VOORSTEL tot vaststelling van de Algemene Plaatselijke verordening Gennep 2010. Aan de Gemeenteraad



Vergelijkbare documenten
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene plaatselijke verordening.

vervallen ongeregeldheden

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

vergunning of ontheffing

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen [gereserveerd]

Transponeringstabel. behorende bij APV APV S.R. Boelens, afdeling Staf

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2009 LEIDEN. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

ORGANISATIEINDEX A.P.V. (vastgesteld door het college op 4 september 2012)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

Gemeente Nissewaard - Eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016

D. Deelnemen (aan verboden optocht)... 2:3 Dieren (gevaarlijke)... 2:59;2:60 Doelloos rondhangen... 2:47;2:49

Bijlage 3 Wijziging Algemene plaatselijke verordening 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Voorstel van het college inzake wijziging artikelnummering van de APV.

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

vng.nl Was-wordt-tabel Wijziging Model Algemene plaatselijke verordening Leeswijzer modelbepalingen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

Algemene plaatselijke verordening Bergen 2010

Toelichting op de model APV

openbaar water: wateren die voor het publiek

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Overzicht voorgestelde wijzingen

VNG Model Algemene plaatselijke verordening Laatst gewijzigd:

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

In dit overzicht zijn alleen de ingrijpende wijzigingen vermeld. Kleine wijzigingen in het kader van jurisprudentie e.d. zijn niet vermeld.

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Opmeer 2012

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

Algemene Plaatselijke Verordening 2014

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009 (APVG 2009)

AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden (blz. 9)

AANVRAAGFORMULIER Exploitatievergunning horecabedrijf

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Gemeente Woerden. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

Algemene Plaatselijke Verordening Vught 2016

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Opmeer 2016

Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Algemene plaatselijke verordening Bergen

Algemene plaatselijke verordening 2010

AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden (blz. 9)

GEMEENTE LOPIK. Gemeente Lopik

De wijzigingen zijn cursief en dikgedrukt in het gewijzigde artikel weergegeven.

Samenvatting Inleiding In juni 2010 is de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Grave vastgesteld.

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2012

Algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Berg en Dal

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer: Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 6

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2014;

Algemene Plaatselijke Verordening Schagen 2016

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013

Inspraak concept Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal

Gemeente Leidschendam-Voorburg - Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

BESLUIT: Artikel I Wijzigingen van de Algemene plaatselijke verordening 2011

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 5 Artikel 1:1 Begripsbepalingen... 5 Artikel 1:2 Beslistermijn... 5 Artikel 1:3 Indiening

Algemene plaatselijke verordening gemeente Renkum 2013

Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2015 I

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2006

Foutieve titel boven artikel 2:74a van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), Openlijk drugsgebruik

Onderwerp : Algemene Plaatselijke Verordening Hof van Twente gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Drank- en Horecawet;

Algemene Plaatselijke Verordening 2012 gemeente Zederik. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2012;

Artikel Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie (huidig artikel)

Algemene Plaatselijke Verordening

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2010 (APV 2010)

Algemene Plaatselijke Verordening Renswoude 2015

Algemene Plaatselijke Verordening Vught 2018

Algemene Plaatselijke Verordening

Bijlage 01: Overzicht wijzigingen. Nr. Oud Nieuw Toelichting

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2016

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013

APV Olst-Wijhe. APV Olst-Wijhe 1. 1 De tekst van het raadsbesluit/de 1 e wijziging is aan het eind van de verordening integraal opgenomen.

Besluit raad verordening

ONTWERP ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013, GEMEENTE STEENBERGEN

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009 (APVG 2009)

BIJLAGE 1 TOELICHTING APV WESTVOORNE 2011

Toelichting Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2011 Inhoudsopgave

Bijlage (slechts als hulpmiddel) Overzicht van de bestaande artikelen in de huidige APV

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Algemene Plaatselijke Verordening. gemeente Echt-Susteren

Algemene Plaatselijke Verordening Oostzaan 2011 [Inhoudsopgave TEKST]

Gereserveerd [Van toepassing verklaren paragraaf Awb]

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING BORNE

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WIJK BIJ DUURSTEDE 2009

Algemene Plaatselijke Verordening. gemeente Leerdam

Prijs: 3,-- APV. Algemene Plaatselijke Verordening

Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente

Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering Algemene plaatselijke verordening.

Algemene plaatselijke verordening 2016

Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente

OVERZICHT WIJZIGINGEN APV

Transcriptie:

VOORSTEL tot vaststelling van de Algemene Plaatselijke verordening Gennep 2010 VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 25 oktober 2010 AGENDA NR. 6 Aan de Gemeenteraad Geachte raad, AANLEIDING /PROBLEEMSTELLING De huidige Algemene Plaatselijke Verordening Gennep (APV) dateert van 2006. Naar aanleiding van de invoering van de Europese dienstenrichtlijn dient de APV hiermee in overeenstemming te worden gebracht. Door deze richtlijn moeten alle nog bestaande belemmeringen voor dienstverleners om zich in een lidstaat van de Europese Unie te vestigen of om er tijdelijk diensten te kunnen verrichten, worden opgeheven. Gelijktijdig is een eerste aanzet gemaakt om de APV te dereguleren. Onder deregulering wordt verstaan: het afschaffen van regels en wijzigen, stroomlijnen, actualiseren en vereenvoudigen van regelgeving. Enkele vergunningstelsels zijn derhalve omgezet in een melding of algemene regel en overbodige bepalingen zijn geschrapt. De deregulering van de APV is een van de maatregelen die we treffen ter uitvoering spoor 2 van het dereguleringsplan zoals vastgesteld in het collegebesluit van 29 juni 2010. BELEIDSDOELSTELLING /BELEIDSKADER Bij het opstellen van de voorliggende APV is aansluiting gezocht bij de model-apv van de VNG en de dereguleringsvoorstellen die daarin zijn gedaan. Ook zijn daar waar mogelijk de resultaten van het door SIRA uitgevoerde onderzoek in de gemeente bij het opstellen van deze APV betrokken. Opgemerkt dient te worden dat hiermee een eerste aanzet is gemaakt. Niet alle dereguleringsvoorstellen kunnen worden opgenomen in deze wijziging van de APV. Onderwerpen waarvoor nog nader beleid moet worden geformuleerd of nader onderzoek dient plaats te vinden zijn nog niet opgenomen in deze wijziging. Wel zijn deze trajecten in gang gezet. Hierbij valt te denken aan de ontwikkeling van een nieuw evenementenbeleid, standplaatsenbeleid, reclamebeleid e.d. NADERE UITWERKING /OPLOSSING 1. Minder regels In het streven naar deregulering zijn bepalingen waaraan nagenoeg geen behoefte bestaat en bepalingen die in de praktijk niet afdwingbaar zijn niet in de voorliggende APV opgenomen. Hierdoor zijn verbodsbepalingen waarbij de gedraging ook via andere regelgeving strafbaar is, zoals het Wetboek van Strafrecht, de Wet milieubeheer, uit de APV gehaald. Ook is regelgeving geschrapt waarvan het maatschappelijk belang inmiddels is achterhaald. 1

De volgende bepalingen zijn geschrapt: - Dienstverlening (artikel 2:8) - Straatartiest (artikel 2:9) - Veroorzaken gladheid (artikel 2:13) - Winkelwagentjes (artikel 2:14) - Kelderingangen (artikel 2:17) - Vallende voorwerpen (artikel 2:20) - Veiligheid op het ijs (artikel 2:23) - Vervoer plakgereedschap (artikel 2:43) - Bespieden personen (artikel 2:53) - Verbod op installeren alarminstallaties (artikel 2:56) - Duiven: ophokplicht in het voorjaar (artikel 2:63) - Vervreemding van door opkoop verkregen goederen (artikel 2:69) - Straatvegen (4:7) - Stankoverlast door meststoffen (artikel 4:14 en 5:10) - Vergunning voor lichtreclame (artikel 4:16) - Parkeren defecten voertuigen (artikel 5:4) In de verordening worden daar waar artikelen worden geschrapt de termen vervallen en gereserveerd gebruikt. Op deze wijze worden de vervallen artikelen aangegeven dan wel ruimte wordt gereserveerd. 2. Schrappen en omzetten vergunningsstelsels De vergunningsstelsels in de APV zijn getoetst op nut en noodzaak. Is een toetsing vooraf niet meer strikt noodzakelijk dan is het voorstel de vergunning af te schaffen en hiervoor een meldingsplicht in de plaats te stellen en algemene regels te stellen waarbinnen de activiteit zonder meer toelaatbaar is. Een vergunningstelsel is bijvoorbeeld nodig indien maatwerk moet worden geleverd. Ook als het risico van afschaffen met het oog op het voorkomen van overlast en het beschermen van de openbare orde en veiligheid te groot was, is de vergunning gehandhaafd. De navolgende vergunningsstelsels zijn vervangen door een algemene regel met melding: - Plaatsen van tijdelijke reclame (artikel 2:10) - Landelijke collectes (artikel 5:13) - Plaatsen van voorwerpen op, in of boven het openbaar water (artikel 5:24) - Vergunning voor het houden van een snuffelmarkt 3. Vergunning voor onbepaalde tijd Uitgangspunt in de APV is dat vergunningen voor onbepaalde tijd worden verleend. Een uitzondering hierop wordt bijvoorbeeld gemaakt voor een evenementenvergunning. Met deze wijzigingen wordt voldaan aan de Europese dienstenrichtlijn. 2

4. Uniforme weigeringsgronden In de tekst van de APV is zoveel mogelijk gekozen voor uniforme weigeringsgronden. De standaard weigeringsgronden zijn onder één artikel gebracht (artikel 1:7) en niet meer verspreid door de APV aanwezig. Als daarnaast nog specifieke weigeringsgronden dienen te gelden staan deze vermeld bij het betreffende vergunningsstelsel. 5. Snelle vergunningafhandeling De bepaling omtrent de lex silencio positivo artikel 1:10 APV (de van rechtswege verleende vergunning als niet binnen de gegeven termijn op de aanvraag wordt gereageerd) is niet opgenomen nu de vergunningsstelsels waar dit voor zou kunnen gelden zijn afgeschaft c.q. omgezet in een melding. - Vergunning voor het optreden als straatartiest (afgeschaft) - Vergunning voor het houden van een snuffelmarkt (omgezet in een melding). Kanttekeningen: De gevolgen van verdergaande deregulering bij vergunningsstelsels is dat een toetsing van de activiteiten vooraf (en soms ook niet meer achteraf) op risico s voor de openbare orde en veiligheid niet meer mogelijk is. De voordelen (o.a. lastenverlichting voor burger en bedrijven) zullen dan ook zeer zorgvuldig tegen dit risico moeten worden afgewogen. In dit kader zijn enkele vergunningsstelsels gehandhaafd, zoals de ventvergunning. De voorgestelde wijzigingen zijn afgestemd met de gebiedsmentor van de politie Limburg- Noord. Gevolgen: a. Het vervallen van vergunningsstelsels zorgt voor een verschuiving van werkzaamheden die betrekking hebben op het afhandelen van de aanvragen naar een beoordeling van de melding en een controle achteraf van de algemene regels en nadere regels. b. Wanneer vergunningen niet meer voor bepaalde tijd maar voor onbepaalde tijd worden verleend zal efficiencywinst worden gerealiseerd. De resultaten hiervan zullen eerst na verloop van tijd (in 2012/2013) zichtbaar worden. COMMUNICATIEPARAGRAAF Na vaststelling door de raad wordt de verordening op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Verder wordt op de gemeentepagina en de website uitvoerig aandacht besteed aan de wijzigingen. Aangezien in de APV op overtreding een straf wordt gesteld (artikel 6:1) dient de verordening ter kennis te worden gebracht aan het Arrondissementsparket te Roermond. JURIDISCHE PARAGRAAF De APV treedt pas in werking nadat deze op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt. Ter uitvoering van de verordening stelt het college c.q. de burgemeester op bepaalde onderdelen beleidsregels, nadere regels en een aanwijzingsbesluit vast. Deze regels worden voor zover aan de orde geactualiseerd en zullen gelijktijdig met de (nieuwe) APV in werking treden. 3

FINANCIËLE PARAGRAAF Door vergunningen om te zetten in een meldingssysteem, algemene regels en vergunningen voor onbepaalde tijd zullen de legesinkomsten verminderen. VOORSTEL Overgaan tot vaststelling van de Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010. OVERIGE De APV is vernummerd: dit betekend dat alle aanvraagformulieren, standaardbrieven, beschikkingen, mandaatbesluiten aangepast dienen te worden. Ook de Legesverordening wordt in overeenstemming gebracht met de APV. Afd. BB, nr. 2010/3696 Gennep, 21 september 2010 Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Gennep, Mevr. Mr. E.M.A.A. de Loo, burgemeester Mevr. Mr. H.R. de Lange, secretaris De volgende stukken zijn als bijlage meegezonden: Toekomstige ontwikkelingen 4

Afd. BB, nr. 2010/3696 De gemeenteraad van de gemeente Gennep: gelet op het besluit van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 21 september 2010; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 27 september 2010; gehoord de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken d.d. 11 oktober 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Besluit: vast te stellen de Algemene plaatselijke verordening Gennep 2010 Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 oktober 2010 De raad voornoemd,, voorzitter, griffier 5

Indeling Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1:1 Begripsbepalingen 7 Artikel 1:2 Beslistermijn 7 Artikel 1:3 Indiening aanvraag 7 Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 7 Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 7 Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 8 Artikel 1:7 Termijnen 8 Artikel 1:8 Weigeringsgronden 8 Artikel 1:9 Lex Silencio Positivo 8 Artikel 1:10 Geen Lex Silencio Positivo 8 Hoofdstuk 2 Openbare Orde Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 9 Afdeling 2 Betoging Artikel 2:2 Optochten (vervallen) 9 Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 9 Artikel 2:4 Afwijking termijn (vervallen) 10 Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens (vervallen) 10 Afdeling 3 Artikel 2:6 Verspreiden van gedrukte stukken Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 10 Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d. (vervallen) 10 Artikel 2:8 Dienstverlening (vervallen) 10 Artikel 2:9 Straatartiest (vervallen) 10 Afdeling 5 Artikel 2:10 Artikel 2:11 Bruikbaarheid en aanzien van de weg Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg 10 Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 11 Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 11 Artikel 2.12a Verbod opsporen explosieven, wapens of oudheidkundige voorwerpen 12 Afdeling 6 Veiligheid op de weg Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid (vervallen) 12 Artikel 2:14 Winkelwagentjes (vervallen) 12 Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp 12 Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. 12 Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. (vervallen) 12 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 1

Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen 12 Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 12 Artikel 2:20 Vallende voorwerpen (vervallen) 13 Artikel 2:20a Gevaarlijke voorwerpen 13 Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 13 Artikel 2:22 Objecten onder een hoogspanningslijn (vervallen) 13 Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs (vervallen) 13 Afdeling 7 Evenementen Artikel 2:24 Begripsbepaling 13 Artikel 2:25 Evenement 14 Artikel 2:26 Ordeverstoring 14 Artikel 2:26a Veiligheid evenementen 14 Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen Artikel 2:27 Begripsbepalingen 14 Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf 15 Artikel 2:29 Intrekking vergunning 15 Artikel 2:30 Vaststellen sluitingsuur, tijdelijke sluiting 16 Artikel 2:31 Verboden gedragingen 16 Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven 16 Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan 16 Artikel 2:34 16 Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Artikel 2:35 Begripsbepaling 16 Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie 16 Artikel 2:37 Nachtregister 16 Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 17 Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden Artikel 2:39 Speelgelegenheden 17 Artikel 2:40 Speelautomaten 17 Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 18 Artikel 2:42 Plakken en kladden 18 Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. (vervallen) 18 Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 18 Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. 19 Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. 19 Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 19 Artikel 2:47a Verplichte route 19 Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 19 Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 19 Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 20 Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. 20 Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d. 20 Artikel 2:53 Bespieden van personen (vervallen) 20 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 2

Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur (vervallen) 20 Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren (vervallen) 20 Artikel 2:56 Alarminstallaties (vervallen) 20 Artikel 2:57 Loslopende honden 20 Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 21 Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 21 Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 21 Artikel 2:61 Wilde dieren (vervallen) 22 Artikel 2:62 Loslopend vee 22 Artikel 2:63 Duiven (vervallen) 22 Artikel 2:64 Bijen 22 Artikel 2:65 Bedelarij (vervallen) 22 Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen Artikel 2:66 Begripsbepaling 22 Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister 23 Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437, van het Wetboek van Strafrecht 23 Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen (vervallen) 23 Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven 23 Afdeling 13 Vuurwerk Artikel 2:71 Begripsbepalingen 23 Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen 23 Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 24 Artikel 2:73a Carbid schieten 24 Afdeling 14 Drugsoverlast Artikel 2:74 Drugshandel op straat 25 Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatse en verblijfsontzeggingen Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding 25 Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden 25 Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 25 Artikel 2:78 Verblijfsontzeggingen 25 Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. Afdeling 1 Begripsbepalingen Artikel 3:1 Begripsbepalingen 26 Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 27 Artikel 3:3 Nadere regels 27 Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke Artikel 3:4 Seksinrichtingen 27 Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 27 Artikel 3:6 Sluitingstijden 28 Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 28 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 3

Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 28 Artikel 3:9 Straatprostitutie 29 Artikel 3:10 Sekswinkels 29 Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotischpornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 29 Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden en intrekkingsgronden Artikel 3:12 Beslissingstermijn 30 Artikel 3:13 Weigeringsgronden 30 Artikel 3:13a Intrekkingsgronden 30 Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 31 Artikel 3:15 Wijziging beheer 31 Afdeling 5 Overgangsbepaling Artikel 3:16 Overgangsbepaling 31 Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting Artikel 4:1 Begripsbepalingen 32 Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 32 Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 32 Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten 32 Artikel 4:5 Overige geluidshinder 33 Artikel 4:6 33 Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Artikel 4:7 Straatvegen (vervallen) 33 Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen 33 Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen 33 Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden Artikel 4:10 Begripsbepalingen 33 Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 33 Artikel 4:12 Aanvraag vergunning 34 Artikel 4:12a Weigeringsgronden 34 Artikel 4:12b Waardevolle bomen 35 Artikel 4:12c Bijzondere vergunningsvoorschriften 35 Artikel 4:12d Herplant-/instandhoudingsplicht 35 Artikel 4:12e Schadevergoeding 36 Artikel 4:12f Bestrijding iepziekte 36 Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz 36 Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van dierlijke meststoffen (vervallen) 37 Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 37 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 4

Artikel 4:16 Vergunningsplicht lichtreclame (vervallen) 37 Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen Artikel 4:17 Begripsbepaling 37 Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten een kampeerterrein 37 Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 37 Afdeling 6 Bescherming van flora en fauna Artikel 4:20 Plukverbod paddenstoelen 37 Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente Afdeling 1 Parkeerexcessen Artikel 5:1 Begripsbepalingen 38 Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 38 Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 38 Artikel 5:4 Defecte voertuigen (vervallen) 38 Artikel 5:5 Voertuigwrakken 39 Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.d. 39 Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 39 Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 39 Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 39 Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen (vervallen) 40 Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 40 Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 40 Afdeling 2 Collecteren Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 40 Afdeling 3 Venten Artikel 5:14 Begripsbepaling 41 Artikel 5:15 Ventvergunning 41 Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting 41 Afdeling 4 Standplaatsen Artikel 5:17 Begripsbepaling 41 Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 41 Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende 42 Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 42 Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht (vervallen) 42 Afdeling 5 Snuffelmarkten Artikel 5:22 Begripsbepaling 42 Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt 42 Afdeling 6 Openbaar water Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 43 Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 43 Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 43 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 5

Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats 44 Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 44 Artikel 5:29 Reddingsmiddelen 44 Artikel 5:30 Veiligheid op het water 44 Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 44 Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden Artikel 5:32 Crossterreinen 44 Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 45 Afdeling 8 Artikel 5:34 Verbod vuur te stoken Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 46 Afdeling 9 Verstrooiing van as Artikel 5:35 Begripsbepaling 46 Artikel 5:36 Verboden plaatsen 46 Artikel 5:37 Hinder of overlast 46 Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen Artikel 6:1 Strafbepaling 47 Artikel 6:2 Toezichthouders 47 Artikel 6:3 Binnentreden woningen 47 Artikel 6:4 Inwerkingtreding 47 Artikel 6:5 Overgangsbepaling 47 Artikel 6:6 Citeertitel 47 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 6

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld onder b; b. weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994; c. openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn; d. bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan gedeputeerde staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet. e. rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht; f. bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening 2007/2; g. gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet; h. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen; i. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Artikel 1:2 Beslistermijn 1. Het bevoegd bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen. 3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 of artikel 4:11. 4. Het bepaalde in het eerste en het tweede lid geldt niet voor zover in deze verordening andere beslistermijnen zijn vastgesteld. Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken. Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 7

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder dit verzoekt. Artikel 1:7 Termijnen De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. Artikel 1:8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. Artikel 1:9 Lex Silencio Positivo (gereserveerd) Artikel 1:10 Geen lex Silencio Positivo Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening: a. artikel 2:25: Vergunning evenementen; b. artikel 2:28: Exploitatievergunning horeca; c. artikel 2:39: Exploitatievergunning speelgelegenheid; d. artikel 3:4: Vergunning seksinrichting; e. artikel 4:18: Ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 8

Hoofdstuk 2 Openbare orde Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden. 2. Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van wanordelijkheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. Afdeling 2 Artikel 2:2 (vervallen) Betoging Optochten Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 1. Hij die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester. 2. De kennisgeving bevat: a. naam en adres van degene die de betoging houdt; b. het doel van de betoging; c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging; d. de plaats en, voorzover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging; e. voorzover van toepassing, de wijze van samenstelling; f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen. 3. Hij die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld. 4. Indien het tijdstip van een schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk 12.00 uur op de aan de dag van dat tijdstip voorafgaande werkdag. 5. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid, genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 9

Artikel 2:4 Afwijking termijn (Vervallen, opgenomen in artikel 2:3) Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens (Vervallen, opgenomen in artikel 2:3) Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op of aan door het college aangewezen openbare plaatsen. 2. Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. 3. Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Afdeling 4 Artikel 2:7 (vervallen) Artikel 2:8 (vervallen) Artikel 2:9 (vervallen) Vertoningen e.d. op de weg Feest, muziek en wedstrijd e.d. Dienstverlening Straatartiest Afdeling 5 Bruikbaarheid van de weg Artikel 2.10 Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg. 1. Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. 2. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24; b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 10

4. Het verbod in het eerste lid geldt tevens niet voor voorwerpen of stoffen, waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard. 5. a. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Wegenverordening provincie Limburg 2008. b. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder a, van het vorige artikel geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet. c. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder b, van het vorige lid geldt niet voor bouwwerken. d. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder c, van het vorige artikel geldt niet voorzover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. 6. Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor het verbod in het eerste lid van artikel 2:10 niet geldt. Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 1. Het is verboden zonder vergunning of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2. De vergunning wordt verleend a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit; b. door het college in de overige gevallen; 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor overheden bij het uitvoeren van hun publieke taak. 4. Het verbod geldt voorts niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Provinciaal wegenreglement, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening. Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg: a. indien degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan het college, onder indiening van een situatieschets van de gewenste uitweg en een foto van de bestaande situatie; b. indien het college het maken of veranderen van de uitweg heeft verboden. 2. Het college verbiedt het maken of veranderen van de uitweg: a. indien daardoor het verkeer op de weg in gevaar wordt gebracht; b. indien dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; c. indien het openbaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; d. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen. 3. De uitweg kan worden aangelegd indien het college niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitweg wordt verboden. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 11

4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Keur waterschap Peel en Maasvallei 2009 of de Wegenverordening provincie Limburg 2008. Artikel 2:12a Verbod opsporen explosieven, wapens, of oudheidkundige voorwerpen. 1. Het is voor anderen dan de Explosievenopruimingsdienst defentie (EODD) en de Rijksdienst cultureel erfgoed verboden op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats, een mijndetector, metaaldetector, of enig ander voorwerp, kennelijk bedoeld voor het opsporen van explosieven, wapens of oudheidkundige voorwerpen, bij zich te hebben. 2. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. Afdeling 6 Veiligheid op de weg Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid (vervallen) Artikel 2:14 Winkelwagentjes (vervallen) Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert. Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken. Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. (vervallen) Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen 1. Het is verboden te roken in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van dertig meter daarvan gedurende de maanden maart tot en met oktober. 2. Het is verboden in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van honderd meter daarvan, voorzover het de open lucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. 3. Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover het roken plaatsvindt in gebouwen en aangrenzende erven. Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 1. Het is verboden op, aan of boven het voor voetgangers of (brom)fietsers bestemde deel van de weg op enigerlei wijze prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 12

voorwerpen aan te brengen of te hebben hangen lager dan 2,2 meter boven dat gedeelte van de weg. 2. Het verbod geldt niet voor prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe voorwerpen, die op grotere afstand dan 0,25 m uit de uiterste boord van de weg, op van de weg af gerichte delen van een afscheiding zijn aangebracht. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 2:20 (gereserveerd) Vallende voorwerpen Artikel 2:20a Gevaarlijke voorwerpen Het is verboden op door het college aangewezen wegen en daaraan gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen en terreinen, messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, openlijk bij zich te dragen. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor wapens die behorend tot de categorieën I, II, III en IV van de Wet wapens en munitie en voor zover door het bij zich dragen van de voorwerpen de openbare orde en veiligheid niet in gevaar komt of kan komen. Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet, of de Belemmeringenwet Privaatrecht. Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn (gereserveerd) Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs (gereserveerd) Afdeling 7 Evenementen Artikel 2:24 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke inrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:39 van deze verordening. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 13

2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een herdenkingsplechtigheid; b. een braderie; c. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg; d. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg. Artikel 2:25 Evenement 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 2. Geen vergunning is vereist voor bij besluit van de burgemeester aangewezen categorieën evenementen van geringe omvang, indien a. wordt voldaan aan de daarbij vermelde voorschriften; b. de organisator drie weken voorafgaande aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester op een door hem vastgesteld meldingsformulier. c. gedaan aan de burgemeester op een door hem vastgesteld meldingsformulier. 3. De burgemeester kan besluiten het organiseren van het evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden als daardoor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto artikel 148 van de Wegenverkeerswet. 5. De aanvraag voor een groot evenement dient minimaal twaalf weken voor de aanvang van het evenement te worden ingediend bij de burgemeester. Artikel 2:26 Ordeverstoring Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. Artikel 2:26a Veiligheid evenementen 1. Het is verboden bij evenementen onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden of ongeregeldheden te veroorzaken. 2. Het is verboden bij evenementen messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, op een zodanige wijze mee te voeren dat de openbare orde of veiligheid in gevaar komt of kan komen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor wapens die behoren tot categorie I, II, III of IV van de Wet wapens en munitie. 4. Een ieder is verplicht bij evenementen alle aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer in het belang van openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen. Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen Artikel 2:27 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 14

pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden. b. terras: een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf 1. Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid indien: a. de vestiging of de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het geldende bestemmingsplan; b. de houder van een horecabedrijf mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. 4. Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het horecabedrijf. 5. Het eerste lid geldt niet voor: a. een horecabedrijf in een winkel bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de horeca een nevenactiviteit is van de winkelactiviteit; b. een horecabedrijf in zorginstellingen; c. een horecabedrijf in musea; c. een horecabedrijf in scholen; d. gemeenschapshuizen; e. bedrijfskantines. 6. Voor het horecabedrijf als bedoeld in het vijfde lid, onder a gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel. 8. De vergunning kan voorts worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. 9. Voordat toepassing wordt gegeven aan het negende lid, kan het bureau BIBOB door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd. Artikel 2:29 Intrekking vergunning 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken indien er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur. 2. Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onder e, kan het Bureau BIBOB door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 15

Artikel 2:30 Vaststellen sluitingstijd, tijdelijke sluiting 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer horecabedrijven of een daartoe behorend terras een sluitingsuur vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet. Artikel 2:31 Verboden gedragingen Het is verboden in een horecabedrijf a. de orde te verstoren; b. zich te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn ingevolge een op grond van artikel 2:30 genomen besluit. Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven 1. In dit artikel wordt onder handelaar verstaan: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. 2. De exploitant van een horecabedrijf laat niet toe dat een handelaar of een voor hem handelend persoon in dat bedrijf enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enig andere wijze overdraagt. Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:27 geen inrichting is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college op als bevoegd bestuursorgaan voor de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:31. Artikel 2:34 (gereserveerd) Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Artikel 2:35 Begripsbepaling In deze paragraaf wordt verstaan onder: inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft; Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester. Artikel 2:37 Nachtregister De exploitant of feitelijk leidinggevende van een inrichting is verplicht 1. een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat ingericht is volgens het door de burgemeester vastgestelde model; 2. ervoor te zorgen dat het register bedoeld in het eerste lid te allen tijde actueel en volledig is; 3. de gegevens van het register bedoeld in het eerste lid tenminste één jaar te bewaren. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 16

Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 1. Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt dan wel de kampeerder is verplicht onverwijld aan de houder van die inrichting volledig en naar waarheid de gegevens te verstrekken die volgens het door de burgemeester vastgestelde model in het nachtregister aanwezig dienen te zijn. 2. Degene die een inrichting exploiteert of daaraan feitelijk leiding geeft is verplicht om, na daartoe strekkend verzoek van de burgemeester of een door hem aangewezen persoon, onverwijld volledige inzage te verlenen in het nachtregister. 3. Degene die een inrichting exploiteert of daaraan feitelijk leiding geeft is verplicht de gegevens als bedoeld in artikel 2:37, derde lid, na daartoe strekkend verzoek van de burgemeester of een door hem aangewezen persoon per ommegaande aan te leveren. Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden Artikel 2:39 Speelgelegenheden 1. Dit artikel verstaat onder speelgelegenheid: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is, de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren. 2. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op: a. speelautomatenhallen waarvoor op grond van artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de Kansspelen vergunning is verleend; b. speelgelegenheden waarvoor de minister van Justitie of de Kamer van Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen; c. speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten. 3. De burgemeester weigert de vergunning indien: a. naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid, of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid. b. indien de exploitatie van een speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan. Artikel 2:40 Speelautomaten 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet op de kansspelen; b. speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a, van de Wet; c. kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c, van de Wet; d. hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de Wet; e. laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de Wet. 2. In hoogdrempelige inrichtingen zijn twee speelautomaten toegestaan, waarvan maximaal twee kansspelautomaten. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 17

3. In laagdrempelige inrichtingen zijn twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan. Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 1. Het is verboden een krachtens artikel 174a van de Gemeentewet gesloten woning, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden. 2. Het is verboden een krachtens artikel 13b van de Opiumwet gesloten woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal, een bij die woning of dat lokaal behorend erf, een voor het publiek toegankelijk lokaal of bij dat lokaal behorend erf te betreden. 3. Deze verboden gelden niet voor personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal wegens dringende reden noodzakelijk is. Artikel 2:42 Plakken en kladden 1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen; b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. (gereserveerd) Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 1. Het is verboden op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben: lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen. 2010-3696 Algemene Plaatselijke Verordening Gennep 2010 APV aangepast.doc 18