Beleidskader peuterspeelzaalwerk Zoetermeer bijlage 1 Adviesnummer 060172

Vergelijkbare documenten
Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Peuterspeelzaalbeleid

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Samen staan we sterker

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Inspectierapport Dribbel (PSZ) Nieuwehaven EG GOUDA

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018:

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Inspectierapport BSO Carolus (BSO) Kerkweg BN COTHEN

Artikelsgewijze toelichting

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2018 Reguliere peuteropvang en vooren vroegschoolse educatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie

B en W. nr d.d

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

Informatieboekje. Stichting Peuterspeelzaal De Lusthof Lusthofstraat XV VOORBURG.

Inspectierapport Christelijke Peuterspeelzaal Jona (PSZ) Ds. E. Fransenlaan TX BARNEVELD

Inspectie Rapport Peuterspeelzaal t Musje Cromvlietplein 120

Inspectierapport nader onderzoek De Bieënkorf (KDV) de Lange Slagen DP Wijhe Registratienummer

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Informatieboekje. Stichting Peuterspeelzaal De Lusthof Lusthofstraat XV VOORBURG.

Inspectieverslag (definitief) Peuterspeelzalen (PSZ) Tam Tam

Inspectierapport Peutercentrum Peuterpark (PSZ) Van Riebeeckstraat EJ UTRECHT

Inspectierapport De Parel (BSO) Zuiderkruis VA AMERSFOORT

Inspectierapport Peuterspeelzaal De Vliegwereld (PSZ) Isabella van Spanjestraat LE Rijen

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Kwetternest (PSZ) Oud Ambacht XE DRACHTEN

Inspectierapport Kindcentrum het Krijt (KDV) Schoolstraat MB Assen

Inspectierapport Peuterspeelzaal Panda, Bruintje Beer en IJsbeertje (SPR) (PSZ) Acacialaan GD RHENEN

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

Inspectierapport Stichting Peuterspeelzaal Bambini (PSZ) IJsseldijk-Noord BN Ouderkerk aan den IJssel

Inspectierapport Peuteropvang Albertina Agnes (KDV) Prins Bernhardweg XC ORANJEWOUD Registratienummer

Inspectierapport Drie Turven (PSZ) S. van Drielstraat XP ZEVENHOVEN

Handreiking peuterspeelzaalbeleid

VERORDENING VAN UTRECHT 2014 NR. 28

Inspectierapport Stichting Kindercentrum Camelot (KDV) Akkerstraat 11 a 4265HZ GENDEREN Registratienummer:

Inspectierapport Pinokkio (KDV) Frederik van Eedenlaan VH DELFT Registratienummer:

Inspectierapport Tante Kaat (KDV) Hovenierstraat CC DEVENTER Registratienummer:

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen

Inspectierapport De Zandloper (PSZ) Zandbos DD HOOFDDORP

Inspectierapport De Hooiberg (PSZ) Aletta Jacobsplantsoen RP VOORSCHOTEN

Inspectierapport Peuter Academie (KDV) Smirnoffstraat NZ Sassenheim Registratienummer

Kadernotitie harmonisatie kinderopvang, peuterspeelzalen en VVE in Leeuwarden

Inspectierapport De Eerste Stap (PSZ) Parsstraat SM Katwijk

Inspectierapport De Ringkantertjes (PSZ) Hazeweg AD NIEUWVEEN

Inspectierapport 't Akkertje (PSZ) Jan Prinsstraat HL HENGELO OV

Inspectierapport Filios BV (KDV) Aalbersestraat JS IJsselstein

Inspectierapport o.b.s. De Piramide - psz Mini Piramide (PSZ) Duitslandlaan BC Haarlem

Inspectierapport Pinokkio (PSZ) Mathilde Wibautstraat MC HOOFDDORP

Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse voorzieningen op peuterspeelzalen Edam-Volendam

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Inspectierapport PSZ Grebbe (PSZ) Grebbe RT TILBURG

Inspectierapport De Hooiberg (PSZ) Aletta Jacobsplantsoen RP VOORSCHOTEN

Inspectierapport Olleke Bolleke (PSZ) Ter Lips DM VOORSCHOTEN

Uitgangspuntennotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Gooise Meren

Inspectierapport Doomijn Peuterspeelzaal De Meidoorn (KDV) De Meidoorn NB Koekange Registratienummer

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018

Inspectierapport Stichting Peuter Vriendjes peuterspeelzaal (PSZ) Televisiebaan 106a 3402VH IJSSELSTEIN UT

Inspectierapport Pippeloen (PSZ) Prinses Marijkelaan HH Voorschoten

Inspectierapport Woelwater (PSZ) d'yserinckweg 24a 2141AB VIJFHUIZEN

Inspectierapport KDV Sinne Schooldijkje (KDV) Schooldijkje BN Leeuwarden Registratienummer

Inspectierapport Muis (KDV) Rolklaverpad PD ALMERE Registratienummer

Inspectierapport Olleke Bolleke (PSZ) Huetingstraat BM Katwijk

Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Visnet (PSZ) De Spijlen EK ELST UT

Toezichthouder: Mevrouw C. Verbruggen, GGD Gooi & Vechtstreek Datum inspectiebezoek: 22 juni 2009 om uur

Inspectierapport nader onderzoek Autismehuis (BSO) Voorsterweg 38 a 8042AD ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport 't Roefje (PSZ) Schouwstraat KL RIJSENHOUT

Inspectierapport Pinokkio (PSZ) Mathilde Wibautstraat MC HOOFDDORP

Inspectierapport De Wingerd (KDV) Kersenberg KC ROOSENDAAL Registratienummer

Inspectierapport SDK Driehoek (KDV) Driehoek KG DORDRECHT

Inspectierapport Kinderdagverblijf "Plons" (KDV) Acacialaan 11a 3911GD RHENEN Registratienummer:

Inspectierapport SNO Woudenberg (BSO) De Bosrand AP Woudenberg

Inspectierapport Bambino Peuterwerk EBS (KDV) Jasonstraat JB Eindhoven

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pi, locatie Hanzeland (KDV) Zuiderzeelaan JV Zwolle Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf De Pepermolen Peperstraat AJ OOSTEREND NH Registratienummer

Alleen activiteiten die vrij en openbaar toegankelijk zijn komen voor subsidie in aanmerking

Inspectierapport PSZ Pendula (PSZ) Sint Josephstraat GK TILBURG

Definitief Inspectierapport De Sterretjes (PSZ) Maasstraat LP LELYSTAD

Inspectierapport Belle Fleur (KDV) Vijverstraat AT PRINSENBEEK Registratienummer

Inspectierapport Peuterspeelzaal Doomijn Paulus Potterstraat (PSZ) Paulus Potterstraat 13c 8471 VM WOLVEGA

Inspectierapport Scoop Spelenderwijs locatie Clematisstraat (PSZ) Clematisstraat EJ ALMELO

Inspectierapport BSO De Bruine Beer (BSO) De Wetstraat ZV ERMELO Registratienummer:

Inspectierapport 't Vogelnest (PSZ) Henk Lensenlaan ER VOGELENZANG

Inspectierapport Dominootje (PSZ) Noorderhavenkade 45d 3039RG ROTTERDAM

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Inspectierapport De kleine wereld (KDV) Jan van Brabantweg HC Sassenheim Registratienummer

Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Flinterke (PSZ) Zetveld LM DRACHTEN

Implementatie wet OKE gemeente Valkenswaard beleidsdocument. juni 2010

Algemene toelichting verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen

Inspectierapport Onderzoek voor registratie Pinky (PSZ) Nijkerklaan BA 'S-GRAVENHAGE

Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Inspectierapport Peuterspeelzaal Pinokkio (PSZ) Zoeksestraat 5a 4721AC SCHIJF

Inspectierapport Peuteropvang Het Kinderpaleis Molenstraat ED BRUINISSE

Inspectierapport Kindcentrum de Scharmhof (KDV) Scharmbarg EA Assen

Inspectierapport PSZ Willebrord (PSZ) Celebesstraat 1a 5014BP TILBURG

Inspectierapport Chr. Peuterspeelzaal Het Visje (PSZ) Trasmolenlaan GZ WOERDEN

Inspectierapport ELMO - Kinderopvang (KDV) Martinusweg AL HERWEN Registratienummer:

Transcriptie:

Beleidskader peuterspeelzaalwerk Zoetermeer bijlage 1 Adviesnummer 060172 1. Inleiding Door de ontwikkelingen op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en de keten van voorzieningen voor 0-6 jarigen heeft het peuterspeelzaalwerk een steeds groter belang toebedeeld gekregen. Dat is zowel binnen het lokale jeugdbeleid, bij de signalering en/of ter voorkoming van ontwikkelingsachterstanden, in het kader van de doorgaande ontwikkelingslijn, maar ook als essentiële schakel in de lokale, sociale infrastructuur. Peuterspeelzaalwerk behoort tot het domein van de lokale overheid en wordt voor een groot deel bekostigd uit lokale middelen. Dit in tegenstelling tot de kinderopvang (kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) waarvan de uitvoering sinds de invoering van de Wet kinderopvang (Wk 2005) aan de markt wordt overgelaten en dat als voornaamste doel heeft de arbeidsmarktparticipatie van ouders te bevorderen. Kinderopvang kent een tripartite financiering en wordt bekostigd door ouders, werkgevers en de (rijks)overheid. Met de invoering van de Wk is het peuterspeelzaalwerk nadrukkelijk los komen te staan van de kinderopvang. Het loskoppelen van kinderopvang en peuterspeelzalen heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering van instellingen, die zowel kinderopvang als peuterspeelzaalwerk bieden. Zij moeten beide producten strikt gescheiden aanbieden en ook de financiering gescheiden houden. In het algemeen geldt ook dat er vanuit het Arbo-convenant strengere eisen worden gesteld aan een peuterspeelzaal, hetgeen van de verschillende organisaties een forse investering vraagt. Voor de kinderopvang is een aparte CAO kinderopvang. Het peuterspeelzaalwerk valt onder de CAO Welzijn. Met de invoering van de Wk, waarin de regels en kwaliteitseisen voor de kinderopvang zijn vastgelegd, is de subsidierelatie met kinderopvanginstellingen voor de kinderopvang beëindigd en is ook de oude verordening kinderopvang Zoetermeer (het vergunningensysteem voor kinderopvang, inclusief peuterspeelzalen), ingetrokken. De, volgens de Wk verplichte, jaarlijkse inspecties in de kinderopvang worden uitgevoerd door de GGD, terwijl de gemeente verantwoordelijk is voor het register, het handhavingsbeleid en het uitvoeren van eventuele sancties op dat gebied. Jaarlijks moet daarover worden gerapporteerd aan de minister. (zie ook advies 060173 handhaving kwaliteit kinderopvang) In de oude Zoetermeerse verordening waren ook de kwaliteitsregels voor peuterspeelzalen vastgelegd. Daar de peuterspeelzalen niet onder de werking van de Wk vallen, met het intrekken van de oude verordening alle vergunningen voor peuterspeelzalen ongeldig zijn geworden en de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsbewaking van ook peuterspeelzalen geheel bij de gemeente ligt, is het noodzakelijk hiervoor een aparte verordening vast te stellen. Het doel van deze notitie is derhalve: Het peuterspeelzaalwerk een duidelijke plek te geven in het (preventieve) lokale jeugdbeleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende professionele (kwaliteits)niveaus waarop dit werk in de praktijk wordt uitgevoerd. Het vaststellen van de nieuwe kwaliteitsregels voor peuterspeelzalen door een nieuwe verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Zoetermeer. 2. Definitie peuterspeelzaalwerk De definitie van het peuterspeelzaalwerk zoals beschreven in de handreiking peuterspeelzaalwerk van de SGBO/VNG is als volgt: het bieden van speelgelegenheid aan kinderen van twee en een half jaar tot het tijdstip waarop zij kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, gedurende een dagdeel van maximaal 3,5 uur per dagdeel, tijdens (meestal) twee dagdelen per week gedurende ongeveer 40 weken per jaar, met als doel om hun ontwikkeling te bevorderen en hen samen te laten spelen. 1

De doelstellingen van het peuterspeelzaalwerk zijn in drie varianten te onderscheiden, te weten: ambitieniveau 0: spelen en ontmoeten ambitieniveau 1: spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren ambitieniveau 2: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen. Deze ambitieniveaus kunnen per peuterspeelzaal verschillend zijn. In paragraaf 2.2 wordt hierop nader ingegaan. 2.1. Wettelijk kader en landelijke ontwikkelingen (in de afgelopen 10 jaar) Het huidig wettelijk kader voor het peuterspeelzaalwerk wordt gevormd door de Welzijnswet 1994. Door het besef dat de vroege kindertijd een rol speelt in de latere school- en ontwikkelingsachterstanden is vanaf de jaren negentig de politieke aandacht voor het jonge kind toegenomen. In het BestuursAkkoord Nieuwe stijl (BANS) dat in 1999 is ondertekend door het Rijk, de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO) zijn afspraken gemaakt over de versterking van het lokale 0-6 jarigen beleid. Enkele relevante afspraken zijn: een actieve regievoering door gemeenten, kwantitatief en kwalitatief goed peuterspeelzaalwerk, taal- en ontwikkelingsprogramma s in de voor- en vroegschoolse periode en extra inzet van de consultatiebureaus, gericht op vroegtijdige signalering van ontwikkelingsachterstanden. Binnen het onderwijsachterstandenbeleid is vastgesteld dat peuterspeelzaalwerk een essentiële schakel vormt in het opsporen en bestrijden van ontwikkelingsachterstanden en het bevorderen van taalontwikkeling. Ook verschenen er, mede gestuurd vanuit de overheid, diverse visiedocumenten Spelen met visie 1995, het visiedocument peuterspeelzaalwerk, de beleidsbrief peuterspeelzaalwerk, (die richtingen aangeeft voor de positionering van het peuterspeelzaalwerk (2002), de Kabinetsreactie adviezen Jeugdbeleid (2003), Operatie Jong en de voorbereidingen voor de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die de welzijnswet gaat vervangen. De consequenties van de WMO op het peuterspeelzaalwerk is nog niet geheel duidelijk. Wel is duidelijk dat genoemde ontwikkelingen de peuterspeelzaal tot een steeds belangrijker voorziening hebben gemaakt bij de lokale uitvoering van onder andere de sluitende aanpak van 0-6 jaar, het voor- en vroegschoolse educatiebeleid, het preventiebeleid en het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en dat het aan de gemeente is om op lokaal niveau de positie van het peuterspeelzaalwerk te bepalen. Het peuterspeelzaalwerk balanceert op de rand van meerdere beleidsterreinen. Zo zijn er relaties met welzijn, onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, jeugdbeleid, integratie en inburgering en opvoedingsondersteuning. Een uitgebreidere beschrijving van de relaties tussen peuterspeelzaalwerk en de andere beleidsterreinen staat beschreven in bijlage 2. 2.2. De ambitieniveaus: de doelstellingen van het peuterspeelzaalwerk Peuterspeelzaalwerk is een breed begrip. De doelstellingen en het ambitieniveau worden naar gelang de vraag en de behoefte door verschillende instellingen anders ingevuld. Zoals beschreven in paragraaf 2 (definitie peuterspeelzaal) varieert het ambitieniveau van alleen spelen en ontmoeten tot stimulering van de ontwikkeling en van het signaleren van achterstanden tot het ondersteunen bij het wegwerken van achterstanden. Hieronder worden de begrippen van de verschillende ambitieniveaus nader toegelicht. Ambitieniveau 0: spelen en ontmoeten heeft betrekking op de basis van het peuterspeelzaalwerk. Op dit niveau is het peuterspeelzaalwerk een plek waar kinderen onder begeleiding veilig kunnen spelen met andere kinderen. Spelen is essentieel voor de ontwikkeling van het jonge kind. Kinderen die onvoldoende mogelijkheden hebben om te spelen lopen het risico om een ontwikkelingsachterstand op te lopen. Op de peuterspeelzaal worden peuters gestimuleerd om veelzijdige speelervaring op te doen, zowel individueel als met elkaar. Op een peuterspeelzaal doen kinderen vaak voor het eerst ervaring op in het spelen met leeftijdsgenootjes en het ontmoeten van andere volwassenen. Hier leren ze in een veilige omgeving onder deskundige begeleiding geleidelijk aan te spelen met andere kinderen, zich aan regels te houden en rekening te houden met elkaar. 2

Het uitvoerende werk op de groep wordt op dit ambitieniveau hoofdzakelijk gedaan door begeleiders1, onder supervisie van een beroepskracht2, die de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk de relatie met ouders en aanpalende instellingen bewaakt. Gemeente en ouders mogen op dit niveau niet meer verwachten dan dat het kind kan spelen en ontmoeten. Voor dit niveau is een minimum aan kwaliteitseisen noodzakelijk op het gebied van de fysieke omgeving, het pedagogisch klimaat en het management van het peuterspeelzaalwerk. Het gaat bijvoorbeeld om het aantal leidsters per groep of een minimum oppervlakte per peuter. N.B. De kwaliteitseisen komen later in deze notitie, bij de voorgestelde verordening uitgebreider aan bod. Hierin wordt ook de toegestane groepsgrootte en het benodigd aantal vierkante meters per kind geregeld. Ambitieniveau 1: spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren Bij dit tweede ambitieniveau wordt naast het spelen en ontmoeten expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van de peuters en het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. De peuterspeelzaal heeft een duidelijke rol in de sluitende aanpak 0-6-jarigen en de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Op de peuterleeftijd maken kinderen een stormachtige ontwikkeling door. Binnen dit ambitieniveau wordt aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, de taalontwikkeling, de ontwikkeling van de creativiteit, de zintuigen en de motoriek en de cognitieve ontwikkeling. Dit kan een belangrijke aanvulling zijn op de stimulering van de ontwikkeling thuis. Kinderen moeten kunnen opgroeien tot zelfstandige en zelfredzame volwassenen. Gebleken is dat daarvoor in de leeftijd van 0 tot 4 jaar de basis wordt gelegd. De in deze fase opgelopen achterstand in de ontwikkeling van het kind is naarmate de tijd vordert steeds moeilijker en tegen steeds hogere inspanningen en kosten in te lopen. Binnen dit ambitieniveau wordt naast ontwikkeling de nadruk gelegd op het signaleren van taal- en ontwikkelingsachterstanden. Het uitvoerende werk op de groep wordt op dit ambitieniveau gedaan door een beroepskracht, bijgestaan door een begeleider. Verwacht mag worden dat in deze situatie een systeem van signaleren bestaat dat ouders, de basisschool en aanpalende instellingen betrouwbare informatie geeft over de behoefte (aan voorzieningen en de ontwikkeling) van het kind. Dit ambitieniveau stelt hogere eisen aan de kwaliteit van de begeleiding van de peuters, de organisatiegraad en de samenwerking met andere instanties. Er is sprake van een werkgeverschaprelatie, in elk geval met de beroepskracht. Ambitieniveau 2: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen Het laatste ambitieniveau gaat nog een stap verder en sluit meer aan bij het onderwijs door naast spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren, de peuters ook te ondersteunen bij eventuele ontwikkelingsachterstanden. De peuterspeelzaal krijgt hier nadrukkelijk een rol toebedeeld in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) door niet alleen ontwikkelingsachterstanden te signaleren, maar ook daadwerkelijk begeleiding te bieden om deze achterstanden te bestrijden. Bij ontwikkelingsondersteuning moet gedacht worden aan het ondersteunen en stimuleren van de sociaal-emotionele en de taal- en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Door de invoering van VVE heeft de samenwerking van het peuterspeelzaalwerk met het basisonderwijs meer gestalte gekregen, omdat specifieke VVE-programma s zowel in de peuterspeelzaal als in groep 1 en 2 van de basisschool worden uitgevoerd. Het uitvoerend werk wordt op dit ambitieniveau gedaan door twee beroepskrachten (met aanvullende opleiding). Daarbij mag verwacht worden dat er ondersteund wordt, dat ouders 1 Begeleider: degene die anders dan als beroepskracht of beroepskracht in opleiding belast is met de begeleiding van kinderen bij een peuterspeelzaal. 2 Beroepskracht: degene die werkzaam is bij een peuterspeelzaal, die werkzaamheden verricht die zijn opgenomen in de voor het peuterspeelzaalwerk geldende CAO en beschikt over een voor deze werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals momenteel is beschreven in het functie-/loongebouw. 3

adequate antwoorden krijgen op opvoedingsvragen en dat peuters met een (dreigende) ontwikkelingsachterstand extra en effectieve aandacht krijgen. Dit ambitieniveau stelt weer hogere eisen aan de professionele begeleiding en scholing van de peuters zelf maar ook aan de organisatiegraad van het peuterspeelzaalwerk, dat nauwe banden onderhoudt met onder andere consultatiebureaus en basisscholen. Overigens hoeft het niet zo te zijn dat alleen in VVE-groepen achterstandskinderen zitten. Achterstandskinderen kunnen ook binnen de reguliere peutergroepen extra aandacht krijgen. 2.3 Oppasvoorziening voor kinderen in wijk- en buurtcentra en sportvoorzieningen Naast deze inhoudelijke ambitieniveaus kunnen doelstellingen van het peuterspeelzaalwerk ook meer gerelateerd worden aan een visie op het gebied van de gebruikers van wijk-, buurt- en sportvoorzieningen. Vanuit die visie wordt de kinderoppas bij dergelijke organisaties gezien als een mogelijkheid voor ouders en kinderen om elkaar op een informele wijze te ontmoeten en ter (faciliterende) ondersteuning van de overige activiteiten die in en om het buurthuis of sportaccommodatie plaatsvinden. Om deze voorziening in stand te houden wordt ervan uitgegaan dat de ouders/verzorgers die hun kinderen bij de oppas brengen ook een zeker aandeel in de werkzaamheden hiervan op zich nemen (o.a. vrijwillige leiding, spelondersteuning, schoonmaak o.i.d.). Als er (al of niet ter ondersteuning van de activiteiten in het centrum of tijdens de sport) sprake is van peuteroppas dient deze te worden uitgevoerd onder eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de wijkbuurt- of sportvereniging. Er kan hierbij ook geen sprake zijn van enig winst bejag. Als bij de kinderoppas in wijk- buurt- en sportverenigingen stringent uit zou worden gegaan van de kwaliteitsregels en ambitieniveaus van de het peuterspeelzaalwerk zou dat onder andere betekenen dat een deel van de vrijwillige leiding moet plaatsmaken voor (professionele) begeleiders en dat er een flink aantal aanpassingen in de accommodatiesfeer moet plaatsvinden. Daarbij zou dan weer geheel voorbij worden gegaan aan de doelstellingen van de buurt-, wijk- en sportverenigingen zelf, waardoor wellicht een einde zou komen aan deze laagdrempelige vorm van oppas. Naast dit maatschappelijke gevolg zou het onderbrengen bij het peuterspeelzaalwerk ook aanzienlijke kosten met zich mee brengen, waarin de subsidie van wijk- buurt en sportverenigingen niet voorziet. Zoals tot nu toe de praktijk is worden in deze gevallen de regels van de Verordening kinderopvang Zoetermeer alleen toegepast op het gebied van hygiëne en veiligheid. Er vindt dus geen periodieke inspectie plaats en er wordt alleen naar aanleiding van signalen wordt op genoemde punten geïnspecteerd. Voor alle accommodaties geldt wel dat er een gebruiksvergunning van de brandweer aanwezig dient te zijn. Uit bovenstaande kan het volgende worden samengevat: Bij wijk-, buurt- en sportcentra vindt soms oppas voor jonge kinderen plaats, gerelateerd aan activiteiten voor volwassenen. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de wijk/buurt/sportvereniging en wordt geleid door vrijwilligers. Het betreft geen officiële peuterspeelzalen waarop de ambitieniveaus en de daarbij behorende kwaliteitscriteria van toepassing zijn. De verordening peuterspeelzalen Zoetermeer is er niet van toepassing en er wordt, alleen als daartoe aanleiding bestaat, door de gemeente opdracht gegeven voor nadere inspectie op het gebied van veiligheid en hygiëne. Kinderoppas bij wijk-, buurt- en sportvoorzieningen behoeft derhalve niet als zodanig te worden vermeld in het register kinderopvang en peuterspeelzalen van Zoetermeer. 4

3.0 Huidige situatie in Zoetermeer In Zoetermeer zijn 25 peuterspeelzalen met vergunning op basis van de oude Verordening kinderopvang Zoetermeer. Hiervan zijn er 10 particulier. Acht daarvan zijn verbonden en gehuisvest aan en/of bij een school en/of een kerkgenootschap. Deze particuliere speelzalen worden over het algemeen geleid door één vrijwilliger met de kwalificaties van een beroepskracht en één vrijwilliger/begeleider. Zij werken niet met speciale (taal)programma s en worden niet gesubsidieerd door de gemeente. Er zijn 3 peuterplusspeelzalen. Peuterplus is bestemd voor kinderen die op medische, sociale of culturele gronden een achterstand in hun ontwikkeling dreigen op te lopen, waardoor ze onder meer de aansluiting met de basisschool kunnen missen. Eén van deze peuterplusspeelzalen is voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Deze speelgroep wordt geleid door de stichting Ipse. De andere twee peuterplus zalen worden beheerd door Kern kinderopvang (voorheen SZKkinderopvang) in de wijken Palenstein en Meerzicht. Alle drie de peuterpluszalen worden gesubsidieerd door de gemeente. Door Kern kinderopvang worden tevens, verspreid over diverse locaties in de stad, 12 reguliere peuterzalen beheerd. Deze speelzalen worden allen gesubsidieerd door de gemeente. Alle peuterspeelzalen van Kern kinderopvang worden geleid door speciaal daarvoor opgeleide beroepskrachten en worden gesubsidieerd door de gemeente. Uit landelijk onderzoek blijkt dat 2 van de 3 kinderen een peuterspeelzaal bezoekt. Opgeteld bij de peuters in de kinderopvang, bezoekt 85% van de kinderen in deze leeftijd een voorschoolse voorziening. Het deel van de kinderen dat geen voorschoolse voorziening bezoekt is echter het meest gebaat met een VVE programma dat wordt geboden in peuterspeelzalen. (voor Zoetermeerse cijfers: zie memo s van 19 en 26 juni 2006). De peuterspeelzalen werden tot 2005 eenmaal per 4 jaar geïnspecteerd door de GGD. Daarbij werd de verordening kinderopvang Zoetermeer als leidraad gebruikt en werd er gewerkt met een vergunningensysteem. Het vervallen van deze verordening en de bestaande vergunningen maakt een nieuwe verordening, die waar mogelijk aansluit op de verordening kinderopvang, noodzakelijk. In enkele wijk- buurt- en sportcentra worden, meestal gerelateerd aan en tijdens activiteiten voor volwassenen, ook wel peuters opgevangen. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de besturen van de betreffende wijk- en buurtverenigingen met inzet van vrijwilligers. Deze vorm van peuteroppas wordt niet gesubsidieerd door de gemeente (zie paragraaf 2.3). 3.1. Financieel In februari 1999 is, mede naar aanleiding van de steeds verder toenemende kosten voor het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk, een brede discussieavond gehouden over het nut en de noodzaak van het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk. Men was het er unaniem over eens dat gesubsidieerde peuterspeelzalen en de peuterplus grote nut hebben voor de ontwikkeling van het jonge kind. Om een aantal voorzieningen verspreid over de stad te kunnen blijven aanbieden en het professionele kwaliteitsniveau blijvend te kunnen garanderen is toen door de raad besloten aan de SZK (nu Kern kinderopvang) een reguliere subsidie te blijven verstrekken tot een maximum van 355.000 per jaar ( 180.000 voor reguliere speelzalen en 175.000 voor peuterplus). Voor de peuterspluspeelzaal van Ipse wordt een jaarlijkse subsidie verstrekt van 54.000. Door de gemeentelijke subsidie en het vaststellen van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage door de gemeente wordt bereikt dat de peuterspeelzaal toegankelijk is voor zoveel mogelijk 2,5 en 3 jarigen. In 2005 maakten wekelijks 530 kinderen gebruik van de gesubsidieerde, reguliere 5

peuterspeelzalen, 56 kinderen van de peuterspeelzalen plus van Kern kinderopvang en 11 kinderen van de peuterplus van Ipse. Daarnaast wordt er jaarlijks nog extra gesubsidieerd voor 21 extra peuterplus plaatsen in Palenstein en nog voor een aantal plaatsen waar in het kader van het project oudkomers, preventiebeleid en onderwijsachterstandenbeleid (VVE) extra taalprogramma s worden uitgevoerd. De inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor de reguliere speelzalen komt gemiddeld op 60% van de kosten. Het overige deel wordt door subsidie afgedekt. Om de bereikbaarheid zo groot mogelijk te laten zijn is de ouderbijdrage voor de peuterplus bewust laag gehouden. Deze bedraagt in 2006 ongeveer 7% van de totale kosten. Voor alle vormen van peuterspeelzaalwerk geldt dat de ouderbijdrage geen onnodige financiele drempels mag opwerpen. Ouders kunnen hiervoor zonodig een beroep doen op de Bijzondere Bijstand. De kosten voor de inspecties van de peuterspeelzalen zijn geraamd binnen het bestedingsprogramma Welzijn onder inspecties GGD. 4. Conclusie en beleidskeuzes ten aanzien van de drie ambitieniveaus voor Zoetermeer Er zijn drie ambitieniveaus gedefinieerd waarop het peuterspeelzaalwerk kan worden uitgevoerd. De instellingen bepalen zelf welk ambitieniveau op hen van toepassing is. Ambitieniveau 0 Het uitvoerende werk op niveau 0 wordt hoofdzakelijk gedaan door begeleiders, onder supervisie van een beroepskracht die de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk bewaakt. Voor dit niveau is een minimum aan kwaliteitseisen noodzakelijk op het gebied van de fysieke omgeving, het pedagogisch klimaat en het management van het peuterspeelzaalwerk. Peuterspeelzalen met ambitieniveau 0 zijn er om het kind te laten spelen en te ontmoeten. Dit is uiteraard de basisfunctie van het peuterspeelzaalwerk. Door de kleinschaligheid van de meeste organisaties zijn zij niet toegerust om een grote rol te vervullen het gewenste sluitende netwerk rond kinderen van 0-6 jaar en hun ouders. Zij worden niet gesubsidieerd door de gemeente. Voor Zoetermeer sluit dit ambitieniveau aan bij de huidige werkwijze van de meeste particuliere peuterspeelzalen. Ambitieniveau 1 Strikt genomen zou het uitvoerende werk op ambitieniveau 1 kunnen worden gedaan door één beroepskracht en één begeleider Omdat echter de kwaliteit van de peuterspeelzalen qua begeleiding en signalering voor het grootste deel wordt bepaald door de professionaliteit van de leidsters, is reeds in 1999 door de raad besloten voor alle gesubsidieerde opvang bij de peuterspeelzalen van de SZK (Kern kinderopvang) vast te houden aan de verplichting tot twee beroepskrachten per groep, hetgeen nog steeds de praktijk is en waarover grote tevredenheid bestaat. Ambitieniveau 2 Bij ambitieniveau 2 wordt het uitvoerend werk gedaan door twee beroepskrachten met aanvullende opleidingen. Daarbij mag verwacht worden dat er ondersteund wordt, dat ouders adequate antwoorden krijgen op hun vragen, dat er een actief netwerk wordt onderhouden met andere organisaties, zoals consultatiebureaus, bibliotheek, scholen, hulpverlenende instellingen rond kinderen van 0-6 jaar. Er wordt vanuit een grootschalige organisatie sturing gegeven en (mee)gewerkt aan het realiseren van VVE programma s en een sluitende aanpak 0-6 jarigen. Hierdoor kunnen maatschappelijke problemen vroegtijdig worden onderkend en interventies zo vroeg mogelijk plaatsvinden. De gemeente heeft hierbij een faciliterende en regievormende rol in het proces. De gemeente subsidieert de peuterspeelzalen met ambitieniveau 2 (peuterplus en peuterzalen met VVE programma s). 6

Peuteroppasvoorzieningen op wijk- buurt- en sportniveau worden niet beschouwd als officiële peuterspeelzalen waarop de ambitieniveaus en de daarbij behorende kwaliteitscriteria van toepassing zijn. Het ingezette beleid daaromtrent zal worden gehandhaafd. 5. Kwaliteitseisen, verordening en toezicht op peuterspeelzalen 5.1. Kwaliteitseisen Wanneer gesproken wordt over kwaliteitseisen gaat het in het bijzonder om: - de accommodatie: de ruimte behoefte, de hygiëne en de veiligheid; - de inzet van beroepskrachten: de groepsgrootte en de leidster- kindratio; - de organisatie: openingstijden, aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering, het hebben van een pedagogisch beleidsplan, informatieverstrekking aan ouders en de invloed van werknemers op het beleid van de werkgever. In het algemeen kan worden gesteld dat de kwaliteitseisen per ambitieniveau in zwaarte toenemen. 5.2. De verordening In bijgaande conceptverordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Zoetermeer (bijlage 2) zijn de nadere kwaliteitseisen waaraan peuterspeelzaalwerk moet voldoen gedefinieerd. 5.3. Het toezicht Voorgesteld wordt het toezicht op de peuterspeelzalen, de registratie en de handhaving te laten uitvoeren conform de werkwijze van het toezicht op de kinderopvang Zoetermeer. De inspecties zullen bij de start van een peuterspeelzaal en vervolgens eenmaal per drie jaar worden uitgevoerd. Indien noodzakelijk kan de gemeente verzoeken een tussentijdse inspectie uit te voeren. De kosten per inspectie bedragen vooralsnog 414 per peuterspeelzaal. Deze kosten kunnen worden gedekt uit de hiervoor gereserveerde middelen uit het bestedingsprogramma Welzijn. Over de tijdsplanning en gewenste rapportages worden nadere afspraken gemaakt met de toezichthouder. Voorstel De raad voor te stellen: 1. Het beschreven beleidskader peuterspeelzaalwerk Zoetermeer vast te stellen (bijlage 1). 2. De verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Zoetermeer vast te stellen (bijlage 3). 3. De registratie, het toezicht en de handhaving van de kwaliteit te regelen conform de werkwijze van het toezicht op de kinderopvang. 7