Inspectierapport KDV Cuneradal (KDV) Cuneradal 17 5551BP VALKENSWAARD Registratienummer 518994958 Toezichthouder: GGD Brabant-Zuidoost In opdracht van gemeente: Valkenswaard Datum inspectie: 24-11-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 19-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing De Horizon biedt al 25 jaar kinderopvang in Valkenswaard en Dommelen. Vanaf 1 januari 2009 was Stichting kinderopvang De Horizon gefuseerd met Stichting Kinderstad BV. Sinds april 2015 vormen de locaties Cuneradal, Agnetendal en Schepelweijen samen een zelfstandige BV genaamd Kindercentrum Dommelen. Op de locatie Cuneradal wordt dagopvang aangeboden, Agnetendal en Schepelweijen zijn locaties voor Buitenschoolse opvang (BSO). Kinderdagverblijf Cuneradal is gelegen in een rustige woonwijk. Het kinderdagverblijf is gehuisvest in het voormalige Wit-Gele-Kruis gebouw. De opvang vindt plaats in 2 verticale groepen (de groepen Paarse- en Oranje Zon). Vanwege de terugloop in kindaantallen worden op woensdag en vrijdag de twee groepen samengevoegd tot één groep. Een derde groepsruimte, voorheen de Gouden Zon is in gebruik voor peuter plus activiteiten. Inspectiegeschiedenis Het kinderdagverblijf wordt jaarlijks onaangekondigd geïnspecteerd Op 22 november 2013 is het kindercentrum bezocht voor een regulier onderzoek waarbij alle getoetste items voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Tijdens de inspectie op 14 november 2014 was er een overtreding op het domein personeel omdat een VOG niet vóór aanvang van de werkzaamheden was overlegd. Huidige inspectie Tijdens de huidige inspectie heeft er een observatie plaatsgevonden op de beide dagopvanggroepen. Er is een gesprek geweest met de locatiedirecteur waarbij verschillende documenten zijn ingezien en de werkwijze op de locaties van Kindercentrum Dommelen uitgebreid zijn besproken. De planning wordt in de nieuwe organisatie weer op de locatie zelf gedaan. Op deze locatie werkt een vast team van enthousiaste en gemotiveerde beroepskrachten. Conclusie Alle getoetste items voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 4 jaar. Pedagogische praktijk De beroepskrachten geven de kern van het pedagogisch beleid aan: het kind staat centraal. Tijdens de observaties op de groepen is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Er is oog voor ieder kind, alle kinderen krijgen beurtelings individueel aandacht. De sfeer is ontspannen, alle kinderen zijn druk aan het spelen. Beroepskrachten communiceren met de kinderen. Beroepskrachten kletsen gezellig terug met kinderen die aan het brabbelen zijn. Beroepskrachten praten op vriendelijke en rustige wijze met de kinderen. Informatieoverdracht Tijdens de inspectie wisselen beroepskracht en ouder informatie uit over een kind wat niet in goeden doen is vanwege Sinterklaas en een nieuwe baby in het gezin. De aanpak wordt besproken en de beroepskracht geeft tips om te voorkomen dat er vooral negatieve aandacht wordt gegeven. Persoonlijke Competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Eigen leerervaringen opdoen Kinderen kunnen zelf bij spelmateriaal, dat is opgeborgen in open kasten. De ruimte is verdeeld in speelhoeken zodat kinderen zich terug kunnen trekken en alleen of in kleine groepjes rustig met hun spel bezig kunnen zijn. De beroepskracht speelt een spelletje Lotto met een kind aan tafel. Ze laat het kind benoemen wat er op de plaatjes staat, geeft complimentjes en herhaalt correct wat het kind gezegd heeft. 4 van 10
Sociale Competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Groepsparticipatie. De kinderen hebben samen pepernoten gebakken, na het opruimen gaan ze die ook samen opeten. De beroepskrachten spreken de groepjes kinderen aan om het speelgoed dat ze hebben gebruikt op te gaan ruimen. Ze complimenteren kinderen die al bezig zijn. De beroepskracht zegt: 'Ik zie dat <naam> al flink aan het opruimen is.' Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. Afspraken en regels Beroepskrachten maken een groep kinderen die in hun spel erg druk rondlopen en achter de gordijnen spelen op de afspraken attent: in de groep niet rennen en de gordijnen met rust laten. Zij zijn consequent en handelen op dezelfde manier. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. E. Schobbe) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 24 november 2015) Dinsdag 24-11-2014 Groep Paarse Zon Aanwezig 11 kinderen, 2 beroepskrachten en een stagiaire Groep Oranje Zon Aanwezig 12 kinderen, 2 beroepskrachten en een stagiaire 5 van 10
Personeel en groepen Inleiding Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de VOG's van alle aanwezige beroepskrachten, de houder en de stagiaires ingezien. Deze VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Alle aanwezige beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen De dagopvang vangt de kinderen in twee verticale stamgroepen op. Er zijn maximaal 12 kinderen van 0 tot 4 jaar in de groepen aanwezig. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de afgelopen week blijkt dat er voldoende beroepskrachten ingezet worden, gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. E. Schobbe) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 24 november 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 48) Personeelsrooster (week 48) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Cuneradal Website : http://www.horizonkinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 42 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : KC Dommelen BV Adres houder : Cuneradal 17 Postcode en plaats : 5551BP Valkenswaard KvK nummer : 62841025 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Brabant-Zuidoost Adres : Postbus 8684 Postcode en plaats : 5605KR EINDHOVEN Telefoonnummer : 088 0031 377 Onderzoek uitgevoerd door : Anita Popelier Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Valkenswaard Adres : Postbus 10100 Postcode en plaats : 5550GA VALKENSWAARD Planning Datum inspectie : 24-11-2015 Opstellen concept inspectierapport : 05-01-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 19-01-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 20-01-2016 Verzenden inspectierapport naar : 20-01-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 30-01-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10