Datum 23 april 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over toetredingsvoorwaarden van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen



Vergelijkbare documenten
searchtype=ljn& ljn=b...

Datum 27 maart 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de Wet schuldsanering natuurlijke personen

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 2 augustus 2010 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het toepassen van vervangende hechtenis door het CJIB

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

ondertekenaars in sommige gevallen tot levenslange schuldenaar van de bank maakt? Is dit alles wettelijk toegestaan? Kunt u hierbij een nadere toelich

Datum 18 juni 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het bericht Bijzondere bijstand op aan onkosten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toegelaten tot de Wsnp: een lot uit de loterij? Actualiteitencongres Schuldhulpverlening 14 november 2017

De 10-jaars termijn in de WSNP: doorbreken of alle kansen verkeken?

ECLI:NL:RBDHA:2017:1290

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 29 oktober 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over beschermingsbewind en het toezicht daarop door de Kantonrechter

ECLI:NL:RBHAA:2012:BW9354

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

No.W /I 's-gravenhage, 10 september 2004

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De afdrachtplicht bij verlenging van de looptijd van de Wsnp.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 juli 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Toegelaten tot de Wsnp: een lot uit de loterij? Actualiteitencongres Schuldhulpverlening 11 april 2017

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

faillissement 18 Rechtspraak 28

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

Datum 24 januari 2013 Onderwerp Antwoorden vragen van de leden Mei Li Vos en Hilkens over multi level marketing

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes

Bijgaand zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Nispen (SP) over het bericht dat boetes aan buitenlandse goksites niet geïnd worden.

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Hardheidsclausule in de Wsnp

Datum 18 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over bericht Mishandelde bejaarde moet zelf achter daders aan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Datum 29 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat kantonrechters vinden dat wanbetalers te makkelijk gegijzeld worden

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

222. Rekt de WSNP de huurbescherming

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Naslagwerk kennisbijeenkomsten voor schuldhulpverleners

2008D17655 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Datum 14 april 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over Alzheimerpatiënten en over de uitzending 'Alzheimerpatiënten steeds vaker opgelicht"

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

25 - De weg naar de Wsnp na eigen aangifte tot faillietverklaring geblokkeerd?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen:

Datum 18 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het zwartboek met kritiek van jeugdreclasseerders op het VOG-systeem

Renske Berg (Doras) en Erik Rutten (Ministerie SZW) AMBITIE LOONT BREED WETTELIJK MORATORIUM

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2017:2806

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud

Beschermingsbewind en de Wet schuldsanering natuurlijke personen

DEBEWIND VOERDER. Het verschil tussen bewindvoering Wsnp en beschermingsbewind

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Post-bachelorcursus Beschermingsbewindvoerder en beheer Aanvullende leesstof les 7

Inhoud. Redactie. Redactiemedewerker. Adviseurs. februari Van de redactie. 02 Schulden onder controle? Ga door naar fresh start Bob Wessels

Datum 17 februari 2014 Onderwerp Beantwoording kamervragen gevolgen van beperken rechtsbijstand voor rechtsbescherming in vreemdelingenzaken

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

ECLI:NL:RBDHA:2017:5387

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Schuldeisers kunnen kiezen

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

De bewindvoerder. Het verschil tussen bewindvoering Wsnp en beschermingsbewind

ECLI:NL:HR:2016:2837. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/02277

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

ECLI:NL:GHSHE:2016:4392

ECLI:NL:GHSHE:2015:3548

Mogelijkheden Juridische Dwangmiddelen in het minnelijke traject

Inhoud. 16 Van de redactie. 17 Resultaten van onze lezersenquête. 18 Trouwen of scheiden tijdens de schuldsanering.

Datum 19 januari 2010 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen De Roon en Brinkman (PVV)

We willen na twee jaar wel bezien in hoeverre de doorgevoerde maatregelen het beoogde effect hebben gehad.

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen van het lid Schouten over naleving van de beslagvrije voet door schuldeisers

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 juni 2014 Onderwerp kwaliteit incassobranche

De bewindvoerder. Het verschil tussen bewindvoering Wsnp en beschermingsbewind

O jee, nu heb ik er twee!! Actualiteitencongres Schuldhulpverlening 25 september 2018

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Transcriptie:

1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Onderwerp Beantwoording Kamervragen over toetredingsvoorwaarden van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen In antwoord op de uw brief van 1 maart 2013 deel ik u mede namens mijn ambtgenote van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee dat de schriftelijke vragen van de leden De Wit en Karabulut (beiden SP) over de toetredingsvoorwaarden van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. 362232 Uw kenmerk 2013Z04035 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie F. Teeven Pagina 1 van 5

2013Z04035 Antwoorden van de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de vragen van de leden De Wit en Karabulut (beiden SP) over de toetredingsvoorwaarden van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (ingezonden 1 maart 2013) Vraag 1 Waarom is in artikel 288 van de Faillissementswet ervoor gekozen om toetreding tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) af te wijzen indien deze persoon in de afgelopen tien jaar in de schuldsanering heeft gezeten? Antwoord 1 De omstandigheid dat een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van de kans op een schone lei die de schuldsaneringsprocedure biedt, is van meet af aan een wettelijke afwijzingsgrond geweest. Voor 1 januari 2008 ging het hier om een facultatieve afwijzingsgrond, die de rechter in staat stelde om van geval tot geval af te wegen of men bij schuldenrecidive wederom toegang zou mogen krijgen tot de schuldsaneringsprocedure. Met de wetswijziging van 1 januari 2008 is dit een imperatieve weigeringsgrond geworden, teneinde meer rechtsgelijkheid te scheppen en de rechter in de vele schuldsaneringszaken minder te belasten met het invullen van open normen. Een categorisch beletsel vormt een eerdere schuldsanering echter niet. De afwijzingsgrond van artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet (Fw) is niet van toepassing als de eerdere schuldsanering op een positieve wijze is geëindigd, namelijk als alle schulden betaald konden worden of als de schuldenaar de betaling van zijn schulden gaandeweg weer kon hervatten. Een tweede schuldsanering binnen tien jaar is evenmin een beletsel voor de toegang als die eerdere schuldsanering tussentijds werd beëindigd doordat er bovenmatige nieuwe schulden ontstonden wegens niet-toerekenbare redenen. Vraag 2 Hoe vaak wordt tot dusver gebruik gemaakt van de uitzonderingsmogelijkheid van artikel 288, tweede, onder d, Faillissementswet, te weten de uitzondering dat de schuldenaar bovenmatige schulden doet of laat ontstaan om redenen die de schuldenaar niet waren toe te rekenen? Antwoord 2 Het is niet mogelijk een exact aantal te geven. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat in de administratie van Bureau Wsnp niet tot in detail de feiten en omstandigheden van iedere zaak worden geregistreerd. Soms ontbreekt een Burgerservicenummer of worden bij verhuizing zaken overgeheveld naar een andere rechtbank, hetgeen een exacte telling bemoeilijkt. Uit de administratie van Bureau Wsnp blijkt wel dat na 1 januari 2008 minstens 237 personen die de Wsnp doorlopen hebben, binnen 10 jaar na beëindiging van de Wsnp opnieuw zijn toegelaten. Ik concludeer hieruit dat ondanks de tienjaarsregel toch geregeld gebruik gemaakt wordt van de Pagina 2 van 5

uitzonderingsmogelijkheden die artikel 288, tweede lid, onder d, Faillissementswet nu biedt. Vraag 3 Deelt u de observatie dat, mede vanwege de economische crisis met hoge werkloosheid tot gevolg, steeds meer mensen in financiële problemen komen waarvoor de schuldsanering een oplossing zou kunnen zijn? Antwoord 3 Door de recessie groeit de economie al enkele jaren niet of nauwelijks. Daardoor staat de koopkracht onder druk. Het is essentieel dat mensen hun uitgaven aanpassen aan hun inkomsten om zichzelf te behoeden voor problemen. Ik deel de verwachting dat de recessie ertoe zal leiden dat meer mensen in financiële problemen komen. Schuldsanering kan een oplossing zijn, maar moet gezien worden als een ultimum remedium. In eerste instantie wordt bij problematische schulden hulp geboden door de instanties die actief zijn in het minnelijke traject van schuldhulp, dat veelal in de gemeentelijke sfeer wordt verzorgd. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening die per 1 juli 2012 in werking is getreden versterkt deze eerstelijnshulp. Schuldpreventie en schuldhulpverlening acht ik van groot belang om grote financiële problematiek bij individuen te voorkomen of tijdig in te grijpen. Zij kunnen voorkomen dat het aantal mensen dat daadwerkelijk een beroep moet doen op de schuldsanering al te sterk stijgt. Vraag 4 Wat vindt u van het voorbeeld van de heer D., die in december 2007 een schone-lei-verklaring heeft gekregen maar door ontslag in 2011 weer in de problemen is gekomen, als gevolg van deze regels pas in januari 2018 toegelaten kan worden tot de WSNP? 1) Antwoord 4 Het is niet aan mij te beoordelen of het voorbeeld van de heer D. een geval is dat onder de uitzonderingsmogelijkheid valt van artikel 288, twee lid, onder d, Faillissementswet. Deze beoordeling is overgelaten aan de rechter die het schuldsaneringsverzoekschrift onder ogen krijgt. Vraag 5 Bent u bekend met het feit dat in de jurisprudentie pogingen zijn gedaan om de strikte toelatingseisen en de nauwe uitzonderingsgronden op te rekken, 1) 2) maar dat de Hoge Raad hier niet in mee gaat? 3) Wat is uw analyse van deze gerechtelijke uitspraken gezamenlijk? Wat zijn nu precies de grenzen? Antwoord 5 Ja. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 februari 2013 (LJN: BY0964) de wettelijke bepaling van artikel 288 lid 2 onderdeel d Fw toegepast zoals de wetgever dat voor ogen stond bij de wetswijziging van 1 januari 2008. Die wetswijziging is juist doorgevoerd om de begrenzingen van een herhaald beroep op de schuldsaneringsregeling duidelijker te trekken dan voorheen het geval was. Dit betekent niet dat er bij schuldenrecidive geen hulp meer bestaat. Het feit dat men binnen tien jaar voorafgaand aan hernieuwde problematische schulden een Pagina 3 van 5

schuldsaneringsregeling geheel of gedeeltelijk heeft doorlopen, staat niet in de weg aan een minnelijk schuldhulptraject of aan een beschermingsbewind. De introductie van het schuldenbewind via het wetsvoorstel wijziging bepalingen curatele, beschermingsbewind en mentorschap 1 zal er naar verwachting toe leiden dat dit laatste alternatief verder wordt versterkt. Vraag 6 Wat is uw reactie op de opmerkingen van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad dat de Hoge Raad geen ruimte heeft voor het doorbreken van de tienjaarstermijn indien de WSNP met een schone lei is geëindigd en er bij de betrokken schuldenaar te goeder trouw weer schulden zijn ontstaan, dat het de bedoeling van de wetgever is geweest dat men slechts één keer in de tien jaar de kans heeft de WSNP te doorlopen, dat er ook geen ruimte is om te concluderen tot toepassing naar analogie van de hardheidsclausule en dat de rechter deze keuze van de wetgever dient te respecteren? 4) Vraag 7 Hoe beoordeelt u de slotopmerkingen van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad in zijn conclusie, waarin feitelijk de suggestie besloten ligt dat de wetgever een algemene hardheidsclausule zou kunnen introduceren dan wel zou kunnen kiezen voor het verkorten van de tienjaarstermijn om de knellende werking van artikel 288, tweede lid, onder d, Faillissementswet voor schrijnende gevallen te verminderen? 5) Vraag 8 Bent u bereid met voorstellen te komen om de tienjaarstermijn generiek te verkorten dan wel een algemene hardheidsclausule te introduceren? Zo nee, waarom niet? Antwoord 6, 7 en 8 De Hoge Raad constateert op zichzelf terecht dat artikel 288 lid 2 sub d Fw niet de ruimte biedt om in alle gevallen personen een tweede maal binnen tien jaar een kans op een schone lei te bieden. Dit zou ook niet stroken met het in beginsel unieke en bijzondere karakter van de schone lei, waarbij schuldeisers eens in de tien jaar bij hun schuldenaar geconfronteerd kunnen worden met de oninbaarheid van hun vorderingen. In beginsel is het per tien jaar derhalve een eenmalige kans op een schuldenvrije toekomst, die volgens de jaarlijkse Monitor Wsnp verreweg de meeste schuldenaren ook weten te benutten (circa 72%). De wetgever heeft om deze regel te verzachten - uitzonderingen mogelijk gemaakt, zoals hiervoor in antwoord op vraag 1 uiteengezet. Dit is een duidelijke keuze van de wetgever geweest, zoals de advocaat-generaal in zijn conclusie opmerkt. De hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 Fw biedt ruimte voor toelating tot de schuldsaneringsregeling in gevallen waarin de schuldenaar - ondanks twijfels aan de goede trouw - toch weet aan te tonen dat de oorzaak van de schulden al enige tijd onder controle is gebracht. In het licht van de ruimte die de reeds bestaande uitzonderingen op de tienjaarstermijn bieden zie ik onvoldoende aanleiding om die termijn te bekorten of de hardheidsclausule te veralgemeniseren. 1 Kamerstukken II, vergaderjaar 2011-2012, 33054, nr. 4. Pagina 4 van 5

1) Voorbeeld per email aangereikt aan de SP-fractie 2) LJN: BU8831, Gerechtshof s-hertogenbosch, 20 december 2011 3) LJN: BV2264, Rechtbank Roermond, 19 januari 2012 4) LJN: BY0964, Hoge Raad, 1 februari 2013 5) Citaten uit de conclusie van de Advocaat-Generaal bij het arrest van de Hoge Raad van 1 februari 2013: Verzoekster tot cassatie valt niet onder één van de uitzonderingen genoemd in artikel 288 lid 2, sub d, Fw (rov. 5) en bij het ontbreken van een hardheidsclausule voor gevallen waarin de tienjaarstermijn aan de orde is, kan het hof geen uitzondering maken op grond van de redelijkheid en billijkheid en kan het hof niet anders oordelen dan de wetgever heeft gewild (rov. 6). 2.7 Bovenstaande overweging van de Hoge Raad biedt geen ruimte voor het doorbreken van de tienjaarstermijn in het geval dat de eerder van toepassing geweest zijnde schuldsaneringsregeling met verlening van een schone lei is geëindigd en er bij de betrokken schuldenaar te goeder trouw weer schulden zijn ontstaan. Het arrest van de Hoge Raad heeft ook betrekking op een geval, waarin de betrokken schuldenares evenzeer vanwege voor haar bepaald niet prettige omstandigheden in financiële problemen was geraakt.((3)) Mede hierdoor is het arrest aldus te verstaan, dat het de bedoeling van de wetgever is geweest dat men slechts één keer in de tien jaar de kans heeft om met het doorlopen van een schuldsaneringsregeling te bereiken dat de bij de aanvang van die regeling bestaande schulden, voor zover die schulden niet tijdens de regeling niet geheel zijn voldaan, niet langer afdwingbaar zijn. Verder, de overweging van de wetgever om het geval dat een schuldenaar binnen minder dan tien jaar al tot de schuldsaneringsregeling toegelaten is geweest, niet langer een facultatieve maar een imperatieve weigeringsgrond te laten zijn, laat ook geen ruimte om te concluderen tot toepassing naar analogie van de hardheidsclausule. Achter die omzetting, die neerkomt op het laten vervallen van een beoordelingsruimte die aan de rechter vóór 1 januari 2008 toekwam en die overeenkomt met de beoordelingsruimte bij een hardheidsclausule, steekt een duidelijke keuze van de wetgever. Deze keuze van de wetgever - waarbij niet een grijs, door de rechter nog nader te exploreren gebied is overgebleven - heeft de rechter te respecteren. Dit geldt te meer nu het niet wel doenlijk is om een maatstaf te formuleren, aan de hand waarvan duidelijk en goed omlijnd de (schrijnende) gevallen zijn aan te geven, waarin uit oogpunt van rechtvaardigheid voor afwijking van de hoofdregel in artikel 288 lid 2, sub d, Fw buiten de aldaar genoemde drie genoemde uitzonderingen (veel) is te zeggen. Dan rest alleen een algemene hardheidsclausule, maar de introductie daarvan is, zoals al opgemerkt, aan de wetgever voorbehouden.((7)) 2.9.2 De knellende werking van artikel 288 lid 2, sub d, Fw in schrijnende gevallen zou ook verminderen wanneer de termijn van tien jaren zou worden verkort.((8)) Maar de beslissing over een dergelijke verkorting is evenzeer aan de wetgever. Pagina 5 van 5