30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren



Vergelijkbare documenten
30XA Luchtgekoelde koelmachines

30XA A Luchtgekoelde koelmachines

Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RA B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module

30RA "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP

30HX GLOBAL CHILLER VLOEISTOFKOELMACHINE IN HARMONIE MET HET MILIEU

30HXC. Watergekoelde vloeistofkoelmachines met schroefcompressoren. Nominale koelcapaciteit kw. Kenmerken

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30HXC. Watergekoelde vloeistofkoelmachines. schroefcompressoren. GLOBAL CHILLER. Nominale koelcapaciteit kw

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule

30XAS Luchtgekoelde koelmachines

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit kw 50 Hz

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule

GLOBAL CHILLER OPTIMAAL RENDEMENT IN ALLE TOEPASSINGEN 30GX VLOEISTOFKOELMACHINE

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RW/30RWA. Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydro module. Nominale koelcapaciteit kw. Stekker er in.

61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental

HYDROCIAT LW ST/HE

30RB/RBY A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ serie Pro-Dialog+ regeling

AQUASNAP Bedieningspaneel

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS

Technische specificatie Tower Airvising Postbus AC Beverwijk 3/27/2014

SUI Bedieningspaneel

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

38RA Serie. Bediening en onderhoud

30HZ/HZV. Watergekoelde en condensorloze waterkoelaggregaten. Nominale koelcapaciteit kw

KOUDWATERAGGREGATEN serie

Gebruikershandleiding

30RW/30RWA. Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule. Nominale koelcapaciteit kw. Stekker er in.

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw

Technische specificatie Tower Airvising Postbus AC Beverwijk 3/27/2014

Gebruikershandleiding

38RA Luchtgekoelde condensingunits. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RA serie Pro-Dialog regeling

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines. Nominale koelcapaciteit 8-14 kw. Kenmerken. Rustige werking

30GH GZ Luchtgekoelde vloeistofkoelaggregaten. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling, Onderhoud

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering

30RH B. Warmtepompen lucht/water met geïntegreerde hydro module AQUASNAP

30GX Nominale koelcapaciteit kw

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS

Gebruikershandleiding

HIWARM COMPACT kw

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydro module. Nominale koelcapaciteit kw. Eenvoudige, snelle montage

Gebruikershandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

30XW - 30XWH. Watergekoelde vloeistofkoelmachines. Nominale koelcapaciteit kw Nominale verwarmingscapaciteit kw

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module. Nominale verwarmingscapaciteit kw.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

M-Thermal Voordelen lucht/water warmtepompen

38RA. Luchtgekoelde condensing-units. Nominale koelcapaciteit kw

30RW/30RWA Watergekoelde/Condensorloze vloeistofkoelmachines met geïntegreerde hydromodule PRODUCT SELECTIE DATA

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

LUCHTGEKOELD WATERKOEL-AGGREGAAT ALLEEN KOELEN / WARMTEPOMP 30RA/30RH KRACHTIG EN COMPACT

30RYH B. Warmtepompen lucht/water voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module AQUASNAP

30RQ Lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydromodule PRO-DIALOG +

DROOGPLATEAU. Handleiding

MPE 4-76 kw. Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling. Lucht/water warmtepompen en koelmachines MPE PLUS

LEP kw. Water-water monoblok-systeem voor binnenopstelling. Multifunctionele warmtepompen LEP PLUS

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

LDK Luchtgekoelde vloeistof koelmachines voor buitenopstelling

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen

30RB /30RQ

30RB Luchtgekoelde vloeistofkoelmachines. product selectie data. Gemakkelijke en snelle installatie. Compact, betrouwbaar en efficiënt

Installatie Bediening Onderhoud

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

LER kw. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering. Luchtgekoelde waterkoelmachines in splituitvoering LER PLUS

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

61AF Compacte hoge temperatuur lucht-water warmtepompen met geïntegreerde hydro module PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Niet condenseerbare gassen

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Transcriptie:

30GX 082-358 30HXC 080-375 Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren Nominale koelcapaciteit 30HXC: 286-300 kw Nominale koelcapaciteit 30GX: 282-203 kw 50 Hz GLOBAL CHILLER Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Inhoudsopgave - INLEIDING... 4. - Veiligheidsinstructies voor montage...4.2 - Apparatuur en componenten onder druk...4.3 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud...5.4 - Veiligheidsinstructies bij reparatie...5 2 - Controles voorafgaand aan de montage...7 2. - Controleren van de zending...7 2.2 - Transport en plaatsen van de unit...7 3 - AFMETINGEN, BENODIGDE VRIJE RUIMTE, GEWICHT...9 3. - 30HXC 080-90...9 3.2-30HXC 200-375...0 3.3-30GX 082-82... 3.4-30GX 207-358...2 3.5 - Installatie van meerdere units...3 4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS 30HXC...4 4. - Technische gegevens 30HXC...4 4.2 - Elektrische gegevens 30HXC...4 4.3 - Elektrische gegevens, compressoren 30HXC...5 4.4 - Elektrische gegevens 30HXC voor hoge condensatietemperatuur (optie 50/50A)...5 4.5 - Kenmerken van 30HXC units met zeer-lage temperatuur optie (optie 6)...6 5 - TECHNISCHE EN Elektrische GEGEVENS 30GX...8 5. - Technische gegevens 30GX...8 5.2 - Elektrische gegevens 30GX...9 5.3 - Elektrische gegevens, compressoren 30GX en 30HXC, opties 50 + 50A...9 6 - SELECTIEGEGEVENS...20 6. - Bedrijfslimieten unit...20 6.2 - Minimum gekoeldwater debiet...20 6.3 - Maximum gekoeldwater debiet...2 6.4 - Variabel debiet koeler...2 6.5 - Minimum systeeminhoud...2 6.6 - Waterdebiet koeler...2 6.7 - Waterdebiet condensor...2 6.8 - Koeler drukverliescurve...22 6.9 - Condensor drukverliescurve...22 7 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN...23 7. - Elektrische aansluitingen 30HXC...23 7.2 - Elektrische aansluitingen 30GX...24 7.3 - Elektrische voeding...25 7.4 - Fase onbalans spanning...25 7.5 - Aanbevolen aderdiameters...27 8 - WATERLEIDING AANSLUITINGEN...29 8. - Voorzorgsmaatregelen...29 8.2 - Wateraansluitingen...30 8.3 - Waterhoeveelheid...30 8.4 - Aandraaien bouten waterboxen koeler (+ condensor voor 30HXC)...3 8.5 - Vorstbeveiliging...3 8.6 - Werking van twee units in master/slave bedrijf...32 9 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN EN BEDRIJFSGEGEVENS...32 9. - Tandwielgedreven schroefcompressor...32 9.2 - Drukvaten...32 9.3 - Elektronisch expansie orgaan (EXV)...33 9.4 - Economizer...34 9.5 - Oliepompen...34 9.6 - Motor koelkleppen...34 9.7 - Opnemers...34 2

0 - BELANGRIJKSTE OPTIES EN ACCESSOIRES...35 0. - Compressor zuiggasafsluiters (optie 92)...35 0.2 - Geluidsisolatie compressor en koeler (30GX - optie 4A)...35 0.3 - Laag-geluid 30GX units met geluiddempende panelen (optie 5)...35 0.4 - Koelervorstbeveiliging (30GX - optie 4A)...35 0.5 - Bedrijf het hele jaar door van 30GX units (optie 28)...35 0.6 - Soft starter voor 30HXC en 30GX units met 3 of 4 compressoren (optie 25)...35 0.7 - Elektrisch beveiligingsniveau van 30HXC schakelkasten tot IP44C (optie 20)...36 0.8 - Schakelkast voor de tropen voor 30HXC en 30GX units (optie 22)...36 0.9 - Brijn units voor lage uittredetemperatuur koeler (optie 5)...36 0.0 - Levering in meerdere delen van 30HXC units (optie 5)...36 0. - Ventilator met 50 Pa externe statische druk voor 30GX units (optie 2)...36 - ONDERHOUD... 37. - Procedure onderhoud...37.2 - Solderen en lassen...37.3 - Koudemiddelvulling - bijvullen van koudemiddel...37.4 - Indicatie van te weinig koudemiddel bij 30HXC units...37.5 - Onderhoud elektrisch gedeelte...38.6 - Drukopnemers...38.7 - Olievulling - bijvullen van olie...38.8 - Vervangen van het ingebouwde oliefilter...39.9 - Vervangingsschema oliefilter...39.0 - Vervangingsprocedure oliefilter...39. - Ruilcompressor...39.2 - Voorkomen van corrosie...39.3 - Buitenbatterij...40 2 - Checklist voor de inbedrijfstelling van 30HXC/GX koelmachines...4 De illustratie op de voor pagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 3

- INLEIDING Alvorens de units 30HXC/GX in bedrijf worden gesteld, moeten deze instructies bekend zijn bij alle personen die betrokken zijn bij montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van de apparatuur. De 30HXC/GX units zijn ontworpen voor betrouwbaar en veilig bedrijf binnen de ontwerp-condities. Gebruik bij de toepassing van deze apparatuur uw gezond verstand en neem de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen om schade aan apparatuur, materieel of persoonlijk letsel te voorkomen. Zorg dat u de in deze instructies opgenomen procedures en veiligheidsrichtlijnen begrijpt en opvolgt. Deze brochure geeft een overzicht om u bekend te maken met het regelsysteem voordat de units in bedrijf worden gesteld. De procedures in deze instructies zijn geplaatst in de juiste volgorde voor een goede inbedrijfstelling en werking. Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om te controleren of ze voldoen aan de Europese richtlijnen (machineveiligheid, laagspanning, elektromagnetische compatibiliteit, apparatuur onder druk, etc.).. - Veiligheidsinstructies voor montage Na aflevering van de unit, nadat hij klaar is om te worden gemonteerd of opnieuw gemonteerd, moet hij op schade worden gecontroleerd. Controleer dat het koudemiddelcircuit onbeschadigd is. Met name dat er geen componenten of leidingen zijn verschoven (bijv. door schokken). Voer in geval van twijfel een lektest uit en overleg met de fabrikant of het circuit niet permanent is beschadigd. Meld eventuele schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier BV en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending is door Carrier BV tot de aankomst op het werk verzekerd. Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun plaats tot de unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units kunnen worden verplaats een vorkheftruck zolang de vorken zich op de juiste plaats en richting op de unit bevinden. De units kunnen ook worden gehesen met hijsstroppen, aangebracht op de op de unit aangegeven hijspunten. De units mogen niet van bovenaf worden gehesen. Gebruik hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van de unit en volg altijd de hijsinstructies op de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instructies nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt kan schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van personeel het gevolg zijn. Dek nooit beveiligingen af. Dit heeft betrekking op de overstortafsluiter in het watercircuit en de overstortafsluiter(s) in het/de koudemiddelcircuit(s). Controleer, alvorens de unit in bedrijf te nemen, dat de overstortafsluiters correct zijn gemonteerd. In bepaalde gevallen is/zijn overstortafsluiter(s) gemonteerd op een kogelafsluiter. Deze kogelafsluiters zijn in de fabriek voorzien van een verzegeling in de open positie. Deze methode van monteren geeft de mogelijkheid de overstortafsluiter voor inspectie te verwijderen zonder verlies van koudemiddel. De overstortafsluiters zijn ontworpen en geïnstalleerd als brandbeveiliging. Het verwijderen van deze beveiliging is alleen toegestaan wanneer het brandrisico geheel onder controle is. Het verwijderen van de overstort valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Alle in de fabriek geïnstalleerde overstortafsluiters zijn voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te voorkomen. In het kader van de huidige Regeling Lekdichtheid Koelinstallaties wordt iedere koudemiddelzijdige overstortafsluiter gecombineerd met een breekplaat die de werking niet verstoort. Tevens is er een tussenmeetpunt geplaatst om lekkage te constateren. Indien de overstortafsluiters op een wisselafsluiter zijn geplaatst, dan dient deze wisselafsluiter altijd in de stop positie te zijn geplaatst zodat slechts een van de twee overstortafsluiters dienst doet. Plaats de wisselafsluiter nooit in de midden positie. De wisselafsluiter biedt de mogelijkheid om een overstortafsluiter te demonteren voor inspectie en onderhoud waar-bij de tweede overstortafsluiter actief is. Wanneer koudemiddel overstortafsluiters afblazen in de ruimte en er gevaar onstaat voor personen en goederen, dan dienen de koudemiddel overstortafsluiters te worden aangesloten op ventilatieleidingen. De EN378 geeft in ANNEX E hiervoor een praktische limiet in kg koudemiddel per m 3 ruimte. Dit koudemiddel mag in de lucht worden afgeblazen, echter ver verwijderd van de luchttoevoer van het gebouw. Zie voor periodieke controle van de overstortafsluiters hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor onderhoud. Zorg vol voldoende ventilatie. De ophoping van koudemiddel in een afgesloten ruimte kan leiden tot zuurstofgebrek en daardoor tot ademnood, verstikking of explosies. Inhaleren van hoge concentraties koudemiddeldamp is schadelijk en kan leiden tot hartritmestoornissen, bewusteloosheid en de dood. Damp is zwaarder dan lucht en vermindert de beschikbare hoeveelheid zuurstof om te ademen. Koudemiddel veroorzaakt oog- en huidirritaties..2 - Apparatuur en componenten onder druk Deze producten bevatten apparatuur of componenten onder druk, geproduceerd door Carrier of andere fabrikanten. De eigenschappen van deze apparatuur/componenten zijn vermeld op de kenplaat of in de met de producten meegeleverde vereiste documentatie. Deze gegevens kunnen belangrijk zijn voor herkwalificatie, opnieuw testen en de RLK regelgeving. 4

.3 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Reparaties aan koudemiddelcircuits en laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Deze handelingen (openen of sluiten van een koudemiddelafsluiter) mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en bij volledig afgeschakelde unit. OPMERKING: De unit mag nooit afgelaten worden met de vloeistofafsluiter in gesloten stand omdat zich vloeibaar koudemiddel kan bevinden tussen deze afsluiter en het expansieorgaan. Door uitzetting van opgesloten vloeibaar koudemiddel kan schade en een onveilige situatie ontstaan. Tijdens werkzaamheden, onderhoud en service werkzaamheden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, schoenen en beschermende kleding dragen. Schakel altijd de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan elektrische componenten incl. regelpanelen, schakelaars, relais etc., wordt begonnen. Vergrendel elektrische circuits tijdens onderhoudswerkzaamheden. Als het werk wordt onderbroken, controleer dan voordat u weer begint dat alle circuits spanningsloos zijn. LET OP: zelfs wanneer de compressormotoren zijn afgeschakeld blijft de hoofstroom bekrachtigd, tenzij de beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit open is. Zie elektrischschema voor nadere details. Breng waarschuwingslabels aan (vermeld dit in de veiligheidsinstructies). Controle van de werking: Belangrijke informatie over het toegepaste koudemiddel: Dit product bevat HFK koudemiddel dat onder het Kyoto protocol valt. Type koudemiddel: R-34a Global Warming Potential (GWP): 300 Periodieke inspectie op koudemiddellekkage kan verplicht zijn, afhankelijk van de Europese of locale wetgeving. Neem contact op met Carrier voor meer informatie. Tijdens de levensduur van het systeem moeten inspecties en tests worden uitgevoerd volgens de nationale voorschriften. Wanneer dergelijke criteria in de nationale voorschriften niet worden genoemd, kan gebruik worden gemaakt van de informatie Inspecties tijdens bedrijf in norm EN378-2, bijlage C. Controle van de beveiligingen (EN378-2): De beveiligingen moeten op het werk minimaal x per jaar worden gecontroleerd (hogedrukschakelaars), en externe overdrukbeveiligingen elke vijf jaar (veiligheidsafsluiters). Zie de handleiding 30GX/30HXC Pro-Dialog Plus regeling voor een gedetailleerde beschrijving van de testprocedures. Als de unit is opgesteld in een vochtige omgeving, dan moeten ze vaker worden gecontroleerd. Voer regelmatig een lektest uit en repareer eventuele lekken onmiddellijk..4 - Veiligheidsinstructies bij reparatie Alle componenten van de installatie moeten goed worden onderhouden om schade aan de apparatuur en lichamelijk letsel te voorkomen. Storingen en lekkages moeten onmiddellijk worden verholpen. De verantwoordelijke technicus draagt de verantwoordelijkheid voor onmiddellijk herstel van de storing. Nadat een reparatie aan de machine is uitgevoerd moet de werking van de beveiligingen opnieuw worden gecontroleerd reparatie. Bij lekkage of verontreiniging van het koudemiddel (bijv. door kortsluiting in een compressormotor), dan moet de gehele koudemiddelvulling worden afgetapt met behulp van een afpompunit (zie ook de RLK richtlijnen). Verontreinigd koudemiddel dient te worden afgevoerd via de geëigende kanalen. Bij lekkage moet het systeem worden afgepompt en gevacumeerd en daarna volledig gevuld met schoon koudemiddel conform RLK. Zie voor de juiste koudemiddelhoeveelheid R-34a de machine kenplaat. Bepaalde delen van het circuit kunnen worden geïsoleerd. Wanneer in die delen lekkage voorkomt is het mogelijk koudemiddel in de machine te compartimenteren. Zie hoofdstuk.3 Koudemiddelvulling - bijvullen. Bijvullen moet altijd gebeuren in de vloeistoffase in de vloeistofleiding. Controleer het type koudemiddel voordat u koudemiddel gaat bijvullen. Toevoegen van een verkeerd koudemiddel (R-34a) kan leiden tot schade of verstoorde werking van de unit en zelfs tot onherstelbare schade aan de compressoren. De compressoren die met R-34a werken zijn gevuld met een synthetische polyester olie. Gebruik geen zuurstof om leidingen door te blazen of een machine op druk te brengen. Zuurstofgas reageert sterk op olie, vet en andere veel gebruikte substanties. Overschrijd nooit de gespecificeerde testdrukken. Controleer de toegestane testdrukken in de instructies en de ontwerpdrukken op de kenplaat van de unit. Gebruik geen lucht voor lektesten. Gebruik hiervoor alleen droge stikstof. 5

Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast of doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en damp) uit de machine zijn verwijderd. Dampsporen moeten worden verwijderd met droge stikstof en de ruimte moet goed worden geventileerd. Wanneer koudemiddel in contact komt met open vuur ontstaan er toxische gassen. Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsapparatuur beschikbaar zijn en brandblusapparatuur voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moet voorhanden zijn. Koudemiddel mag niet worden overgeheveld. Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en ogen. Draag een veiligheidsbril. Krijgt u toch koudemiddel op de huid, was dit dan direct af met water en zeep. Als er koudemiddel in de ogen komt dan moeten de ogen onmiddellijk gespoeld worden met water. Raadpleeg direct een arts. Gebruik nooit vuur of stoom om een koudemiddelcilinder te verwarmen. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan. Als koudemiddel moet worden verwarmd, gebruik dan alleen warm water. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NFE 29795. GA NIET op koudemiddelleidingen STAAN. Gebroken leidingen gaan zwiepen en kunnen dan persoonlijk letsel veroorzaken. Klim niet op een machine. gebruik een platform of stellage. Gebruik hulpmiddelen (kraan, lift etc.) bij transporteren, hijsen en plaatsen van zware componenten. Gebruik deze hulpmiddelen ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht verliest, zelfs wanneer componenten licht zijn. Gebruik bij vervanging alleen onderdelen die oorspronkelijk in de machine zijn toegepast. Zie hiervoor de onderdelenlijst. Deze is op aanvraag beschikbaar. Tap geen watercircuits af die industriële brijn bevatten zonder toestemming van de daartoe bevoegde autoriteiten. Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten in het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromingsschakelaar etc.). Neem de bouten van de waterboxen niet los voordat de box volledig is afgetapt. Controleer regelmatig alle afsluiters, bevestigingsmateriaal en leidingen op corrosie, roest, lekkage en schade. Afpompen en terugwinnen van koudemiddel moet worden uitgevoerd met gebruik van een terugwinunit. Een 3/8 SAE connector op de handbediende afsluiter in de vloeistofleiding wordt met alle units meegeleverd voor aansluiting op de terugwinunit. Het is niet noodzakelijk modificaties aan de unit uit te voeren. Alle aftap- en bijvulaansluitingen voor koude koudemiddel en olie zijn in het ontwerp meegenomen. Bij modificaties vervalt de productverantwoordelijkheid van de fabrikant. Zie ook de officiële maatschetsen van de units. Wegwerp cilinders mogen nooit worden hergebruikt of opnieuw gevuld. Dit is gevaarlijk en illegaal. Wanneer de cilinders leeg zijn, evacueer de resterende gasdruk, draai de kop los, en schroef de klepsteel los en gooi hem weg. Niet verbranden! Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc. terwijl de machine onder druk is of in werking. Zorg dat de overdruk op 0 kpa ligt alvorens het koudemiddelcircuit te openen. Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer corrosie of vervuiling (roest, vuil, schilfers etc.) in het klephuis of het mechanisme is aangetroffen. Vervang de klep. Monteer ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren. ATTENTIE: Over de unit, of delen ervan, mag niet worden gelopen. Ook mogen er gaan zware voorwerpen op worden geplaatst. Componenten en leidingwerk moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd of vervangen. 6

2 - Controles voorafgaand aan de montage 2. - Controleren van de zending Controleer de zending reeds op de vrachtwagen op transportschade. Meld eventuele zichtbare schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier BV en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending is door Carrier BV tot de aankomst op het werk verzekerd. Carrier BV is niet aansprakelijk voor schade, ontstaan tijdens het lossen of daarna. Controleer of de gegevens op de kenplaat van de unit (aan de zijkant) overeenkomen met de vrachtbrief en de bestelling. Op de kenplaat van de unit moet de volgende informatie zijn vermeld: - Versienummer - Typenummer - CE markering - Serienummer - Jaar van productie en testdatum - Toegepast koudemiddel en koudemiddelklasse - Koudemiddelvulling per circuit - Toe te passen transportvulling - PS: Min./max. toegestane druk (hoge en lagedruk zijde) - TS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge en lagedruk zijde) - Afblaasdruk overstortafsluiter - Uitschakeldruk drukschakelaar - Unit lektest druk - Voltage, frequentie, aantal fasen - Maximum opgenomen stroom - Maximum opgenomen vermogen - Netto gewicht van de unit Controleer of alle accessoires compleet zijn meegeleverd. 30HXC units mogen niet buiten worden opgeslagen omdat dit schade kan veroorzaken aan de gevoelige regelapparatuur en elektronische componenten. Gedurende de gehele levensduur van de unit moet hij periodiek worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat hij niet is beschadigd door schokken (hanteren van accessoires, gereedschappen etc.). Zo nodig moeten de beschadigde onderdelen worden gerepareerd of vervangen. Zie ook het hoofdstuk Onderhoud. 2.2 - Transport en plaatsen van de unit 2.2. - Transport Zie hoofdstuk. Veiligheidsinstructies voor montage. 2.2.2 - Plaatsen Zie onder Afmetingen en benodigde vrije ruimte om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle aansluitingen en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Deze units zijn bestemd voor toepassing in koelsystemen en hoeven niet bestand te zijn tegen aardbevingen. Bestendigheid tegen aardbevingen is niet geverifieerd. WAARSCHUWING: Breng de hijsstroppen alleen aan op de punten die op de unit zijn aangegeven. Controleer voordat de unit wordt geplaatst: dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. dat het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. De unit moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst (maximaal 5 mm afwijking per meter). WAARSCHUWING: Controleer, voordat de unit naar de plaats van opstelling wordt gehesen, dat alle panelen goed zijn bevestigd. De unit moet voorzichtig wordt gehesen en rustig worden neergezet. De condensorbatterijen moeten tijdens transport goed zijn beschermd. De batterijen moeten tijdens transport goed zijn beschermd. De unit mag niet méér dan 5 overhellen. WAARSCHUWING: Oefen nooit druk uit op de panelen van de omkasting. Alleen het basisframe van de unit is daartegen bestand. Als de unit op zijn definitieve plaats staat, verwijder dan de skids en ander transportmateriaal. Zorg dat de unit waterpas staat en zet hem met bouten vast op de vloer. De werking van de unit kan nadelig worden beïnvloed als hij niet waterpas staat en niet goed is bevestigd. 7

Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie, inclusief het koelsysteem worden vergeleken met de installatie-tekeningen, maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie tekeningen en de elektrische schema s. Tijdens het uitvoeren van de installatietest moeten de nationale voorschriften worden gevolgd. Indien die niet aanwezig zijn kan norm EN 378-2 als richtlijn worden gebruikt. Externe visuele installatiecontroles: Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en elektrische schema s. Controleer dat alle componenten voldoen aan de ontwerpspecificaties. Controleer dat alle veiligheidsdocumenten en apparatuur aanwezig zijn die door de huidige Europese richtlijnen worden vereist. Verifieer dat alle beveiligingen en milieubeschermende appendages en maatregelen aanwezig zijn/getroffen zijn en voldoen aan de huidige Europese richtlijnen. Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten, naamplaten, dossiers, handleidingen aanwezig zijn die volgens de huidige Europese richtlijnen vereist zijn. Verifieer dat de toegangsroute tot de unit en de vluchtwegen vrij zijn. Controleer dat de machinekamer voldoende wordt geventileerd. Controleer dat er koudemiddel detectors aanwezig zijn. Verifieer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen die schadelijk zijn voor het milieu. Verifieer dat alle aansluitingen zijn gemaakt. Controleer steunen en bevestigingsmateriaal (materialen, route en bevestiging). Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen. Controleer de beveiliging tegen mechanische schade. Controleer de beveiliging tegen hitte. Controleer de beveiliging van bewegende delen. Controleer of er voldoende vrije ruimte is voor onder-houd of reparatie. Controleer de status van de afsluiters. Controleer de status van de thermische- en dampdichte isolatie. 8

3 - AFMETINGEN, BENODIGDE VRIJE RUIMTE, GEWICHT 3. - 30HXC 080-90 3 600 30HXC-080 30HXC-090 30HXC-00 30HXC-0 C 2 D A E 3 500 4 4 B 3 700 F 2 3 4 Verklaring Alle afmetingen in mm. Koeler Condensor Benodigde vrije ruimte voor bedrijf en onderhoud Benodigde vrije ruimten voor het verwijderen van koeler- en condensorpijpen. Vrije ruimten D en E kunnen zich zowel aan de linker- als rechter-zijde bevinden. Waterintrede Wateruittrede Elektrische voeding 30HXC A B C D E F 080-090-00 2558 980 800 2200 000 385 0 2565 980 850 2200 000 385 20-30-40-55 3275 980 86 2990 000 689 75-90 3275 980 940 2990 000 689 OPMERKING: Zie de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen bij het ontwerpen van een installatie. 9

3.2-30HXC 200-375 3 500 2 A E 3 500 4 B C D 4 3 700 F 2 3 4 Verklaring Alle afmetingen in mm. Koeler Condensor Benodigde vrije ruimte voor bedrijf en onderhoud Benodigde vrije ruimten voor het verwijderen van koeler- en condensorpijpen. Vrije ruimten D en E kunnen zich zowel aan de linker- als rechter-zijde bevinden. Waterintrede Wateruittrede Elektrische voeding 30HXC A B C D E F 200 3903 05 980 3600 000 489 230-260-285 3924 05 2060 3600 000 489 30-345-375 4533 05 22 4200 000 503 OPMERKING: Zie de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen bij het ontwerpen van een installatie. 0

3.3-30GX 082-82 Standaard units C 2297 30GX-082 30GX-092 30GX-02 30GX-2 30GX-22 30GX-32 35 30GX-52 30GX-62 30GX-82 500 A 500 830 4 2254 2 2 830 B 4 Units met lage geluidsniveau 500 500 830 230 4 3 2254 2 2 830 230 4 2 3 4 Verklaring Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor bedrijf en onderhoud Benodigde vrije ruimten voor het verwijderen van pijpen Dikte van de geluidsisolatie Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Waterintrede Wateruittrede Elektrische voeding B 30GX A B C 082-092-02 2967 900 44 2-22-32 3425 700 67 52-62 4340 2400 5 82 5994 850 2226 OPMERKING: Zie de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen bij het ontwerpen van een installatie. Luchtuittrede - vrijhouden

3.4-30GX 207-358 Standaard units 2297 C C2 35 500 A 500 830 4 2254 2 2 830 4 B Units met lage geluidsniveau 500 500 830 4 230 3 2254 2 2 830 230 4 B 2 3 4 Verklaring Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor bedrijf en onderhoud Benodigde vrije ruimten voor het verwijderen van pijpen Dikte van de geluidsisolatie Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en onbelemmerde luchtstroom Waterintrede Wateruittrede Elektrische voeding 30GX A B C C2 207-227 5994 2850 62 2662 247-267 6909 2850 62 2662 298 7824 2050 036 3578 328-358 8739 50 95 4493 OPMERKING: Zie de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen bij het ontwerpen van een installatie. Luchtuittrede - vrijhouden 2

3.5 - Installatie van meerdere units OPMERKING: Wanneer de wanden hoger zijn dan 2 m, neem dan contact op met Carrier BV. A A 2000 830 B 2000 830 B B B B B 2000 2000 B 525 B 525 Verklaring A Wand B Units Opmerkingen De unit moet voor de uitblaaslucht de volgende vrije ruimte hebben: BOVENZIJDE: geheel vrijhouden Bij plaatsing van meerdere units (max. 4) moet de respectievelijke afstand tussen de units voor de zijkanten worden vergroot van 830 tot 2000 mm Tel hierbij zo nodig de vrije ruimte voor het verwijderen van koelerpijpen op. 3

4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS 30HXC 4. - Technische gegevens 30HXC 30HXC 080 090 00 0 20 30 40 55 75 90 200 230 260 285 30 345 375 Nominale koelcapaciteit* kw 286 32 348 374 42 449 509 54 598 65 699 82 897 985 06 204 300 Bedrijfsgewicht kg 2274 2279 2302 2343 265 267 2702 272 3083 379 3873 4602 4656 4776 5477 5553 572 Koudemiddelvulling** kg HFC-34a Circuit A** 33 33 32 3 49 5 48 54 54 70 92 5 7 32 09 96 9 Circuit B** 34 34 30 35 52 47 48 57 50 70 68 63 75 80 06 09 37 Olie*** Synthetische polyester olie CARRIER SPEC. PP 47-32 Circuit A l 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 30 30 30 30 34 34 34 Circuit B l 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 34 34 34 Compressoren Semi-hermetische schroef Aantal - Circuit A 39 46 46 56 56 66 80 80 80 80+ 66/56 80/56 80/80 80+/80+ 80/66 80/80 80+/80+ Aantal - Circuit B 39 39 46 46 56 56 56 66 80 80+ 66 80 80 80+ 80/66 80/80 80+/80+ Capaciteitsregeling PRO-DIALOG Plus regeling Aantal regeltrappen 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 8 8 8 8 0 0 0 Minimum capaciteit standaard % 9 9 2 9 2 9 7 9 2 2 4 4 4 4 0 0 0 Koeler Eén, shell en tube met inwendig geribde koperen pijpen Netto waterinhoud l 50 50 58 69 65 65 75 75 88 88 26 55 70 70 9 208 208 Wateraansluitingen Victaulic Intrede-/Uittrede in 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 8 8 8 Afvoer en ontluchting (NPT) in 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 Max. bedrijfsdruk waterzijdig kpa 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 Condensor Eén, shell en tube met inwendig geribde koperen pijpen Netto waterinhoud l 48 48 48 48 78 78 90 90 08 08 4 90 90 90 255 255 255 Wateraansluitingen Victaulic Intrede-/Uittrede in 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 8 8 8 8 8 8 Afvoer en ontluchting (NPT) in 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 Max. bedrijfsdruk waterzijdig kpa 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 * Standaard Eurovent condities: Koelerwater intrede-/uittredetemperatuur 2 C en 7 C. Condensorwater intrede-/uittredetemperatuur 30 en 35 C. Vervuilingsfactor koeler en condensor = 0.000044 m 2 K/W. ** De vermelde gewichten zijn bij benadering. Zie voor de exacte koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. *** Units met opties 50 en 50A worden geleverd met een extra olievulling van 3 liter per compressor. Het typenummer van de compressor komt overeen met de nominale capaciteit in ton ( ton = 3.57 kw). 4.2 - Elektrische gegevens 30HXC 30HXC 080 090 00 0 20 30 40 55 75 90 200 230 260 285 30 345 375 Hoofdstroom Nominale voeding (Un)* V-f-Hz 400-3-50 Netspanningslimieten V 360-440 Stuurstroom Stuurstroomvoorziening via de standaard ingebouwde stuurstroomtransformator Nominaal opgenomen vermogen* kw 53 62 67 76 80 89 02 2 2 29 40 64 92 95 22 250 263 Nominale bedrijfsstroom* A 0 5 27 43 49 68 90 207 226 234 255 294 337 354 399 448 477 Maximaal opgenomen vermogen** kw 87 97 08 9 3 44 6 75 92 22 223 257 288 38 350 384 424 Circuit A - - - - - - - - - - 44 6 92 22 75 92 22 Circuit B - - - - - - - - - - 79 96 96 06 75 92 22 Cos phi bij vollastbedrijf unit 0,88 0,88 0,88 0,88 0,89 0,88 0,88 0,89 0,89 0,89 0,88 0,89 0,89 0,89 0,89 0,89 0,89 Max opgenomen stroom (Un - 0%)*** A 58 76 95 25 235 259 289 34 344 379 40 46 57 568 628 688 758 Circuit A - - - - - - - - - - 259 289 344 379 34 344 379 Circuit B - - - - - - - - - - 42 72 72 89 34 344 379 Max. opgenomen stroom (Un)*** A 43 60 77 95 23 236 263 285 32 344 365 49 468 56 570 624 688 Circuit A - - - - - - - - - - 236 263 32 344 285 32 344 Circuit B - - - - - - - - - - 29 56 56 72 285 32 344 Max. aanloopstroom, standaard unit (Un) A 8 206 223 249 267 298 333 355 382 442 84 978 027 200 29 84 373 Circuit A - - - - - - - - - - 72 822 87 028 844 87 028 Circuit B - - - - - - - - - - 605 75 75 856 844 87 028 Verhouding max. aanloopstroom/max.,26,28,26,27,25,26,27,24,22,28 2,3 2,33 2,9 2,32,98,89,99 opgenomen stroom, unit Verhouding max. aanloopstroom/max. opgenomen - - - - - - - - - - 3,02 3,3 2,79 2,99 2,96 2,79 2,99 stroom, circuit A Verhouding max. aanloopstroom/max. opgenomen - - - - - - - - - 4,70 4,58 4,58 4,97 2,96 2,79 2,99 stroom, circuit B Max. aanloopstroom - start met beperkte A std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 636 683 732 824 834 889 997 stroom (Un) **** Circuit A std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 507 527 576 652 549 576 652 Circuit B std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 330 370 370 385 549 576 652 Verhouding max. aanloopstroom - start met std. std. std. std. std. std. std. std. std. std.,74,63,56,60,46,42,45 beperkte stroom/max. opgenomen stroom, unit Circuit A std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 2,5 2,00,84,89,93,84,98 Circuit B std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 2,56 2,37 2,37 2,24,93,84,89 Drie-fasen kortsluit vastheid ka 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Circuit A - - - - - - - - - - 25 25 25 25 25 25 25 Circuit B - - - - - - - - - - 5 5 5 5 25 25 25 Beschikbaar aansluitvermogen, unit of circuit A, kw 8 8 8 5 5 5 5 5 8 8 30 30 30 30 voor aansluitingen voeding waterpompen * Standaard Eurovent condities: Koelerwater intrede-/uittredetemperatuur 2 C en 7 C. Condensorwater intrede-/uittredetemperatuur 30 en 35 C. ** Opgenomen vermogen, compressoren, bij maximale bedrijfscondities (koelerwater intrede-/uittredetemperatuur = 5 C/0 C, condensorwater intrede-/uittredetemperatuur 40 C/45 C) en een nominaal voltage van 400 V (zie de gegevens op de kenplaat van de machine). *** Maximale bedrijfsstroom van de unit bij maximaal opgenomen vermogen van de unit. Maximale aanloopstroom (maximale bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) plus aanloopstroom of beperkte aanloopstroom van de grootste compressor). In de waarden in de tabel zijn opgenomen stroom en vermogen niet inbegrepen. N/A Niet van toepassing 4

4.3 - Elektrische gegevens, compressoren 30HXC Artikelnummer Type I nom. MHA LRA LRA (Y) LRA (S) compr. LRA (S) 2 compr. 06NW246S7N 39 50 79 344 09 NA NA 06NW274S7N 46 60 97 423 34 NA NA 06NW2209S7N 56 7 7 506 60 260 350 06NW2250S7N 66 86 42 605 9 330 400 06NW2300S5N 80 05 72 75 226 370 420 06NW2300S5E 80+ 4 89 856 270 385 480 Verklaring 06NW - Compressor voor watergekoelde unit N - Compressor zonder economizer E - Compressor met economizer I nom. - Gemiddelde opgenomen stroom van de compressor bij Eurovent condities, A MHA - Max. bedrijfsstroom (A) compressor bij 360 V LRA - Aanloopstroom (A) met standaard directe aanloopstart LRA (Y) - Beperkte aanloopstroom (A) met ster-driehoek start (optie) LRA (S) compr. - Start met beperkte aanloopstroom (A) met elektronische starter bij één compressor per circuit LRA (S) 2 compr. - Start met beperkte aanloopstroom (A) met elektronische starter bij twee compressoren per circuit 4.4 - Elektrische gegevens 30HXC voor hoge condensatietemperatuur (optie 50/50A) 30HXC 080 090 00 0 20 30 40 55 75 90 200 230 260 285 30 345 375 Hoofdstroom Nominale voeding (Un) V-f-Hz 400-3-50 Netspanningslimieten V 360-440 Stuurstroom Stuurstroomvoorziening via de standaard ingebouwde stuurstroomtransformator Max. opgenomen vermogen* kw 08 22 36 49 63 80 96 23 229 287 278 30 343 43 426 458 574 Circuit A - - - - - - - - - - 80 96 229 287 23 229 287 Circuit B - - - - - - - - - - 98 4 4 44 23 229 287 Max. opgenomen stroom (Un - 0%)** A 98 223 247 27 295 325 355 385 45 56 502 562 622 774 770 830 032 Circuit A - - - - - - - - - - 325 355 45 56 385 45 56 Circuit B - - - - - - - - - - 77 207 207 258 385 45 56 Max. opgenomen stroom (Un)** A 80 203 225 246 268 295 323 350 377 469 456 52 566 704 700 754 938 Circuit A - - - - - - - - - - 295 323 377 469 350 377 469 Circuit B - - - - - - - - - - 6 89 89 235 350 377 469 Max. aanloopstroom, standaard unit (Un)*** A 28 36 338 382 404 437 52 548 576 635 255 549 603 734 737 792 969 Circuit A*** - - - - - - - - - - 094 360 45 500 387 45 500 Circuit B*** - - - - - - - - - - 960 226 226 265 387 45 500 Verhouding max, aanloopstroom/max.,56,56,5,55,5,48,62,57,53,35 2,75 3,03 2,83 2,46 2,48 2,38 2,0 opgenomen stroom, unit Verhouding max, aanloopstroom/max. opgenomen - - - - - - - - - - 3,7 4,22 3,75 3,9 3,97 3,75 3,9 stroom, circuit A Verhouding max, aanloopstroom/max. opgenomen - - - - - - - - - 5,96 6,50 6,50 5,39 3,97 3,75 3,9 stroom, circuit B Max. aanloopstroom - start met beperkte A std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 870 933 987 29 2 76 364 stroom (Un) *** Circuit A std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 709 744 799 895 77 799 895 Circuit B std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 435 490 490 50 77 799 895 Verhouding, max. aanloopstroom - start met std. std. std. std. std. std. std. std. std. std.,9,82,75,60,60,56,45 beperkte stroom/max. opgenomen stroom, unit*** Circuit A std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 2,40 2,3 2,2,9 2,2 2,2,9 Circuit B std. std. std. std. std. std. std. std. std. std. 2,70 2,60 2,60 2,7 2,2 2,2,9 Drie-fasen kortsluit vastheid ka 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Circuit A - - - - - - - - -. - 25 25 25 25 25 25 25 Circuit B - - - - - - - - - - 5 5 5 5 25 25 25 Beschikbaar aansluitvermogen, unit of circuit A, kw 8 8 8 5 5 5 5 5 8 8 30 30 30 30 voor aansluitingen voeding waterpomp(en) * Opgenomen vermogen, compressoren, bij maximale bedrijfscondities (koelerwater intrede-/uittredetemperatuur = 5 C/0 C, condensatietemperatuur = 68 C en een nominaal voltage van 400 V (zie de gegevens op de kenplaat van de machine). ** Maximale bedrijfsstroom van de unit bij maximaal opgenomen vermogen van de unit. *** Maximale aanloopstroom (maximale bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) plus aanloopstroom of beperkte aanloopstroom van de grootste compressor). In de waarden in de tabel zijn opgenomen stroom en vermogen niet inbegrepen. N/A Niet van toepassing 5

Typen 30HXC 080-375 zijn ook verkrijgbaar in uitvoering voor hoge condensatietemperaturen en als niet-omkeerbare warmtepomp (opties 50 en 50A). Het toepassingsgebied is hetzelfde als voor de standaard units waarvan ze zijn afgeleid, maar er zijn condensorwater uittredetemperaturen mogelijk tot 63 C. Pro-Dialog Plus regeling biedt alle voordelen van de standaard units, plus regeling op de warmwater uittredetemperatuur. De belangrijkste modificaties zijn: Toepassing van 30 compressoren voor hogere condensatiedruk (bijv. 06NA 2300S5N in plaats van 06NW 2300S5N). Modificatie van elektrische componenten voor werking met compressoren voor hoge condensatietemperaturen. Modificatie van de warmtewisselaars om te voldoen aan druk code eisen (indien nodig). Optie 50 Deze units zijn ontworpen voor traditionele toepassingen voor watergekoelde units, maar voor condensorwater uittredetemperaturen hoger dan 50 C. Net als de standaard units zijn ze voorzien van condensorwater intrede- en uittrede opnemers. Het is mogelijk om de unit op de condensorwater uittrede te regelen. Hiervoor moet de configuratie in de fabriek worden gewijzigd en moet een verwarming/koeling schakeling worden toegepast. Optie 50A Deze units zijn ontworpen als niet omkeerbare water/water warmtepompen. Ze zijn in de fabriek geconfigureerd als warmtepomp (regeling verwarming/koeling op basis van een extern contact. De condensor is voorzien van dezelfde thermische isolatie als die van de koeler. Technische informatie Alle informatie is gelijk aan die van de standaard 30HXC units, met uitzondering van de volgende paragrafen. Selectie Voor deze units gelden geen nominale condities. De selectie wordt gemaakt met behulp van de elektronische catalogus. Afmetingen Deze zijn gelijk aan die van de standaard units. Het enige verschil is de diameter van de op het werk aan te leggen elektrische bedrading. Zie hiervoor het hoofdstuk Aanbevolen aderdiameters. Zie eerst de maatschetsen van deze units alvorens de bedrading aan te leggen. Compressor Zie de tabel in hoofdstuk 5.3. Opties en accessoires Alle opties die voor de standaard 30HXC units beschikbaar zijn kunnen worden toegepast, behalve optie 5, brijn uittredetemperaturen. ATTENTIE: Als een unit twee verschillende bedrijfstypen heeft - één met hoge condensatietemperatuur en de andere met lage condensatietemperatuur - en de omschakeling vindt plaats terwijl de unit in bedrijf is, dan mag het temperatuurverschil niet groter zijn dan 3 K per minuut. In gevallen waar dit niet mogelijk is wordt toepassing van een unit start/stop schakelaar aanbevolen (start/stop op afstand beschikbaar voor standaard units). 4.5 - Kenmerken van 30HXC units met zeer-lage temperatuur optie (optie 6) 30HXC units met de zeer-lage temperatuur optie zijn afgeleid van 30HXC units met de optie hoge-condensatietemperatuur (optie 50). De volgende unittypen zijn verkrijgbaar met zeer-lage temperatuur optie: 30HXC 090, 0, 30, 55, 75, 200, 230, 260, 30, 345. Bij toepassing van de optie zeer-lage temperatuur wordt bedrijf mogelijk bij gekoeldwater uittredetemperaturen tot -0 C met 35% ethyleen-glycol (gewicht) of tot -7 C met 30% propyleen-glycol (gewicht). De juiste hoeveelheden zijn cruciaal voor een goed machinebedrijf. Naast de in hoofdstuk 4.4. aangegeven kenmerken voor de optie hoge-condensatietemperatuur zijn de belangrijkste modificaties: de koeler is voorzien van versterkte thermische isolatie van 38 mm dik, toepassing van ander type expansieventiel, toepassing van een breedband olieverschildruk opnemer. Alle technische gegevens zijn hetzelfde als voor 30HXC units met optie 50, behalve de volgende hoofdstukken: 4.5. - Opties en accessories De beschikbare opties voor 30HXC units met zeer-lage temperatuur optie zijn: 20, 22, 60, 6, 84, 84D, 84R, 92, 04A, 07, 07A, 52, 93, 94, 97, 99. 4.5.2 - Bedrijfsbereik, 30HXC units met zeer-lage temperatuur optie 30HXC koeler met 35% ethyleen-glycol C Minimum Maximum Gekoeldwater intredetemperatuur -7,2 2 Gekoeldwater uittredetemperatuur -0 5 30HXC koeler met 30% propyleen-glycol Gekoeldwater intredetemperatuur -4,2 2 Gekoeldwater uittredetemperatuur -7 5 30HXC condensor Condenserwater intredetemperatuur 20 50 Condenserwater uittredetemperatuur 25 55 Buitenluchttemperatuur 6 40 Voor zeer lage-temperatuur toepassingen is de hoeveelheid antivries-oplossing cruciaal voor de werking van de unit. De onderstaande hoeveelheden zijn vereist: Gekoeldwater Ethyleen-glycol, % Propyleen-glycol, % uittredetemperatuur, C -6 25 27-7 28 30-8 30 NA -9 33 NA -0 35 NA N/A Niet van toepassing 6

Bedrijfsbereik, 35% ethyleen-glycol Bedrijfsbereik, 30% propyleen-glycol 50 Condensorwater intredetemperatuur, C Condensorwater intredetemperatuur, C 48 44 20 5 3 C D Gekoeldwater uittredetemperatuur, C -7 0 4 3 5 Gekoeldwater uittredetemperatuur, C Opmerkingen. Koeler ΔT = 4 K max. en condensor ΔT = 5 K. 2. Bedrijfsbereik voor vollast en verlaagde belasting. 3. Bij opstart in vollast met een condensorwater intredetemperatuur lager dan 20 C moet een drieweg klep worden gemonteerd voor het handhaven van de juiste condensatietemperatuur. Verklaring C Units uitgevoerd met condensordrukregeling d.m.v. een analoge waterregelklep. Voor kortstondige bedrijfstypen (start en deellast) kan de unit werken bij een condensorwater intredetemperatuur van 3 C. D Bedrijf toegestaan, maar de prestaties zijn niet optimaal. 4.5.3 - Waterdebieten koeler (l/s) met 35% ethyleen-glycol 30HXC Min.* (gesloten systeem) Max.** 090 8,0 5,7 0 0,6 2,3 30 2,4 25, 55 4,5 28, 75 5,6 33,0 200 20,5 38,0 230 2,0 39,7 260 24, 48,3 30 29,6 62,0 345 30,2 63,0 * Gebaseerd op een Reynolds getal van 4000. ** Gebaseerd op een doorstroomsnelheid van 3,6 m/s. Waterdebieten koeler (l/s) met 30% propyleen-glycol 30HXC Min.* (gesloten systeem) Max.** 090, 5,7 0 4,2 2,3 30 6,7 25, 55 9, 28, 75 2, 33,0 200 25, 38,0 230 27,4 39,7 260 32,3 48,3 30 40,0 62,0 345 40,6 63,0 7

4.5.4 - Koeler drukverlies curve, units voor zeer-lage temperatuur De koeler is voorzien van thermische isolatie van 38 mm dik polyurethaan. 000 Koeler drukverlies, 30HXC lage-brijn uitvoering 00 HXC 230 HXC 260 HXC 30 & 345 HXC 200 Drukverlies, kpa 0 HXC 090 HXC 0 HXC 30 HXC 55 HXC 75 0, 0,0 0 00 Waterdebiet, l/s 5 - TECHNISCHE EN Elektrische GEGEVENS 30GX 5. - Technische gegevens 30GX 30GX 082 092 02 2 22 32 52 62 82 207 227 247 267 298 328 358 Netto koelcapaciteit* kw Standaard unit 282 305 329 384 42 443 500 549 599 705 75 809 96 990 6 203 Unit met optie 5LN 277 299 322 377 404 434 490 58 588 677 744 80 907 980 083 9 Bedrijfsgewicht kg Standaard unit 3066 3097 306 3350 3364 3378 3767 3783 4725 5520 5535 62 6293 7339 7779 7950 Unit met optie 5LN 3566 3597 3606 3922 3936 3950 4443 4459 5653 6462 6477 79 7363 852 90 9288 Koudemiddelvulling** kg HFC-34a Circuit A 52 55 5 5 56 54 7 7 0 24 24 54 69 63 56 69 Circuit B 53 48 5 50 54 58 66 72 0 8 8 88 04 48 57 67 Olie Synthetische polyester olie CARRIER SPEC. PP 47-32 Circuit A l 20 20 20 20 20 20 20 20 20 40 40 40 40 40 40 40 Circuit B l 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 40 40 40 Compressoren Semi-hermetische schroef Circ. A - nom. capaciteit per compressor 46 46 56 56 66 66 80 80 80+ 66/56 80/66 80/80 80+/80+ 80/80 80/80 80+/80+ Circ. B - nom. capaciteit per compressor 39 46 46 56 56 66 66 80 80+ 80 80 80 80+ 66/66 80/80 80+/80+ Capaciteitsregeling PRO-DIALOG Plus regeling Aantal regeltrappen 6 6 6 6 6 6 6 6 6 8 8 8 8 0 0 0 Minimum capaciteit standaard % 9 2 9 2 9 2 9 2 2 6 4 4 4 9 0 0 Koeler Eén, shell en tube met inwendig geribde koperen pijpen Netto waterinhoud l 50 58 58 69 69 73 65 65 88 26 26 55 70 9 208 208 Wateraansluitingen Victaulic Intrede-/Uittrede in 4 4 4 5,5 5,5 5,5 7,5 7,5 7,5 7,5 9 9 9 5 5 5 Afvoer en ontluchting (NPT) in 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 3/8 Max. bedrijfsdruk waterzijdig kpa 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 Condensors Koperen pijpen, aluminium lamellen Ventilatoren Axiaal FLYING BIRD 2 ventilator met aërodynamische waaier Aantal 4 4 4 6 6 6 8 8 8 0 0 2 2 4 6 6 Snelheid r/s 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 5,8 Totale Luchthoeveelheid l/s 2380 2380 2380 32070 32070 32070 42760 42760 42760 53450 53450 6440 6440 74830 85520 85520 * Standaard Eurovent condities: Koelerwater intrede-/uittredetemperatuur 2 C en 7 C. Buitenluchttemperatuur 35 C. Vervuilingsfactor koeler = 0,000044 m 2 K/W. Netto koelcapaciteit = koelcapaciteit opgave volgens Eurovent, rekening houdend met het pompvermogen verlies. ** De vermelde gewichten zijn bij benadering. Zie voor de exacte koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. 8

5.2 - Elektrische gegevens 30GX 30GX 082 092 02 2 22 32 52 62 82 207 227 247 267 298 328 358 Hoofdstroom Nominale voeding V-f-Hz 400-3-50 Netspanningslimieten V 360-440 Stuurstroom Stuurstroomvoorziening via de standaard ingebouwde stuurstromtransformator Nominaal opgenomen vermogen* kw Standaard unit 98 08 20 28 49 66 82 98 27 242 285 297 332 370 395 435 Unit met optie 5LN 99 0 23 30 5 72 85 20 220 248 287 299 329 373 405 447 Nominale bedrijfsstroom* A 70 88 206 220 256 290 33 340 373 43 478 498 547 62 675 744 Maximaal opgenomen vermogen** kw 32 45 59 77 94 2 232 248 306 38 35 372 459 459 496 62 Circuit A - - - - - - - - - 94 227 248 306 248 248 306 Circuit B - - - - - - - - - 24 24 24 53 2 248 306 Cos phi bij vollastbedrijf unit 0,85 0,85 0,85 0,85 0,85 0,86 0,86 0,86 0,86 0,85 0,85 0,85 0,86 0,85 0,85 0,86 Max. opgenomen stroom (Un - 0%)*** A 248 272 295 33 36 39 433 463 564 593 653 695 847 854 926 29 Circuit A - - - - - - - - - 36 42 463 564 463 463 564 Circuit B - - - - - - - - - 232 232 232 283 39 463 564 Max. opgenomen stroom (Un)*** A 225 247 268 30 328 355 394 42 53 539 594 632 770 776 842 026 Circuit A - - - - - - - - - 328 383 42 53 42 42 53 Circuit B - - - - - - - - - 2 2 2 257 355 42 53 Max. aanloopstroom, standaard unit (Un)**** A 338 360 404 437 470 497 592 620 679 338 63 669 800 84 880 2057 Circuit A - - - - - - - - - 27 420 459 544 459 459 544 Circuit B - - - - - - - - - 248 248 248 287 54 459 544 Verhouding max. aanloopstroom/max.,5,46,5,45,43,40,50,47,32 2,48 2,75 2,64 2,34 2,34 2,23 2,00 opgenomen stroom, unit Verhouding max. aanloopstroom/max. - - - - - - - - - 3,43 3,7 3,46 3,0 3,46 3,46 3,0 opgenomen stroom, circuit A Verhouding max. aanloopstroom/max. - - - - - - - - - 5,93 5,93 5,93 5,0 3,25 3,46 3,0 opgenomen stroom, circuit B Max. aanloopstroom - start met beperkte A std. std. std. std. std. std. std. std. std. 953 05 053 95 98 264 452 stroom**** (Un) Circuit A std. std. std. std. std. std. std. std. std. 742 804 843 939 843 843 939 Circuit B std. std. std. std. std. std. std. std. std. 52 52 52 532 769 843 939 Verhouding max. aanloopstroom - start met std. std. std. std. std. std. std. std. std.,77,7,67,55,54,50,4 beperkte stroom, unit Circuit A std. std. std. std. std. std. std. std. std. 2,26 2,0 2,00,83 2,00 2,00,83 Circuit B std. std. std. std. std. std. std. std. std. 2,43 2,43 2,43 2,07 2,6 2,00,83 Drie-fasen kortsluit vastheid ka 25 25 25 25 25 25 25 25 25 N/A N/A N/A N/A N/A N/A N/A Circuit A - - - - - - - - -. 25 25 25 25 25 25 25 Circuit B - - - - - - - - - 25 25 25 25 25 25 25 Beschikbaar aansluitvermogen, unit of kw circuit A voor aansluitingen voeding waterpompen 4 4 4 5,5 5,5 5,5 7,5 7,5 7,5 7,5 9 9 9 5 5 5 en heat reclaim waterpomp 3 3 4 4 4 5,5 5,5 5,5 N/A 5,5 7,5 7,5 N/A 9 9 N/A * Standaard Eurovent condities: Koelerwater intrede-/uittredetemperatuur 2 C en 7 C. Buitenluchttemperatuur 35 C. ** Opgenomen vermogen, compressoren, bij maximale bedrijfscondities (koelerwater intrede-/uittredetemperatuur = 5 C/0 C, condensorwater intrede-/uittredetemperatuur 40 C/45 C) en een nominaal voltage van 400 V (zie de gegevens op de kenplaat van de machine). *** Maximale bedrijfsstroom van de unit bij maximaal opgenomen vermogen van de unit. **** Maximale aanloopstroom (maximale bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) plus aanloopstroom of beperkte aanloopstroom van de grootste compressor). Elektrische gegevens ventilatoren: opgenomen vermogen 2,4 kw en opgemomen stroom 5,5 A per ventilator. In de waarden in de tabel zijn opgenomen stroom en vermogen niet inbegrepen. N/A Niet van toepassing 5.3 - Elektrische gegevens, compressoren 30GX en 30HXC, opties 50 + 50A Artikelnummer Type I nom. MHA LRA LRA (Y) LRA (S) compr. LRA (S) 2 compr. 06NA246S7N 39 72 99 605 9 NA NA 06NA274S7N 46 87 24 75 226 NA NA 06NA2209S7N 56 03 48 856 270 330 480 06NA2250S7N 66 24 77 960 303 435 575 06NA2300S5N 80 49 207 226 387 490 60 06NA2300S5E 80+ 74 258 265 400 50 660 Verklaring 06NA - Compressor voor luchtgekoelde unit N - Compressor zonder economizer E - Compressor met economizer I nom. - Gemiddelde opgenomen stroom van de compressor bij Eurovent condities, A MHA - Max. bedrijfsstroom (A) compressor bij 360 V LRA - Aanloopstroom (A) met standaard directe aanloopstart LRA (Y) - Beperkte aanloopstroom (A) met ster-driehoek start (optie) LRA (S) compr. - Start met beperkte aanloopstroom (A) met elektronische starter bij één compressor per circuit LRA (S) 2 compr. - Start met beperkte aanloopstroom (A) met elektronische starter bij twee compressoren per circuit 9

6 - SELECTIEGEGEVENS 6. - Bedrijfslimieten unit 6..2 - Bedrijfslimieten unit 30GX C Koeler - 30HXC - 30GX Minimum Maximum Koelerwater intredetemperatuur C 6.8* 2 Koelerwater uittredetemperatuur C 4** 5 Condensor (watergekoeld) - 30HXC Minimum Maximum Condensor intredetemperatuur C 20*** 42 Condensor uittredetemperatuur C 25 45 30HXC bedrijf bij ruimtetemperatuur C 6 40 Condensor (luchtgekoeld) - 30GX Minimum Maximum Bedrijf bij buitentemperatuur C 0 45 Beschikbare externe statische druk kpa 0 Notes * Neem bij toepassingen bij temperaturen lager dan 6,8 C contact op met Carrier. ** Bij toepassingen bij temperaturen lager dan 4 C moet een antivries oplossing worden toegepast en optie 5 worden besteld. *** Watergekoelde units (30HXC) die werken bij een condensorwater intredetemperatuur lager dan 3 C moeten worden voorzien van een condensordrukregeling met analoge waterafsluiters. Maximum omgevingstemperatuur: voor transport en opslag van 30GX en 30HXC units zijn de minimum en maximum toegestane temperaturen -20 C en +70 C. Het is raadzaam deze waarden ook te hanteren bij vervoer per container. Bij temperaturen tot -8 C is optie 28 noodzakelijk. Buitentemp. C 46 D 45 43 42 0-8 A C 4 7 Koelerwater uittredetemp. C B 5 C 6.. - Bedrijfslimieten unit 30HXC Condensorwater intredetemp. C 58 50 45 35 30 25 20 5 3 B A C 4 5 0 3 5 C Koelerwater uittredetemp. C Opmerkingen. Koeler t = 5 K. 2. Als de kans bestaat op buitentemperaturen beneden het vriespunt, dan moet de koeler tegen vorst worden beschermd. 3. Beschikbare externe statische druk nul. 4. Bij toepassingen bij temperaturen <+ 4 C en >-6 C moet optie 5 worden besteld. Verklaring A Standaard unit in vollast bedrijf. B Standaard unit in deellast bedrifj. C Met optie bedrijf het gehele jaar door. D Bedrijfslimiet 30GX 267 en 358 units bij vollast. 6.2 - Minimum gekoeldwater debiet Het minimum gekoeldwaterdebiet (max. temperatuurverschil gekoeldwater) is vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het debiet lager is dan kan de koelerflow worden gerecirculeerd zoals getoond in het schema. De temperatuur van het mengsel dat de koeler verlaat mag nooit meer dan 2,8 K lager zijn dan de gekoeldwater intredetemperatuur. Voor minimum gekoeldwater debiet Opmerkingen. Koeler en condensor t = 5 K. 2. Bij opstart met een condensorwater intredetemperatuur lager dan 20 C moet een driewegklep worden gemonteerd voor het handhaven van de juiste condensatietemperatuur. 3. Max. uittredetemperatuur condensor 50 C (bij vollast). 4. Bij toepassingen bij temperaturen <+ 4 C en >-6 C moet optie 5 worden besteld. Verklaring A Standaard unit in vollast bedrijf. B Standaard unit in deellast bedrijf. C Units uitgevoerd met condensordrukregeling d.m.v. een analoge waterregelklep. Voor kortstondige bedrijfstypen (start en deellast) kan de unit werken bij een condensorwater intredetemperatuur van 3 C. Extra be drijfsbereik voor units met hoge condensatietemperaturen en niet-omkeerbare warmtepompen. Verklaring Koeler 2 Recirculatie 20