Chirurgie Interne Geneeskunde i Poliklinische behandeling van een trombosebeen Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis
Wat is een trombosebeen Uw behandelend arts heeft bij u een trombosebeen vastgesteld. Bij een trombosebeen is een ader in het been of het bekken afgesloten door een bloedstolsel (trombus). Aders voeren het bloed terug naar het hart. Door de afsluiting kan het bloed niet via de normale weg het been verlaten. Daarbij kunnen een aantal verschijnselen optreden, namelijk: het been wordt dik, rood, glanzend en/of pijnlijk. Bovendien is lopen vaak niet goed mogelijk als gevolg van de pijn. Oorzaken Een trombosebeen kan door verschillende situaties ontstaan. Vaak is de aanleiding een periode van weinig lichaamsbeweging, bijvoorbeeld na een operatie, een ongeval of door langdurige bedrust. Ook een lange reis waarbij u veel zit, kan een trombosebeen veroorzaken. Mensen met een erfelijke afwijking in de bloedstolling hebben een verhoogde kans op trombose. Een trombosebeen zal ook sneller optreden bij oudere mensen en mensen met spataderen. Vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, hebben een licht verhoogde kans op trombose. Onderzoek Om trombose aan te tonen, onderzoekt een vaatlaborant of radioloog de aders in uw been met behulp van een duplexscanner. Dit apparaat zendt en ontvangt ultrageluidsgolven die de bloedstroom zichtbaar maken. Het is een zeer betrouwbare, pijnloze en onschadelijke methode om een trombosebeen vast te stellen. Ook wordt bloed afgenomen voor onderzoek op stollingsafwijkingen. Waar meldt u zich Als u onder behandeling bent van een vaatchirurg, meldt u zich bij de polikliniek Vaatchirurgie (souterrain, route 10). Als u onder behandeling bent van een internist, meldt u zich bij de polikliniek Hematologie (begane grond, route 40) of via de Spoedeisende Hulp (souterrain, route 24). Poliklinische behandeling U bent onder behandeling van een internist of vaatchirurg. De behandeling is bij beide specialisten gelijk. De behandeling vindt doorgaans poliklinisch plaats.
De poliklinische behandeling is als volgt: U krijgt van uw arts een recept voor een bloedverdunnend middel. Dit zijn tabletjes die de uitbreiding van trombose tegengaan en verplaatsing van de bloedstolsels naar de longen (een longembolie) voorkomen. Deze tabletjes dient u elke dag om 17.00 uur in te nemen, het aantal kan per dag verschillen. Uw behandelend arts schrijft voor hoeveel tabletjes u moet innemen tijdens de eerste dagen. Daarna gebeurt dit door de trombosedienst. De trombosedienst controleert hiervoor regelmatig de dikte van uw bloed. De secretaresse van de polikliniek meldt u aan bij de trombosedienst. Zij vertelt u waar en wanneer u bij de trombosedienst dient te zijn voor bloedafname. Uw behandelend arts bepaalt wanneer u met de bloedverdunnende tabletjes kunt stoppen. Gemiddeld is dat na 3 tot 6 maanden. Verder krijgt u in het ziekenhuis een spuitje met een ander bloedverdunnend middel. Dit werkt sneller dan de tabletjes. U (of een familielid of kennis) krijgt instructies om de injectie zelf toe te dienen. Als uzelf of iemand in uw omgeving het niet kan leren dan kan de spreekuurassistente of verpleegkundige de thuiszorg inschakelen. De injectie moet 1 keer per dag worden toegediend tot uw bloed de juiste dikte heeft. De trombosedienst vertelt u wanneer u met de injecties kunt stoppen. Gemiddeld is dat na 10 dagen. Adviezen voor het gebruik van de Struva kous Ook krijgt u een steunkous aangemeten (klasse 2, Struva 35). Deze kous gaat vochtophoping en uitbreiding van de trombose tegen. Uw behandelend arts bepaalt of u een lange of een korte kous nodig hebt. U trekt de kous 's ochtends bij het opstaan aan en bij het naar bed gaan weer uit. 's Nachts draagt u de kous niet. Om het terugstromen van het bloed te bevorderen, raden wij u aan het voeteneind van uw bed wat hoger te plaatsen. Dit kan ook door een kussen onder uw matras te leggen. Het is niet goed om alleen het been op een kussen te leggen! Het aantrekken van de kous kan lastig zijn. Bij een vochtige huid kunt u eventueel talkpoeder gebruiken om de huid gladder te maken. Past u op met scherpe nagels en ringen. Voor een betere grip is het handig om rubberen huishoudhandschoenen te gebruiken.
Ook kunt u eerst een dik, glad pantysokje (60 denier) aantrekken waardoor de kous beter glijdt. Als u de kous aan hebt, trekt u het pantysokje er onderuit. Bij de thuiszorgwinkel, drogist of apotheek kunt u eventueel een aantrekhulp kopen. Er zijn verschillende aantrekhulpen te koop vanaf 20,-. De zorgverzekeraars vergoeden deze aantrekhulpen meestal niet. De kous moet regelmatig gewassen worden, daarom krijgt u 2 kousen. Wassen kan met de hand of machinaal in het fijnewasprogramma op maximaal 40 graden. Drogen kan eventueel in de wasdroger (ingesteld op een lage temperatuur) of in de buitenlucht. Droog de kous niet op de verwarming of in de zon. Als direct al blijkt dat het aan- en uittrekken van de kous problemen oplevert dan kan de spreekuurassistente of verpleegkundige de thuiszorg inschakelen. Dagelijkse activiteiten Wanneer de pijn het toelaat, kunt u uw dagelijkse activiteiten weer oppakken. Wij raden u aan om zo min mogelijk stil te staan. Leg uw been hoog wanneer u zit of ligt. Nazorg De verpleegkundige of spreekuurassistente maakt een afspraak voor u voor een controle op het poliklinische spreekuur van uw behandelend arts. Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u ze dan bij uw bezoek aan de arts of neem telefonisch contact op met het ziekenhuis. Hieronder staat vermeld op welk tijdstip u welk telefoonnummer kunt bellen. Tijdens kantooruren, als u onder behandeling bent van een vaatchirurg U kunt contact opnemen met de polikliniek Vaatchirurgie: (0314) 32 99 88.
Tijdens kantooruren, als u onder behandeling bent van een internist U kunt contact opnemen met de telefooncentrale: (0314) 32 99 11. Zij verbinden u door met de polikliniek van uw behandelend internist. Buiten kantooruren U kunt contact opnemen met de Spoedeisende Hulp: (0314) 32 95 37. Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens om Zodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', verkrijgbaar bij Bureau Patiëntenvoorlichting). Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft. Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder 'Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).
Slingeland Ziekenhuis Kruisbergseweg 25 Postadres: Postbus 169 7000 AD Doetinchem Telefoon: (0314) 32 99 11 Internet: www.slingeland.nl Nr. 281-apr 16