2400 Series All-In-One



Vergelijkbare documenten
2500 Series All-In-One

Lexmark X5100 Series Alles-in-één Gebruikershandleiding. TaalGebruikershandleiding

6300 Series All-In-One

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK X2580

3400 Series All-In-One

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK X5450

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

X74-X75 Alles-in-één. Gebruikershandleiding

X1100 Series Alles-in-één

Lexmark 8300 Series All-In-One

3100 Series Alles-in-één

Lexmark 840 Series. Gebruikershandleiding

Lexmark 1300 Series. Gebruikershandleiding

Z700 Series Color Jetprinter P700 Series Photo Jetprinter

Lexmark X5400 Series All-In-One

Lexmark 1400 Series. Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK P700

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK X5495

1200 Series All-In-One. Gebruikershandleiding

350 Series. Installatieoplossingen

Gebruikershandleiding voor Windows. Informatie over de Alles-in-één op pagina 9. Informatie over de onderdelen van de printer en de software.

X84-X85 Scan/Print/Copy

2500 Series All-In-One

Series. Gebruikershandleiding

Z600 Series Color Jetprinter

2600 Series Gebruikershandleiding

P700 Series Photo Jetprinter

Z600 Series Color Jetprinter

Z13 Color Jetprinter Z23 Color Jetprinter Z33 Color Jetprinter

350 Series. Gebruikershandleiding

Z25, Z35 Color Jetprinter

Z700 Series Color Jetprinter P700 Series Photo Jetprinter

Z25, Z35 Color Jetprinter TM

Lexmark TM Z13 Color Jetprinter TM Lexmark Z23 Color Jetprinter Lexmark Z33 Color Jetprinter

Z65n Color Jetprinter

Lexmark 350 Series. Gebruikershandleiding Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Gebruikershandleiding. Z55 Color Jetprinter. Gebruikershandleiding. December

Z25, Z35 Color Jetprinter

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK Z53

Z65, Z65n Color Jetprinter

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden.

Z45 Color Jetprinter Gebruikershandleiding voor Mac OS X tot 10.1 Tips voor gebruik...

Z700 Series Color Jetprinter P700 Series Photo Jetprinter

Lexmark 4800 Series All-In-One. Gebruikershandleiding

Van installeren tot afdrukken. Z45 Color Jetprinter. Van installeren tot afdrukken. januari

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

De inhoud van de verpakking controleren

Handleiding met informatie

D4600 Duplex Photo Printer

COLOR LASERJET ENTERPRISE CM4540 MFP-SERIE. Naslaggids

X73 Scan/Print/Copy. Aan de slag. maart

Lexmark 7500 Series All-In-One. Gebruikershandleiding

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

S600 Series Gebruikershandleiding

2600 Series Gebruikershandleiding

X83 Scan/Print/Copy. Aan de slag. maart

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

Eenvoudige afdruktaken

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Voorwoord. Copyright Alle rechten voorbehouden.

Handleiding voor printersoftware

X125 Alles-in-één. Referentiehandleiding. juni

2 mei Remote Scan

5400 Series All-In-One

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Impact S300 Series Gebruikershandleiding

Intuition S500 Series Gebruikershandleiding

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

De inhoud van de verpakking controleren

Pro800 Gebruikershandleiding

bron: windows.microsoft.com Dubbelzijdig of enkelzijdig. Grijstinten of kleur. Liggend of staand.

Lexmark 6500 Series All-In-One. Gebruikershandleiding

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Pro900 Series Gebruikershandleiding

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK Z12

Uw gebruiksaanwijzing. LEXMARK X4875

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

1500 Series Gebruikershandleiding

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

Interpret S400 Series Gebruikershandleiding

Ga naar Draadloze installatie en verbinding. Wilt u de printer rechtstreeks aansluiten op de computer?

Webservices gebruiken om op het netwerk te scannen (Windows Vista SP2 of recenter, Windows 7 en Windows 8)

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

Eenvoudige afdruktaken

Een koptekst is een tekst, die boven aan elke pagina verschijnt. Een voettekst is een tekst, die onder aan elke pagina verschijnt.

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.

HIER BEGINNEN. Draadloos USB Bedraad. Wilt u de printer aansluiten op een draadloos netwerk? Ga naar Draadloze installatie en verbinding.

Transcriptie:

2400 Series All-In-One Gebruikershandleiding February 2006 www.lexmark.com Lexmark and Lexmark with diamond design are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. 2006 Lexmark International, Inc. All rights reserved. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550

Edition notice Februari 2006 The following paragraph does not apply to any country where such provisions are inconsistent with local law: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., PROVIDES THIS PUBLICATION AS IS WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. Some states do not allow disclaimer of express or implied warranties in certain transactions; therefore, this statement may not apply to you. This publication could include technical inaccuracies or typographical errors. Changes are periodically made to the information herein; these changes will be incorporated in later editions. Improvements or changes in the products or the programs described may be made at any time. Comments about this publication may be addressed to Lexmark International, Inc., Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, U.S.A. In the United Kingdom and Eire, send to Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark may use or distribute any of the information you supply in any way it believes appropriate without incurring any obligation to you. To obtain additional copies of publications related to this product, visit the Lexmark Web site at www.lexmark.com. References in this publication to products, programs, or services do not imply that the manufacturer intends to make these available in all countries in which it operates. Any reference to a product, program, or service is not intended to state or imply that only that product, program, or service may be used. Any functionally equivalent product, program, or service that does not infringe any existing intellectual property right may be used instead. Evaluation and verification of operation in conjunction with other products, programs, or services, except those expressly designated by the manufacturer, are the user s responsibility. 2006 Lexmark International, Inc. All rights reserved. UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed exclusively at private expense. Veiligheidsvoorschriften Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of een door de fabrikant goedgekeurd vervangend onderdeel. Sluit het netsnoer aan op een goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven. Let op: installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoon, aan tijdens onweer.

Inhoudsopgave Informatie over de printer...7 Printer instellen...9 Inhoud van de doos controleren...9 Informatie over de printer...10 Onderdelen van de printer...10 Bedieningspaneel gebruiken...11 Informatie over de software...12 Printersoftware gebruiken...12 Fotostudio gebruiken...12 Takencentrum gebruiken...13 Takencentrum openen...13 Tabblad Scannen en kopiëren gebruiken...14 Tabblad Opgeslagen afbeeldingen gebruiken...15 Koppeling Onderhoud/problemen oplossen gebruiken...15 Printeroplossingen gebruiken...15 Printereigenschappen gebruiken...17 Printereigenschappen openen...17 Menu Instellingen opslaan gebruiken...17 Menu Taken gebruiken...17 Menu Opties gebruiken...17 Tabbladen van Printereigenschappen gebruiken...18 Foto-editor gebruiken...18 Werkbalk voor het web gebruiken...19 Papier en originele documenten in de printer plaatsen...21 Papier in de printer plaatsen...21 Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen...21 Originele documenten op de glasplaat plaatsen...25 Afdrukken...27 Papiersoort wijzigen...27 Documenten afdrukken...27 Webpagina afdrukken...27 Foto's of afbeeldingen van een webpagina afdrukken...28 Kaarten afdrukken...29 3

Enveloppen afdrukken...29 Transparanten afdrukken...30 Gesorteerde exemplaren afdrukken...30 Laatste pagina eerst afdrukken (omgekeerde paginavolgorde)...30 Werken met foto's...31 Foto's afdrukken...31 Foto's op de computer afdrukken...31 PictBridge-camera gebruiken om het afdrukken van foto's te beheren...32 Foto's aanpassen...32 Plakboek- of albumpagina's maken en afdrukken...32 Tekstbijschriften toevoegen aan een fotopagina...33 Kopiëren...34 Kopieën maken...34 4x6-foto's kopiëren...34 Kopieerinstellingen aanpassen...34 Scannen...36 Documenten scannen...36 Scaninstellingen aanpassen...36 Gescande afbeeldingen opslaan...37 Documenten of afbeeldingen scannen voor e-mailen...38 Tekst scannen voor bewerken...38 Afbeeldingen scannen voor bewerking...38 Heldere afbeeldingen in tijdschriften of kranten scannen...39 Faxen...40 Fax verzenden met de software...40 Faxen ontvangen met de software...41 Printer aansluiten op een netwerk...42 Printerdeling...42 Printer onderhouden...43 Inktcartridge vervangen...43 Gebruikte inktcartridge verwijderen...43 Inktcartridge installeren...44 Afdrukkwaliteit verbeteren...45 Afdrukkwaliteit verbeteren...45 Inktcartridge uitlijnen met de computer...46 Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen...46 Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoonvegen...46 4

Inktcartridge beschermen...47 Glasplaat reinigen...47 Supplies bestellen...47 Inktcartridge van Lexmark gebruiken...48 Inktcartridge bijvullen...48 Lexmark producten hergebruiken...48 Problemen oplossen...49 Installatieproblemen oplossen...49 De aan/uit-knop brandt niet...49 Software wordt niet geïnstalleerd...49 Pagina wordt niet afgedrukt...50 Afdrukken vanaf de digitale PictBridge-camera is niet mogelijk...52 Problemen met afdrukken oplossen...52 Afdrukkwaliteit verbeteren...52 Kwaliteit van tekst en afbeeldingen is slecht...53 Slechte kwaliteit aan de randen van het papier...54 Printer drukt niet af of reageert niet...54 Lage afdruksnelheid...54 Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk afgedrukt...55 Problemen met kopiëren oplossen...55 Kopieerapparaat reageert niet...55 Scannereenheid sluit niet...55 Slechte kopieerkwaliteit...55 Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd...56 Problemen met scannen oplossen...56 Scanner reageert niet...56 Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen...57 Scan is mislukt...57 Kwaliteit van gescande afbeelding is slecht...58 Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gescand...58 Kan niet scannen naar een toepassing...58 Problemen met faxen oplossen...58 Tips voor faxen via Fotostudio...59 Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen...59 Fax kan niet worden afgedrukt of ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit...59 Ontvangen fax is leeg...59 Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen...60 Er is papier vastgelopen in de printer...60 Er is papier vastgelopen in de papiersteun...60 Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd...60 5

Printer voert geen papier, enveloppen of speciaal papier in...61 Vastgelopen bannerpapier...61 Foutberichten...62 Software verwijderen en opnieuw installeren...62 Kennisgevingen...64 Index...70 6

Informatie over de printer Installatiehandleiding Beschrijving De Installatiehandleiding bevat instructies voor het installeren van hardware en software. Locatie U vindt deze handleiding in de doos met de printer of op de website van Lexmark. Gebruikershandleiding Beschrijving Locatie De gebruikershandleiding bevat instructies voor het werken met de printer en informatie over andere onderwerpen zoals: Onderhoud Problemen oplossen Veiligheid U vindt deze handleiding op de website van Lexmark. Als u de printersoftware installeert, wordt de Gebruikershandleiding mogelijk ook geïnstalleerd. 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Klik op Gebruikershandleiding. Cd Beschrijving Locatie De cd bevat stuurprogramma's, software en publicaties. Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u het Help-systeem op de computer installeren vanaf de cd. Deze cd vindt u in de doos met de printer. Raadpleeg de installatiehandleiding voor installatie-instructies. Help Beschrijving Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de Help gebruiken voor instructies over het gebruik van de software. Locatie Klik in een Lexmark toepassing op Help, Tips Help of Help Help-onderwerpen. Lexmark Printeroplossingen Beschrijving U kunt Lexmark Printeroplossingen installeren vanaf de cd als u de printer aansluit op een computer. De toepassing wordt geïnstalleerd met de andere software. Locatie U opent als volgt Lexmark Printeroplossingen: 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Kies Lexmark Printeroplossingen. Leesmij-bestand Beschrijving Dit bestand bevat de recentste informatie over de printer en de software die niet is opgenomen in andere documentatie, en informatie die alleen van toepassing is op uw besturingssysteem. Locatie U opent als volgt het Leesmij-bestand: 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Kies Leesmij. 7

Website Beschrijving Onze website bevat veel informatie. Opmerking: webadressen kunnen worden gewijzigd. Locatie Bezoek de website van Lexmark op www.lexmark.com. 1 Ga naar de website. 2 Selecteer een land of regio in de keuzelijst in de linkerbovenhoek van de pagina. 3 Klik op de koppeling voor de gewenste informatie. Noteer de volgende gegevens (deze vindt u op de bon en op de achterkant van de printer) en houd deze bij de hand wanneer u contact met ons opneemt. We kunnen u dan sneller helpen. Typenummer van het apparaat Serienummer Aankoopdatum Winkel van aankoop 8

Printer instellen Inhoud van de doos controleren Naam Beschrijving 1 Kleureninktcartridge Cartridge die in de printer kan worden geplaatst. 2 Netsnoer Moet worden aangesloten op de netvoedingspoort achter op de printer. 3 Installatie-cd met software Installatiesoftware voor de printer Help Gebruikershandleiding in elektronische vorm 4 Aan de slag of Installatieoplossingen Aanvullende informatie afhankelijk van uw land of regio. 5 Installatiehandleiding Instructies voor het instellen van de hardware en software van de printer en informatie over het oplossen van installatieproblemen. 9

Informatie over de printer Onderdelen van de printer 6 1 5 7 4 3 2 Onderdeel Functie 1 Papiersteun Papier in de printer plaatsen. 2 Bedieningspaneel De printer bedienen. 3 PictBridge-poort Een digitale PictBridge-camera aansluiten op de printer. 4 Papieruitvoerlade Papier opvangen dat wordt uitgevoerd. 5 Bovenklep Toegang krijgen tot de glasplaat. 6 Papiergeleider Papier uitlijnen tijdens de papierinvoer. 7 Glasplaat Een item scannen, kopiëren of verwijderen. 3 2 1 4 5 Onderdeel Functie 1 Scannersteun De scannereenheid omhoog houden. 2 Cartridgehouder Inktcartridges installeren of vervangen. 10

Onderdeel Functie 3 Scannereenheid Optillen voor toegang tot de cartridgehouder. 4 Aansluiting voor de netvoeding Printer aansluiten op een voedingsbron. 5 USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. Bedieningspaneel gebruiken Druk op Handeling 1 Een kleurenkopie maken. 2 Een kleurenkopie van 4 x 6 inch of 10 x 15 cm van een foto maken zonder rand. 3 Het Takencentrum openen en een voorbeeld van de scan weergeven op de computer. Een uitlijningspagina afdrukken wanneer de knop drie seconden lang ingedrukt wordt gehouden. Opmerking: volg de instructies op het scherm om het Scanbackuitlijnen te voltooien. 4 De printer in- en uitschakelen. Een kopieer-, scan- of afdruktaak annuleren. Printer opnieuw instellen. Papier in- of uitvoeren. Opmerking: Zie Foutberichten op pagina 62 als de aan/uit-knop brandt. 11

Informatie over de software Printersoftware gebruiken Software Fotostudio Takencentrum Printeroplossingen Printereigenschappen Foto-editor Fast Pics Handeling Open het benodigde software-onderdeel voor het voltooien van een taak. Scannen, kopiëren, afdrukken of faxen. Informatie weergeven over het oplossen van problemen, het bestellen van cartridges en het onderhouden van de printer. Beste instellingen selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Foto's en afbeeldingen bewerken. Foto's of afbeeldingen afdrukken. Werkbalk voor het web Printervriendelijke versies van webpagina's maken. Fotostudio gebruiken Met de knoppen van Fotostudio kunt u software en informatie activeren voor het uitvoeren van de volgende taken: Foto's afdrukken, doorbladeren of delen Foto's gebruiken die zijn opgeslagen op de computer Tekst scannen en bewerken met OCR Scannen, kopiëren en faxen De website van Lexmark bezoeken Tips voor het gebruik van de software weergeven Informatie weergeven over het oplossen van problemen en onderhoud U kunt Fotostudio op een van de volgende manieren openen: Methode 1 Methode 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Selecteer Fotostudio. Klik op de knop van de taak die u wilt uitvoeren. Knop Handeling Details Foto's zoeken en afdrukken Foto's bekijken die zijn opgeslagen op de computer. Afbeeldingen die zijn opgeslagen op de computer afdrukken als foto's van normaal formaat. 12

Knop Handeling Details Foto's delen Tekst scannen en bewerken (OCR) Scannen Afbeeldingen of foto's scannen en e-mailen. Afbeeldingen of foto's die op de computer zijn opgeslagen, zoeken en e-mailen. Een document met OCR (Optical Character Recognition) scannen naar een tekstverwerkingsprogramma, zodat u de tekst kunt bewerken. Een foto of document scannen. Scaninstellingen opgeven. Kopiëren Foto's of documenten kopiëren. Vergroten, verkleinen of andere kenmerken wijzigen voordat u afdrukt. Faxen Toegang tot het web verkrijgen Scannen en een fax verzenden. Een fax ontvangen. Faxinstellingen en faxgeschiedenis weergeven. De website van Lexmark bezoeken. Meer informatie over wat u met de software kunt doen. Takencentrum gebruiken Takencentrum openen Zoeken naar informatie over onderhoud en problemen oplossen en naar hulpmiddelen, zodat u de printer optimaal kunt gebruiken. Met het Takencentrum kunt u documenten scannen, kopiëren en faxen. U kunt het Takencentrum op een van de volgende manieren openen: Methode 1 Methode 2 Druk op. 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Selecteer Takencentrum. 13

Tabblad Scannen en kopiëren gebruiken Optie Scannen Kopiëren Speciale taken Voorbeeld Handelingen Een toepassing selecteren waarnaar de gescande afbeelding wordt verzonden. Het afbeeldingstype voor scannen selecteren. De scankwaliteit selecteren. Opmerking: klik op Meer scaninstellingen weergeven om alle instellingen weer te geven. Het aantal en de kleur van de kopieën selecteren. Een kwaliteitsinstelling voor kopieën selecteren. Een papierformaat selecteren. Het formaat van het originele document selecteren. Kopieën lichter of donkerder maken. Kopieën vergroten of verkleinen. Opmerking: klik op Geavanceerde kopieerinstellingen weergeven om alle instellingen weer te geven. Afdrukken Een afbeelding meerdere keren herhalen op een pagina. Een afbeelding vergroten of verkleinen. Een afbeelding afdrukken als een poster van meerdere pagina's. Delen Een afbeelding e-mailen. Faxen via de modem van de computer. Opslaan Een afbeelding opslaan op de computer. MagiChop: meerdere foto's opslaan. Bewerken Tekst in een gescand document (OCR) bewerken. Een afbeelding aanpassen met een foto-editor. Een gedeelte selecteren van het voorbeeld dat moet worden gescand of gekopieerd. Een afbeelding weergeven die wordt afgedrukt of gekopieerd. Opmerking: klik op Help middenboven in het venster voor meer informatie over het tabblad Scannen en kopiëren. 14

Tabblad Opgeslagen afbeeldingen gebruiken Met het tabblad Opgeslagen afbeeldingen kunt u taken uitvoeren met afbeeldingen die u hebt opgeslagen op de computer. Optie Voorbeeld Openen met Fotoafdrukken Speciale taken Handelingen Mappen weergeven of maken. Voorbeeldafbeeldingen weergeven en afbeeldingen selecteren. Geselecteerde afbeeldingen hernoemen, verwijderen of bewerken. Bepalen waarnaar u de opgeslagen afbeeldingen wilt verzenden. Klik op Volgende om geselecteerde foto's af te drukken in Fast Pics. Afdrukken Een albumpagina met verschillende fotoformaten afdrukken. Een afbeelding vergroten of verkleinen. Een afbeelding afdrukken als een poster van meerdere pagina's. Delen Een afbeelding e-mailen. Faxen via de modem van de computer. Bewerken Tekst in een gescand document (OCR) bewerken. Een afbeelding aanpassen met een foto-editor. Opmerking: klik op Help middenboven in het venster voor meer informatie over het tabblad Opgeslagen afbeeldingen. Koppeling Onderhoud/problemen oplossen gebruiken Met de koppeling Onderhoud/problemen oplossen hebt u rechtstreeks toegang tot Printeroplossingen. 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Selecteer Takencentrum. 3 Klik op Onderhoud/problemen oplossen. 4 U kunt kiezen uit de volgende onderwerpen: Problemen met afdrukkwaliteit oplossen Problemen oplossen Apparaatstatus en inktvoorraad Meer tips voor afdrukken en procedures Contactgegevens Geavanceerd Softwareversie en copyrightgegevens weergeven Printeroplossingen gebruiken Printeroplossingen biedt ondersteuning en bevat informatie over de printerstatus en inktvoorraad. 15

Gebruik een van de volgende methoden om Printeroplossingen te openen: Methode 1 Methode 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio en klik op de knop Onderhoud/ problemen oplossen. 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Kies Printeroplossingen. Printeroplossingen bestaat uit zes tabbladen: Tabblad Printerstatus (hoofdvenster) Hoe Problemen oplossen Handelingen Status van de printer controleren. Zo is de status van de printer tijdens het afdrukken Bezig met afdrukken. De inktvoorraad van de inktcartridge controleren. Informatie weergeven over: Afdrukken, scannen, kopiëren en faxen. Instellingen zoeken en wijzigen. Basisfuncties gebruiken. Projecten afdrukken, zoals banners, foto's, enveloppen, kaarten, opstrijktransfers en transparanten. Raadpleeg de elektronische handleiding voor meer informatie. Tips weergeven over de huidige status. Problemen met de printer oplossen. Onderhoud Contactgegevens Inktcartridge installeren. Opmerking: wacht tot het scannen is voltooid voor u een nieuwe inktcartridge installeert. Mogelijkheden voor het aanschaffen van een nieuwe cartridge bekijken. Een testpagina afdrukken. Reinigen om horizontale strepen te voorkomen. Uitlijnen om vage randen te voorkomen. Andere problemen met inkt oplossen. Meer informatie weergeven over contact opnemen met Lexmark per telefoon of via internet. Geavanceerd De weergave van het venster Afdrukstatus wijzigen. Gesproken bericht voor afdruktaken in- of uitschakelen. Instellingen voor afdrukken over het netwerk wijzigen. Informatie met ons delen over het gebruik van de printer. Informatie weergeven over de versie van de software. Opmerking: klik in de rechterbenedenhoek van het venster op Help voor meer informatie. 16

Printereigenschappen gebruiken Printereigenschappen openen Met Printereigenschappen beheert u de afdrukfunctie wanneer de printer is aangesloten op een computer. U kunt de instellingen in Printereigenschappen aanpassen aan het type project waarmee u bezig bent. U opent als volgt Printereigenschappen vanuit vrijwel elke toepassing: 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen in het dialoogvenster Afdrukken. Menu Instellingen opslaan gebruiken In het menu Instellingen opslaan kunt u de huidige printereigenschappen opslaan onder een bepaalde naam voor later gebruik. U kunt maximaal vijf aangepaste instellingen opslaan. Menu Taken gebruiken Het menu Taken bevat verschillende wizards (voor afdrukken van foto's, enveloppen, banners en posters of dubbelzijdig afdrukken) waarmee u de juiste afdrukinstellingen voor een project kunt selecteren. Menu Opties gebruiken In het menu Opties kunt u wijzigingen aanbrengen in de opties voor kwaliteit, indeling en afdrukstatus. Open het dialoogvenster voor deze tabbladen vanuit het menu en klik op de knop Help in het dialoogvenster voor meer informatie over deze instellingen. Vanuit het menu Opties kunt u ook rechtstreeks overschakelen naar verschillende onderdelen van Printeroplossingen en versie-informatie voor software weergeven. 17

Tabbladen van Printereigenschappen gebruiken Alle printerinstellingen bevinden zich op de drie belangrijkste tabbladen van Printereigenschappen: Kwaliteit/ exemplaren, Papierinstellingen en Afdrukindeling. Tabblad Kwaliteit/exemplaren Papierinstellingen Afdrukindeling Opties Een instelling voor Kwaliteit/snelheid selecteren. Een papiersoort selecteren. Opgeven hoe de printer verschillende exemplaren van één afdruktaak afdrukt: gesorteerd of normaal. Afbeelding automatisch verscherpen selecteren. De laatste pagina als eerste afdrukken. Het formaat van het geplaatste papier opgeven. De afdrukstand van het document op de pagina selecteren: staand of liggend. De indeling die u wilt afdrukken selecteren. Op beide zijden van het papier afdrukken en een optie voor dubbelzijdig afdrukken selecteren. Opmerking: klik met de rechtermuisknop op een instelling op het scherm en kies vervolgens Wat is dit? voor meer informatie over de instelling. Foto-editor gebruiken Met Foto-editor kunt u afbeeldingen of foto's bewerken. 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 2400 Series. 2 Selecteer Foto-editor. 3 Klik op Bestand Openen om de afbeelding te selecteren die u wilt bewerken. 4 Bewerk de afbeelding met de beschikbare hulpmiddelen. Opmerkingen: U kunt maar één afbeelding per keer bewerken. Plaats de muisaanwijzer op een hulpmiddel voor een beschrijving. Als u wijzigingen ongedaan wilt maken of opnieuw wilt uitvoeren, klikt u op de betreffende pijl bij Ongedaan maken middenboven in het venster. U kunt meerdere wijzigingen herstellen. 5 Klik op Bestand Opslaan als. 6 Voer een bestandsnaam en een bestandstype in en klik op Opslaan. 18

Gedeelte Snelle oplossingen Afbeelding aanpassen Afbeeldingsgrootte Hulpmiddelen voor tekenen Handelingen Het rode-ogeneffect verwijderen dat wordt veroorzaakt door lichtweerkaatsing. De foto in één klik aanpassen. De afbeelding kleuren met sepiatinten of een antiek uiterlijk geven. De afbeelding bijsnijden. De afbeelding draaien. De afbeelding omslaan. De kleurdiepte aanpassen. De kleurbalans aanpassen. De afbeelding kleuren. Helderheid/contrast aanpassen. De wazigheid aanpassen. De scherpte aanpassen. De afbeelding ontvlekken om stof en krassen te verwijderen. De belichting aanpassen. Opeenhoping van kleuren in evenwicht brengen. De maateenheid wijzigen. Het afbeeldingsformaat wijzigen. De afbeelding bijsnijden. Een gebied selecteren door er een vak omheen te plaatsen. U kunt dit gebruiken om tekstvakken te plaatsen en bepaalde gebieden te knippen en te kopiëren. Tekst toevoegen. Pixels opvullen met kleur. Tekenen met een potlood. Tekenen met een lijn. Gebieden wissen. Gebieden inkleuren met een penseel. Een kleur selecteren met een pipet. Werkbalk voor het web gebruiken Met de werkbalk voor het web van Lexmark kunt u printervriendelijke webpagina's maken. Opmerking: de werkbalk voor het web van Lexmark wordt automatisch gestart wanneer u Microsoft Windows Internet Explorer 5.5 of hoger gebruikt. 19

Knop Handeling Opties voor Pagina-instelling selecteren. Opties selecteren om de weergave van de werkbalk aan te passen of een instelling voor het afdrukken van foto's te wijzigen. Koppelingen naar de website van Lexmark weergeven. Help weergeven voor aanvullende informatie. Werkbalk voor het web verwijderen. Normaal Een volledige webpagina afdrukken met normale kwaliteit. Snel Een volledige webpagina afdrukken met conceptkwaliteit. Alleen tekst Alleen de tekst van een webpagina afdrukken. Foto Alleen de foto's of afbeeldingen van een webpagina afdrukken. Opmerking: Het aantal foto's of afbeeldingen dat kan worden afgedrukt, wordt naast Foto's weergegeven. Voorvertoning Een voorbeeld van een webpagina weergegeven voordat deze wordt afgedrukt. 20

Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Controleer of: U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. Als u fotopapier, glossy papier of extra zwaar, mat papier gebruikt, moet u dit met de glanzende of afdrukbare zijde naar u toe plaatsen. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukbare zijde is.) Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. U hebt het papier niet te ver in de printer geduwd. 2 Druk de papiergeleider in en schuif deze naar de linkerzijde van de papiersteun voordat u de eerste keer papier in de printer plaatst. 3 Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. 1 2 4 Schuif de papiergeleider tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: zorg dat het papier niet omkrult als u de papiergeleiders verschuift om papierstoringen te voorkomen. Verschillende papiersoorten in de printer plaatsen Maximumaantal Aandachtspunten 100 vellen normaal papier Het papier dat u gebruikt, is geschikt voor inkjetprinters. Het papier is tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van het papier geschoven. 21

Maximumaantal 100 vellen extra zwaar, mat papier 25 vellen fotopapier 25 vellen glossy papier Aandachtspunten De glanzende zijde of afdrukbare zijde naar u toe gericht. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukbare zijde is.) Het papier is tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van het papier geschoven. Opmerking: Foto's moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. 10 opstrijktransfers U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers gevolgd. De afdrukzijde van de opstrijktransfers is naar u toe gericht. De opstrijktransfers zijn tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van de opstrijktransfers geschoven. Opmerking: voor optimale resultaten kunt u het beste één transfer per keer in de printer plaatsen. 25 wenskaarten 25 indexkaarten 25 fotokaarten 25 briefkaarten De afdrukzijde van de kaarten is naar u toe gericht. De kaarten zijn tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van de kaarten geschoven. Opmerking: Fotokaarten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke fotokaarten zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. 22

Maximumaantal Aandachtspunten 10 enveloppen De afdrukzijde van de enveloppen is naar boven gericht. De locatie voor de postzegel bevindt zich in de linkerbovenhoek. De enveloppen die u gebruikt, zijn geschikt voor inkjetprinters. De enveloppen zijn tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van de enveloppen geschoven. Waarschuwing: gebruik geen enveloppen met sluitkoordjes en metalen klemmetjes of sluitingen. Opmerkingen: Plaats geen enveloppen met gaten, perforaties, uitsparingen of reliëf. Gebruik geen enveloppen met naar boven gevouwen plakranden. Enveloppen moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke enveloppen zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. 25 vellen met etiketten De afdrukzijde van de etiketten is naar u toe gericht. De bovenkant van de etiketten wordt als eerste in de printer ingevoerd. Er is een marge van minimaal 1 mm tussen de plakrand en de rand van de etiketten. U gebruikt volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen. De etiketten zijn tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van de etiketten geschoven. Opmerking: Etiketten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke etiketvellen zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. 23

Maximumaantal Aandachtspunten 50 transparanten De ruwe zijde van de transparanten is naar u toe gericht. 100 vellen papier van aangepast formaat 20 vellen bannerpapier Transparanten met verwijderbare strips plaatst u naar beneden en van u af. De transparanten zijn tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van de transparanten geschoven. Opmerkingen: U kunt het beste geen transparanten met achtervellen gebruiken. Transparanten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. De afdrukzijde van het papier is naar boven gericht. Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen: Breedte: 76 216 mm 3,0 8,5 inch Lengte: 127 432 mm 5,0 17,0 inch Het papier is tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van het papier geschoven. Al het papier is van de papiersteun verwijderd voordat u het bannerpapier in de printer plaatst. U hebt alleen het aantal pagina's afgescheurd dat nodig is om de banner af te drukken. U hebt de stapel bannerpapier op de bovenklep geplaatst. De vrije rand van het bannerpapier wordt in de printer ingevoerd. Het papier is tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De papiergeleider is tegen de linkerrand van het papier geschoven. U hebt het juiste papierformaat geselecteerd in Printereigenschappen. Zie Printereigenschappen gebruiken op pagina 17 voor meer informatie. 24

Originele documenten op de glasplaat plaatsen Foto's, tekstdocumenten en artikelen uit tijdschriften, kranten en andere publicaties kunt u kopiëren, scannen en afdrukken. U kunt ook een document scannen voor faxen. 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. 2 Open de bovenklep. 3 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de rechterbenedenhoek van de glasplaat. 25

4 Sluit de bovenklep om te voorkomen dat er zwarte randen worden weergegeven op de gescande afbeelding. 26

Afdrukken Opmerking: zie Werken met foto's op pagina 31 als u foto's wilt afdrukken. Papiersoort wijzigen Als u afdrukt met speciaal papier, zoals fotopapier, kaarten, enveloppen, transparanten of opstrijktransfers, moet u de instelling voor de papiersoort wijzigen in het dialoogvenster Afdrukken. 1 Plaats papier in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Selecteer in het gedeelte Papiersoort de papiersoort die overeenkomt met de soort papier die u in de printer plaatst. 5 Klik op OK. 6 Klik op OK of Afdrukken. Documenten afdrukken 1 Plaats papier in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Pas de instellingen aan. 5 Klik op OK. 6 Klik op OK of Afdrukken. Webpagina afdrukken Met de werkbalk voor het web van Lexmark kunt u printervriendelijke versies van webpagina's maken. 1 Plaats papier in de printer. 2 Open een webpagina met Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger. 3 Voer de volgende procedure uit als u de afdrukinstellingen wilt controleren of wijzigen: a Klik op Lexmark Pagina-instelling op de werkbalk. b Pas de afdrukinstellingen aan. c Klik op OK. Opmerking: zie Printereigenschappen gebruiken op pagina 17 voor extra opties voor afdrukinstellingen. 27

4 Voer de volgende procedure uit als u de webpagina wilt bekijken voordat u deze afdrukt: a b c Klik op Voorbeeld. Gebruik de opties op de werkbalk om door pagina's te bladeren, in of uit te zoomen of aan te geven of u tekst en afbeeldingen af wilt drukken of alleen tekst. Klik op: Afdrukken of Sluiten en ga verder met stap 5. 5 Selecteer een afdrukoptie in de werkbalk voor het web van Lexmark: Normaal Snel Alleen tekst Foto's of afbeeldingen van een webpagina afdrukken 1 Plaats papier in de printer. Gebruik voor optimale resultaten fotopapier of extra zwaar, mat papier. Zorg dat de glanzende zijde of de afdrukbare zijde naar u toe gericht is. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukbare zijde is.) 2 Open een webpagina met Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger. Het aantal foto's dat kan worden afgedrukt, wordt op de werkbalk voor het web van Lexmark weergegeven naast Foto's. 3 Als er geen cijfer wordt weergegeven naast Foto's: a Selecteer Opties in de keuzelijst met het Lexmark logo. b c d Selecteer het tabblad Geavanceerd. Selecteer een kleiner minimumfotoformaat. Klik op OK. Het aantal foto's dat kan worden afgedrukt, wordt naast Foto's weergegeven. 4 Klik op Foto's. Het venster Fast Pics wordt weergegeven. 5 Als u alle foto's of afbeeldingen wilt afdrukken met dezelfde instellingen, selecteert u het gewenste formaat, het formaat van het papier in de printer en het aantal gewenste exemplaren. 6 Ga als volgt te werk als u één foto of afbeelding tegelijk wilt afdrukken: a b Klik op de foto's of afbeeldingen die u niet wilt afdrukken om de selectie op te heffen. Ga als volgt te werk als u algemene wijzigingen wilt aanbrengen: 1 Klik met de rechtermuisknop op de foto of afbeelding. 2 Kies op Bewerken. 3 Selecteer de gewenste opties. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. 28

5 Klik op Gereed als u de wijzigingen hebt aangebracht. 6 Selecteer het gewenste formaat, het formaat van het papier in de printer en het aantal exemplaren. 7 Klik op Nu afdrukken. Kaarten afdrukken 1 Plaats wenskaarten, indexkaarten of briefkaarten in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Selecteer een instelling voor Kwaliteit/snelheid. Selecteer Foto voor foto's en wenskaarten of Normaal voor andere kaartsoorten. 5 Selecteer het tabblad Papierinstelling. 6 Selecteer Papier. 7 Selecteer een kaartformaat in de lijst Papierformaat. 8 Klik op OK. 9 Klik op OK of Afdrukken. Opmerkingen: Duw de kaarten niet te ver in de printer om te voorkomen dat het papier vastloopt. Verwijder de afzonderlijke kaarten zodra ze uit de printer komen en laat de kaarten drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de kaarten. Enveloppen afdrukken 1 Plaats de enveloppen in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Kies Afdrukken op een envelop in het menu Taken. 5 Selecteer in de lijst met envelopformaten het formaat van de enveloppen die in de printer zijn geplaatst. 6 Selecteer de afdrukstand Staand of Liggend. Opmerkingen: Voor de meeste enveloppen wordt de afdrukstand Liggend gebruikt. Zorg dat u in de toepassing dezelfde afdrukstand hebt geselecteerd. 7 Klik op OK. 8 Klik op OK. 9 Klik op OK of Afdrukken. 29

Transparanten afdrukken 1 Plaats transparanten in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op OK of Afdrukken. Opmerking: Verwijder de afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat de transparanten drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de transparanten. De transparanten moeten ongeveer 15 minuten drogen. Gesorteerde exemplaren afdrukken Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groep met pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats papier in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Selecteer op het tabblad Kwaliteit/exemplaren het aantal foto's dat u wilt afdrukken. 5 Schakel het selectievakje Sorteren in. 6 Schakel het selectievakje Afdrukken in omgekeerde volgorde in als u wilt afdrukken in omgekeerde paginavolgorde. 7 Klik op OK. 8 Klik op OK of Afdrukken. Laatste pagina eerst afdrukken (omgekeerde paginavolgorde) 1 Plaats papier in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Selecteer Afdrukken in omgekeerde volgorde op het tabblad Kwaliteit/exemplaren. 5 Klik op OK. 6 Klik op OK of Afdrukken. 30

Werken met foto's Foto's afdrukken Opmerking: zie Foto's of afbeeldingen van een webpagina afdrukken op pagina 28 als u foto's of afbeeldingen van een webpagina wilt afdrukken. Foto's op de computer afdrukken 1 Plaats fotopapier in de printer. 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 3 Klik op Foto's zoeken en afdrukken. 4 Klik op Mappen weergeven. 5 Selecteer de map waarin de foto's zijn opgeslagen. 6 Klik op Mappen verbergen. 7 Klik op elke foto die u wilt afdrukken. 8 Klik in het gedeelte Fotoafdrukken op Volgende om de standaardfoto-instellingen weer te geven. 9 Selecteer een fotoformaat. 10 Selecteer een papierformaat. 11 Selecteer het aantal gewenste exemplaren. 12 Als u een voorbeeld van de foto's wilt weergeven, klikt u op Voorbeeld. 13 U kunt als volgt algemene wijzigingen aanbrengen in de foto's: a b Klik op Bewerken. Selecteer de gewenste opties. c Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: zie Foto-editor gebruiken op pagina 18 voor meer geavanceerde opties voor het bewerken van foto's. 14 Klik op Nu afdrukken. 31

PictBridge-camera gebruiken om het afdrukken van foto's te beheren Sluit een PictBridge-camera aan op de printer en gebruik de knoppen op de camera om foto's te selecteren en af te drukken. 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de digitale camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort op de voorkant van de printer. Opmerking: Controleer of de PictBridge-camera is ingesteld op de juiste USB-modus. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie. 3 Volg de aanwijzingen in de documentatie bij de camera om foto's te selecteren en af te drukken. Opmerking: als de printer is uitgeschakeld terwijl de camera is aangesloten, moet u de camera losmaken en opnieuw aansluiten. Foto's aanpassen Opmerking: zie Foto-editor gebruiken op pagina 18 voor geavanceerde opties voor het bewerken van foto's. Plakboek- of albumpagina's maken en afdrukken 1 Plaats papier in de printer. 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 3 Klik op Foto's zoeken en afdrukken. 4 Klik op Mappen weergeven. 5 Selecteer de map waarin de foto's zijn opgeslagen. 6 Klik op Mappen verbergen. 7 Klik in het gedeelte Speciale taken op Albumpagina met verschillende fotoformaten afdrukken. 8 Selecteer een papierformaat. 9 Selecteer een pagina-indeling. Meer opties: a Klik op Categorie van de weergegeven indelingen wijzigen. b Selecteer een indelingscategorie. 32

c d Klik op OK. Selecteer een pagina-indeling. 10 Sleep de foto's naar de pagina. Opmerking: klik met de rechtermuisknop op de foto op de pagina om de bewerkingsopties weer te geven. 11 Klik op Nu afdrukken. Opmerking: Verwijder de afzonderlijke vellen zodra ze uit de printer komen en laat de vellen drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de vellen. Tekstbijschriften toevoegen aan een fotopagina 1 Plaats papier in de printer. 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 3 Klik op Foto's zoeken en afdrukken. 4 Klik op Mappen weergeven. 5 Selecteer de map waarin de foto's zijn opgeslagen. 6 Klik op Mappen verbergen. 7 Klik in het gedeelte Speciale taken op Albumpagina met verschillende fotoformaten afdrukken. 8 Selecteer een papierformaat. 9 Selecteer een pagina-indeling met een zwart vak. Meer opties: a Klik op Categorie van de weergegeven indelingen wijzigen. b c d Selecteer een indelingscategorie. Klik op OK. Selecteer een pagina-indeling met een zwart vak. 10 Sleep de foto's naar de pagina. Opmerking: klik met de rechtermuisknop op de foto op de pagina om de bewerkingsopties weer te geven. 11 Klik in het witte vak. Er verschijnt een dialoogvenster. 12 Geef de gewenste tekst op. 13 Klik op OK. 14 Klik op Nu afdrukken. Opmerking: Verwijder de afzonderlijke vellen zodra ze uit de printer komen en laat de vellen drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de vellen. 33

Kopiëren Kopieën maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op. 4x6-foto's kopiëren 1 Plaats de 4x6-foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Plaats fotopapier van het formaat 4x6 inch in de printer. 3 Druk op. Kopieerinstellingen aanpassen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 2 Klik op Kopiëren. 3 Wijzig de gewenste kopieerinstellingen. Het aantal en de kleur van de kopieën selecteren. Een kwaliteitsinstelling voor kopieën selecteren. Een papierformaat selecteren. Het formaat van het originele document selecteren. Kopieën lichter of donkerder maken. Selecteer Vergroten/verkleinen of Passend op pagina. 4 Geef desgewenst aanvullende selecties op: a b c Klik op Geavanceerde kopieerinstellingen weergeven. Pas de kopieerinstellingen aan. Klik op OK. 5 Klik op Nu kopiëren. Tabbladen van Geavanceerde kopieerinstellingen Opties Afdrukken Het papierformaat selecteren. De papiersoort selecteren. Opties voor afdrukken zonder rand selecteren. De afdrukkwaliteit selecteren. 34

Tabbladen van Geavanceerde kopieerinstellingen Opties Scannen Afbeeldingen verbeteren Afbeeldingspatronen De kleurdiepte aanpassen. De scanresolutie selecteren. Selecteren of de gescande afbeelding automatisch moet worden bijgesneden. Een exact scangebied selecteren. Selecteren of de afbeelding moet worden rechtgetrokken. Selecteren of vage randen moeten worden aangepast. De helderheid van de afbeelding aanpassen. De kleurcorrectiecurve (gamma) van de afbeelding aanpassen. Afbeeldingspatronen bij scans uit tijdschriften of kranten verwijderen (effenen). De achtergrondruis (krassen) op een kleurendocument in meer of mindere mate verminderen. 35

Scannen Documenten scannen 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op. 4 Als u slechts een gedeelte van het document wilt scannen, klikt u op het voorbeeld en sleept u de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt scannen. 5 Selecteer een programma in het menu Gescande afbeelding verzenden naar. 6 Klik op Nu scannen. Scaninstellingen aanpassen 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op. 4 Als u slechts een gedeelte van het document wilt scannen, klikt u op het voorbeeld en sleept u de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt scannen. 5 Selecteer een programma in het menu Gescande afbeelding verzenden naar. 6 Klik op Meer scaninstellingen weergeven. 7 Selecteer het type document dat wordt gescand. 8 Selecteer een scankwaliteit. 36

9 Geef desgewenst aanvullende selecties op: a Klik op Geavanceerde scaninstellingen weergeven. b Pas de scaninstellingen aan. c Klik op OK. 10 Klik op Nu scannen. Tabbladen van Geavanceerde scaninstellingen Opties Scannen Afbeeldingen verbeteren Afbeeldingspatronen De kleurdiepte aanpassen. De scanresolutie selecteren. Instellingen voor optisch scannen selecteren. Een instelling voor automatisch bijsnijden selecteren. Een exact scangebied selecteren. Kiezen of u het gescande item wilt converteren naar tekst die u kunt bewerken. Kiezen of u meerdere afbeeldingen wilt scannen voordat de scan wordt uitgevoerd. De lijst met bestemmingsprogramma's voor scans bijwerken. Het standaardfaxstuurprogramma bijwerken. Afbeeldingen rechtmaken na het scannen (rechttrekken). Selecteren of vage randen moeten worden aangepast. De helderheid van de afbeelding aanpassen. De kleurcorrectiecurve (gamma) van de afbeelding aanpassen. Afbeeldingspatronen bij scans uit tijdschriften of kranten verwijderen (effenen). De achtergrondruis (krassen) op een kleurendocument in meer of mindere mate verminderen. Opmerking: klik op Help onder in het venster voor meer informatie. Gescande afbeeldingen opslaan 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op. 4 Als u slechts een gedeelte van het document wilt scannen, klikt u op het voorbeeld en sleept u de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt scannen. 5 Selecteer een programma in het menu Gescande afbeelding verzenden naar. 6 Pas de instellingen indien nodig aan. 7 Klik op Nu scannen. 8 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Opslaan als. 37

9 Geef de bestandsnaam, bestandsindeling en locatie op voor de gescande afbeelding die u wilt opslaan. 10 Klik op Opslaan. Documenten of afbeeldingen scannen voor e-mailen 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op. 4 Als u slechts een gedeelte van het document wilt verzenden, klikt u op het voorbeeld en sleept u de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt scannen. 5 Selecteer E-mail in het menu Gescande afbeelding verzenden naar. 6 Pas de instellingen indien nodig aan. 7 Klik op Nu scannen. 8 Volg de aanwijzingen op het scherm. Tekst scannen voor bewerken Met de softwarefunctie voor OCR (Optical Character Recognition) kunt u gescande afbeeldingen omzetten naar tekst die u kunt bewerken met een tekstverwerkingstoepassing. 1 Controleer of: De printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. ABBYY Fine Reader is geïnstalleerd. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 4 Klik op Tekst scannen en bewerken (OCR). 5 U scant als volgt een gedeelte van het document: a b Klik op Nu weergeven. Klik op het voorbeeld en sleep de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt scannen. 6 Selecteer een tekstverwerkingstoepassing om de tekst te bewerken. 7 Klik op Nu verzenden. 8 Breng de gewenste wijzigingen aan. 9 Als u het document wilt opslaan, klikt u op Bestand Opslaan als. 10 Geef de bestandsnaam, bestandsindeling en locatie op voor het bewerkte document. 11 Klik op Opslaan. Afbeeldingen scannen voor bewerking 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 38

3 Druk op. 4 Selecteer een beeldbewerkingsprogramma in het menu Gescande afbeelding verzenden naar. 5 Klik op Nu scannen. 6 Bewerk de afbeelding met de beschikbare hulpmiddelen. Raadpleeg de documentatie bij het beeldbewerkingsprogramma voor meer informatie. Heldere afbeeldingen in tijdschriften of kranten scannen Met de functie voor effenen kunt u golvende patronen in items uit tijdschriften of kranten verwijderen. 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op. 4 Als u slechts een gedeelte van het document wilt scannen, klikt u op het voorbeeld en sleept u de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt scannen. 5 Selecteer een programma in het menu Gescande afbeelding verzenden naar. 6 Klik op Geavanceerde scaninstellingen weergeven. 7 Klik op de tab Afbeeldingspatronen. 8 Schakel het selectievakje Afbeeldingspatronen verwijderen bij scans uit tijdschrift/krant (effenen) in. 9 Selecteer Best (kwaliteit) of Best (snelheid). 10 Kies Krant of Tijdschrift in het menu Wat wordt er gescand?. 11 Klik op OK. 12 Klik op Nu scannen. 39

Faxen Opmerking: wanneer u de faxsoftware voor de eerste keer gebruikt, wordt u gevraagd uw gebruikersgegevens op te geven voor het voorblad en/of koptekst van de uitgaande faxen. Fax verzenden met de software 1 Controleer het volgende: De printer is aangesloten op een computer met een faxmodem. De computer is op een werkende telefoonlijn aangesloten. De printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 4 Klik op Faxen. 5 Klik op Fax scannen en verzenden. 6 Klik op Nu weergeven. 7 Klik op het voorbeeld en sleep de muisaanwijzer om het gebied te selecteren dat u wilt faxen. 8 Pas de instellingen indien nodig aan. 9 Klik op Volgende. 10 Volg de aanwijzingen op het scherm om de fax te verzenden. 40

Faxen ontvangen met de software 1 Controleer of: De printer is aangesloten op een computer met een faxmodem. De computer is op een werkende telefoonlijn aangesloten. De printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Fotostudio. 3 Klik op Faxen. 4 Klik op Fax ontvangen of instellingen/geschiedenis weergeven. Opmerking: u kunt alleen faxen ontvangen wanneer de faxsoftware is geopend. 5 Dubbelklik op de fax in het statusvenster om de fax te bekijken. 6 Klik op het pictogram van de printer om de fax af te drukken. Opmerking: als u faxen wilt afdrukken wanneer deze binnenkomen, selecteert u Binnenkomende faxen afdrukken. 41