes in de nieren en een afwijkende ligging van de nieren vaker voor. Vroege puberteit Kinderen met het Sotos syndroom komen vaak eerder in de pubertijd dan gebruikelijk. Epilepsie Een op de vier kinderen met het Sotos syndroom heeft last van epilepsie. Verschillende soorten epileptische aanvallen kunnen voorkomen, variërend van myocloniëen, absences, complex partiele aanvallen tot tonisch-clonische aanvallen. Geen van deze aanvallen is specifiek voor het Sotos syndroom. De epilepsie-aanvallen kunnen op iedere leeftijd voorkomen. Vaak blijven ze levenslang aanwezig. 3

De helft van de kinderen met het Sotos syndroom blijkt een of meerdere koortsstuipen te hebben gehad. Verstopping van de darmen Kinderen met het Sotos syndroom hebben vaak moeite met poepen. Ze zijn gevoelig om verstopping van de darmen te krijgen. Oorontsteking Kinderen met het Sotos syndroom blijken vatbaar te zijn voor het krijgen van oorontsteking. Slechthorendheid komt vaker voor bij kinderen met het Sotos syndroom. Ook komt een cholesteatoom wat vaker voor bij jongeren en volwassenen met het Sotos syndroom. Luchtweginfecties Kinderen met het Sotos syndroom zijn gevoeliger om infecties van de neus, keel of bovenste luchtwegen te krijgen (bronchitis). Problemen met zien Bij kinderen met het Sotos syndroom komen vaker oogafwijkingen voor. Scheelzien komt regelmatig voor, evenals verziendheid of bijziendheid. Ook kan de lens troebel worden, waardoor kinderen wazig gaan zien. Bij sommige kinderen maken de ogen schokkende bewegingen. Tumoren Kinderen en volwassenen met het Sotos syndroom hebben een matig verhoogde kans om bepaalde typen tumoren te krijgen. Deze komen bij een op de 30 mensen met het Sotos syndroom voor. Bij kinderen gaat het vooral om een neuroblastoom, een teratoom of een ganglioglioom ter hoogte van het staartbeen of leukemie. Op volwassen leeftijd komt longkanker vaker voor. Afwijking aan de plasbuis Een klein deel kinderen met het Sotos syndroom heeft afwijkingen aan de plasbuis. Bij jongentjes eindigt de plasbuis vaak niet op de top van de plasser, maar aan de onderkant van de plasser. Dit wordt hypospadie genoemd. Ook komen niet ingedaalde balletjes vaker voor bij jongens met dit syndroom. Sommige jongens hebben te veel vocht in hun balzak waardoor deze erg groot wordt. Dit wordt een hydrocele genoemd. Afwijkingen aan de huid Een deel van de kinderen met het Sotos syndroom heeft bruine of juist witte vlekken op de huid. Ook komen kleine vaatafwijkingen, hemangiomen, wat vaker voor. Te traag werkende schildklier Pubers en volwassenen kunnen last krijgen van een te traag werkende schildklier. Liesbreuk- en navelbreuk Een klein deel van de kinderen met het Sotos syndroom heeft last van een liesbreuk of een navelbreuk. 4

Hoe wordt de diagnose Sotos syndroom gesteld? Verhaal en onderzoek Op grond van het verhaal van het kind met een ontwikkelingsachterstand en gedragsproblemen in combinatie met een grote lengte en een grote hoofdomvang kan er een vermoeden ontstaan dat er sprake is van het Sotos syndroom. Chromosomenonderzoek en DNA-onderzoek Door middel van bloedonderzoek kunnen ook chromosomen worden onderzocht. Wanneer gewoon naar de chromosomen wordt gekeken zullen er meestal geen afwijkingen te zien zijn. De diagnose Sotos syndroom kan gesteld worden door gericht in het DNA te zoeken naar een foutje op het 5 e chromosoom op de plaats van het NSD1-gen. MRI-scan Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand zal vaak een MRI-scan van de hersenen worden gemaakt. Zeker wanneer nog niet vermoedt wordt dat er sprake is van het Sotos syndroom Vaak valt op dat er iets minder hersenweefsel is als gebruikelijk voor de leeftijd en dat de hersenholtes hierdoor iets wijder zijn dan normaal. De herseninsnoeringen zijn vaak dieper dan gebruikelijk. Ook kan de hersenbalk geheel of gedeeltelijk ontbreken. De ruimte rondom de hersenstam kan wijder zijn dan gebruikelijk (mega cisterna Magna). Ook bestaat er vaker een extra holte tussen beide zijholtes in de hersenen (cavum septum pellucidum). Het middenstuk van de kleine hersenen is vaak kleiner dan gebruikelijk. Stofwisselingsonderzoek Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand wordt ook vaak onderzoek gedaan naar het voorkomen van stofwisselingsziekten. Meestal gebeurt dit door onderzoek van de urine of door onderzoek van het bloed. Bij kinderen met het Sotos syndroom worden hierbij geen afwijkingen gevonden. EEG Wanneer kinderen met het Sotos syndroom epilepsieaanvallen krijgen zal er meestal een hersenfilmpje gemaakt gaan worden. Op dit hersenfilmpje kan epileptiforme activiteit te zien zijn, dit is niet specifiek voor dit syndroom. Vaak is ook op het EEG te zien dat de hersenen te traag werken, maar dit wordt ook bij andere aandoeningen gezien. Oogarts Kinderen met het Sotos syndroom zullen vaak ook gezien worden door de oogarts omdat een deel van de kinderen problemen heeft met het zien. Ook zullen kinderen regelmatig onderzocht worden op het voorkomen van scheelzien. KNO-arts Bij kinderen met het Sotos syndroom met frequentie oorinfecties is het belangrijk om het gehoor te laten onderzoeken door een KNO-arts. Kindercardioloog Kinderen met het Sotos syndroom zullen ook altijd onderzocht worden door de kindercardioloog om te kijken of zij een aangeboren hartafwijking hebben. Uroloog Kinderen met afwijkingen aan de plasbuis of de nieren worden meestal onderzocht door de uroloog. 5

Orthopeed Kinderen met het Sotos syndroom die klachten hebben als gevolg van platvoeten of een zijwaartse verkromming van de wervelkolom (scoliose) zullen worden verwezen naar een orthopeed voor onderzoek en behandeling. Handfoto Wanneer bij kinderen met een Sotos syndroom een foto van de hand wordt gemaakt vanwege hun grote lengte, dan zal opvallen dat de botleeftijd voorloopt op de kalenderleeftijd. Hoe wordt het Sotos syndroom behandeld? Geen genezing Er is geen behandeling die het Sotos syndroom kan genezen. De behandeling is er op gericht de symptomen van de ziekte zo veel mogelijk te onderdrukken of om het kind er zo goed mogelijk mee te leren om gaan. Medicijnen Met behulp van medicijnen wordt geprobeerd nieuwe epileptische aanvallen zo veel mogelijk te voorkomen. Diverse medicijnen kunnen hiervoor gebruikt worden. Ook kunnen medicijnen nodig zijn om verstopping van de darmen te voorkomen. Fysiotherapie, ergotherapie, revalidatie Een fysiotherapeut kan helpen om de ontwikkeling zo veel mogelijk te stimuleren. De ergotherapeut en/of revalidatiearts kunnen behulpzaam zijn bij hulpmiddelen thuis die de verzorging van het kind vergemakkelijken. Logopedist Een logopedist kan helpen bij het stimuleren van de taalontwikkeling. Ook kan een logopedist adviezen geven of alternatieve vormen van communiceren zoals communiceren met gebaren of met behulp van plaatjes. Daarnaast kan de logopedist adviezen geven bij voedingsproblemen. Sondevoeding Een op de drie kinderen met het Sotos syndroom heeft tijdelijk een sonde nodig om voldoende voeding binnen te krijgen in de eerste levensmaanden. Blauwe lamp Kinderen die na de geboorte te geel worden, hebben vaak een blauwe lamp (fototherapie) nodig om hun geelheid weer kwijt te raken. Medicijnen voor gedragsproblemen De medicijnen die gebruikt worden voor ADHD kunnen ook worden gebruikt bij kinderen met ADHD als gevolg van het Sotos syndroom. Scoliose Kinderen met het Sotos syndroom krijgen meestal een milde scoliose waarvoor geen behandeling nodig is. Een klein deel van de kinderen heeft wel behandeling nodig in de vorm van een corset of een operatie. 6

Hartafwijking Bij de meeste kinderen met het Sotos syndroom is de hartafwijking mild, zodat een operatie niet nodig is. Een klein deel van de kinderen moet wel geopereerd worden. Begeleiding Begeleiding en ondersteuning van ouders van een kind met het Sotos syndroom is heel belangrijk. Via de patiëntenvereniging kunnen ouders in contact komen met andere ouders met dezelfde aandoening. Ook via het forum van deze website kunt u een oproepje plaatsen om in contact te komen met ouders met dezelfde aandoening of met andere aandoeningen die vergelijkbare problemen geven. Ook een maatschappelijk werkende of een psycholoog kan begeleiding geven bij het verwerken van de diagnose en om de ziekte een plaats te geven in het leven. Wat is de prognose van het Sotos syndroom? Ontwikkelingsachterstand Het Sotos syndroom is een ziekte waarbij kinderen beperkt zijn in hun ontwikkelingsmogelijkheden. De mate van ontwikkelingsachterstand verschilt van kind tot kind. Sommige kinderen volgen regulier onderwijs, al dan niet met ondersteuning via een rugzakje. Andere kinderen volgen speciaal onderwijs. Levensverwachting De levensverwachting van kinderen met het Sotos syndroom is normaal. Vruchtbaarheid Kinderen met het Sotos syndroom kunnen normaal vruchtbaar zijn. Het zal van hun ontwikkelingsniveau afhangen of ze later zelf ook kinderen zullen gaan krijgen. Deze kinderen hebben tot 50% kans om zelf ook het Sotos syndroom te krijgen. Hebben broertjes en zusjes ook een verhoogde kans om ook het Sotos syndroom te krijgen? Hoewel het Sotos syndroom wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijke materiaal, heeft maar een klein deel van de kinderen dit foutje overgeërfd van de ouders. Bij het merendeel van de kinderen is het foutje ontstaan na de bevruchting van eicel en zaadcel. Broertjes en zusjes zullen geen verhoogde kans hebben om zelf ook het Sotos syndroom te krijgen. Een enkele keer is het foutje in het erfelijk materiaal wel overgeërfd. In dat geval hebben broertjes en zusjes van kinderen met het Sotos syndroom een vergrote kans om ook zelf het syndroom te krijgen. Een klinisch geneticus kan hier mee informatie over geven. Wanneer het foutje in het erfelijk materiaal bekend is, is het mogelijk tijdens een volgende zwangerschap prenatale diagnostiek te verrichten naar het voorkomen van het Sotos syndroom door middel van een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie. Links en verwijzingen http://www.sotossyndroom.nl/ (website over het Sotos syndroom) http://health.groups.yahoo.com/group/sotossyndroom_nl/ (contactgroep voor kinderen met het Sotos syndroom en hun ouders of verzorgers) http://home.planet.nl/~braam/sotos/sotoshome.html (site van W. Braam, arts voor verstandelijk gehandicapten in s Heerenloo in Ede) 7

Referenties 1. Ellison J.Gene symbol: NSD1. Disease: Sotos syndrome. Hum Genet. 2008;124:311. 2. Baujat G, Cormier-Daire V. Sotos syndrome. Orphanet J Rare Dis. 2007;2:36. Laatst bijgewerkt 1 november 2008 Auteur: JH Schieving 8