Internationaal personen-, familie- en erfrecht

Vergelijkbare documenten
Transcriptie:

Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Internationaal privaatrecht Deel ii Internationaal personen-, familie- en erfrecht Tw eede druk Door: mr. A.P.M.J. V onken Voormalig universitair hoofddocent bij de vaksectie internationaal privaatrecht, Radboud Universiteit Nijmegen M.m.v.: mr. F.W.J.M. S ch ols (Hoofdstuk 12 Erfrecht) Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder notarieel recht, Centrum voor Notarieel Recht, Radboud Universiteit Nijmegen mr. F. Ibili (Paragraaf 7.16 Draagmoederschap) Gerechtsauditeur hij de Hoge Raad der Nederlanden Wolters Kluwer D eventer - 2016

INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XXIX LUI LVII Hoofdstuk 1 - Nationaliteitsaanknoping versus dom iciliaire aanknoping in het internationale personen-, fam ilie- en erfrecht l 1.1 Inleiding 1 1.2 Erosie van het nationaliteitsbeginsel? - een rechtsvergelijkende schets 3 1.3 De nationaliteitsaanknoping 6 1.3.1 Algemeen 6 1.3.11 Rechtvaardiging nationaliteitsaanknoping in het licht van de internationale m obiliteit en de bescherm ing van de culturele identiteit 9 1.3.111 Het Unierecht en de nationaliteit als aanknopingsfactor 11 1.4 De gew one verblijfplaats als aanknopingsfactor 12 1.4.1 Algemeen 12 1.4.11 A rgum enten pro en contra domiciliaire aanknopingsfactor in het kader van de internationale m obiliteit en de bescherm ing van de culturele identiteit 14 1.4.111 Het begrip gew one verblijfplaats 18 1.5 Relativering van zowel de nationaliteits- als de domiciliaire aanknopingsfactor 2 0 1.6 Enkele com plicaties bij de nationaliteit als aanknopingsfactor 22 1.6.1 M eervoudige nationaliteit 22 1.6.11 De enkelvoudige nationaliteit van betrokkene en de realiteitsw aarde ervan 29 1.6.111 Staatloosheid en het niet kunnen vaststellen van iem ands nationaliteit 31 1.6.111.A Algemeen 31 1.6.111.B De verhouding van het VN Staatlozenverdrag 1954 tot art. 10:16 BW 32 1.6.111.C Het geval d at de nationaliteit van een persoon niet kan w orden vastgesteld 34 1.6.111.D Eerbiediging van voorheen uit de persoonlijke staat verkregen rechten 35 1.6.IV Vluchtelingen 37 1.6.IV.A Algemeen 37 XV

1.6.IV.B De verhouding tussen h et V luchtelingenveidrag 1951 en art. 10: 17 BW 37 1.6.1V.C Art. 10:17 lid 1 BW bestrijkt ook m etverdragsvluchtelingen en buitenlandse asielgeiechtigden 39 1.6.IV.D Eerbiediging van voorheen uit de persoonlijke staat verkregen rechten 40 1.7 M eervoudige rechtsstelsels 41 1.7.1 Algemeen 41 1.7.11 N ationaliteits- en dom iciliaire aanknoping bij interregionale en interpersonele situaties 42 1.7.111 N adere afgrenzing van art. 10:15 BW 44 H oofdstuk 2 - De naam 47 2.1 Inleidende opm erkingen 47 2.2 Enkele karakteristieken van de regeling 51 2.2.1 Incorporatie van de O vereenkom st van M ünchen van 1980 51 2.2.11 De stru ctu u r van de verw ijzingsregeling 52 2.2.111 U itgangspunt: tw eedeling van in Nederland en in het buitenland tot stand gekom en naam svaststellingen en -wijzigingen 52 2.3 De naam van een vreem deling 54 2.3.1 G eslachtsnaam en voornam en van vreem delingen 54 2.3.11 De voorvraag 55 2.3.111 Personen m et een m eervoudige buitenlandse nationaliteit 56 2.4 G eslachtsnaam en voornam en van N ederlanders 57 2.4.1 De hoofdregel 57 2.4.11 Personen m et een m eervoudige nationaliteit die ook de N ederlandse nationaliteit bezitten 57 2.4.111 De voorvraag 60 2.5 Latere verm elding op geboorteakte 61 2.6 De wijziging van de aanknopingsfactor in de tijd 62 2.6.1 De hoofdregel 62 2.6.11 De verkrijging van de N ederlandse nationaliteit 62 2.7 Onmogelijkheid om het toepasselijke rech t te kennen 63 2.8 Erkenning van in h et buitenland vastgestelde of gewijzigde nam en 64 2.8.1 Algem een 64 2.8.11 De verhouding van de erkenningsregel van art. 10:24 BW tot de verwijzingsregel van art. 10:20 BW; rechtskeuzebevoegdheid 6 7 2.8.Hl A ndere - zelfstandige - naam sw ijzigingen 69 2.8.IV Geen conflictenrechtelijke toets; de openbare orde 72 2.8.V De naam skeuze overeenkom stig art. 10:25 BW 7 3 2.9 Het ïech t op naam skeuze in internationale gevallen 73 H oofdstuk 3 - Internationale huw elijken 7 5 3.1 Inleidende opm erkingen 7 5 3.1.1 Algem een 7 5 3.1.11 De favor m atrim onii van het Haags Huwelijksverdrag 1978 76 XVI

3.1.111 De gunstiger regeling van de art. 10:27-10:34 BW 77 3.1.IV De W et tegengaan huw elijksdw ang 79 3.2 Het m ateriële toepassingsgebied 84 3.3 De m ateriële huw elijksvereisten en enkele bewijsrechtelijke kw esties 85 3.3.1 De verw ijzingsregeling 85 3.3.11 Verklaring huw elijksbevoegdheid en bewijs/legalisatie van buitenlandse docum enten 8 8 3.4 De vorm van de huw elijkssluiting 90 3.4.1 De hoofdregel: exclusieve bevoegdheid van de abs 90 3.4.11 Uitzondering: consulaire huw elijken 91 3.5 De erkenning van een buiten Nederland gesloten huwelijk 93 3.5.1 Inleidende opm erkingen 93 3.5.11 Erkenningsvraag van een elders tot stand gekom en huwelijk en de processuele toets 93 3.5.111 Het huwelijk dient ingevolge het recht van de staat van huwelijksvoltrekking rechtsgeldig te zijn 94 3.5.IV Erkenning rechtsgeldigheid buitenlandse huwelijken gesloten ten overstaan van diplom atieke of consulaire am btenaar 97 3.5.V Recht om vat ook regels van conflictenrecht 98 3.5.VI De huw elijksverklaring afgegeven door een bevoegde autoriteit 98 3.6 De openbare orde-exceptie in de zin van art. 10:32 BW 100 3.6.1 Algemeen 100 3.6.11 Nadere concretisering van de openbare orde en de w eigeringsgronden 101 3.7 De voorvraag 112 3.7.1 Algemeen 112 3.7.11 Zelfstandige aanknoping van de voorvraag van de erkenning van in het buitenland gesloten huwelijk 113 3.7.111 De afhankelijke aanknoping van de voorvraag in de zin van art. 12 lid 2 Huwelijksverdrag 1978 114 3.7.IV De prealabele vraag van de rechtsgeldigheid van een in het buitenland gesloten huwelijk bij de erkenning van een in bet buitenland tot stand gekom en rechterlijke beslissing of rechtsfeit/rechtshandeling 115 3.8 Sanctie op overtreding van de m ateriële en/of formele huw elijksvereisten 117 3.9 O vergangsrecht 119 Hoofdstuk 4 - De rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten 121 4.1 Inleidende opm erkingen 121 4.2 De persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten 122 4.2.1 Algemeen 122 4.2.II De rechtskeuze 123 4.2.111 De objectieve verwijzingsregel 124 4.2.IV De tem porele gevolgen van de rechtskeuze en de wijziging van de aanknopingsfactor in de tijd 126 XVII

4 2 V Terzijdestelling van het toepasselijke buitenlandse recht met beroep op de openbare orde 127 4 3 Verbintenissen ten behoeve van de gewone gang van de huishouding 128 4 4 Gezinsbescherming 129 4 5 De verhouding tot andere verwijzingscategorieën 133 H oofdstuk 5 - De huw elijksontbinding 135 5.1 Inleidende opm erkingen 135 5.2 De rechtsm acht van de N ederlandse rechter inzake huw elijksontbinding 141 5.2.1 A lgem een 141 5.2.11 Het m ateriële en form ele toepassingsgebied 142 5.2.111 De rechtsm achtsregeling 145 5.2.111.A Algem een 145 5.2.111.B De bevoegdheidsgronden van art. 3 Brussel llbis 149 5.2.1V Tegenverzoek 151 5.2.V Omzetting van scheiding van tafel en bed in echtscheiding 151 5.2.V1 Het N ederlandse com m une rechtsm achtsrecht 152 5.3 De rechtsm acht en het toepasselijk recht ten aanzien van het verplicht ouderschapsplan 153 5.4 De echtscheidingsbevoegdheid van de N ederlandse rechter en, op term ijn, van de am btenaar van de burgerlijke stand 154 5.5 Het op de echtscheiding toepasselijke recht 156 5.5.1 A lgem een 156 5.5.11 De structu u r van de verw ijzingsregeling 158 5.5.111 Toepasselijkheid van h et N ederlandse recht als lex fori 159 5.5.IV Rechtskeuze voor het gem eenschappelijke nationale recht 163 5.6 Het voortgezet gebruik van de echtelijke w oning 168 5.7 Erkenning van buitenlandse echtscheidingen 169 5.7.1 De erkenningsregeling van Brussel Il-bis 169 5.7.11 De erkenningsregeling van de verdragen van Luxem burg 1967 en s-g ravenhage 1970 174 5.7.111 De erkenning m et betrekking tot buitenlandse in een niet EU-lidstaat gegeven echtscheidingsbeslissing 175 5.7.111.A A lgem een 175 5.7.111.B De afbakening van de erkenningsregel van art. 10:57 BW tot die van art. 10:58 BW 175 5.7.111.C De erkenningsvereisten van art. 10:57 lid 1 BW 177 5.7.111.D De erkenningsvereisten van art. 10:57 lid 2 BW 178 5.7.111.E V erruim ing van de w erkingssfeer van art. 10:57 BW: enkele specifieke vorm en van huw elijksontbinding 179 5-7.1V De erkenning van buitenlandse huw elijksontbindingen door een eenzijdige verklaring van een der echtgenoten 185 5.7.V De openbare orde-exceptie 190 5.7.V1 Het vorderen van m edew erking aan een islam itische huw elijksontbinding door de vrouw bij de Nederlandse rech ter 191 XV111

Hoofdstuk 6 - H uw elijksverm ogensrecht 195 6.1 Inleiding 195 6.2 Rechtsm acht N ederlandse rechter inzake kw esties van huw elijksverm ogensrecht 197 6.2.1 Inleiding 197 6.2.11 Het begrip huw elijksverm ogensrecht in relatie tot enkele Europese verordeningen 197 6.2.111 De rechtsm achtregeling van het Nederlands-Belgische Bevoegdheids- en Executieverdrag 1925 199 6.2.IV Het com m une internationale bevoegdheidsrecht 201 6.2.IV.A Algemeen 201 6.2.IV.B N evenvoorzieningen 202 6.2.IV.B.1 Verdeling van de huwelijksvermogensgemeenschap 202 6.2.1V.B.2 Voortgezet gebruik van de echtelijke woning 202 6.2.1V.C Zelfstandige verzoeken 204 6.3 Het Haagse H uw elijksverm ogensverdrag 1978 208 6.3.1 Inleidende opm erkingen 208 6.3.1.A Algemeen 208 6.3.1.B De in afdeling 3 van Titel 3 Boek 10 BW opgenom en regeling. Toepasselijkheid Titel 1 Boek 10 BW 210 6.3.11 Het m ateriële toepassingsgebied 212 6.3.111 Rechtskeuze door partijen 216 6.3.111.A Algemeen 216 6.3.111.B Het tijdstip van de rechtskeuze: vooraf of staande huwelijk 218 6.3.111.C Geen volledige vrijheid m et betrekking tot de te kiezen rechtsstelsels 219 6.3.111.D Het eenheidsbeginsel versus partiële rechtskeuze 220 6.3.111.E Het bestaan van w ilsovereenstem m ing m et betrekking tot het gekozen recht 2 2 2 6.3.111.F Uitdrukkelijke of stilzw ijgende rechtskeuze 222 6.3.111.G De vorm voorschriften w aaraan de rechtskeuze dient te voldoen 225 6.3.111.H Het rechtsgevolg van een rechtskeuze sec ten aanzien van het huw elijksverm ogensregim e 227 6.3.111.1 Enkele kwesties die speciaal een rechtskeuze staande huwelijk betreffen 229 6.3.IV De objectieve verwijzingsregeling 231 6.3.IV.A Algemeen 231 6.3.1V.B De objectieve - meerzijdige - verwijzingsregel van art. 4 Haags huw elijksverm ogensverdrag 1978 233 6.3.IV.C Op het afstem m ingsbeginsel gebaseerde regeling van art. 4 en 5 Haags huwelijksverm ogensverdrag 1978 voor enkele specifiek afgebakende situaties 234 6.3.IV.D De 'gem eenschappelijke nationaliteit als aanknopingsfactor in de zin van het verdrag 236 6.3.IV.E De aanknopingsfactor van de eerste gewone verblijfplaats 238 6.3.1V.F Het nauw st verbondenheids -criterium 241 6.3.V Gem itigeerde veranderlijkheid van het door de objectieve verwijzingsregeling aangew ezen recht 242 XIX

6.3.V.B D e ' S e s w aarin autom atische verandering van het ^ toepasselijke rech t op treed t 6.3.V.C De gevolgen van de autom atische verandei g objectief toepasselijke recht 6.3.V1 D erdenw erking en derdenbescherm ing 6.3.V1I De overgangsrechtelijke regeling 6.3.VI11 N aherberechtigung en verrekening 6.3.IX W ijziging van de inhoud van het toepasselijk ïecnt 6.3.X Pensioenverevening 6.3.X.A Inleiding... 6.3.X.B De ratio van de WVP: dubbele - verzorgingsrechtehjke en huw elijksverm ogensrechtelijke - kwalificatie 6.3.X.C De reikw ijdteregel voor pensioenen die vallen onder art. 1 lid 4-6 W vps 6.3.X.D Buitenlandse pensioenen in de zin van art. 1 lid 8 W vps 263 6.3.X.E K ortsluiting in het verw ijzingsresultaat 2b.:> Het Haagse H uw elijksgevolgenverdrag 1905 266 6.4.1 A lgem een 266 6.4.11 Het form ele toepassingsgebied 6.4.111 De overgangsrechtelijke regeling Het com m une internationale huw elijksverm ogensrecht 6.5.1 Algem een 6.5.11 De com m une verw ijzingsregeling vóór 1976 6.5.111 De Chelouche/Van Leer-aanknopingsladder 6.5.111.A Algem een 6.5.111.B De rechtskeuze o nder de Chelouche-regeling 6.5.111.C De objectieve verwijzingsregel van de Chelouche-regeling 6.5.IV De overgangsrechtelijke regeling 6.5.V Enkele specifieke exceptieclausules 242 255 257 258 259 259 261 262 268 270 270 271 272 272 274 275 277 280 H oofdstuk 7 - Afstam m ing 287 Inleidende opm erkingen 287 Enkele kw esties van algem ene aard m et betrekking tot 'Iitel 5 7.2.1 De algem ene bepalingen van Titel 1 289 7.2.11 U itgangspunt: begrippen uit het eigen N ederlandse afstam m ingsrecht 290 7.2.111 Geen effectiviteitstoets in geval van een m eervoudige nationaliteit 293 7.2.IV T w eedeling tussen in N ederland en in h et buitenland tot stand gekom en afstam m ingsbetrekkingen - een processuele toets 295 Rechtsm acht N ederlandse rechter inzake kw esties van afstam m ingsrecht 296 7.3.1 Rechtsm acht op grond van art. 3 296 7.3.11 De rechtsm achtregeling van h et Nederlands-Belgische Bevoegdheids- en Executieverdrag 1925 298 Het ontstaan van fam ilierechtelijke betrekkingen door geboorte tijdens het huw elijk of een geregistreerd partnerschap 299 7.4.1 Hoofdregel 299 7.4.11 M eervoudige nationaliteit: geen effectiviteitstoets 301

7.5 O ntkenning van h et door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstane vaderschap of m oederschap 301 7.5.1 Algemeen 301 7.5.11 De prim aire verwijzingsrege! inzake de ontkenning van het door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstane ouderschap: toepasselijkheid van art. 10:92 BW 302 7.5.111 De subsidiaire verwijzingsregel: begunstiging van de gerechtelijke ontkenning van het door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstane vaderschap of m oederschap 303 7.5.IV Benoeming van een bijzonder curator 305 7.5.V De gerechtelijke ontkenning van het door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstane ouderschap (vaderschap en m oederschap) en de openbare orde 306 7.5.VI De buitengerechtelijke ontkenning van het ouderschap 307 7.6 Familierechtelijke betrekkingen tussen een vrouw en het buiten huwelijk of geregistreerd partnerschap uit haar geboren kind 308 7.6.1 Algemeen 308 7.6.11 Aanknoping aan h et nationale recht van de m oeder 309 7.6.111 Voorrang van het Nederlandse recht in geval van gew one verblijfplaats van de vrouw in Nederland 310 7.6.1V De aanknopingsfactor in de tijd 311 7.6.V Toepasselijkheid van de O vereenkom st van Brussel 1962 311 7.7 Familierechtelijke betrekkingen ontstaan door erkenning 312 7.7.1 Algemeen 312 7.7.11 Begunstigende aanknoping voor de bevoegdheid van de erkenner en de overige voorw aarden tot erkenning 312 7.7.111 Vermelding van het toegepaste recht in de akte 314 7.7.IV Bijzondere aanknoping voor de toestem m ing van de m oeder onderscheidenlijk het kind 315 7.7.V De aanknopingsfactor in de tijd 316 7.8 O ngedaanm aking van de erkenning 316 7.9 Familierechtelijke betrekkingen ontstaan door gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 317 7.9.1 Een uit drie sporten bestaande aanknopingsladder 317 7.9.11 De situatie dat de persoon van wie het ouderschap gerechtelijk w ordt vastgesteld of de m oeder ten tijde van de indiening van het verzoek is overleden 319 7.10 Familierechtelijke betrekkingen ontstaan door w ettiging 320 7.10.1 De O vereenkom st inzake w ettiging door huwelijk van 1970 320 7.10.1! De subsidiaire aanknoping van de gew one verblijfplaats van het kind 321 7.10.111 Het nietige huwelijk waarbij een Nederlandse partij is betrokken 321 7.11 De inhoud - de gevolgen - van de familierechtelijke betrekkingen 322 XXI

In h oudsopgave 7.12 De erkenning van in het buitenland tot stand gekom en rechterlijke beslissingen, rechtsfeiten en rechtshandelingen waarbij fam ilierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstam m ing zijn vastgesteld of gewijzigd 323 7.12.1 Algem een 323 7.12.11 Geen onderscheid tussen de erkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen en van rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij een niet-rechterlijke au toriteit is betrokken 324 7.13 E rkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen 326 7.13.1 Nadere vereisten voor erkenning 326 7.13.11 Geen erkenning van negatieve beslissingen 328 7.13.1)1 Geen conflictenrechtelijke toets 328 7.13.IV Tegenstrijdige beslissingen 329 7.13.V De O vereenkom st inzake w ettiging door huw elijk 1970 330 7.14 De erkenning van in het buitenland tot stand gekom en rechtsfeiten en rechtshandelingen, al dan niet neergelegd in een akte 330 7.14.1 V ereisten voor erkenning van in het buitenland tot stand gekom en rechtsfeiten en rechtshandelingen die zijn neergelegd in een akte 330 7.14.11 Enkele op de openbare orde gebaseerde specifieke w eigeringsgronden 333 7.14.111 Erkenning van in het buitenland tot stand gekom en rechtsfeiten en rechtshandelingen die niet zijn neergelegd in een akte 335 7.15 De tem porele regeling 336 7.16 D raagm oederschap 337 7.16.1 V erkenning van h et o nderw erp 337 7.16.11 Aspecten van internationaal privaatrecht 342 7.16.111 O ntw ikkelingen 353 H oofdstuk 8 - Adoptie 355 8.1 Inleidende opm erkingen 355 8.2 De W et opnem ing buitenlandse kinderen ter adoptie 356 8.3 R echtsm acht N ederlandse rechter inzake kw esties van adoptie 358 8.4 Het Haagse A doptieverdrag van 1993 361 8.4.1 Een verdrag m et een specifiek karakter 361 8.4.11 Enkele aan het verdrag ten grondslag liggende doelstellingen 363 8.4.111 Toepassingsgebied van het Haagse A doptieverdrag van 1993 364 8.5 Titel 6 : Het toepasselijke recht op in N ederland uit te spreken adopties en de erkenning van in het buitenland tot stand gekom en niet-verdragsadopties 367 8.5.1 A lgem een 367 8.5.11 Voorrang van de regelgeving inzake interlandelijke adoptie 369 8.5.111 Nadere afbakening van de rechtsfiguur adoptie 370 8.5.IV Het op de adoptie toepasselijke recht 372 XXII

8.5.V De rechtsgevolgen van een in Nederland uitgesproken adoptie 377 8.5.VI Erkenning van niet-verdragsadopties 377 8.5.V1I Erkenning van rechtsw ege van niet-verdragsadopties waarbij alle partijen buiten Nederland zijn gevestigd 380 8.5.VI11 Erkenningsprocedure van niet-verdragsadopties door adoptiefouders m et gew one verblijfplaats in Nederland 384 8.5.IX Rechtsgevolgen van de erkenning 387 8.5.X O m zetting van een zw akke buitenlandse adoptie in een sterke adoptie naar Nederlands recht 388 8.5.XI 'Illegale' of frauduleuze' adoptie van een buitenlands kind 389 Hoofdstuk 9 - Ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderbescherm ing 391 9.1 Algemeen 391 9.2 Het m ateriële toepassingsgebied van Brussel II-bis en HKV 1996 398 9.3 Het form ele toepassingebied van Brussel ll-bis en E1KV 1996 401 9.4 Internationale bevoegdheid van Brussel Ilbis en van HKV 1996 404 9.4.1 Algemeen 404 9.4.1! Hoofdregel: het gerecht van de gew one verblijfplaats van het kind 405 9.4.111 O nbekende gew one verblijfplaats kind; vluchtelingenkinderen 410 9.4.IV V oortgezette bevoegdheid bij wijziging van het om gangsrecht 411 9.4.V Prorogatie van rechtsm acht 413 9.4.VI Voorlopige en bew arende m aatregelen 419 9.4.V1.A Afbakening voorlopige en bew arende m aatregelen 419 9.4.VI.B Enkele toepassingsvoorw aarden 421 9.4.V1.C' Voorlopige m aatregelen in de zin van art. 12 HKV 1996 424 9.4.V11 Het com m une internationale bevoegdheidsrecht 425 9.4.VII1 O verdracht aan een m eer geschikt forum 426 9.5 Het Haagse K inderbescherm ingsverdrag van 1961 431 9.5.1 De structuur van de verdragsregeling 431 9.6 Het toepasselijke recht van het Haagse Kinderbeschermingsverdrag van 1996 432 9.6.1 Algemeen 432 9.6.11 Het op bescherm ende m aatregelen toepasselijke recht 433 9.6.111 Het van rechtsw ege ontstaan of tenietgaan van ouderlijke verantw oordelijkheid 436 9.6.IV D erdenbescherm ing 444 9.6.V Gedeeltelijke uitsluiting renvoi en het afstem m ingsbeginsel 445 9.7 Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op grond van Brussel Ilbis en het HKV 1996 446 9.7.1 Algemeen 446 9.7.11 Erkenning zonder bijzondere procedure 450 9.7.111 Procedure voor verkrijging beslissing houdende erkenning of niet-erkening 450 XXIII

In h o u d so p g a ve 9 7 IV W eigeringsgronden ouderlijke verantw oordelijkheid 454 g 7 V U itvoerbaarverklaring en tenuitvoerlegging 458 9 8 Internationale sam enw erking en uithuisplaatsing 464 H oofdstuk 10 - A lim entatie 467 10.1 Inleidende opm erkingen 467 10.1.1 Algem een 467 10.1.11 De voorm alige en nieuw e regelgeving 468 10.2 De A lim entatieverordening 2008 470 10.2.1 Doelstellingen en structuu r A lim entatieverordening 2008 470 10.2.11 Tem poreel toepassingsgebied 472 10.2.III Formeel toepassingsgebied 473 10.2.IV M aterieel toepassingsgebied 474 10.2.V De verhouding en de sam enloop van de A lim entatieverordening 2008 en het Haagse A lim entatieprotocol 2007 tot bestaande rech tsinstrum en ten 476 10.2.V1 De rechtsm achtregeling 479 10.2.VI.A Inleidende opm erkingen 479 10.2.V1.B De bevoegdheidsgronden van art. 3 Europese alim entatieverordening 482 10.2.VI.C Uitdrukkelijke forum keuze 486 10.2.VI.D Stilzwijgende forum keuze 491 10.2.VI.E Subsidiaire rechtsm achtbepaling 492 10.2.V1.F N oodbevoegdheid 493 10.2.VI.G Beperking bevoegdheid ten aanzien van wijziging van beslissing inzake levensonderhoud 494 10.3 Het toepasselijke recht inzake alim entatie 495 10.3.1 Algemeen 495 10.3.II Karakter en stru ctu ur van de nieuw e regeling 497 10.3.111 Het m ateriële en form ele toepassingsgebied 50! 10.3.IV De - algem ene - hoofdaanknoping aan het recht van de staat van de gew one verblijfplaats van de alim entatiegerechtigde 507 10.3.V Enkele bijzondere verw ijzingsregels ten gunste van bepaalde alim entatiegerechtigden 510 10.3.V.A De stru ctu ur van de regeling van art. 4 van h et Haags A lim entatieprotocol 2007 510 10.3.V.B Het personele toepassingsgebied van art. 4 van het Haags A lim entatieprotocol 2007 511 10.3.V.C De subsidiaire aanknoping aan respectievelijk de lex fori en het recht van de staat van de gem eenschappelijke nationaliteit 512 10.3.V.D Flet geval dat de zaak aanhangig w ordt gem aakt door de alim entatiegerechtigde bij de bevoegde autoriteit van de staat w aar de alim entatieplichtige zijn gew one verblijfplaats heeft 513 10.3.V1 De bijzondere verwijzingsregel inzake alim entatie tussen echtgenoten en ex-echtgenoten 514 10.3.VI1 De rechtskeuze 520 10.3.VII.A Inleiding 520 XXIV

10.3.VII.B Rechtskeuze voor het recht dat ten behoeve van een specifieke alimentatieprocedure van toepassing is 521 10.3.VII.C De rechtskeuze van liet toepasselijke recht 523 10.3.VIII Het recht van een overheidslichaam tot terugbetaling 527 10.3.IX De w erkingsom vang van het alim entatiestatuut 528 10.3.X Vaststelling van het bedrag van de alim entatie 530 10.4 Erkenning en tenuitvoerlegging buitenlandse alim entatiebeslissingen 532 10.4.1 Algemeen 532 10.4.11 Beslissingen gegeven in een door het Haags A lim entatieprotocol 2007 gebonden lidstaat 534 10.4.111 Beslissingen gegeven in een niet door het Haagse Alimentatieprotocol 2007 gebonden lidstaat 535 10.4.IV G em eenschappelijke bepalingen 537 10.5 Toegang tot de rechter en internationale rechtshulp 538 Hoofdstuk 11 - V olw assenenbescherm ing 543 11.1 Inleidende opm erkingen 543 11.1.1 Algemeen 543 11.1.11 Het Haagse Verdrag inzake de internationale bescherm ing van volw assenen 545 11.1.111 Nauwe verw evenheid van het HVV 2000 m et het HKV 1996 546 11.1.IV De structuur van het Verdrag inzake de internationale bescherm ing van volw assenen 547 11.1.V A nticiperende toepassing van het Verdrag inzake de 11.1.VI internationale bescherm ing van volw assenen 548 Analoge toepassing U itvoeringswet Internationale K inderbescherm ing 549 11.1.V1I Enkele kerndoelstellingen van het HVV 2000 551 11.2 Het m ateriële toepassingsgebied 552 11.3 Internationale bevoegdheid op grond van h et HVV 2000 557 11.3.1 Algemeen 557 11.3.11 Het formele toepassingsgebied van de bevoegdheidsregeling van het HVV 2000 558 11.3.111 De hoofdregel: de autoriteiten van de gew one verblijfplaats van de volw assene 559 11.3.IV Wijziging bevoegdheid bij verandering van de gewone verblijfplaats 56 11.3.V De categorie volwassen vluchtelingen 560 11.3.V1 Personen zonder gew one verblijfplaats 561 11.3.VII De autoriteiten van de nationaliteit van de volw assene 562 11.3.VIII O verdracht bevoegdheid aan een m eer passend forum 564 11.3.IX A utoriteiten van ligging van het verm ogen van de volw assene 566 11.3.X Spoedeisende gevallen 567 11.3.XI Tijdelijke m aatregelen m et beperkte (territoriale) w erking 568 11.4 Rechtsmacht op grond van het N ederlandse com m une 1PR 569 11.4.1 Inleiding 569 11.4.11 De hoofdregel voor verzoekschriftprocedures van art. 3 Rv 570 XXV

11.4.111 De forum conveniens-toets 572 11.4.1V Het forum necessitatis 573 11 5 Het op de bescherm ing van de volw assene toepasselijke recht 573 11.5.1 Algem een 573 11.5.11 Formeel toepassingsgebied verw ijzingsregels HVV 2000 574 11.5.111 De lex fori: G leichlauf bevoegdheid en toepasselijk recht 576 11.5.IV De exceptieclausule van art. 13 lid 2 HVV 2000 576 11.5.V W ijze van uitvoering van bescherm ingsm aatregelen in h et buitenland 577 11.6 Het op de zorgvolm acht toepasselijke recht 578 11.6.1 Tendens naar grotere zelfbeschikking van de volw assene in h et geval van een toekom stige w ilsonbekw aam heid 578 11.6.11 De conflictenrechtelijke regeling van de rechtsfiguur van de zorgvolm acht 580 11.6.111 Het form ele toepassingsgebied 580 11.6.IV Het m ateriële toepassingsgebied 581 11.6.V De objectieve aanknoping van art. 15 lid 1 HVV 2000 583 11.6.VI De rechtskeuze 583 11.6.VII Intrekking of w ijziging van de zorgvolm acht 585 11.7 V oorrangsregels 585 11.8 De openbare orde-exceptie 587 11.9 Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse bescherm ingsm aatregelen 588 11.9.1 Inleiding 588 11.9.11 Erkenning en tenuitvoerlegging op grond van het HVV 2000 589 11.9.111 Procedure voor verkrijging van beslissing houdende erkenning of niet-erkenning 59 11.9.IV G ebondenheid aan vaststelling feiten 591 11.9.V U itvoerbaarverklaring en tenuitvoerlegging 591 11.10 Internationale sam enw erking. Internationaal certificaat 593 11.11 V erordening w ederzijdse erkenning van bescherm ingsm aatregelen in burgerlijke zaken 595 11.11.1 Algem een 595 11.11.11 Het begrip bescherm ingsm aatregelen 595 11.11.111 W ederzijdse erkenning 597 11.11.IV D w angm iddelen 598 Hoofdstuk 12 - Erfrecht 601 12.1 Inleiding 601 12.1.1 Algem een 601 12.1.11 Beperkt toepassingsgebied E rfrechtverordening 606 12.1.111 Kwesties van tem poreel recht 619 12.2 De testam entaire vorm en de vorm van aanvaarding en verw erping 623 12.2.1 Inleidende opm erkingen 623 12.2.11 Het form ele toepassingsgebied van h et Haags verdrag testam entsvorm en 1961 626 12.2.111 Tem porele aspecten 626 12.2.IV De m ateriële reikw ijdte van het Haags verdrag testam entsvorm en 1961 627 XXVI

12.2.V Het toepasselijke recht betreffende de vorm 12.2.VI De vorm van aanvaarding en verw erping 12.3 De internationale bevoegdheid in erfrechtzaken 12.3.1 Inleidende opm erkingen 12.3.11 Het form ele toepassingsgebied bevoegdheidsregeling Erfrechtverordening 12.3.111 Temporele aspecten bevoegdheidsregeling E r frech t ve rord en i ng 12.3.IV Algemene aspecten van bevoegdheidsregels Erfrechtverordening 12.3.V De bevoegdheidsregels van de Erfrechtverordening 12.4 De erfopvolging 12.4.1 Inleidende opm erkingen 12.4.11 Het formele toepassingsgebied van de Erfrechtverordening betreffende de erfopvolging 12.4.111 De m ateriële reikw ijdte van de Erfrechtverordening betreffende de erfopvolging 12.4.IV Het toepasselijke recht, algem ene aspecten 12.4.V De rechtskeuze 12.4.VI De objectieve verwijzingsregeling 12.4.VII De erfovereenkom st 12.4.V1II N aherberechtigung en verrekening 12.5 Erkenning, uitvoerbaarheid, tenuitvoerlegging van beslissingen en aanvaarding en uitvoerbaarheid van authentieke akten en gerechtelijke schikkingen 12.5.1 Erkenning, uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van beslissingen 12.5.11 Aanvaarding en uitvoerbaarheid van authentieke akten en gerechtelijke schikkingen 12.6 De Europese Erfrechtverklaring Zakenregister Wetsartikelen register Jurisprudentieregister 630 636 637 637 638 639 639 642 647 647 648 648 655 661 666 671 676 680 680 681 683 691 697 709 XXVII