2013 Stadsvogeladviseur Johan Sterk [STADSVOGELS GORINCHEM] Broedvogelinventarisatie Huismussen en Gierzwaluwen
Huismussen in de binnenstad van Gorinchem J.M.Sterk 20 Oktober 2013 Figuur 1 :Huismus (Passer domesticus) - foto Jouke Altenburg VBN Inleiding In Gorinchem is het huismussenbestand de afgelopen jaren flink teruggelopen, zoals bijna overal in Nederland. Sinds de jaren tachtig is de huismus met 50% of meer achteruitgegaan. Vanwege de sterke achteruitgang is de huismus in 2004 op de rode lijst geplaatst. In het voorjaar van 2013 is het plan ontstaan om Gorinchem en het buitengebied te inventariseren op huismussen. Eén van de doelen van het onderzoek is om te bepalen hoeveel paar er momenteel voorkomen in Gorinchem en omgeving, hoe deze zijn verspreid over de stad en of de huismussenpopulatie nog steeds achteruitgaat. Om het onderzoek te starten is een database opgezet met daaraan verbonden de mogelijkheid om waarnemingen van huismussen door middel van een digitale kaart in te voeren. 1
Onderzoeksmethode In het voorjaar van 2013 heb ik de binnenstad van Gorinchem bezocht om waarnemingen te verzamelen, met als zwaartepunt de bovenstad. Elke tjilpende mannelijke huismus werd als territorium (broedgeval) beschouwd en ingetekend op een digitale kaart en op deze manier ook ingevoerd in een database. De binnenstad werd in de periode juni t/m juli 2013 driemaal bezocht met een tussenperiode van minstens twee weken. Resultaten De telling heeft over het jaar 2013 in het hele onderzochte gebied 44 broedgevallen van de huismus opgeleverd. Het aantal broedgevallen varieerde sterk per gedeelte binnenstad. In sommige delen van de binnenstad broeden (bijna) geen huismussen meer, zoals in het gebied rond De Vijfde Uitgang en Volksweerbaarheid. Andere gedeelten waren beter dan verwacht, zoals bijvoorbeeld het gebied bij de Paddemoes en Dalembolwerk. Figuur 2 :Verspreidingskaart Huismus 2013 Gorinchem - Binnenstad (Marius Teeuw) 2
In de binnenstad van Gorinchem werden de broedgevallen van huismussen voornamelijk aangetroffen onder de wat oudere pannendaken met in de buurt voldoende dekking in de vorm van dichte struiken of hagen. Op veel plaatsen werd er door de mannetjes getjilpt vanaf de dakrand of dakgoot, maar ook verborgen vanuit een dichte struik of haag in de buurt van het nest. Struiken en hagen waarin huismussen werden gehoord waren onder andere de taxus, vuurdoorn, cotoneaster, meidoorn, conifeer en hedera helix (klimop). Figuur 3 :Huismus (Passer domesticus) foto Jouke Altenburg VBN Oudere gegevens In 1971 werd voor de bebouwde kom van Gorinchem een schatting opgegeven van 3.000 3.500 paar huismussen. De inventarisatie van voor 1971 vond plaats in het kader van de Avifauna van Midden Nederland. 3
Conclusies en aanbevelingen De Huismus lijkt vooral verdwenen te zijn uit het centrale deel van de binnenstad. De soort doet het nog relatief goed in de buitenranden van de binnenstad grenzend aan de stadswal. Over oorzaken van de massale achteruitgang van de huismus in Nederland is al veel geschreven. Ook het onderzoek in Gorinchem over 2013 lijkt te bevestigen dat huismussen een voorkeur hebben voor huizen met pannendaken en voldoende dekking (struiken en/of klimop) in de buurt van het nest. Door de zogenaamde verstening van de tuinen en het volbouwen van stukjes rommelige natuur in het stedelijk gebied is ook de hoeveelheid dekking en voedsel de laatste decennia sterk afgenomen. In gebieden waar behalve pannendaken en voldoende dekking ook een voldoende groene en insectenrijk omgeving is, doen huismussen het beter dan op andere plekken. Uit de voorkeur voor mussen in de groene buitenring van de binnenstad is af te leiden dat ook het vergaren van voldoende voedsel in toenemende mate een probleem is geworden. Verder is door het opknappen en de renovatie van gebouwen en de toepassing van zogenaamd vogelschroot bij mogelijke nestplaatsen onder pannendaken minder passende broedgelegenheid beschikbaar dan enkele tientallen jaren geleden. Bij het bevorderen van een goede broedgelegenheid voor huismussen ligt een schone taak voor zowel de gemeente als de particulier. Speciale neststenen kunnen worden ingemetseld in muren en nestkasten kunnen worden opgehangen bij zowel particuliere gebouwen als woonhuizen. Vogelschroot kan worden verwijderd bij geschikte broedlocaties. Particulieren kunnen zorgen voor groene insectenrijke tuinen. De gemeente kan zorgen voor kwalitatief hoogwaardig openbaar groen. Deze activiteiten zullen niet alleen gunstig zijn voor de huismus, ook insecten, vlinders, wilde bijen en andere stadsbewoners zoals de gierzwaluw en dwergvleermuis zullen hier baat bij hebben. Dankwoord Graag wil ik Jouke Altenburg, Henk Post en Vogelbescherming Nederland (voorblad) bedanken voor het ter beschikking stellen van de foto s. Daarnaast wil ik Marius Teeuw bedanken voor het vervaardigen van de verspreidingskaarten. Literatuur Melchers M. (2007), Huismussen tellen in Groot-Amsterdam, Natura, 2007 nr. 2, blz. 44-47 4
Gierzwaluwen in de Binnenstad van Gorinchem J.M.Sterk 20 Oktober 2013 Figuur 4: Gierzwaluw (Apus apus) Foto Henk Post (waarneming.nl) Inleiding Met afstand is de Gierzwaluw de meest uitgesproken stadsvogel die als geen andere de Nederlandse zomer kenmerkt. Het luid sjirpende en gierende geluid van snel rondvliegende groepen gierzwaluwen is dan bijna overal te horen in onze steden en dorpen. Toch zien we de afgelopen jaren ook in Gorinchem de rondvliegende groepen gierzwaluwen in aantallen afnemen. Parallel lopend aan het onderzoek van de huismussen ben ik eveneens in 2013 gestart met inventariseren van Gierzwaluwen in de binnenstad van Gorinchem. 5
Onderzoeksmethode Gierzwaluwen laten zich echter niet zo makkelijk tellen als andere broedvogels, aangezien ze zeer snel onder een dakpan of andere geschikte broedplek kunnen duiken en dan zie je ze niet meer. De rest van de tijd vliegen ze in de buurt van de nestplaatsen rond, maar dat kan ook tot ver buiten het gezichtsbereik zijn. De beste tijd om gierzwaluwen te tellen is de laatste twee uur voor zonsondergang. Ze gaan dan lager en luid gierend rondom de nestplaatsen vliegen, die vaak in kleine kolonies bij elkaar gelegen zijn. De nestplaatsen van de gierzwaluw zijn ingetekend in een digitale kaart en op deze manier ook ingevoerd in een database. De binnenstad werd viermaal bezocht in de periode 15 t/m 30 juli 2013. Resultaten De telling heeft over het jaar 2013 in het onderzochte gebied 23 nestplaatsen van de gierzwaluw opgeleverd, waarvan bij 16 nestplaatsen ook daadwerkelijk een broedgeval is vastgesteld. Twee mogelijke nestplaatsen liggen buiten het gezichtsveld, bij vijf mogelijke nestplaatsen is slechts éénmalig nest indicerend gedrag geconstateerd. De grootste kolonie bestond uit tien nestplaatsen achter de kroonlijst (bovenkant gevel) van het Tuighuis of Arsenaal gelegen aan de Boerenstraat. Figuur 5 :Verspreidingskaart Gierzwaluw Gorinchem Binnenstad (Marius Teeuw) 6
Figuur 6 :Gierzwaluw (Apus apus) foto Henk Post (waarneming.nl) Oudere gegevens In 1971 werd voor de bebouwde kom van Gorinchem een schatting opgegeven van 150 200 paar gierzwaluwen. De inventarisatie van voor 1971 vond plaats in het kader van de Avifauna van Midden-Nederland. In het algemeen geldt dat de gegevens indertijd zeer globaal en weinig methodisch zijn verzameld, zodat het de vraag is in hoeverre deze een realistisch beeld geven van het werkelijke aantal broedparen. Dit blijkt ook uit de zeer grote marge tussen de opgegeven minimum en maximum aantallen. Het is duidelijk dat men moeite had de aantallen gierzwaluwen in kaart te brengen. In het onderzoek is geen onderscheid gemaakt tussen het aantal broedparen en het aantal niet-broedende vogels, dus het aantal broedparen kan indertijd zijn overtelt. Conclusies en aanbevelingen Het lijkt erop dat de afname van aantal broedgevallen van gierzwaluwen in de binnenstad van Gorinchem zich langzaam maar gestaag voltrekt. Waarschijnlijk wordt deze afname veroorzaakt door de afname in nestgelegenheid ten gevolge van renovatie en sloop van huizen en gebouwen met goede nestgelegenheid. 7
Het verdient aanbeveling om het bij sloop, renovatie en verbouwing van huizen en daken in en de binnenstad ter plekke vervangende nestgelegenheid voor gierzwaluwen aan te brengen in de vorm van speciale nestkasten, neststenen en/of dakpannen. Het is belangrijk dat de vervangende nestgelegenheid zich zo dichtbij mogelijk bij de oude nestholte bevindt, want gierzwaluwen zijn zeer plaats trouw en zullen vervangende nestgelegenheid op grotere afstand van de oorspronkelijk nestholte negeren. Dankwoord Graag wil ik Henk Post bedanken voor het ter beschikking stellen van de foto s. Daarnaast wil ik Marius Teeuw bedanken voor het vervaardigen van de verspreidingskaarten. Literatuur Moster K. De broedvogels van het stedelijke gebied van Delft 1990, 1995, Delft, blz. 14. 43. 8