9 juli 2007
Opdrachtgever : MEEÙS BEDRIJFSHUISVESTING Postbus 2922 3000 CX ROTTERDAM Contactpersoon : De heer M.J. Veenenbos Adviseur : Stevens en Van Dijck Zoetermeer Baron de Coubertinlaan 37 Postbus 7020 2701 AA ZOETERMEER Contactpersonen : De heer D. Beijersbergen van Henegouwen De heer J.M. Schoonenberg Project : Onderwerp : Datum : 9 juli 2007 Status : Definitief Kenmerk : 2957/2007 02374/zm/db Aantal pagina s : 19 Opsteller : Dieter Beijersbergen van Henegouwen Paraaf : Controle : Jan-Maurits Schoonenberg Paraaf :
INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 4 1.1 Opmerkingen bij de meetstaat... 5 2 Meetstaat... 6 3 Toelichting NEN 2580... 13 3.1 Bruto-vloeroppervlakte... 13 3.2 Netto-vloeroppervlakte... 14 3.3 Tarra-oppervlakte... 15 3.4 Installatie-oppervlakte... 15 3.5 Verticaal-verkeersoppervlakte... 16 3.6 Oppervlakte parkeerruimte... 16 3.7 Verhuurbare oppervlakte... 17 3.8 Glaslijncorrectie... 17 4 Meetcertificaat... 18 9 juli 2007 3 / 19
1 INLEIDING In opdracht van MEEÙS Bedrijfshuisvesting is een meetstaat opgesteld van de verhuurbare vloeroppervlakte van het kantoorgebouw gelegen aan de Mathenesserlaan 145 te Rotterdam. De meetstaat is opgesteld aan de hand van de NEN 2580, 'Oppervlakten en inhouden van gebouwen', 2 e druk d.d. mei 1997 en wijzigingsblad NEN 2580/A1, d.d. december 2001. Voor de meting is gebruik gemaakt van de volgende tekening van Ingenieur & Architectenbureau Herm. C. Lelie met projectnummer 1282: 1. Tekening Blad 2 Plattegronden Bestaande toestand, d.d. Mei 1959 Het gebouw is op 23 mei 2007 door Stevens en van Dijck bezocht waarbij metingen zijn uitgevoerd ter controle van de bovengenoemde tekening. Voor de meetwerkzaamheden is gebruik gemaakt van het programma AutoCad 2008. 9 juli 2007 4 / 19
1.1 Opmerkingen bij de meetstaat De glaslijn correctie is ter plaatse exact ingemeten. Het gebouw bevat een aantal verschillende niveaus (split levels) tussen het souterrain en de 1e verdieping. In de meetstaat is onderscheid gemaakt tussen een souterrain, een begane grond en een entresol waarin de verschillende oppervlakten zijn onderverdeeld. De ruimten die op de begane grond en de entresol niet op vloerniveau worden doorgesneden zijn in de meetstaat als vide aangemerkt. Het niveauverschil tussen de begane grond en het souterrain is minder dan 1,5 meter, waardoor de stijgpunten tussen die bouwlagen conform de NEN 2580 niet als verticaal verkeersruimte worden aangemerkt maar als verhuurbare vloeroppervlakte. De trap tussen de entresol en het souterrain die de begane grond niet ontsluit overbrugt meer dan 1,5 meter en is derhalve als verticaal verkeersruimte aangemerkt. De verhuurbare vloeroppervlakte van de 2 e bouwlaag van de nieuwe aanbouw (rechtsboven op de plattegrond) is geprojecteerd in de tekening van de entresol. Het vloerniveau van deze bouwlaag ligt in werkelijkheid tussen de entresol en de eerste verdieping in. De trap vanaf de entresol naar deze bouwlaag overbrugt minder dan 1,5 meter en is derhalve niet als verticaal verkeersruimte aangemerkt. 9 juli 2007 5 / 19
2 MEETSTAAT 9 juli 2007 6 / 19
NEN 2580 Meting kantoorgebouw Mathenesserlaan 145 te Rotterdam Stevens en Van Dijck Meetstaat verhuurbare vloeroppervlakte (NEN 2580:1997 NL) Postbus 7020 2957/2007 01913a/ZM/DB 2701 AA Zoetermeer 30 mei 2007 079-361 61 21 Gebouwdeel Gemeten waarden Berekende waarden (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) vides (>4,0 m²) + oppervlakte vides installatie- verticaal- oppervlakte verhuurbare glaslijncorrectie bruto netto vloeroppervlakte tarra-oppervlakte verhuurbare bruto (>4,0 m²) oppervlakte verkeersoppervlakte parkeerruimten vloeroppervlakte vloeroppervlakte + separatiewanden -/- separatiewanden vloeroppervlakte vloeroppervlakte (>4,0 m²) -/- glaslijncorrectie (=1-2) (=3+4+5+6) (=8-9) (=6+7) Souterrain 135,0 0,0 10,2 1,5 0,0 98,0 1,8 135,0 109,8 25,3 99,8 Begane grond 333,0 106,6 0,0 7,9 0,0 173,0 4,5 226,4 180,9 45,5 177,5 Entresol 342,9 96,5 0,0 10,2 0,0 190,0 7,5 246,4 200,2 46,2 197,5 1e verdieping 191,6 0,0 0,4 15,5 0,0 155,8 2,4 191,6 171,7 19,9 158,2 2e verdieping 191,6 0,0 0,4 15,5 0,0 155,8 2,4 191,6 171,7 19,9 158,2 3e verdieping 191,6 0,0 0,4 15,5 0,0 155,8 2,4 191,6 171,7 19,9 158,2 4e verdieping 122,2 0,0 0,7 14,2 0,0 93,5 1,2 122,2 108,3 13,8 94,7 Totaal 1.507,8 203,2 12,1 80,3 0,0 1.021,9 22,2 1.304,6 1.114,3 190,4 1.044,1 % van BVO 15,57% 0,93% 6,16% 0,00% 78,33% 1,70% 100,00% 85,41% 14,59% 80,03%
3 TOELICHTING NEN 2580 De verhuurbare vloeroppervlakte is bepaald aan de hand van de NEN 2580. Per bouwlaag is de verhuurbare vloeroppervlakte berekend. Ter verduidelijking van de meetstaat volgt hieronder een beknopte toelichting van de verschillende soorten vloeroppervlakten, zoals de NEN 2580 die kent. Hierbij is gebruikt gemaakt van het onderstaande schema waarin de relatie tussen de vloeroppervlakten wordt aangegeven. VERHUURBARE OPPER- VLAKTE VAN EEN GEBOUW NUTTIGE OPPERVLAKTE VAN EEN GEBOUW WOONOPPERVLAKTE VAN EEN GEBOUW RIJWIELSTALLING WOONOPPERVLAKTE GLASLIJNCORRECTIE Schema 3.1: Relatie tussen vloeroppervlakten onderling 3.1 Bruto-vloeroppervlakte De bruto-vloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Hierbij gelden de volgende aanvullingen: Als een binnenruimte aan een andere binnenruimte (van een ander gebouw of een andere huurder) grenst wordt gemeten tot het hart van de scheidingsconstructie. 9 juli 2007 13 / 19
Indien een gebouwgebonden buitenruimte aan een binnenruimte grenst, moet het grondvlak van de scheidingsconstructie volledig worden toegerekend aan de bruto-vloeroppervlakte van de binnenruimte. Niet tot de bruto-vloeroppervlakte horen: schalmgat of vide waarvan de oppervlakte groter is dan 4,0 m²; gebouwgebonden buitenruimten zoals loggia's, balkons, niet gesloten galerijen, dakterrassen enz.; open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw. Bij de bepaling van de grenslijn moet een incidentele nis of uitsparing en een incidenteel uitspringend bouwdeel worden genegeerd, indien het grondvlak daarvan kleiner is dan 0,5 m². 3.2 Netto-vloeroppervlakte De netto-vloeroppervlakte van een ruimte of van een groep ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten. Zoals in schema 3.1 staat aangegeven is de netto-vloeroppervlakte gelijk aan de bruto-vloeroppervlakte minus de tarra-oppervlakte (dit wordt nader toegelicht in paragraaf 3.3). Niet tot de netto-vloeroppervlakte horen derhalve: statische bouwdelen; niet statische bouwdelen, zoals separatiewanden; scheidingsconstructies tussen gebouwfuncties; oppervlakte van delen van vloeren waarboven de netto-hoogte kleiner is dan 1,5 m (bijvoorbeeld onder trappen en in ruimten met een schuin dak); vrijstaande kolom of een vrijstaande dragende wandschijf waarvan de oppervlakte groter is dan 0,5 m²; oppervlakte van een niet-toegankelijke leidingschacht waarvan de grondoppervlakte groter is dan 0,5 m²; schalmgat of vide waarvan de oppervlakte groter is dan 4,0 m²; Bij de bepaling van de grenslijn moet een incidentele nis of uitsparing en een incidenteel uitspringend bouwdeel worden genegeerd, indien het grondvlak daarvan kleiner is dan 0,5 m². 9 juli 2007 14 / 19
3.3 Tarra-oppervlakte De tarra-oppervlakte van een ruimte, van een groep van ruimten of van een gebouw is gelijk aan het verschil van de bruto-vloeroppervlakte en de netto-vloeroppervlakte van respectievelijk de desbetreffende ruimte, groep van ruimten of het gebouw. De tarra-oppervlakte kan worden onderscheiden in: de vloeroppervlakten van statische bouwdelen zoals de hoofddraagconstructie, buitenwanden, wanden tussen brandcompartimenten en primaire leidingschachten die niet toegankelijk zijn; de vloeroppervlakten van niet-statische bouwdelen, zoals systeemwanden en andere lichte scheidingswanden, en secundaire niet-toegankelijke leidingschachten; oppervlakten van delen van vloeren waarboven de netto-hoogte kleiner is dan 1,5 m. De tarra-oppervlakte bevat bovendien de oppervlakte, die wordt ingenomen door: incidentele nissen en uitsparingen kleiner dan 0,5 m² ; uitspringende of vrijstaande bouwdelen groter dan 0,5 m². 3.4 Installatie-oppervlakte De installatie-oppervlakte is de netto-vloeroppervlakte van de ruimten voor alle gebouwinstallaties. Volgens de NEN 2580 worden tot de gebouwinstallaties gerekend: verwarmingsinstallatie rookgasafvoer en binnenriolering installatie voor koud- en warmwatervoorziening installatie voor gas- en perslucht installatie voor ruimtekoeling installatie voor ventilatie en luchtbehandeling elektrische centrale voor energievoorziening kracht- en lichtinstallatie communicatie-installatie transportinstallatie beveiligingsinstallatie gangen en dergelijke welke uitsluitend dienen om de installatieruimten te bereiken alle toegankelijke leidingschachten Installaties die gericht zijn op de productie van het bedrijf vallen dus niet onder de gebouwinstallaties. 9 juli 2007 15 / 19
3.5 Verticaal-verkeersoppervlakte De verticaal-verkeersoppervlakte is de netto-vloeroppervlakte die wordt ingenomen door alle tot een gebouw behorende binnenruimten en voorzieningen voor verticaal verkeer. Onder een ruimte of voorziening voor verticaal verkeer wordt verstaan: Een ruimte respectievelijk een voorziening binnen een ruimte die dient voor de verkeersafwikkeling tussen de bouwlagen van een gebouw, te weten: trappenhuizen liftschachten roltrappen hellingbanen hefplateaus Deze oppervlakten worden tot de verticaal verkeersoppervlakte gerekend als minimaal één bouwlaag wordt overbrugd, dat wil zeggen dat het hoogteverschil minimaal 1,5 m dient te zijn. Trappen en dergelijke welke in open verbinding staan met andere gebruiksruimten worden gemeten vanaf de onderste tot en met de bovenste traptrede. Bij ruimten die primair gericht zijn op de verkeersafwikkeling in de verticale richting, wordt de gehele ruimte, inclusief de omhullende wanden, uitgezonderd van de verhuurbare vloeroppervlakte. Dit is bijvoorbeeld het geval bij trappenhuizen, inclusief toegangssluizen en liftschachten. 3.6 Oppervlakte parkeerruimte Onder de oppervlakte van parkeerruimte wordt verstaan: Ruimten voor het parkeren van motorvoertuigen Deze ruimten worden niet gerekend tot de verhuurbare oppervlakte van een gebouw omdat parkeerruimte veelal per parkeerplaats wordt verhuurd of verkocht. 9 juli 2007 16 / 19
3.7 Verhuurbare oppervlakte De verhuurbare oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van binnenruimten omhullen vermeerderd met de glaslijncorrectie. Bij de bepaling van de verhuurbare oppervlakte wordt niet meegerekend: een ruimte die dient voor het onderbrengen of bedienen van gebouwinstallaties; een trappenhuis; voorzieningen voor verticaal verkeer, trapgaten, liftschachten of vide, indien de oppervlakte daarvan groter is dan 4,0 m²; een ruimte die dient voor het parkeren van motorvoertuigen; de oppervlakte van delen van vloeren waarboven de netto-hoogte kleiner is dan 1,5 m; een vrijstaande bouwconstructie en een leidingschacht indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan 0,5 m²; een dragende binnenwand. Bij de bepaling van de grenslijn moet een incidentele nis of uitsparing en een incidenteel uitspringend bouwdeel worden genegeerd, indien het grondvlak daarvan kleiner is dan 0,5 m². Waar verhuurbare ruimten aan elkaar grenzen, wordt gemeten tot het hart van de niet statische delen van de betreffende scheidingsconstructie. 3.8 Glaslijncorrectie Ter plaatse van raamopeningen in de opgaande scheidingsconstructies aan de buitengevels wordt gemeten tot aan de binnenzijde van het glas op 1,5 m boven de vloer en ter breedte van deze raamopeningen. Dit wordt ook wel de glaslijncorrectie genoemd, die voortkomt uit de gangbare verhuurpraktijk meten tot het glas. 9 juli 2007 17 / 19
4 MEETCERTIFICAAT 9 juli 2007 18 / 19
meetcertificaat 2957/2007 02374/zm/db Hiermee verklaart Stevens en Van Dijck, dat van het Object : Kantoorgebouw Gelegen aan : Mathenesserlaan 145 Plaats : Rotterdam De bruto vloeroppervlakte 1.305 m2 bedraagt De verhuurbare vloeroppervlakte 1.044 m2 bedraagt Voor berekening van de vloeroppervlakten is gebruik gemaakt van de meetmethode conform NEN 2580, Oppervlakten en inhouden van gebouwen, tweede druk mei 1997 en wijzigingsblad NEN 2580/A1, d.d. december 2001. De tekeningen waarvan is gemeten, zijn voorzien van bovenvermeld certificaatnummer en maken derhalve deel uit van dit meetcertificaat. Aldus opgemaakt te Zoetermeer d.d. 9 juli 2007 STEVENS EN VAN DIJCK Ir. A.A. Priem 9 juli 2007 19 / 19