Inspectierapport Kinderopvang De Sterretjes (KDV) Carel Willinklaan 108 1328LJ ALMERE Registratienummer 124300911 Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: 17-11-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht...9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemene informatie Kinderdagverblijf De Sterretjes is onderdeel van Opvang Krullevaartje in de wijk Tussen de Vaarten in Almere. De organisatie heeft enkele locaties in deze wijk. Kinderopvang De Sterretjes werkt nauw samen met kinderdagverblijf "Het Kleine Paradijs" van het Krullevaartje. Het Krullevaartje werkt vanuit een antroposofische gedachte. Citaat uit het pedagogisch beleidsplan: 'De Gouden Twijg' is een gedachtegoed van Margreet Bijsterveld die haar oorsprong kent in de antroposofie van Rudolf Steiner, de pedagogische visie van Emmi Pikler en geweldloze communicatie van Marshal Rosenberg. Vanuit jarenlange pedagogische ervaring en het combineren van visies is dit gedachtegoed ontstaan. Inspectiehistorie In 2013 heeft een nader onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van overtredingen bij het reguliere onderzoek. Deze overtredingen hadden betrekking op documenten die niet voldoende aan de wettelijke eisen voldeden. Uit het nader onderzoek kwam naar voren, dat de houder de eerder geconstateerde overtredingen had opgeheven. In 2014 zijn er bij de reguliere inspectie geen overtredingen geconstateerd. Huidige inspectie De sfeer op de groep was warm en zeer rustig. De inrichting van de ruimte is zorgvuldig gekozen en uitgevoerd. De inspectie vond plaats in de late ochtend. Er waren vier kinderen op de locatie. Er was een BBL-leerling op de groep aanwezig en de houder die tevens beroepskracht is. Alle documenten die gezien moesten worden konden op de locatie worden getoond. De houder is op de hoogte alle afspraken en werkwijzen die op deze locatie gelden. Er zijn geen overtredingen waargenomen tijdens dit bezoek. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. De pedagogische observatie vond plaats op een dinsdagochtend. De kinderen werden gereed gemaakt om naar buiten te gaan. Buiten werd er gewandeld naar de locatie van kindercentrum het kleine paradijs waar de kinderen in de buitenruimte zijn gaan spelen met de andere kinderen. Bij de observatie is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Verbinding opvang - thuis De beroepskracht weet op welke wijze zij kan aansluiten op bioritme en afspraken voor individuele baby's. Er is informatie over iedere baby bekend bij de beroepskracht. Binnen de groepsroutine houdt de beroepskracht rekening met de eigenheid van ieder kind en zijn thuisgewoontes (knuffel, muziekje, drinktempo, favoriet speeltje). Observatie De opvanglocatie is zeer kleinschalig. De beroepskracht die op de locatie werkt kent alle kinderen en hun gewoonten en voorkeuren goed. In de visie van deze kinderopvangorganisatie staat de eigenheid van het kind ook op een hoge plaats. Persoonlijke competentie Kwaliteit spelmateriaal Er is (binnen en buiten) voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn (enkele) specifieke speelhoeken. Observatie De binnenspeelruimte is huiselijk ingericht. Er is een afgescheiden gedeelte van de ruimte waar de allerkleinsten kunnen kruipen en rollen. Op het moment van inspectie lag er één kindje op deze plek die druk bezig was met bewegen. Op verschillende plekken in de binnenspeelruimte is plek gemaakt voor spel maar omdat de binnenruimte vrij klein is, is niet alles mogelijk. Op deze opvanglocatie spelen de kinderen veel met natuurlijke materialen en bestaande gebruiksvoorwerpen. Sociale competentie Positieve sfeer De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zijn maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Observatie Bij het aankleden voor het naar buitengaan werd er van de kinderen die dat konden gevraagd veel zelf te doen. De schoenen en jassen, mutsen en dassen konden enkele al zelf pakken. Ze werden gestimuleerd zelf de kleren aan te trekken door mondelinge aanmoedigingen. "Ja, xxx... doe maar eerst je sloffen uit voordat je je schoenen aandoet". Op dezelfde manier werden kinderen gestimuleerd hun eigen spullen ook op te ruimen. Waar nodig werd de opdracht vriendelijk herhaald. De kinderen lieten in hun gedrag zien dat ze het fijn vonden om zelf te proberen. 4 van 10
Voorschoolse educatie Op deze locatie wordt geen voorschoolse educatie aangeboden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties (tijdens vrij spel en naar buiten gaan) Pedagogisch beleidsplan 5 van 10
Personeel en groepen Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Tevens gelden normen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio). Verklaring omtrent het gedrag Van de vaste beroepskracht en de tijdens de inspectie aanwezige beroepskracht in opleiding is de VOG gezien. Passende beroepskwalificatie De beroepskracht beschikt over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Op deze locatie wordt één verticale groep van maximaal zes kinderen opgevangen. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie waren er vier kinderen met een beroepskracht en een BBL-leerling op de groep aanwezig. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Pedagogisch beleidsplan 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderopvang De Sterretjes Aantal kindplaatsen : 6 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Evelien Kört KvK nummer : 32143883 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : 088-0029910 Onderzoek uitgevoerd door : J. van Beers Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Almere Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 1300AE ALMERE Planning Datum inspectie : 17-11-2015 Opstellen concept inspectierapport : 02-12-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 08-01-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 08-01-2016 Verzenden inspectierapport naar : 08-01-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10