Inspectierapport ELMO-Kinderopvang/BSO (BSO) Martinusweg 6 6905AR ZEVENAAR Registratienummer 196049568 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Zevenaar Datum inspectie: 02-06-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 30-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens het onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risicogestuurd toezicht. Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De toezichthouder heeft tijdens het onderzoek gesproken met de houder en de aanwezige beroepskrachten. Zij hebben de toezichthouder van alle informatie voorzien. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum(en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum: Buitenschoolse opvang (BSO) ELMO is een onderdeel van ELMO Kinderopvang en is gevestigd in Zevenaar in brede school St. Martinus, waarin ook een kinderdagverblijf en een peuterspeelzaal van dezelfde organisatie is gevestigd. De BSO biedt opvang aan maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Bevindingen op hoofdlijnen: Er heeft een observatie plaatsgevonden op de groep tijdens het vrij spel. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. De observatie heeft plaatsgevonden tijdens het fruit eten en limonade drinken en tijdens het vrij spelen. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie op de groep en het interview met beroepskrachten is gebleken dat beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van - en handelen conform het pedagogisch beleid. Emotionele veiligheid: Kinderen hebben op hun opvangdag altijd vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. (...) Tijdens de observatie is duidelijk dat de kinderen elkaar goed kennen. Ze spelen in kleine groepjes, praten met elkaar en er wordt regelmatig gelachen. Op de hal geven twee kinderen spontaan een voorstelling en de andere kinderen komen daar enthousiat naar kijken. Persoonlijke competenties: Vrije tijd / ontspanning Kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren (bv eerst buiten uitrazen, dan binnen iets drinken). Zij kunnen (ook) voor activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau. Op de dag van de inspectie hebben de kinderen sportdag gehad op school en zijn ze moe. In tegenstelling tot hetgeen gebruikelijk is, zitten de kinderen op de grond in een kring om limonade te drinken en fruit te eten. Normaliter zitten de kinderen aan tafel. Na het fruit eten mogen de kinderen zelf een activiteit uitkiezen. Twee kinderen willen in de leeshoek een boekje lezen. Omdat ze moe zijn van de sportdag legt de beroepskracht een dekentje over ze heen, geeft ze een kussentje in de rug en zegt: "Zo, gezellig!" Sociale competentie: Regie voeren De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Kinderen krijgen de kans voor hoor en wederhoor De beroepskrachten leggen doorgaans uit waarom er wordt ingegrepen. Twee kinderen zijn aan het spelen in de bouwhoek. Een derde kind wil meespelen en er ontstaat een meningsverschil. De beroepskracht komt erbij, vraagt wat er aan de hand is en stelt voor: "Jongens, jullie kunnen toch samen spelen?" Samen met de kinderen maakt de beroepskracht een plan hoe de blokken verdeeld kunnen worden en vervolgens spelen de jongens met z'n drieën verder. 4 van 10
Normen en waarden. Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. De regels en afspraken zijn duidelijk terug te zien tijdens de middag. De kinderen zijn goed op de hoogte hiervan en handelen ook volgens de gemaakte afspraken. Op basis van de observaties is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Gebruikte bronnen: Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Van twee beroepskrachten is de verklaring omtrent het gedrag ingezien. Beide verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De twee beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang bestaat uit twee groepen. Als er in totaal minder dan 20 kinderen zijn, worden de groepen samengevoegd tot één groep. Op donderdag zijn er meer dan 20 kinderen en dan zijn de kinderen van 8 jaar en ouder in een eigen basisgroep. Beroepskracht-kindratio Op basis van de kindbezetting en de personeelsplanning is gebleken dat aan de beroepskrachtkind-ratio wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : ELMO-Kinderopvang/BSO Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : ELMO-kinderopvang Adres houder : Zuiderlaan 23 a Postcode en plaats : 6905AC ZEVENAAR Website : www.elmo-kinderopvang.nl KvK nummer : 09156150 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Annemarie van Alst Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zevenaar Adres : Postbus 10 Postcode en plaats : 6900AA ZEVENAAR Planning Datum inspectie : 02-06-2015 Opstellen concept inspectierapport : 15-06-2015 Zienswijze houder : 30-06-2015 Vaststelling inspectierapport : 30-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 30-06-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 30-06-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 07-07-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De inspectie die is uitgevoerd op 02-06 j.l. is in een ontspannen sfeer verlopen. Wij gaan akkoord met de inhoud van het rapport. Elly de Jonge en Monique Beekman 10 van 10