Sandrien Van Verre Constructies BZL Taak 2015-2016 VG/MAK 1D1 Werf gelegen in Lebbeke, Brusselsesteenweg 307 Architect Pierre Aelbrecht Korte Minnestraat 26 9280 Lebbeke Bouwheer Bart Moens Brusselsesteenweg 301 9280 Lebbeke
Bouwknoop 1 Dakkapel boven voordeur Deze foto heb ik genomen op de werf op 25 november. Boven de voordeur komt een dakkapel. Het venster van de dakkapel wordt gedeeltelijk uitgevoerd in metselwerk en gedeeltelijk in schrijnwerk. Het schrijnwerkgedeelte wordt verankerd aan achterliggende overbrugging van gewapend beton. Het gedeelte in metselwerk eindigt op een rollaag. Er wordt gebruik gemaakt van een zinken kraal met opkant (achteraan) tussen het metselwerk en het schrijnwerkgedeelte. Het gedeelte schrijnwerk dat niet zichtbaar is wordt uitgevoerd in Canadese Oregon. De zijwanden worden uitgevoerd in spantplanken 35x180 mm (om rotswol van 18 cm te kunnen plaatsen). Zijkanten worden bekleed met een PUR plaat 6 cm dikte en een watervast verlijmde multiplexplaat van 18 mm voor het bevestigen van een bekleding in natuurleien. Diverse aansluitingen worden voorzien van de nodige zinken en/of loden profielen voor een volledig waterdichte afwerking. Zichtbare gedeeltes worden voorzien in watervaste multiplex die verlijmd worden op de achterliggende houten structuur. Hoeken worden in verstek aan elkaar gelijmd.
Detaildoorsnede 1 Dakkapel boven voordeur Schaal: 1/20-1/10
Hoe zou deze bouwknoop moeten worden uitgevoerd volgens de regelgeving van het WTCB? Uitspringend schrijnwerk Het gaat hier om schrijnwerk dat tegen de buitenzijde van de muur wordt geplaatst en omvat zeer uiteenlopende elementen, zoals uitspringende vensters, loggia s en veranda s. Het gaat hier dus niet om een op te vullen opening, maar om een in een gevel te integreren in een driedimensionaal geheel. De afmetingen van de elementen moeten geval per geval worden bestudeerd en er bestaan geen eenvoudige regels om deze uitspringende elementen te verbinden met de openingen of andere gevelonderdelen (afbeelding 40). Het enige wat men kan zeggen, is dat de afmetingen voldoende groot moeten zijn om de voorzieningen te kunnen plaatsen die nodig zijn om te voldoen aan de plaatsingsprincipes, namelijk: - waterscherm aan de buitenzijde en drainage - isolatie en luchtafdichting aan de binnenzijde - mechanische verankering aan de constructie. Een doorsnede van het bovenste gedeelte van afbeelding 40 geeft de schema s in afbeelding 41, afhankelijk van het muurtype. Afbeelding 41A toont de bovenste aansluiting van het schrijnwerk bij een spouwmuur. Hierbij wordt opgemerkt dat : - de stroomopwaartse drainage gebeurt door een boven de latei geplaatst membraan van lood of kunststof - de waterdichtheid verzekerd wordt door een slab, bevestigd in het gevelmetselwerk - de luchtdichtheid verzekerd wordt door een bekleedsel en het spuiten van schuim tussen het bekleedsel en de ruwbouw.
Op afbeelding 41B is het probleem verschillend, omdat de muur vol is en het water er niet op dezelfde manier indringt. In dit geval kan de afdichting uitgevoerd worden met metalen slabben of kan de gevel afgewerkt worden met een bebording. Afbeelding 42 toont de doorsnede aan de onderzijde. Men stelt vast dat : - de mechanische verankering correct is, omdat ze op het dragende gedeelte van het metselwerk rust - de drainage van de aansluiting schrijnwerk/ruwbouw alsook deze van de beglazing correct uitgevoerd zijn.
Bouwknoop 2 Dak-muurverbinding Het gaat hier om een bouwknoop omdat twee verschillende soorten wanden (opstaande muur en het dak) elkaar ontmoeten. De opstaande wand is (van buiten naar binnen) opgebouwd uit: - Het gevelmetselwerk (de buitenmuur), 9 cm, heeft een esthetische en vochtbeschermende functie. Dit is uitgevoerd in baksteen. Het is een steense muur. Dat wil zeggen dat de muurdikte één steenlengte bedraagt. De lagen zijn afwisselend een koppen- en strekkenlaag. De koppen van de verschillende koppenlagen komen steeds juist boven elkaar, de strekken van de strekkenlagen verspringen onderling een halve steen. De vertanding tussen koppen- en strekkenlaag is een klezoor. Het metselverband is dus een kruisverband. - Luchtspouw 3 cm, zorgt voor de ventilatie van het buitenspouwblad en het voorkomen van regendoorslag naar het binnenspouwblad. - Isolatie (plaat in Polyurethaanschuim) 10 cm. De platen zijn drukvast maar bros. Thermische functie. - Binnenspouwblad is uitgevoerd in geperforeerde snelbouwsteen van gebakken aarde van 14x14x29 cm met dragende en geluidsisolerende functie. Het binnenspouwblad eindigt bovenaan op een gewapende betonbalk van 14x20 cm waarin iedere 40 cm draadstangen M12 voorzien worden. - Pleisterwerk (moet nog worden aangebracht) van 1.5 cm
Het dak is opgebouwd uit: - De spantbenen, uitgevoerd met spantplanken in Canadese Oregon 40x230 mm (om rotswol van 20 cm te kunnen plaatsen) - De ondersteuning van de spantbenen met spantplanken eveneens in Canadese Oregon 35x180 mm. - Een verlenging van de spantbenen met een massief eiken keper 7/9 geschaafd, gemonteerd op het onderste deel van alle spantbenen (ter verdere ondersteuning van de latere dakbedekking) - Een massief eiken bebording 45 mm + spie 25 mm, geschaafd en geplaatst bovenop de spantverlengingen. De bouwknoop zelf: Een houten balk in Canadese Oregon 140x200 mm wordt d.m.v. de draadstangen verankerd aan de betonnen balk van het binnenspouwblad. De spantbeenondersteuningen worden met deze houten balk verbonden met stalen hoekankerplaten.
Detaildoorsnede 2 Dak-muurverbinding Schaal: 1/20-1/5
Hoe zou deze bouwknoop moeten worden uitgevoerd volgens de regelgeving van het WTCB? Werd er op de werf aan deze richtlijnen voldaan? De rode lijn stelt de continuïteit van de thermische isolatie en het luchtscherm voor. Het luchtscherm is aangepast aan de positie van de thermische isolatie. Aangezien het luchtscherm meestal ook dienst doet als dampscherm, wordt het zo dicht mogelijk tegen en steeds langs de warme zijde van de isolatie worden geplaatst. Op de werf werd voldaan aan de richtlijnen van het W.T.C.B. De opbouw van de wand bestaat, net zoals volgens de wetenschappelijke bron, uit verschillende lagen. Van buiten naar binnen gaat dit over het gevelmetselwerk, de luchtspouw, het isolatiemateriaal, het binnenspouwblad en het pleisterwerk. Het verschil met de wetenschappelijke publicatie is dat er op de werf gewerkt is met bakstenen in plaats van betonblokken voor het gevelmetselwerk en dat er op de werf nog geen binnenafwerking is aangebracht.
Literatuurlijst D'Herde, B. en Theyskens, M. (2014). Constructies 1 woningbouw (ongepubliceerd eindwerk). Hogeschool Gent, departement Gent. Verlée K. (2015). Materialenkennis 1- Makelaardij. Hogeschool Gent, departement Gent. WTCB. Aansluiting met spouwmuren. (2012). Geraadpleegd op 3 december via http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=tvnit&pag=244&art=5&niv01=5_5&niv02=5_5_1 WTCB. Energetische aspecten van bouwknopen. (2015). Geraadpleegd op 3 december via http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=bbricontact&pag=contact45&art=677 WTCB. Uitspringend schrijnwerk. (1993). Geraadpleegd op 5 december 2015 via http://www.confederatiebouw.be/portals/38/cdschrijnwerk/data_tech_doc_schri jnwerk/docs/schrijn- %20en%20timmerwerk/TV%20188%20Plaatsen%20van%20buitenschrijnwerk.p df