SKPC/Pedagogisch werkplan psz/po Bolleboos juli 2016 Blad 1

Vergelijkbare documenten
SKPC/Pedagogisch werkplan het Wimpeltje april 2016 Blad 1

SKPC/Pedagogisch werkplan Harlekijn juli 2016 Blad 1

SKPC/Pedagogisch werkplan De Dwerghut oktober 2015 Blad 1

SKPC/Pedagogisch werkplan Olleke Bolleke januari 2017 Blad 1

PEDAGOGISCH WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL OT EN SIEN

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Groen Knollenland

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Piraatje. Pedagogisch werkplan t Piraatje SPL / SJWB september 2019

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Groenknollenland

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Steffie. Pedagogisch werkplan SPL / SJWB 2019

Ruimte om te groeien. Peuterspeelzalen. De Boerderij. Pedagogisch werkplan

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Knuffel

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Inhoud. Pedagogisch werkplan Leistroom SPL / SJWB maart 2019

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Het Piraatje

Pedagogisch Werkplan Locatie Herwen

Pedagogische werkwijze Peuterspelen De Waterlelie, januari 2019 Locatiemanager: Yael Lindhout Horev

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Steffie

SKPC/Pedagogisch werkplan Kiekeboe februari 2017 Blad 1

Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Wakertje

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Klinkertje

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Knuffel

Juli Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Floddertje

Pedagogisch werkplan. Peutercentrum t Kwetternest

Pedagogische werkwijze Woelwater De Kleine Raaf 2-4 jaar

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Olleke Bolleke

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Saenparel, januari 2018 Locatiemanager: Karin van den Hoek

PEDAGOGISCH WERKPLAN. SKPC/Pedagogisch werkplan Octopus juli 2015 Blz. 1

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Het Piraatje

SKPC/Pedagogisch werkplan Dikkie Dik februari 2017 Blad 1

Pedagogisch werkplan Peutercentrum Zuid West

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Olleke Bolleke

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal De Vogeltuin

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Ot en Sien

Pedagogisch werkplan. Peutercentrum Mengelmoes

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Het SchatRijk, Februari 2019 Anouk Aafjes, Locatiemanager

Pedagogisch Werkplan PO Hannie Schaft. Versie Versie 2.3

SKPC/Pedagogisch werkplan Dikkie Dik juni 2015 Blad 1

Beleid veiligheid en gezondheid. Inhoud

Opvang in stamgroepen : Voegen, Achterwacht- en 3-uursregeling

werkplan kinderdagverblijf

Pedagogisch werkplan. Montessori Peuterspeelzaal Apollo

Veiligheid en gezondheidsbeleid

Wenbeleid peuteropvang

Pedagogisch werkplan Peuteropvang Wigwam

Pedagogisch werkplan. Peutercentrum De Mors

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Klinkertje

De pedagogisch medewerker kan deze tijd tevens gebruiken voor rapportage en het bieden van individuele ondersteuning.

Pedagogische werkwijze BSO De Capelle, februari 2019 Renate Piet, locatiemanager

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Floddertje

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Wenbeleid peuteropvang

Beleidsplan Veiligheid & Gezondheid

Pedagogische werkwijze Peuterspelen De Komeet, maart 2018 Locatiemanager: Anouk Aafjes

11:45-12:00 Kinderen worden opgehaald/overdracht

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Kweenie

Bijlage 1. Een goed begin is het halve werk

Aanvulling pedagogisch beleidsplan Kleine Raaf

Aanvulling pedagogisch beleidsplan 0-4 jaar. Locatie specifiek werkplan Zo op Tumtum

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Zevensprong, Weezenhof 30

werkplan kinderdagverblijf

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Inspectierapport De Beijertjes (KDV) Johan Berkstraat XD Zuid-Beijerland Registratienummer

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelopvang Zuidwest

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 2-4 en 4-12 jaar

Werkplan. Buitenschoolse opvang De Driehoek.

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Pinkeltje I

Aanvulling pedagogisch beleidsplan 2-4 jaar. Locatie specifiek werkplan Zo op de Scarpejaantjes

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 4-12 jaar

Aanvulling pedagogisch beleidsplan 0-4 jaar. Locatie specifiek werkplan Zo op de Pluus

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Pinkeltje II

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

Aanvulling pedagogisch beleidsplan 0-4 jaar. Locatie specifiek werkplan Zo op t Stavertje

1. Inleiding Pag De Stichting Kinderopvang Alkmaar Pag De VVE Peuterspeelzaal Pag.2

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Kindercentrum Harkelein (BSO) Fugelkamp 10a 9281 MA HARKEMA Registratienummer

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Pedagogische werkwijze

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Haaften

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar. Locatie-specifieke informatie over KDV Minoes

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Kweenie

werkplan peuterspeelzaal

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

Wenbeleid buitenschoolse opvang

SKPC/Pedagogisch werkplan Pluto februari 2016 Blz. 1

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Huisregels peuterspeelzaal De Peuterhoek

Pedagogische werkwijze op locatie BSO Baloe Weremere, Kameelstraat 24,1531 EK Wormer juni Locatie: BSO Baloe Weremere

Pedagogisch werkplan BSO de Driesprong Zichthof 10, 1445 HC Purmerend Operationeel manager Cobie Westmaas

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Transcriptie:

Blad 1

Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal/peuteropvang Bolleboos In ons dagelijks handelen en gedrag is het pedagogisch beleidsplan van de SKPC leidend. Zie het pedagogisch beleidsplan Dit is het kader, jij maakt het verschil. Als uitwerking van dit beleidsplan hebben we dit pedagogisch werkplan opgesteld. Dit werkplan bestaat uit locatiegegevens en informatie over de werkwijze op deze peuterspeelzaal. Zo worden bijvoorbeeld beschreven de groepsregels, de locatie-afspraken, de dagindeling, het wenbeleid, de inzet van pedagogisch medewerkers, etc. Indien dit werkplan op de website wordt gelezen, kan op de onderstreepte items worden doorgeklikt direct naar de paragrafen in dit werkplan en naar verdere informatie. Inhoudsopgave 1. Locatiegegevens peuterspeelzaal/peuteropvang Bolleboos 1.1 Samenstelling groepen 1.2 Aanwezige medewerkers, achterwacht, vierogenprincipe 2. Werkwijze Bolleboos 2.1 Open deuren beleid 2.2 Ontwikkelingsgericht werken 2.3 Werken met de Piramidemethode 2.4 Stedelijke beleid gemeente, KIJK observaties 2.5 Zorgen om een kind 2.6 Ouderbetrokkenheid 2.7 Verlaten terrein 2.8 Kennismaken en wennen 2.9 Dagindeling 2.10 Veiligheid en gezondheid, omgaan met calamiteiten 3. Groepsregels 3.1 Algemene afspraken voor peuterspeelzalen 3.2 Locatie-afspraken Bolleboos 4. Verwijzing naar overige informatie 4.1 Pedagogisch beleidsplan Dit is het kader, jij maakt het verschil 4.2 Informatieboekje peuterspeelzalen 4.3 Veiligheids- en gezondheidsverslag (incl. afspraken m.b.t. veilig en hygiënisch handelen) 4.4 Beleid medisch handelen, weren zieke kinderen (incl. verklaringen) 4.5 Protocol kinderen in de zon 4.6 Protocol verlaten terrein voor kdv/psz-activiteiten en uitstapjes 4.7 Dagelijks voedingsaanbod psz/po 4.8 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Blad 2

1. Locatiegegevens peuterspeelzaal/peuteropvang Bolleboos Peuterspeelzaal/peuteropvang Bolleboos is gehuisvest in de Brede school Culemborg Oost, samen met de Koning Willem Alexanderschool (KWA) en OBS de Kaardebol. PSZ Bolleboos deelt de groepsruimte met BSO Weijdewijs, die in de middaguren de ruimte gebruikt. Daarnaast zijn diverse ruimten in de Brede School Culemborg Oost beschikbaar voor de psz, zoals de twee speelzalen en de keuken. PSZ Bolleboos is geopend op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. Vanaf het schooljaar 2016-2017 is Bolleboos ook op woensdagochtend geopend. In de schoolvakanties is Bolleboos gesloten. 1.1 Samenstelling groepen Bolleboos is een gecombineerde groep, peuteropvang en VVE peuterspeelzaal. Per dag worden maximaal 8 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar opgevangen op de peuteropvang en maximaal 8 VVE-kinderen van 2,5 tot 4 jaar op de peuterspeelzaal. Per dag zijn 2 pedagogisch medewerkers aanwezig. VVE-kinderen komen 4 dagdelen per week op indicatie van het consultatiebureau. 1.2 Aanwezige medewerkers, achterwacht, vierogenprincipe Aanwezige medewerkers In alle opvangvormen van de SKPC werken alleen professionele krachten. Alle pedagogisch medewerkers hebben een opleiding gevolgd, die voldoet aan de gestelde eisen voor de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Op alle groepen wordt de pedagogisch medewerker-kind ratio aangehouden conform de wettelijke richtlijnen. Behalve pedagogisch medewerkers kunnen er in de peuterspeelzalen stagiaires werkzaam zijn. Incidenteel is de interne piramide-coach op de groep aanwezig, ter ondersteuning en begeleiding van de pedagogisch medewerker bij het werken met de Piramide methode. Op de peuterspeelzaal is iedere 2 weken een inloopspreekuur van het consultatiebureau. Op dat moment is er een jeugdverpleegkundige aanwezig. Daarnaast worden er themabijeenkomsten door de jeugdverpleegkundige gegeven waarbij de ouders van Bolleboos aanwezig zijn. Er werken altijd twee pedagogisch medewerkers in een groep, bij een bezetting van meer dan 50%. Een kind krijgt als regel maximaal drie basis-pedagogisch medewerkers toegewezen. Ten gevolge van bijv. vervanging ouderschapsverlof of tijdelijke contracten bij ziektevervanging van medewerkers ontstaat soms de situatie dat meer basis pedagogisch medewerkers op een groep zijn. Zodra de vaste medewerker weer terug is wordt de formatie weer op maximaal drie basis-medewerkers afgestemd. Per dag van de week is minimaal één van deze pedagogisch medewerkers werkzaam op de groep van het kind (dit geldt voor het structurele rooster, behoudens ziekte, verlof en vakantie). Alle kinderen krijgen één van de pedagogisch medewerkers als mentor toegewezen. Deze pedagogisch medewerker volgt het kind in zijn ontwikkeling, doet de observaties en houdt in het kader van de doorgaande leerlijn gesprekken met ouders. De mentor verzorgt tevens de overdracht naar de basisschool. Blad 3

Achterwacht Als regel worden op Bolleboos twee medewerkers ingezet. Indien incidenteel slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is zijn er altijd andere volwassenen in het pand aanwezig voor het geval zich bijzonderheden voordoen. De clustermanager en/of het service bureau van de SKPC is telefonisch bereikbaar tot 17.00 uur. Indien nodig komt een medewerker van SB of de clustermanager naar Bolleboos toe. Vierogenprincipe Het vierogenprincipe is een wettelijke regeling gericht op het veiliger maken van de kinderopvang. Het vierogenprincipe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. De opvang moet zodanig zijn georganiseerd dat vooraf invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe, rekening houdend met momenten waarop een beroepskracht (mogelijk) alleen staat op de groep. Op de peuterspeelzalen van de SKPC wordt zorgvuldig gewerkt aan toepassing van het vierogenprincipe: Op alle locaties zijn op ieder moment van de ochtend minimaal twee medewerkers aanwezig. Aan de randen van de dag wordt daar waar mogelijk met minimaal twee personen geopend of afgesloten. Indien van toepassing worden groepen daartoe samengevoegd. Als het aan het einde van de ochtend niet mogelijk is om met twee pedagogisch medewerkers af te sluiten dan is een structurele afspraak gemaakt over het aanwezig zijn van een andere volwassene op de locatie. Dit kan bijv. een collega van de bso zijn of een stagiaire. Daarnaast zijn op de locaties diverse afspraken gemaakt en voorzieningen getroffen die bijdragen aan het vierogenprincipe. Dit betreft bijv. de bouwkundige voorzieningen: Alle groepen hebben veel ramen, waardoor medewerkers vanzelfsprekend bij collega s naar binnen kijken, bijv. tijdens het op de gang spelen met kinderen of als naar de keuken of voorraad kasten wordt gegaan. Overige afspraken die het vierogenprincipe ondersteunen zijn bijv.: Er zijn regelmatig extra medewerkers of volwassenen aanwezig, zoals een stagiaire, clustermanager, ouders, etc. Medewerkers worden aangesproken op en getraind in het realiseren van een open en professioneel werkklimaat, waarbij medewerkers gewend zijn elkaar feedback te geven. Medewerkers worden tijdens de werving en sollicitatie procedure zorgvuldig geselecteerd. Voorafgaand aan de eerste werkdag overlegt iedere nieuwe medewerker een Verklaring omtrent het Gedrag. Al deze maatregelen en afspraken verkleinen de risico s in de peuterspeelzalen en hebben als doel om de kinderen in een beschermde en veilige omgeving op te vangen. Wij beseffen dat ondanks alle maatregelen uitsluiten van risico s helaas niet mogelijk is. Alertheid bij alle medewerkers en betrokkenen blijft te allen tijde van groot belang. Blad 4

2. Werkwijze Bolleboos 2.1 Open deuren beleid In het ochtendprogramma zijn regelmatig activiteiten opgenomen waarbij kinderen hun groepsruimte verlaten. Peuterspeelzalen die zich bevinden in locaties waar meer opvanggroepen zijn of die gevestigd zijn in een basisschool, hebben een zgn. open deuren beleid. Op deze manieren worden kinderen uitgenodigd om hun horizon te verbreden en soms letterlijk een stapje verder te zetten in de beschikbare ruimte en in hun ontwikkeling. Dit kan zijn in het vrije spel van de kinderen, maar er worden ook activiteiten aangeboden die kinderen extra uitdaging bieden of die aansluiten bij de thema-gerichte activiteiten. Samengevat is het doel van het open deuren beleid: 1. Uitbreiding van speelruimte, spelaanbod en leefruimte 2. Uitbreiding van onderlinge contacten tussen de kinderen 3. Profiteren van talenten van pedagogisch medewerkers 4. Vertrouwdheid met het hele kindercentrum/basisschool. 2.2 Ontwikkelingsgericht werken Alle opvangvormen van SKPC voeren hetzelfde het pedagogisch beleid van SKPC. 1 In het onderstaande gaan wij in op de wijze waarop pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven van SKPC, kinderen van 0-4 jaar in de ontwikkeling begeleiden en hoe wij bijzonderheden in de ontwikkeling signaleren. Ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind en vanzelfsprekend betrokken bij de wijze waarop wij de ontwikkeling van hun kind stimuleren. Soms vraagt de begeleiding van een kind meer dan wij kunnen bieden. In samenwerking met ouders zoeken we dan naar verdere mogelijkheden. Pedagogisch medewerkers worden geschoold en begeleid bij het uitvoeren van hun taken. Zij weten wat te doen als zij opvallend gedrag signaleren of zich zorgen maken om een kind. De clustermanagers binnen de SKPC bieden daarbij begeleiding en ondersteuning aan de medewerkers. In teambesprekingen worden de (zorgen om) kinderen besproken en worden eventuele vervolgstappen bepaald. Deze vervolgstappen betreffen het aanbod op de peuterspeelzaal en/of het adviseren of doorverwijzen van ouders naar externe instanties. In de uitvoering van het pedagogisch beleid wordt in de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gebruik gemaakt van een methodisch speel-leeraanbod Piramide om de ontwikkeling te stimuleren. Kinderen worden geobserveerd met behulp van het kindvolgsysteem KIJK (vanaf 2016 in alle kinderdagverblijven en peuterspeelzalen van SKPC). Met KIJK worden gegevens verzameld en de ontwikkeling van elk kind in beeld gebracht. Door interactie met de kinderen verzamelen de medewerkers gegevens over de diverse ontwikkelingen van het individuele kind. Kinderen die gebruik maken van de peuterspeelzaal worden een of twee keer per jaar geobserveerd, waarna de observatielijsten van KIJK digitaal worden ingevuld. De rapportage die volgt uit deze observaties worden in een oudergesprek met de ouders besproken. Indien nodig wordt gewerkt met het Zorgplan: de stappen bij signalering van problemen bij of achterstand in de ontwikkeling. (Link naar zorgplan toevoegen) 1 Zie brochure Dit is het kader; jij maakt het verschil Blad 5

Het speel-leeraanbod om de ontwikkeling te stimuleren SKPC gebruikt de Piramide methode als basis bij de activiteiten, voor de groep als geheel of het individuele kind. Door een combinatie van spelen, werken en leren in een positief klimaat worden kinderen in hun ontwikkeling gestimuleerd. Als er bijvoorbeeld veel pientere kinderen in de groep zijn, kiezen PM-ers voor specifieke activiteiten waardoor kinderen met een voorsprong op de ontwikkeling extra worden uitgedaagd. Het aanbod wordt aangepast op bijvoorbeeld een jonge groep of als een aantal kinderen extra ondersteund moet worden. Pedagogisch medewerkers leggen in een planning vast met welk doel zij de keuze maken voor bepaalde activiteiten. Dit noemen wij een beredeneerd aanbod, waarbij de ontwikkeling van de kinderen optimaal wordt gestimuleerd. Het programma is zodanig opgebouwd, dat er vanaf de peuterperiode tot en met groep 2 van de basisschool steeds wordt voortgebouwd op de eerder verworven kennis. Er is een ontwikkellijn in een aantal thema s die in een schooljaar gepland worden. Binnen elk thema staan één of meer ontwikkelingsgebieden centraal. De thema s zijn voor de kinderen heel herkenbaar en sluiten aan bij de leefwereld en thuissituatie. Alle activiteiten die de pedagogisch medewerker in een bepaalde periode aanbiedt, hangen samen met dat thema. Het kind is leidend en geeft aan waar het behoefte aan heeft. Door het kind goed te observeren weten we welke activiteiten of materialen passen bij de mogelijkheden van het kind. Er is een vaste dagindeling, die aan de hand van dagritmekaarten wordt uitgebeeld. Iedere kaart symboliseert een activiteit, zoals spelen, opruimen, eten en drinken. Doordat de kinderen allerlei woorden krijgen die bij het thema passen en door veel te herhalen kunnen de kinderen de woorden beter onthouden. Zie ook 2.3 Werken met de Piramidemethode. Ouderbetrokkenheid Het effect van het stimuleren van de diverse ontwikkelingen van het kind, wordt vergroot door ouders actief te laten deelnemen. Enerzijds aan de uitvoering van activiteiten vanuit de thema s, anderzijds door het aanbieden van activiteiten tijdens inloopmomenten. Ouders krijgen duidelijke informatie over de thema s, waardoor ze weten waar de kinderen mee bezig zijn. De pedagogisch medewerkers proberen aansluiting te vinden met activiteiten die ouders thuis kunnen doen en die in verband staan met het thema van dat moment. Zo mogelijk worden ouders gestimuleerd om thuis de woorden van de thema s te oefenen met hun kind. Pedagogische ondersteuning medewerkers: Interne coaching Binnen SKPC zijn pedagogisch specialisten en een interne coach werkzaam die, op de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen begeleiding en ondersteuning bieden in de uitvoering van de Piramide-activiteiten. Tijdens de begeleiding en coaching ligt de nadruk op het inzetten van de 6 interactievaardigheden door de pedagogisch medewerker om het kind optimaal in zijn/haar ontwikkeling te stimuleren. De 6 interactievaardigheden zijn: Sensitieve responsiviteit Respect voor de autonomie Structuur en regels Praten en uitleggen Ontwikkeling stimuleren Begeleiden van onderlinge interacties Kinderen volgen in hun ontwikkeling: KIJK Blad 6

Elk kinderdagverblijf of peuterspeelzaal van SKPC werkt met eenzelfde instrument waarmee zij de ontwikkeling van het kind volgen en vastleggen: KIJK-kindvolgsysteem. Dit volgen van het kind komt overeen met de manier waarop de meeste basisscholen in Culemborg dat doen. Kinderen worden gedurende de plaatsing op het kinderdagverblijf of peuterspeelzaal enkele keren geobserveerd met behulp van de observatielijsten van de methode KIJK. Deze observaties worden digitaal vastgelegd in KIJK. Na elke observatie vindt een persoonlijk gesprek plaats tussen ouder en pedagogisch medewerker over de uitkomsten van de observatie. De observaties leveren extra informatie over de ontwikkeling van het kind op alle ontwikkelingsgebieden. Het wordt zichtbaar of het kind ondersteuning of juist uitdaging nodig heeft op een of meer ontwikkelingsgebieden. Bij opvallend gedrag of zorgen om het kind wordt er extra geobserveerd. De extra observatie kan een bevestiging geven van bepaalde signalen en tevens aangeven waar extra stimulans wenselijk is. En als sprake is van opvallend gedrag of specifieke zorg om een kind zijn de observatiegegevens een extra onderbouwing in het gesprek met ouders. De gegevens uit het KIJK-kindvolgsysteem zijn voor pedagogisch medewerkers ondersteunend aan de het interactief werken op de groep. Zie ook 2.4 Doorgaande lijn stedelijk beleid Gemeente Culemborg Zorgplan De SKPC is partner in een extern zorgnetwerk, waardoor ouders als dit nodig is ondersteuning kunnen krijgen van een hulpverlener of externe instelling. Hiervoor is een gemeentelijk protocol of zorgplan vastgesteld, waarin duidelijk is beschreven hoe te handelen bij zorg over een kind. Onderdeel van het stappenplan is zorgvuldig observaties uitvoeren en daarover in gesprek gaan met de ouder(s)/verzorger(s). Na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) wordt samen met de jeugdverpleegkundige van het Centrum Jeugd & Gezin en de pedagogisch medewerker gezocht naar de juiste begeleiding van het kind. Doorgaande ontwikkellijn, overdracht naar de basisschool Als een kind 4 jaar wordt gaat het naar de basisschool. In de voorschoolse periode heeft een kind zich motorisch, cognitief en op taalgebied ontwikkeld, maar ook de wereld om zich heen ontdekt. Het kind heeft een eigen karakter ontwikkeld, misschien is het druk of juist rustig, speelt het graag alleen of juist met andere kinderen. Pedagogisch medewerkers van het kinderdagverblijf of peuterspeelzaal hebben het kind goed leren kennen en hebben veel kennis over de ontwikkeling van het kind. Het is voor de leerkrachten van de basisschool prettig om te weten hoe de eerste jaren van het kind zijn verlopen. Zo kunnen zij het kind op een goede manier begeleiden en stimuleren. Pedagogisch medewerkers geven daarom in Culemborg schriftelijke informatie aan de basisschool over de ontwikkeling van het kind. Hiermee is een belangrijke basis gelegd om de overgang naar de basisschool voor ieder kind zo soepel mogelijk te laten verlopen. De medewerkers maken gebruik van een overdrachtsdocument voor het weergeven van de informatie over ieder kind. Deze overdracht wordt met de ouder in een persoonlijk gesprek toegelicht. Tijdens dit gesprek kan de ouder nog iets veranderen of toevoegen. Na toestemming van de ouder draagt de pedagogisch medewerker de ingevulde overdrachtformulieren over aan de basisschool. Blad 7

Soms wordt gekozen voor een zogenaamde warme overdracht: de ouder, pedagogisch medewerker en leerkracht hebben een mondelinge overdracht bij de ingevulde formulieren. Indien de ouder bezwaar heeft tegen de schriftelijke en/of warme overdracht wordt het document niet opgestuurd naar de basisschool. De school ontvangt wel een korte brief waarin staat dat de ouder geen toestemming heeft gegeven voor de overdracht. (Zie ook 2.5 zorgen om een kind). Zie ook 2.4 Doorgaande lijn stedelijk beleid Gemeente Culemborg 2.3 Werken met de Piramidemethode Bolleboos hanteert het pedagogisch beleid van de SKPC. In de uitvoering van het pedagogisch beleid wordt op alle peuterspeelzalen gebruik gemaakt van de Piramide methode en worden kinderen geobserveerd met behulp van de Kijk-methode. Zowel reguliere peuterspeelzaalkinderen, peuteropvang kinderen als VVE kinderen krijgen de Piramidemethode aangeboden. De Piramidemethode Piramide wil een sterke pedagogische basis bieden, waarbij in een veilige speel-leeromgeving een evenwicht is tussen het kind dat zichzelf ontwikkelt en de pedagogisch medewerker die activiteiten aanbiedt. Door een combinatie van spelen, werken en leren in een positief klimaat worden kinderen in hun ontwikkeling gestimuleerd. Piramide kent een dynamisch cyclische opbouw. Dit betekent dat er vanaf de peuterperiode tot en met groep 2 van de basisschool steeds wordt voortgebouwd op de eerder verworven kennis. Er is een leerlijn, d.w.z. een opbouw in minimaal 8 thema s die in een schooljaar gepland worden. Binnen elk thema staan één of meerdere ontwikkelingsgebieden centraal. VVE-kinderen krijgen extra voorbereiding en begeleiding in de thema s met behulp van aanvullend individueel aanbod ( tutoren ). Met behulp van de Piramidemethode en de Kijkobservatie kunnen onder meer dreigende belemmeringen in de ontwikkeling van een kind in een eerder stadium worden opgespoord. De pedagogisch medewerkers van Bolleboos zijn opgeleid om de methode in de praktijk te brengen. Thema s en structuur Op Bolleboos wordt gewerkt met minimaal 8 thema s per jaar. Dit zijn thema s die voor de kinderen heel herkenbaar zijn en aansluiten bij de leefwereld en thuissituatie van de kinderen. Elk thema wordt gedurende een periode van ongeveer drie weken behandeld. Alle activiteiten die de pedagogisch medewerker in die periode aanbiedt hangen samen met dat thema. Thema s zijn bijv. kleding, huis, lichaam of de jaargetijden. Doordat de kinderen allerlei woorden krijgen die bij het thema passen en door veel te herhalen kunnen de kinderen de stof beter onthouden. Belangrijk is dat ze spelenderwijs het thema ontdekken. Iedere keer worden daarbij andere activiteiten en/of materialen aangeboden: puzzels, spelmaterialen, zelfgemaakte foto s en afbeeldingen. Ook is er een duidelijke structuur voor het verloop van de dag. Er is altijd dezelfde dagindeling, die aan de hand van de dagritmekaarten wordt uitgebeeld. Iedere kaart symboliseert een activiteit, zoals spelen, opruimen, eten en drinken. Daarnaast wordt de ouderbetrokkenheid gestimuleerd. Ouders krijgen duidelijke informatie over de thema s, waardoor ze weten waar de kinderen mee bezig zijn. De pedagogisch medewerkers proberen aansluiting te vinden met activiteiten die ouders thuis kunnen doen en die in verband staan met het thema van dat moment. Zo mogelijk worden ouders betrokken bij de uitvoering van de activiteiten en gestimuleerd thuis de woorden van de thema s te oefenen met hun kind. Blad 8

Pedagogische ondersteuning medewerkers: Interne coach Binnen SKPC is een interne coach aangesteld die alle medewerkers van de peuterspeelzalen begeleiding en ondersteuning biedt in de uitvoering van de piramidemethode. Ook voor Bolleboos is de interne coach het vaste aanspreekpunt in het werken met de Piramide-methode. Gedurende het jaar worden structureel begeleidingsgesprekken en bezoeken op de peuterspeelzaal gepland. Doel van deze gesprekken en bezoeken is het bieden van praktische ondersteuning in het plannen en vormgeven van de activiteiten, het beantwoorden van vragen, het borgen van dezelfde werkwijze binnen de peuterspeelzalen en evalueren. Ook kunnen vragen over de uitvoering van de piramidemethode voor specifieke kinderen besproken worden. 2.4 Doorgaande lijn stedelijk beleid Gemeente Culemborg Als een kind 4 jaar wordt gaat het naar de basisschool. Pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal hebben het kind goed leren kennen en hebben veel kennis over de ontwikkeling van het kind. Het is voor de leerkrachten van de basisschool prettig om te weten hoe de eerste jaren van het kind zijn verlopen. Zo kunnen zij het kind op een goede manier begeleiden en stimuleren. Peuterspeelzalen geven daarom in Culemborg schriftelijke informatie aan de basisschool over de ontwikkeling van het kind. Elke peuterspeelzaal in Culemborg werkt met eenzelfde instrument waarmee zij de ontwikkeling van het kind volgen en registreren: de observatiemethode KIJK. De wijze van kijken naar en registreren van de ontwikkeling van kinderen komt overeen met de manier waarop de meeste basisscholen in Culemborg dat doen. Hiermee is een belangrijke basis gelegd om de overgang naar de bassischool voor ieder kind zo soepel mogelijk te laten verlopen. Welke informatie wordt overgedragen? In de peuterspeelzaalperiode heeft een kind zich motorisch, cognitief en op taalgebied ontwikkeld, maar ook de wereld om zich heen ontdekt. Het kind heeft een eigen karakter ontwikkeld, misschien is het kind druk of juist rustig, speelt het graag alleen of juist met andere kinderen. Ieder kind ontwikkelt zich bovendien in zijn/haar eigen tempo. De pedagogisch medewerkers hebben de ontwikkeling van het kind goed gevolgd. In de overdracht geeft de peuterspeelzaal (als voorschoolse instelling) informatie mee over de ontwikkeling van het kind, onder andere op het gebied van taal, spel en motoriek en hoe het kind met andere kinderen omgaat. De medewerkers maken gebruik van een overdrachtsdocument voor het weergeven van de informatie over ieder kind. Toestemming van ouder(s)/verzorger(s) De pedagogisch medewerker van de peuterspeelzaal vult de overdracht en de observatieregistratie lijst van de methode Kijk in. Het hele dossier wordt met de ouder in een persoonlijk gesprek besproken. Tijdens dit gesprek kan de ouder nog dingen veranderen of toevoegen en wordt toestemming gevraagd om de overdracht te kunnen doen. Vervolgens draagt de pedagogisch medewerker het gehele dossier over aan de basisschool. Voor VVE kinderen is dit een zogenaamde warme overdracht: de ouder, pedagogisch medewerker en leerkracht zijn dan bij het gesprek aanwezig. Voor reguliere/peuteropvang-kinderen wordt het dossier opgestuurd naar de basisschool. Indien de ouder bezwaar heeft tegen de overdracht wordt het document niet opgestuurd naar de basisschool. De school ontvangt wel een korte brief waarin staat dat de ouder geen toestemming heeft gegeven voor de overdracht. Blad 9

Observatiemethode KIJK Kinderen worden tijdens de peuterspeelzaalperiode geobserveerd met behulp van de methode Kijk. VVE kinderen worden twee keer geobserveerd in de peuterspeelzaal periode, namelijk 3 maanden na plaatsing en als de peuter 3 jaar en 9 maanden oud is. Na iedere observatie vindt een persoonlijk gesprek plaats tussen ouder en medewerker. De observaties uit de methode KIJK leveren extra informatie op over met name de ontwikkeling van de kinderen, waardoor mogelijke achterstanden in de ontwikkeling zichtbaar worden. Soms wordt verondersteld dat een kind op alle gebieden goed mee komt. De gerichte observatie kan daarvan een bevestiging geven, maar kan ook aangeven waar extra stimulans wenselijk is. De gegevens uit de observatiemethode KIJK zijn ondersteunend aan de werkwijze op de groep. Tevens zijn de observatiegegevens de basis voor de overdracht aan de basisschool. En als sprake is van opvallende gedrag of specifieke zorg om een kind worden de observatiegegevens gebruikt om objectief en helder met ouders in gesprek te kunnen gaan. 2.5 Zorgen om een kind Zorgplan Binnen de peuterspeelzalen van Culemborg wordt gewerkt volgens het zorgplan. Hiervoor is een uitgebreid gemeentelijk protocol vastgesteld, waarin duidelijk is beschreven hoe te handelen bij zorg over een kind. Onderdeel van het stappenplan is zorgvuldig observaties uitvoeren en daarover in gesprek gaan met de ouder(s)/verzorger(s). Na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) wordt samen met de jeugdverpleegkundige van het Centrum Jeugd & Gezin en de pedagogisch medewerker gezocht naar de juiste begeleiding van het kind op de peuterspeelzaal. Daarnaast kan het voorkomen dat er externe hulp nodig is. Hierbij is de begeleiding van de jeugdverpleegkundige essentieel. Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling De meldcode geeft via een stappenplan aan hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling. Daarnaast zijn aan deze meldcode twee stappenplannen toegevoegd: een stappenplan hoe te handelen bij vermoedens van kindermishandeling gepleegd door een beroepskracht en een stappenplan hoe te handelen wanneer er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Elke stap wordt afzonderlijk uitgebreid toegelicht. Binnen een SKPC is een aandachtsfunctionaris aangesteld. De aandachtsfunctionaris bewaakt het proces i.v.m. privacy van ouders en betrokkenen, zij verstrekt informatie (schriftelijk of mondeling) aan derden na overleg met ouders, beroepskrachten en/of leidinggevende. De aandachtsfunctionaris is op de hoogte van de diverse signalen vanuit de SKPC. Zij heeft overleg en onderhoudt contacten met externe instanties zoals JGZ (Jeugdgezondheidszorg) en JPN (Jeugd preventie netwerk), Veilig Thuis en Consultatiebureau. De medewerkers van de peuterspeelzalen worden regelmatig intern geschoold in het handelen bij signalen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling: Bij een niet pluis gevoel bespreekt de pedagogisch medewerker dit met de directe collega en leidinggevende. Bij vermoedens van kindermishandeling neemt de medewerker altijd contact op met de leidinggevende. Zijn er signalen, dan worden de signaallijsten gebruikt om observatiegegevens te verzamelen. Op basis van het stappenplan Meldcode en In overleg met de leidinggevende kan besloten worden om de aandachtsfunctionaris in te schakelen ter ondersteuning, bemiddeling en voor vragen. Samen met de aandachtsfunctionaris en leidinggevende wordt vervolgens het stappenplan uit de Meldcode gevolgd. Blad 10

2.6 Ouderbetrokkenheid Onderdeel van de werkwijze op de peuterspeelzalen is het stimuleren van de ouderbetrokkenheid. Het effect van werken met de piramidemethode, namelijk het stimuleren van de diverse ontwikkelingen van het kind, wordt vergroot door ouders actief te laten deelnemen. Enerzijds aan de uitvoering van activiteiten vanuit de Piramide thema s, anderzijds door het aanbieden van activiteiten tijdens het inloopmoment van 8.30-9.00 uur. Ouders van de peuterspeelzaalkinderen worden nadrukkelijk uitgenodigd en gestimuleerd om tijdens het brengen van hun kind een korte activiteit met hun kind te doen. Alle ouders ontvangen regelmatig een themabrief met daarin de woorden die terugkomen binnen het Piramide thema. Ook worden tips voor activiteiten gegeven of voor boeken om te lezen samen met hun kind thuis. In samenwerking met de bibliotheek is het mogelijk om vanuit het Boekenpret-project leesboekjes uit te lenen aan ouders. 2.7 Verlaten terrein Soms kiezen de pedagogisch medewerkers er voor om de kinderen een activiteit of uitstapje aan te bieden buiten het terrein van Bolleboos. Redenen daarvoor zijn: Kinderen letterlijk meer of andere ruimte en omgeving bieden. Kinderen extra uitdaging bieden. Het blikveld voor kinderen vergroten en andere ervaringen laten opdoen. Kinderen emotioneel groeimogelijkheden bieden door de ervaring van het (veilig) verlaten van de vertrouwde plek op de peuterspeelzaal. Een activiteit behorend bij het Piramide-thema. Buiten het eigen terrein van de peuterspeelzaal doen kinderen andere ervaringen op. Zij komen andere kinderen tegen of dieren, huizen, vervoersmiddelen, etc. Dat is aanleiding om met kinderen in gesprek te gaan of kan ondersteunend zijn in het werken met een thema. In het protocol Verlaten terrein bij kdv/psz-activiteiten en uitstapjes staan de uitgangspunten en algemene regels en afspraken die gemaakt worden betreffende het verlaten van het terrein beschreven. Aangezien het verlaten van het eigen terrein en het maken van uitstapjes ook een zeker risico met zich meebrengt, zijn risico-beperkende maatregelen opgesteld om bepaalde risico s zoveel mogelijk te voorkomen. Hierbij is het informeren en toestemming verkrijgen van ouders/verzorg(st)ers belangrijk. Tijdens het kennismakingsgesprek met ouders/verzorg(st)ers op de peuterspeelzaal wordt het incidenteel verlaten van het terrein besproken. Per kind worden de individuele afspraken tussen ouder/verzorg(st)er en pedagogisch medewerker schriftelijk op het formulier Verlaten terrein KDV/PSZ vastgelegd. 2.8 Kennismaken en wennen Voorafgaand aan de plaatsingsdatum worden ouders uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de pedagogisch medewerker op de peuterspeelzaal waar het kind is geplaatst. Het kind is daarbij bij voorkeur aanwezig, maar blijft niet op de peuterspeelzaal zonder de ouder. Gedurende dit gesprek vindt de eerste gewenning plaats tussen het kind en de peuterspeelzaal. Ouders hebben de mogelijkheid om na het kennismakingsgesprek wat langer op de peuterspeelzaal te blijven met hun kind om te wennen. Wennen van nieuwe kinderen vindt plaats vanaf de plaatsingsdatum. De eerste twee plaatsingsochtenden gelden als wenochtenden. In overleg tussen de ouder en pedagogisch medewerker wordt afgesproken welke ochtenden het kind op de groep aanwezig is. Blad 11

Wennen is onderdeel van de plaatsing en bedoeld om uw kind (en u zelf) de gelegenheid te geven vertrouwd te raken met de peuterspeelzaal. Het kind kan zich vertrouwd gaan voelen bij de peuterspeelzaal, de andere kinderen en de medewerkers. Wendagen zijn in belang van een kind. Het wennen is onderdeel van de plaatsing en bedoeld om een kind en de ouders de gelegenheid te geven om vertrouwd te raken op de opvang. De wenochtend maakt dat een kind zich vertrouwd kan gaan voelen op de groep, bij de andere kinderen en de medewerkers. Indien nodig kan met de ouder een langere wenperiode worden afgesproken. 2.9 Dagindeling Kinderen hebben behoefte aan structuur, duidelijkheid en regelmaat. Daarom bestaat het ochtendprogramma op Bolleboos uit herkenbare onderdelen. Het ochtendritme, met onderdelen als spelen, eten, verschonen en liedjes zingen, wordt ook aangegeven op de Piramide-dagritmekaarten op de groep. Tevens wordt er gebruik gemaakt van de signaalliedjes van Piramide om aan kinderen duidelijk te maken welk onderdeel gaat starten of eindigen. Voordat de kinderen en ouders binnenkomen zorgen de medewerkers dat de groepsruimte speelklaar is. Om 8.30 uur komen de kinderen en ouders van de peuterspeelzaal/peuteropvang binnen. Zij worden ontvangen door de pedagogisch medewerker. Tijdens het inloopmoment is er gelegenheid voor ouders om samen met hun kind een activiteit te doen zoals lezen, puzzelen of een knutselwerkje. De medewerker begeleidt ouder en kind tijdens het moment van afscheid nemen. Om 9.00 uur zijn alle kinderen gebracht. Met hulp van een signaalliedje worden de kinderen uitgenodigd voor de kring: alle kinderen gaan met de pedagogisch medewerker op een stoeltje of bankje in de kring zitten. Er wordt gezongen en met de kinderen over het piramide thema gepraat, gelezen, activiteiten gedaan, enz. Tussen 9.15 uur en 9.45 uur is er vrij spel, zoals spelen in de poppenhoek, lezen, bouwen. De VVE kinderen krijgen soms aanvullende begeleiding van de pedagogisch medewerker volgens de tutor planning. Daarna worden alle kinderen verschoond of gaan naar de wc en wordt er gezamenlijk opgeruimd. Om 10.00 uur gaan de kinderen aan tafel en wordt er fruit en een koekje gegeten en sap gedronken. Ouders geven zelf fruit en drinken voor hun kind mee. Tussen 10.30 uur en 11.15 uur gaan de kinderen onder begeleiding van de pedagogisch medewerker buiten spelen. De kinderen lopen aan het loopkoord en onder het zingen van een liedje gezamenlijk en onder begeleiding van de medewerker naar het eigen buitenspeelterrein. Tussen 11.15 uur en 11.45 uur is er een ontwikkelingsgerichte activiteit onder begeleiding van een pedagogisch medewerker passend binnen het Piramide thema. Op dit tijdstip vind ook de VVE-tutoring plaats. Tussen 11.45 uur en 12.00 uur worden de kinderen van de peuterspeelzaal/peuteropvang opgehaald door de ouders en volgt een korte overdracht door de pedagogisch medewerker. Blad 12

2.10 Veiligheid en gezondheid, omgaan met calamiteiten SKPC voert een beleid dat er toe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elke vestiging zo veel mogelijk is gewaarborgd. Wij verstaan hieronder het bieden van emotionele veiligheid aan de kinderen (zie pedagogisch beleidsplan), maar ook een veilige fysieke omgeving en het zorgvuldig en hygiënisch omgaan met materialen en met voeding. Op elke locatie worden de mogelijke risico s geïnventariseerd. Op grond van de inventarisatie worden risico beperkende maatregelen genomen. Een plan van aanpak voor verbeteringen en de registratie van (bijna) ongevallen wordt aan de oudercommissie voorgelegd ter informatie en advies. De groepsregels en locatie-afspraken zijn gericht op het waarborgen van veilige situaties in de groepsruimten of buiten. Want veiligheid wordt ook bepaald door gedrag van kinderen en van pedagogisch medewerkers. In de overzichten voorzorgsmaatregelen gezondheid en voorzorgsmaatregelen veiligheid wordt weergegeven welke maatregelen zijn getroffen om de veiligheid en gezondheid op de opvanglocatie vooraf te realiseren. Dit betreft bijv. bouwkundige voorzieningen en gedragsregels voor medewerkers (zie ook website). Door alert te zijn op een goede hygiëne werken we aan een gezond leefklimaat en het bestrijden van ziektekiemen. Desondanks worden kinderen ziek, thuis of bij ons op de opvang. In dat geval moeten we bepalen of wij het zieke kind de zorg kunnen bieden die het nodig heeft. Voor pedagogisch medewerkers zijn werkinstructies opgesteld m.b.t. het hygiënisch werken en over het zorgvuldig omgaan met en aanbieden van voedingsproducten Over hoe te handelen in het geval kinderen ziek zijn of worden zijn duidelijke afspraken gemaakt. Ouders worden daarover geïnformeerd via de website/informatieboekje en tijdens het kennismakingsgesprek (zie website, veiligheid en gezondheid/ beleid medisch handelen en weren zieke kinderen). Op elke groep zijn richtlijnen bekend over hoe te handelen in geval van calamiteiten. In de richtlijnen wordt aangegeven wie bij een ongeval of brand of andere calamiteit voor een bepaalde taak verantwoordelijk is. Elk jaar wordt op elke locatie van SKPC één of twee keer met de kinderen een ontruimingsoefening gedaan. Bovendien gaan de peuters als zij gaan buitenspelen minimaal 1 x per dag met behulp van het loopkoord naar buiten. Deze oefeningen zijn nodig om kinderen vertrouwd te maken met de regels die gelden bij een ontruiming van het pand. Zo proberen we te voorkomen dat bij een echte calamiteit kinderen (of medewerkers) in paniek raken. Op elke locatie zijn een of meer personen bevoegd om op te treden als bedrijfshulpverlener (BHV) en bij een calamiteit de coördinatie op zich nemen, totdat professionele hulpverleners aanwezig zijn. Alle pedagogisch medewerkers hebben een EHBO-diploma en/of een certificaat voor EHBO voor kinderen. Het uitgebreide bedrijfsnoodplan is in te zien op de locatie. 3. Groepsregels Onderstaande afspraken en richtlijnen geven houvast in de omgang met elkaar, de afspraken met de kinderen, over hoe omgegaan wordt met ons activiteitenaanbod en materialen. De afspraken vormen tevens de rode draad in het pedagogisch handelen, waarbij ook ruimte is voor de persoonlijke invulling van elke medewerker. Blad 13

3.1 Algemene afspraken voor peuterspeelzalen 1. Omgaan met elkaar (medewerkers onderling, met de kinderen en kinderen onderling) We gaan respectvol met elkaar om. We geven grenzen aan en overschrijden niet de grens van een ander. We luisteren naar elkaar en geven elkaar de ruimte om te vertellen. We geven elkaar de ruimte om zelfstandigheid te ontwikkelen. We stimuleren de samenwerking en bieden gelegenheid tot samenspel. We zorgen voor elkaar en helpen elkaar. We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen (komen afspraken na). We begeleiden conflicten en zoeken samen naar oplossingen daarvoor. We zeggen elkaar gedag bij binnenkomst en bij vertrek naar huis. De pedagogisch medewerkers hebben een eenduidige werkwijze richting de kinderen. We lopen binnen rustig en praten op normale geluidssterkte. 2. Eetmomenten We eten aan tafel en bieden een veilige en rustige omgeving tijdens het eten. De tafel wordt bij ieder eetmoment gezellig gedekt, ook de kinderen kunnen daarbij helpen. De pedagogisch medewerkers bieden structuur voorafgaand aan de eetmomenten: we zingen een liedje en bieden gelegenheid om te bidden. We hebben aandacht voor (tafel)manieren tijdens alle drink- en eetmomenten. Pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen op een positieve manier om te eten/drinken en dagen uit om onbekende producten te proeven (maar we dwingen niet). De hoeveelheden voeding worden aangepast aan de behoefte van het kind (met een maximum). Pedagogisch medewerkers geven bewust aandacht aan het belang van gezonde voeding. Voor afspraken over de aard en hoeveelheid van voedingsproducten: zie het dagelijks voedingsaanbod op de peuterspeelzaal/peuteropvang. 3. Hygiëne We wassen handen vóór alle eetmomenten en na toiletbezoek, na het verschonen van kinderen, na het buiten spelen en op ieder ander moment dat handen vies zijn. De pedagogisch medewerkers stimuleren de zindelijkheid op het potje of de wc. We attenderen kinderen op hun lichamelijke verzorging en persoonlijke hygiëne, zoals neus snuiten en mond of neus afdekken met hand of arm tijdens hoesten en niezen. We beperken het gebruik van fopspenen door kinderen We hebben aandacht voor een schoon uiterlijk gedurende de dag. We dragen zorg voor een hygiënische leefomgeving en een gezond leefklimaat. We spelen dagelijks buiten. 4. Omgaan met seksualiteit Pedagogisch medewerkers staan open voor vragen van kinderen en zullen deze, passend op het niveau en leeftijd van de kinderen, zo goed mogelijk beantwoorden Pedagogisch medewerkers gaan zorgvuldig om met de vraag om informatie, eventueel verwijzen we het kind door naar de ouders/verzorgers. De kinderen lopen niet bloot rond en dragen minimaal een luier, ondergoed of badkleding. Blad 14

We gaan terughoudend om met het intiem of sensueel betasten van (delen van) het lichaam van anderen en bespreken met kinderen als zij dergelijke handelingen met elkaar doen. We respecteren dat medewerkers en/of kinderen dat niet wenselijk vinden en leggen dat ook uit aan elkaar en aan de kinderen. Indien het zich voordoet, bespreken we met kinderen dat het betasten van (delen van) het eigen lichaam in het bijzijn van anderen niet wenselijk is. We respecteren dat medewerkers en/of kinderen dat niet prettig vinden en verwijzen het kind bijvoorbeeld naar een rustige plek, thuis. 5. Omgaan met (georganiseerde) activiteiten in het dagelijkse aanbod Leidend in het activiteitenaanbod is de aansluiting met de piramidemethode. In het aanbod letten pedagogisch medewerkers op een evenwicht tussen begeleidde activiteiten en mogelijkheid tot vrij spel. We zorgen voor variatie in het aanbod en werken volgens het afgesproken thema. We bieden dagelijks beweegactiviteiten aan. Met de activiteiten wordt ingespeeld op de behoefte aan ontwikkeling en de interesse van de kinderen. Kinderen worden gestimuleerd om actief mee te doen met activiteiten. Bij de keuze van activiteiten letten we erop dat alle ontwikkelingsaspecten in een bepaalde periode aan bod komen. 6. Omgaan met materialen We gaan zorgvuldig om met onze materialen, zowel binnen als buiten, en gebruiken deze waarvoor ze bedoeld zijn. We ruimen speelgoed, knutselmateriaal e.d. samen op en we zorgen er voor dat de spullen op de goede plek terecht komen. Als er (speel)materiaal of apparatuur kapot gaat of kapot is, ondernemen we actie om het te repareren of vervangen. Indien kinderen speelgoed o.i.d. van thuis meenemen dan stimuleren we dat ook andere kinderen er samen mee mogen spelen. Anders kan het speelmateriaal beter in het eigen bakje worden bewaard, totdat het kind het weer mee naar huis kan nemen. Voor gebruik van sommige materialen gelden bepaalde (locatie gebonden) afspraken voor gebruik. De betreffende afspraken zijn te vinden in de locatie-afspraken. Sommige ruimtes, kasten e.d. zijn afgesloten. Dit omdat de materialen die daarin staan alleen toegankelijk zijn voor de pedagogisch medewerkers (zie locatie-afspraken). 7. Buiten spelen We spelen buiten en binnen op de afgesproken plekken (zie locatie-afspraken). Voorafgaand aan het buitenspelen controleren de pedagogisch medewerkers het plein en/of de omgeving en/of de zandbak op afval en gevaarlijke materialen (zie veiligheidsverslag). Bij hogere UV-straling zorgen wij ervoor dat alle (!) kinderen voorafgaand aan het buitenspelen ingesmeerd zijn met zonnebrandmiddel van de SKPC (zie veiligheid en gezondheid/ protocol kinderen in de zon). (Zwem)badjes worden met een klein laagje (ca. 10 cm) water gevuld, tijdens het gebruik is er altijd toezicht door een pedagogisch medewerker. De PM-ers letten er tijdens het buiten spelen op dat alle hekken dicht zijn. Per locatie worden afspraken gemaakt met ouders over het spelen op openbaar terrein. Zie protocol verlaten terrein voor kdv/psz-activiteiten. Blad 15

8. Veiligheid In de lijst voorzorgsmaatregelen veiligheid en in het veiligheidsverslag (onderdeel van het plan van aanpak Risico Inventarisatie Veiligheid en Gezondheid) staan de afspraken beschreven die de veiligheid op de groepen waarborgen (zie ook website en informatieboekje). We leren kinderen alert te zijn op veiligheid in het gebruik van deuren, meubilair en toiletruimten. We leren kinderen veilig (zelfstandig) in en uit een kinderstoel te klimmen. Medewerkers zijn alert op het risico dat een kind zich afzet aan de tafel, en nemen gepaste maatregelen (bijv. kinderstoel naast medewerker zetten en stoel op veilige afstand van de tafel). Medewerkers zijn alert op de veiligheid van de kleding, haarspeldjes e.d. en sieraden die kinderen dragen en nemen indien nodig maatregelen. Gelet wordt op de veiligheid voor het kind zelf en voor andere kinderen in de groep (bijv. blijven haken aan koordjes van een trui of inslikken van sieraden). Medewerkers dragen en tillen kinderen op een verantwoorde wijze. Bij gebruik van elektrische apparaten wordt gelet op veiligheid: snoeren zijn zoveel mogelijk opgeborgen en apparaten staan op een geschikte plaats. We zorgen dat hete dranken / gekookt water buiten bereik van kinderen staan. De PM-ers zorgen ervoor dat scherpe materialen en schoonmaakmiddelen buiten bereik van kinderen zijn. Materialen die kinderen zelf kunnen pakken zijn afgestemd op de doelgroep. Materialen die gebruikt worden onder toezicht van een PM-er staan in afgesloten ruimtes. De tassen van de PM-ers staan in kluisjes of afgesloten kast, zodat persoonlijke eigendommen (zoals medicijnen of sigaretten) niet bereikbaar zijn voor de kinderen. De voordeur is gesloten tijdens de opvanguren, alleen tijdens breng- en haalmomenten blijft de toegangsdeur open (zie locatie-afspraken). 9. Omgaan met calamiteiten In geval van calamiteiten wordt gehandeld conform het bedrijfsnoodplan, het protocol Wat te doen bij calamiteiten en evt. het ontruimingsplan. Eén van de aanwezige BHVers neemt daarin de leiding. In het pedagogisch werkplan (per locatie) is vastgelegd welke volwassene als achterwacht optreedt. 3.2 Locatie- afspraken voor Bolleboos Dit betreffen de meer specifieke afspraken over de werkwijze op Bolleboos, die samenhangen met de locatie of de aard van de accommodatie. Toegang/voordeur Peuterspeelzaal/peuteropvang Bolleboos is gevestigd in de Brede School Culemborg Oost. Ouders komen via de hoofdentree binnen, deze deur is tijdens de haal en breng-tijden geopend. Tijdens de opvanguren van Bolleboos is de deur van de groepsruimte gesloten. In de centrale hal hangen de kapstokjes voor de kinderen (onder het raam van de directiekamer Kaardebol). Entree Bolleboos De groepsruimte van Bolleboos is afgesloten met een deur. Blad 16

Aan de binnenkant van de deur van de groepsruimte is ronde knop geplaatst, die alleen met kracht kan worden geopend. Dit om te voorkomen dat kinderen ongezien naar de andere ruimtes kunnen lopen. Medewerkers attenderen ouders op het goed sluiten van de toegangsdeur als zij hun kind komen brengen of ophalen. Op de deuren is een fingersafe geplaatst. Daarnaast zijn medewerkers extra alert bij het openen en sluiten van deze deuren. Toiletten In de groepsruimte van Bolleboos is een aparte toiletruimte. De twee toiletjes hebben een lage zitting, de kunststof toiletbril is los op de pot bevestigd. De toiletjes zijn van elkaar gescheiden door een laag wandje, medewerkers hebben makkelijk toezicht op de kinderen. De commode is een commode met uitschuifbare trap, de commode wordt alleen gebruikt in het bijzijn van een medewerker. Kinderen worden begeleid in het klimmen op de trap. Voor medewerkers is in de centrale hal een apart volwassenen toilet beschikbaar. Bergruimte Via de toiletruimte is een bergruimte bereikbaar. In deze ruimte worden themakratten, creatieve materialen, voorraad en schoonmaakartikelen bewaard. Deze ruimte is altijd dicht, is alleen toegankelijk voor medewerkers. Groepsruimte De groep is gezellig, huiselijk en ergonomisch ingericht. Er zijn verschillende hoeken en materialen waar de kinderen zelfstandig kunnen spelen en vaardigheden kunnen ontwikkelen, o.a. in de bouwhoek of in de huishoek. Bij indeling en inrichting wordt rekening gehouden met de Piramide methode. Tijdens begeleide groepsactiviteiten wordt incidenteel gebruik gemaakt van de speellokalen, bijv. voor dansen en bewegen. Of om met een klein groepje ontwikkelingsgerichte activiteiten te doen. Medewerkers zijn extra alert op kinderen attenderen op het niet gooien met materialen. In de groepsruimte is een keukenblok aanwezig, met een ingebouwde koelkast. De kraan wordt alleen gebruikt door de medewerkers. Voor de kinderen is een lage trog aanwezig met koud water, waar de kinderen zelfstandig hun handen kunnen wassen. Materialen en speelgoed Speelmaterialen liggen zoveel mogelijk op een hoogte dat kinderen het zelf kunnen pakken. Dit stimuleert de vrijheid en zelfstandigheid van ieder kind. Materialen die in het gebruik om de begeleiding van de pedagogisch medewerkers vragen liggen buiten bereik van de kinderen. Zo ligt het groot knutselmateriaal in de afgesloten voorraadkast in de sanitaire ruimte. Materialen die alleen geschikt zijn voor gebruikt door de kinderen van BSO Weijdewijs liggen in een afgesloten kast. De groep heeft tevens een kast die kan worden afgesloten en waar privacygevoelige materialen zijn opgeborgen. Buitenruimte Bolleboos heeft een eigen buitenspeelplaats, die tevens op andere tijdstippen wordt gebruikt door de kleuters van de basisscholen. De speelplaats bevindt zich op het schoolplein en is afgesloten met een hekje. Tijdens het buitenspelen is het hekje gesloten. Op dit hek is een kind-onvriendelijke driepunts-sluiting geplaatst, zodat kinderen het hek niet zelf open en dicht kunnen doen, maar volwassenen er wel in en uit kunnen. De speelplaats wordt vooraf gecontroleerd op zwerfvuil. Op de speelplaats is een zandbak aanwezig, houtsnippers en tegels. (De komende maanden wordt de speelplaats verder ingericht met speeltoestellen. ) Blad 17

Kinderen kunnen spelen en ontdekken in de zandbak en op de houtsnippers en fietsen op het betegelde stuk terrein. Tijdens het buitenspelen wordt gezorgd voor voldoende toezicht door pedagogisch medewerkers. Afhankelijk van het aantal kinderen dat buiten speelt zijn 1 of meer medewerkers buiten aanwezig. Als slechts 1 medewerker buiten is, dan is altijd een medewerker in de groepsruimte van Bolleboos aanwezig als achterwacht. Dit geldt niet als slechts 1 medewerker werkzaam is bij minder dan 8 kinderen. Indien de kinderen de groepsruimte verlaten dan wordt gebruik gemaakt van het looptouw om kinderen veilig van de groepsruimte naar de speelplaats te laten lopen. Aangezien de speelplaats niet direct grenst aan de groepsruimte en er een klein stukje over het schoolplein moet worden gelopen, is extra alertheid bij het overlopen naar de speelplaats nodig. De kinderen worden altijd door de medewerkers begeleid naar de speelplaats. De omheining van de speelplaats wordt regelmatig gecontroleerd op beschadiging. Bergruimte buitenspel materialen De buitenspeelmaterialen worden bewaard in de buitenberging, deze wordt gedeeld met school en met de BSO. Kinderen komen niet in de buitenberging, de medewerkers zetten de materialen naar buiten. Schoonmaak De groepsruimte wordt schoongemaakt door een extern schoonmaakbedrijf, onder aansturing van de beheerder van de Brede School Culemborg Oost. Dit wordt in de avonduren gedaan. Pedagogisch medewerkers laten de groepsruimte opgeruimd en aangeveegd achter, zodat ook de buitenschoolse opvang in een schone en prettige ruimte kan starten. 4. Verwijzing naar overige documenten In beleidsdocumenten, protocollen en werkinstructies voor de medewerkers zijn de richtlijnen en afspraken verder uitgewerkt. Ouders kunnen deze informatie vinden op de website SKPC, medewerkers hebben tevens toegang tot de documenten via intranet. 4.1 Pedagogisch beleidsplan Dit is het kader, jij maakt het verschil 4.2 Informatieboekje peuterspeelzalen 4.3 Veiligheids- en gezondheidsverslag (incl. afspraken m.b.t. veilig en hygiënisch handelen) 4.4 Beleid medisch handelen en weren zieke kinderen (incl. verklaringen) 4.5 Protocol kinderen in de zon 4.6 Protocol verlaten terrein voor kdv/psz-activiteiten en uitstapjes 4.7 Dagelijks voedingsaanbod psz/po 4.8 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Blad 18