raadsvergadering: 13 januari 2010 Wijziging Verordening particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008



Vergelijkbare documenten
PROGRAMMA VAN EISEN HANDHAVING WONINGWET GEMEENTE ROTTERDAM

Tijdelijke Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008

Wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen door toevoeging van een regeling voor Vastgoedverbetering Vishoek-Hoekstraat-Muurstraat

M O D E L - B O U W K U N D I G R A P P O R T N A T I O N A L E H Y P O T H E E K G A R A N T I E

Verordening Energiebesparingsfonds Delft 2013

Onderwerp : Vaststellen Verordening Restauratiefonds Delft 2012

Rectificatie Gemeenteblad Katwijk Jaargang 2014, nummer 12071, Verordening Stimuleringsleningen monumenten Katwijk

BIJLAGE 3 MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE

Verordening Stimuleringsleningen Beeldbepalende Objecten Krimpen aan den IJssel

Verordening Stimuleringsfonds Stedelijke Vernieuwing Delft 2015

VERORDENING particuliere woningverbetering Lelystad - WOP NO

Bouwkundig Adviesbureau Adres: 1235GT Barendrecht Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend:

REGELING LENINGEN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN GEMEENTE HARDENBERG 2008

Raadsvoorstel Verordening asbestleningen

Verordening Stimuleringslening duurzaamheid doelgroepen gemeente Leiderdorp 2017

Gemeente Zoeterwoude. Officiële naam regeling. Verordening Stimuleringslening duurzaamheid doelgroepen gemeente Zoeterwoude 2016

De raad van de gemeente Middelburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014

Verordening Toekomstbestendig Wonen Gelderland gemeente Barneveld

Gemeenteblad Texel 2016 nr 81 datum 23-dec-16 Verordening Stimuleringslening energie neutrale woningen Texel 2016

Verordening Blijverslening Heeze-Leende. Artikel 1 Begrippen. Deze verordening verstaat onder:

Verordening stimulering particuliere woningverbetering Sterrenberg. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 juni 2017,

Verordening van de raad van de gemeente Boxtel houdende regels inzake de Blijverslening (Verordening Blijverslening gemeente Boxtel 2017)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2017; gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2016, nr ; besluit:

VERORDENING VROM STARTERSLENING GEMEENTE KERKRADE 2007

De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 4 sept. 2012;

Verordening Duurzaamheidslening gemeente Leiderdorp 2017

Verordening Blijverslening gemeente Oss 2016 Pagina 1 van 6. Verordening Blijverslening. De raad van de gemeente Oss;

Verordening Duurzaamheidsleningen SVn - Almere

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2009;

Verordening Duurzaamheidslening Hillegom

Gescand archief datum

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 12 april 2016 gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017;

Eigenaren-bewoners die hun woning levensloopbestendig willen maken. Een van de aanvragers is

BESLUIT: Verordening Stimuleringslening Maatschappelijk Vastgoed gemeente Hilversum 2016 vast te stellen

Bijlage bij het besluit van de raad van Alphen aan den Rijn van 28 mei 2015, Raadsbesluitnr 2015/13573

De Raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul

Bijlage 3 Stimuleringslening

Verordening Duurzaamheidslening gemeente Noordwijkerhout 2018

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juni 2015; gezien het advies van de commissie Leefomgeving van 20 mei 2015

Verordening Starterslening. gemeente Lingewaard 2013

Verordening Stimuleringsregeling duurzame particuliere woningverbetering Tholen 2015

BESLUIT: Verordening Duurzaamheidslening/ Stimuleringslening/ Bijdrage op de Lening gemeente Hilversum 2016 vast te stellen

Verordening Blijverslening, gemeente Haarlem. Artikel 1 Begripsbepalingen. Deze verordening wordt verstaan onder:

Verordening Stimuleringslening Nul-op-de-meterwoningen Zaanstad

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 maart 2016, nr ;

*INT * Meerdere - INT

b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Verordening Blijversleningen Gemeente Oldebroek Artikel 1 Begrippen Deze verordening verstaat onder:

Verordening Kwaliteitverbetering bestaande bebouwing Damlaan Leidschendam

Behorende bij raadsvoorstel met nummer Z77888\Raad-00091/7. gelezen het voorstel van het college van b en w van dinsdag 15 maart 2016;

BESLUIT vast te stellen: Verordening Duurzaamheidslening/Stimuleringslening gemeente Hilversum

gezien het raadsvoorstel Stimulering lokale woningmarkt d.d. 14 febuari 2012; Vast te stellen de Verordening Starterslening gemeente Roerdalen

Verordening Stimuleringslening duurzaamheid doelgroepen Noordwijk 2018

REGELING DUURZAAMHEIDSLENINGEN ARNHEM 2018

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2015

CVDR. Nr. CVDR11996_3. Subsidieverordening funderingsherstel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder:

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

Verordening Blijverslening gemeente Aa en Hunze

Bijlage bij het besluit van de raad van Alphen aan den Rijn van << januari 2015, Raadsbesluitnr: 2014/<<>>

Verordening Stimuleringsleningen SVn - Almere

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

SUBSIDIEREGELING DUURZAAM EN LEEFBAAR OOSTSTELLINGWERF 2016

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002

Sector Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010, kenmerk ;

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Verordening Blijverslening gemeente zandvoort 2017

Verordening Maatwerklening Funderingsherstel

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 februari 2012, nr. 9A;

Instelling Fonds en vaststelling Verordening Stimuleringsleningen Beeldbepalende Objecten Krimpen aan den IJssel

Verordening Stimuleringslening duurzaamheid gemeente Ede

besluit: HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen a. aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 4:1 Awb voor een subsidie en/of een stimuleringslening;

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op bestaande woonruimte in de gemeente die geschikt en bestemd is voor permanente bewoning.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 december 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening Duurzaamheidslening Gemeente Leeuwarden 2015

Datum ondertekening. Bron bekendmaking. vervallen artikel 4, lid Het Kompas, 10 januari 2008

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2014

GEMEENTEBLAD. Nr

gelezen het voorstel van het college van 1 augustus 2017, no. B ; B E S L U I T:

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

Verordening Starterslening Zoeterwoude 2017

Tijdelijke Verordening Stimuleringslening Duurzame Particuliere Woningverbetering gemeente Borsele 2014

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Harderwijk Verordening Stimuleringslening Verduurzaming Sportaccommodaties Harderwijk 2018

VERORDENING VROM Starterslening Lelystad

Verordening Stimuleringslening duurzaamheid doelgroepen. Noordwijkerhout 2018;

*BM * Verordening Starterslening 2014 PAPIER2 BM De raad van de gemeente Steenbergen;

dat de raad daarbij unaniem heeft uitgesproken de lat hoog te willen leggen op het gebied van duurzaamheid;

Informatie startersleningen Steenbergen, 19 februari 2013

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: Onderwerp:

Verordening Starterslening Vlagtwedde 2016

Deelverordening Duurzaamheids- en Stimuleringsleningen gemeente Tiel 2016

Nummer : 2011/05 Datum : 30 december 2010 : Tijdelijke verordening Stimuleringslening duurzame particuliere woningverbetering gemeente Kapelle 2011

G e m e e n t e S l u i s

Subsidieverordening Monumenten gemeente Wijk bij Duurstede 2010

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 januari 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2015;

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 13 januari 2010 onderwerp: Wijziging Verordening particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 bijlage: ontwerp-besluit datum: 4 januari 2010 gemeenteblad I nr.: 07 agenda nr.: 11 Aan de gemeenteraad, Aanleiding voorstel In het kader van de vaststelling van de begroting 2010 heeft uw raad, op 11 november 2009, besloten om het project Particuliere Woningverbetering Over `t Spoor voortijdig te beëindigen. Hiervoor dient de Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 gewijzigd te worden. Vervolgstappen en communicatie De gewijzigde verordening kan op 3 februari door de raad vastgesteld worden. De nieuwe Tijdelijke Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor treedt in werking op 1 april 2010. Tot die tijd blijft de huidige verordening van kracht. Er zijn in totaal 200 verbeterplannen gemaakt. Van deze 200 verbeterplannen zijn er tot nu toe 36 stimuleringsleningen toegekend en zijn er nog 9 in behandeling. De eigenaren die wel een verbeterplan hebben laten maken maar nog geen stimuleringslening hebben aangevraagd kunnen hun aanvraag nog tot 1 april 2010 indienen. Hierover worden zij middels een brief op de hoogte gesteld. Dit geeft hen voldoende tijd om nog te kunnen reageren. Vervolgens wordt de gehele wijk tijdig op de hoogte gesteld middels de nieuwsbrief Over t Spoor. De looptijd van de toegekende stimuleringsleningen hebben een looptijd van maximaal 20 jaar. De Tijdelijke Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor 2008 eindigt nadat de laatste lening is afgelost. Voorstel verordening tot wijziging van de Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 Wij stellen voor, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, om de Verordening Particulier Woningverbetering Over T Spoor Hilversum 2008 als volgt te wijzigen: Artikel I Wijziging verordening De Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 wordt als volgt gewijzigd. 1. Aan het opschrift van de verordening wordt toegevoegd het woord Tijdelijke. 2. Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd: Na onderdeel lid 1 wordt een nieuw lid 2 toegevoegd, luidende: Zij vervalt met ingang van 1 april 2010, met dien verstande dat zij van kracht blijft voor de voordien aangevraagde stimuleringsleningen. 3. Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd: Deze verordening wordt aangehaald als Tijdelijke Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor 2008. Artikel II Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de 1 april 2010. Wij stellen uw raad voor om over het volgende punt een besluit te nemen: De verordening tot wijziging van de Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 vast te stellen. GB10.07 1

RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2009; BESLUIT: De verordening tot wijziging van de Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 januari 2010, de griffier, de voorzitter, K.E. Driehuijs E.C. Bakker GB10.07 2

Tijdelijke Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Hilversum 2008 DIENST STAD GEMEENTE HILVERSUM April 2008 GB10.07 3

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Inleidende bepalingen Artikel 1.1 De verstrekking van subsidies, bijdragen ineens en financieringen ingevolge deze verordening geschiedt overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, de bepalingen van hoofdstuk 1 Algemene bepalingen, hoofdstuk 2 Ondersteuning bij verbeterplan en hoofdstuk 5 Slotbepalingen. Artikel 1.2 De bepalingen van hoofdstuk 1, 3 en 4 zijn van toepassing, tenzij in de overige hoofdstukken hiervan wordt afgeweken. Artikel 1.3 Voor zover in deze verordening niet anders is bepaald, is het college van burgemeester en wethouders het bevoegd bestuursorgaan voor de toepassing van deze verordening en van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Begripsbepalingen Artikel 1.4 In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum; b. de raad: de gemeenteraad van Hilversum; c. aangewezen gebieden: de door het college aangewezen gebieden I tot en met IV in de wijk Over t Spoor, nader bepaald in de van deze verordening deel uitmakende bijlage 1; d. stedelijke vernieuwing: op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, de bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins tot structurele kwaliteitsverhoging van dat stedelijk gebied; e. revolverend fonds: een fonds waaruit de gemeente op grond van haar deelnemingsovereenkomst met de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) stimuleringsleningen kan toekennen en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort. Het revolverend fonds is ondergebracht bij de SVn te Hoevelaken; f. stimuleringslening: een lening die ten doel heeft om eigenaren-bewoners en particuliere verhuurders te stimuleren om hun woning op te knappen en die wordt verstrekt volgens de in deze verordening en bijbehorende bijlagen vastgestelde regels; g. verbeterplan: renovatieplan dat inzicht geeft in de aan de woning te treffen verbeteringen en/of voorzieningen en dat een calculatie van de verwachten kosten bevat. h. rente: het rentepercentage dat het Stimuleringsfonds hanteert voor hypothecaire leningen met een rentevaste periode van 15 jaar; i. aanvrager: de eigenaar-bewoner of de particuliere verhuurder die de stimuleringslening aanvraagt. Bij twee of meer eigenaren gelden beiden gezamenlijk als aanvrager; j. eigenaar-bewoner: degene die volgens het kadaster de woning in eigendom heeft en die de woning op het moment van aanvraag feitelijk bewoont; GB10.07 4

k. particuliere verhuurder: de natuurlijke persoon die één of meer woningen voor permanente bewoning verhuurt en die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf; l. woning: iedere woonruimte bestemd en in gebruik als zelfstandige permanente bewoning; m. woonruimte: besloten ruimte met zelfstandige toegang, die al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor zelfstandige bewoning door een huishouden waarbij de bewoner(s) niet afhankelijk zijn van wezenlijke voorzieningen, welke buiten de woning gelegen zijn; n. Programma van Eisen (PvE): een door het college vastgesteld en als bijlage bij deze verordening opgenomen programma van technische en bouwkundige eisen waaraan de te treffen voorzieningen in de woning dienen te voldoen; o. goedgekeurde kosten: de te treffen voorzieningen op basis van het Programma van Eisen, goedgekeurd door het college, uitgedrukt in kosten waarover een stimuleringslening wordt toegekend; Onder de kosten van de voorzieningen wordt voor zover van toepassing en noodzakelijk mede verstaan de geraamde en door of namens het college goedgekeurde bedragen van: - het verrichten van een haalbaarheidsstudie c.q. bouwkundige opname; - technisch onderzoek zoals funderingsonderzoek; - indien noodzakelijk adviezen van deskundigen op het gebied van constructies, installaties of bouwfysica; - de aanneemsom; - architectenhonorarium tot een maximum van 10% van de aanneemsom; - de kosten van het toezicht en begeleiding bij de uitvoering; - de verschuldigde omzetbelasting, voor zover die door de eigenaar niet kan worden terugontvangen; - de financieringskosten; - de kosten voor een accountantsverklaring. p. particuliere woningvoorraad (of woningen): woningen welke niet in eigendom zijn van de gemeente of een toegelaten instelling krachtens artikel 70 van de Woningwet of een institutionele belegger; q. bemiddelend orgaan: het bemiddelend orgaan te Hoevelaken dat kredietadviezen geeft aan gemeenten; r. leningenplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor financiële ondersteuning van verbeterplannen respectievelijk het verstrekken van stimuleringsleningen en dat jaarlijks door het college wordt vastgesteld; s. bouwbureau: de door de gemeente ingestelde adviesbalie waar door deskundigen op het gebied van stedelijke vernieuwing en particuliere woningverbetering, informatie en ondersteuning wordt geboden aan de deelnemers van het Project Particuliere Woningverbetering Over t Spoor. t. erkend bedrijf: bedrijf dat ingeschreven staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en aantoonbare relevante ervaring heeft met woningverbetering c.q. verbouwingen. Uitgangspunten Artikel 1.5 1. De raad heeft een revolverend fonds ingesteld ter stimulering van ingrepen in de particuliere woningvoorraad in de wijk Over t Spoor, waaruit laagrentende stimuleringsleningen kunnen worden toegekend. 2. Het revolverend fonds is ondergebracht bij de SVn te Hoevelaken en past binnen de deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente en de SVn. 3. De raad kan besluiten gedurende meerdere jaren het revolverend fonds in werking te houden. GB10.07 5

Artikel 1.6 1. Het college is bevoegd om in het belang van de stedelijke vernieuwing in de wijk Over t Spoor en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening stimuleringsleningen toe te kennen. 2. Het college is bevoegd ondersteuning te bieden bij het opstellen van een verbeterplan. 3. Het college houdt bij zijn beslissingen op grond van het eerste en tweede lid rekening met financiële steun die op grond van deze verordening of enige andere regeling is of kan worden verstrekt. 4. Het college kan aan het toekennen van de stimuleringslening voorschriften en voorwaarden verbinden. Artikel 1.7 De bijlagen Aangewezen gebieden en Programma van Eisen maken deel uit van deze verordening. Artikel 1.8 1. Uit het revolverend fonds kunnen slechts stimuleringsleningen worden toegewezen tot maximaal het bedrag van de in het fonds aanwezige middelen. 2. Aanvragen om een stimuleringslening op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. 3. Aanvragen die in verband met het bepaalde in het eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door het college aangehouden tot het volgende kalenderjaar. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid is het college bevoegd om aan aanvragen als bedoeld in het derde lid extra prioriteit toe te kennen. GB10.07 6

HOOFDSTUK 2 Toepassingsbereik en gebied Artikel 2.1 1. Deze verordening is van toepassing op voorzieningen tot opheffing van gebreken aan het casco van de woning, te treffen door de eigenaar-bewoner of particuliere verhuurder. 2. Onder voornoemde voorzieningen worden die aanpassingen bedoeld als genoemd in het Programma van eisen opgenomen in de bijlage bij deze verordening. 3. Deze verordening is niet van toepassing op monumenten die overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Hilversum 2001 als zodanig zijn aangewezen. 4. Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 1 sub f, kan slechts worden toegekend voor woningen die voor bewoning gereed zijn gekomen vóór 1 januari 1980. 5. Om in aanmerking te kunnen komen voor een stimuleringslening dient de eigenaar-bewoner c.q. particuliere verhuurder een verbeterplan op basis van het Programma van Eisen aan het college te overleggen. Artikel 2.2 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op woonruimte in de wijk Over t Spoor, nader bepaald in de als bijlage bij deze verordening opgenomen kaart met de begrenzing van de aangewezen gebieden. 2. Bij twijfel of de woonruimte in een van de aangewezen gebieden gelegen is, is de uitleg van de kaart met de aangewezen gebieden door het college bepalend. 3. Het college kan, indien een effectieve uitvoering van het project particuliere woningverbetering Over t Spoor hiertoe noopt, bepalen dat specifieke deelgebieden of straten binnen de aangewezen gebieden voorrang krijgen bij de uitvoering van het project. 4. Het college kan een fasering aanbrengen in de uitvoering van deze regeling over de verschillende deelgebieden of straten in de aangewezen gebieden. GB10.07 7

HOOFDSTUK 3 Ondersteuning bij verbeterplan Artikel 3.1 1. Het college is bevoegd in het belang van de stedelijke vernieuwing en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening steun bij het opstellen van een verbeterplan toe te kennen. 2. Het opstellen van een verbeterplan zoals bedoeld in het eerste lid gebeurt door een of meer bij het bouwbureau betrokken deskundigen die op basis van kennis en ervaring met projecten in de stedelijke vernieuwing en particuliere woningverbetering voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau en werken conform het bouwkundige gedeelte van het programma van eisen. 3. Het verbeterplan vertegenwoordigt een waarde van maximaal 450,00 euro. 4. Als met de uitvoering van het verbeterplan niet binnen 18 maanden na de totstandkoming ervan is begonnen, kan het college de kosten van het verbeterplan van de aanvrager terugvorderen. Artikel 3.2 1. Een aanvraag voor een verbeterplan wordt schriftelijk bij het bouwbureau ingediend met gebruikmaking van een door het college beschikbaar te stellen aanvraagformulier. 2. Het college kan gedurende de looptijd van het project particuliere woningverbetering Over t Spoor aan het laten opstellen van maximaal 400 verbeterplannen steun verlenen. 3. Afhandeling van aanvragen voor een verbeterplan vindt plaats in volgorde van binnenkomst. 4. Als een aanvraag voor een verbeterplan door het college wordt ontvangen terwijl het maximum aantal af te handelen aanvragen voor een verbeterplan in relatie tot het leningplafond voor dat jaar is bereikt, wordt de aanvraag aangehouden tot het volgende kalenderjaar. HOOFDSTUK 4 Stimuleringslening Algemene bepalingen Artikel 4.1 1. Het college is bevoegd om in het belang van de stedelijke vernieuwing en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een stimuleringslening toe te kennen. 2. De stimuleringslening wordt verstrekt uit het revolverend fonds dat is ondergebracht bij de SVn te Hoevelaken. 3. De looptijd van een stimuleringslening is maximaal 20 jaar. 4. De te betalen rente over het geleende bedrag door de geldlener bedraagt 2%. Artikel 4.2 1. Een stimuleringslening wordt uitsluitend over de goedgekeurde kosten verstrekt. 2. Voor voorzieningen wordt geen stimuleringslening toegekend over dat deel van de kosten waarvoor op grond van deze of enige andere regeling al financiële steun is of wordt toegekend. 3. Voor de te treffen voorzieningen wordt een stimuleringslening verstrekt met een maximum van 30.000,00 euro per woning. GB10.07 8

Aanvraag stimuleringslening Artikel 4.3 1. De aanvraag wordt ingediend bij het college met gebruikmaking van een door het college beschikbaar te stellen formulier. 2. Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier bevat de aanvraag het verbeterplan met een omschrijving van de werkzaamheden en een gespecificeerde begroting van de kosten. 3. Alle aanvragen op basis van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst geregistreerd en in behandeling genomen. Artikel 4.4 1. Het college beslist op de aanvraag als bedoeld in artikel 4.3 binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. 2. Het college kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen. 3. De aanvraag moet voor 1 november van het kalenderjaar waarin de beslissing wordt gevraagd worden ingediend. 4. Aanvragen die na de in het derde lid genoemde datum worden ontvangen, kunnen door het college worden aangehouden tot het daarop volgende jaar. 5. Aanvragen die als gevolg van overschrijding van het beschikbare leningenplafond van het lopende jaar als bedoeld in artikel 1 onder r, niet kunnen worden toegekend, worden aangehouden tot het volgende kalenderjaar. 6. Een beslissing tot aanhouding van een aanvraag kan voor dezelfde aanvraag eenmaal worden genomen. 7. Aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van een besluit tot het aanhouden van de aanvraag. Toekenning van de stimuleringslening Artikel 4.5 1. Indien het college besluit om een stimuleringslening toe te kennen, doet het college hiervan melding bij de SVn door middel van een toewijzingsbrief. Een afschrift van deze brief wordt gezonden aan de aanvrager van de stimuleringslening. In de toewijzingsbrief wordt vastgelegd: - de goedgekeurde kosten; - het bedrag van de stimuleringslening; - de maximale looptijd van de lening; - het rentepercentage; - het toewijzingsnummer. 2. Op basis van de in lid 2 genoemde toewijzingsbrief kan de aanvrager bij het SVn een offerte aanvragen voor een stimuleringslening middels een door het college beschikbaar te stellen formulier. 3. Voor de toekenning van een stimuleringslening is een positief advies van het bemiddelend orgaan vereist. 4. Bij een negatief advies van het bemiddelend orgaan is het college bevoegd om in bijzondere gevallen te besluiten de aanvrager toch voor een stimuleringslening in aanmerking te laten komen. 5. Voor een stimuleringslening groter dan 10.000,-- is hypothecaire zekerheid vereist, deze wordt vastgelegd in een notariële akte. Voor stimuleringsleningen lager dan 10.000,-- is geen hypothecaire zekerheid vereist, tenzij het college bepaalt dat wel hypothecaire zekerheid is vereist. 6. De stimuleringslening wordt gestort in een bij het SVn te openen bouwdepot. Declaraties uit het bouwkrediet behoeven de goedkeuring van het college. GB10.07 9

Artikel 4.6 Het college kent alleen een stimuleringslening toe indien: a. het verbeterplan voldoet aan het door of namens het college vastgestelde programma van eisen; b. de bouwvergunning, voor zover die is vereist, is of zal worden verleend; c. voor de aan de woning te treffen voorzieningen op grond van deze of enigerlei andere regeling financiële steun is of kan worden verstrekt. d. niet reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder instemming van het college; e. de woning waaraan de voorzieningen worden getroffen niet bestemd is om binnen een periode van tien jaar te worden afgebroken; f. de goedgekeurde kosten tenminste 5000,00 euro bedragen. Artikel 4.7 Het college verleent de stimuleringslening onder voorwaarde dat: a. zonder schriftelijke toestemming van het college niet wordt afgeweken van het verbeterplan; b. terstond nadat met de werkzaamheden een aanvang is gemaakt, de aanvrager van de stimuleringslening het college hiervan schriftelijk mededeling doet; c. de werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend bedrijf behoudens in geval van schilderwerkzaamheden of het aanbrengen van isolatiematerialen tot een bedrag van maximaal 2500,00 euro. d. de werkzaamheden binnen 3 jaar na de datum van de toekenning van de stimuleringslening zijn uitgevoerd; e. de gereedmelding van de werkzaamheden plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.8. f. de door het college daartoe aangewezen personen op door hen te bepalen tijdstippen: - toegang wordt verleend tot de bouwplaats, de woning; - inzage wordt verleend in de op de bouw betrekking hebbende bescheiden en tekeningen; - alle inlichtingen worden verstrekt die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor de beoordeling of aan de voorwaarden verbonden aan het verlenen van de stimuleringslening wordt voldaan; g. aanvrager voldoet aan de leningsvoorwaarden en bepalingen van de SVn. Gereedmelding en financiële eindafrekening Artikel 4.8 1. De aanvrager van de stimuleringslening meldt uiterlijk 4 weken nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, deze werkzaamheden gereed aan het college. 2. De gereedmelding wordt ingediend met gebruikmaking van een door het college beschikbaar te stellen formulier. 3. De gereedmelding is tevens een verzoek om definitieve vaststelling van de stimuleringslening. Artikel 4.9 De gereedmelding als bedoeld in artikel 4.8 bevat: a. een verklaring van de aanvrager van de stimuleringslening dat bij de uitvoering van de werkzaamheden aan het verbeterplan is of wordt voldaan aan de aan de stimuleringslening verbonden voorwaarden. b. een financiële eindafrekening door middel van het daartoe vastgestelde formulier met alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de daadwerkelijk gerealiseerde werkzaamheden en/of voorzieningen aan de woning. c. een opgave van de datum van gereedkomen. GB10.07 10

Artikel 4.10 Het college bevestigt aan de aanvrager van de stimuleringslening binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding inclusief de financiële eindverantwoording als bedoeld in artikel 4.9. Intrekking van de stimuleringslening Artikel 4.11 1. Het college kan het besluit als bedoeld in artikel 4.5 waarmee wordt voorzien in de toekenning van een stimuleringslening geheel of gedeeltelijk intrekken als: a. er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften; b. de stimuleringslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens; c. de werkzaamheden waarvoor de stimuleringslening is verleend niet of niet geheel zijn uitgevoerd of zullen worden uitgevoerd. 2. Bij de intrekking kan het college de al betaalde stimuleringslening geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van de marktrente terugvorderen en de nog openstaande stimuleringslening geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging. 3. De ontvanger van de stimuleringslening is verplicht om, onder het gestelde in dit artikel, binnen 30 dagen na de schriftelijke mededeling van de gemeente de stimuleringslening in zijn geheel af te lossen en het genoten rentevoordeel terug te betalen. Nadere bepalingen Artikel 4.12 1. Het college kan op een daartoe strekkend en gemotiveerd verzoek van de aanvrager van de stimuleringslening ontheffing verlenen van een in dit hoofdstuk genoemde termijn. Een dergelijk verzoek wordt vóór het verstrijken van de betreffende termijn bij het college ingediend. 2. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van het verzoek om ontheffing. 3. Indien het college een verzoek als bedoeld in het eerste lid honoreert, geeft hij een nieuwe termijn aan. Artikel 4.13 Het college kan besluiten de bedragen of termijnen genoemd in de artikelen 3.1, 4.2, 4.5, 4.6, 4.7 te wijzigen indien daarmee het belang van de particuliere woningverbetering gediend is. GB10.07 11

HOOFDSTUK 5 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 5.1 Als door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening, naar het oordeel van het college zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kan het college afwijken van deze verordening mits de aard en de strekking van de regeling niet worden aangetast. Artikel 5.2 Het college doet ieder kalender jaar verslag aan de raad over: a. het verstrekken van steun bij het opstellen van verbeterplannen; b. de ontwikkelingen in het revolverend fonds. Artikel 5.3 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. Zij vervalt met de ingang van 1 februari 2010, met dien verstande dat zijn van kracht blijft voor de voordien aangevraagde en verstrekte stimuleringsleningen. Artikel 5.4 Deze verordening wordt aangehaald als Tijdelijk Verordening Particuliere Woningverbetering Over t Spoor 2008. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 januari 2010 de griffier, de voorzitter K.E. Driehuijs E.C. Bakker GB10.07 12

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE VERORDENING PARTICULIERE WONINGVERBETERING OVER T SPOOR HILVERSUM 2008 INLEIDING De gemeente Hilversum heeft in juli 2005 voor de wijk Over t Spoor een wijkschets vastgesteld. Deze wijkschets geeft de ontwikkelingskaders voor de komende 5 jaar weer. Tijdens de behandeling van de wijkschets is door de politiek tevens de vraag neergelegd om aandacht te besteden aan de particuliere woningvoorraad in Over t Spoor. Een aanzienlijk deel van de veelal kleine woningen in deze sector verkeert in een relatief slechte staat. Dat in combinatie met het van oudsher soms negatieve imago van de wijk, maakt dat extra aandacht voor deze sector nodig is. De verantwoordelijkheid voor onderhoud particuliere woningen ligt primair bij de eigenaar. Mede gezien het rijksbeleid op het gebied van stedelijke vernieuwing zijn er geen middelen meer beschikbaar voor grootschalige subsidies voor particuliere woningverbetering. De aanpak die er moet komen zal met relatief beperkte overheidsinvesteringen particuliere eigenaren moeten ondersteunen bij het doen van investeringen in de woningen. De gemeente Hilversum wil in dit kader waar mogelijk de voorwaarden scheppen en faciliteren bij de particuliere aanpak. In dat kader heeft zij het project Particuliere Woningverbetering over t Spoor geïnitieerd. Met de voor de gemeente beschikbare budgetten kan met de voorheen gebruikte objectsubsidie bij stedelijke vernieuwing slechts beperkt ondersteuning worden geboden. Om ook op de middellange en lange termijn geld voor dit doel beschikbaar te hebben, is extern onderzoek gedaan en is geconcludeerd dat het aanbieden van laagrentende leningen middels een systematiek van een revolverend fonds de voorkeur heeft. Het revolverend fonds is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken (SVn). De gemeente Hilversum stort geld in de vorm van renteloze leningen in het fonds. Het SVn verstrekt vervolgens op voordracht van de gemeente Hilversum uit de gestorte middelen zogenaamde zachte leningen ; stimuleringsleningen. Stimuleringsleningen zijn leningen met een zeer gunstige rente. Door de revolverende werking van het Stimuleringsfonds worden rente en aflossing van de leningen rechtstreeks teruggesluisd naar het budget. Deze middelen komen dan opnieuw beschikbaar voor nieuwe leningen, gedurende een vastgestelde periode. Op 7 november 2007 heeft de gemeenteraad de programmabegroting voor 2008 vastgesteld. Hierin is voor de beheers- en rentekosten van het revolverend fonds een bedrag van 50.000,- en vanaf 2009 een bedrag van 300.000,00 structureel opgenomen. Dit structurele bedrag voor de beheers- en rentekosten van het revolverend fonds is bepalend voor uitwerking van de Particuliere Woningverbetering over het Spoor. De opzet van de Particuliere Woningverbetering over het Spoor in de periode 2008-2011 is om 400 eigenaren in de wijk Over t Spoor de mogelijkheid te geven om met ondersteuning van de gemeente hun woning op te (doen) knappen. De regeling bestaat uit de volgende onderdelen: per woning kan een door de gemeente een gesubsidieerd verbeterplan van 450,- gemaakt worden door een erkende en ter zake gespecialiseerde bouwkundige/architect; stimuleringslening met lage rente die wordt aangeboden via een revolverend fonds bij de Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVn). Bewoners wordt de mogelijkheid geboden om tegen een lage rente van 2% een lening aan te gaan voor netto maximaal 30.000 euro voor de verbetering van de woning; GB10.07 13

in de wijk komt een centraal informatiepunt (bouwbureau) met individuele begeleiding voor de bewoners, hieronder valt ook de begeleiding van vergunningsprocedures en ondersteuning van collectieve aanpak van particuliere woningverbetering. Welke zaken mogen worden gefinancierd via deze zachte lening? Uitgangspunt is het Programma van Eisen (mede opgesteld door een afvaardiging van wijkbewoners); zaken die nodig zijn om aan dit programma te voldoen komen in aanmerking voor financiering (zie ook het programma van eisen dat onderdeel uitmaakt van deze verordening). Het uitgangspunt van het project Particuliere Woningverbetering is dat de door de gemeente ondersteunde verbeteringen aan de particuliere woningen een sober en doelmatig karakter hebben. Doelstelling is om op deze wijze aan de echte prioriteiten invulling te kunnen geven bij de verbetering van particuliere woningen en het wegwerken van onderhoudsachterstanden. HOOFDSTUK 1 Artikel 1.1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen Sub e: Revolverend fonds: naar analogie van vele andere gemeenten in Nederland is een zogenaamd Revolverend fonds ingesteld, beheerd door de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn). Vanuit dit fonds kunnen de zachte leningen worden verstrekt. Aflossing en rente vloeien weer terug in het fonds, zodat deze middelen telkens weer beschikbaar komen voor nieuwe leningen. Toetsing, debiteurenbeheer en overige administratieve werkzaamheden, worden door SVn uitgevoerd. Sub g: verbeterplan: de praktijk van de particuliere woningverbetering heeft aangetoond dat daaronder ook moet worden verstaan het vernieuwen van de elektrische installatie, dit mede uit een oogpunt van veiligheid. Essentieel is dat de sobere en doelmatige uitvoering van de te treffen voorzieningen is gewaarborgd. Het Programma van Eisen dat met deze verordening een onlosmakelijk geheel vormt dient als leidraad bij het opstellen van verbeterplannen. Een lager uitvoeringsniveau dan het Programma van Eisen is niet toegestaan Sub o: goedgekeurde kosten: hiermee vindt een afbakening plaats van de kosten waarvoor een lening kan worden verstrekt. In geval de voorzieningen worden uitgevoerd in zelfwerkzaamheid bestaat de aanneemsom alleen uit de materiaalkosten. Sub r: Leningenplafond: voorkomen moet worden dat sprake is van een openeinderegeling. Daartoe dient het vastleggen van een leningenplafond. Een van de uitgangspunten van het project Particuliere Woningverbetering is dat in ruim vier jaar tijd, of zoveel langer dan nodig gezien het leningplafond, maximaal 400 woningen voor de regeling in aanmerking kunnen komen. Het uiteindelijke aantal aanvragen dat per jaar kan worden toegekend, is afhankelijk van de volgende variabelen: het aantal leningen per jaar, de hoogte van de leningen, de beheerskosten van SVn, de interne gemeentelijke rentevoet en het lening plafond op basis van de jaarlijkse gemeentelijke stortingen in het fonds. Hoofdstuk 2 Toepassingsbereik en gebied Artikel 2.1 en 2.2 Met artikel 2.1 wordt aangegeven voor welke soort voorzieningen een stimuleringslening kan worden verstrekt. Voorts vallen alleen woningen van 25 jaar en ouder onder de regeling. De meeste woningen uit die tijd hebben geen dubbel glas, zijn niet geïsoleerd en veel daken, goten, onderdorpels van kozijnen vertonen inmiddels gebreken. Uitgangspunt is dat de woningen die na 1 januari 1980 voor bewoning gereed zijn gekomen voldoen aan redelijke eisen van bewoonbaarheid en slechts ten gevolge van onjuist (ondeskundig) en/of verwijtbaar handelen constructieve gebreken kunnen vertonen. Voor de gemeentelijke monumenten in de Professorenbuurt geldt een aanvullende regeling, waarvoor een apart traject ingezet is. GB10.07 14

Artikel 2.2 behandelt de beperking van het toepassingsgebied tot de wijk Over t Spoor. Dat is een bewuste keuze. In 2005 is door bureau Dimensus uit Breda een woningbehoeftenonderzoek gedaan waaruit onder meer blijkt dat de kwaliteit van de woningen in de wijk Over t Spoor minder goed is dan elders in Hilversum. Het stimuleren van de woningverbetering wordt daarom op de woningen in deze wijk toegespitst. Lid 3 en 4: bij spanning tussen vraag en aanbod is het college bevoegd een zekere prioritering en fasering op wijk-, straat- of blokniveau te hanteren bij de toewijzing van aanvragen. Hoofdstuk 3 Ondersteuning bij verbeterplan Artikel 3.1 en 3.2 De eigenaar-bewoner c.q. particuliere verhuurder is vrij in de keuze wel of geen architect/bouwkundige in te schakelen; er zal door de gemeente op aangestuurd en gestimuleerd worden wel een architect of bouwkundige in te schakelen. Het bouwbureau heeft hierin een coördinerende rol. Het bouwbureau is een steunpunt in de wijk waar de eigenaar-bewoner zich door de gemeente kan laten begeleiden in de te nemen stappen om de woning opgeknapt te krijgen op minimaal het niveau van het Programma van Eisen. De gemeente stelt een bijdrage van 450,00 euro in de kosten van de architect/bouwkundige ter beschikking. Door eisen aan de architect/bouwkundige te stellen en te stimuleren van hen gebruik te maken, wordt voorkomen dat eigenaren een verbeterplan laten maken dat de kans loopt te worden afgewezen. Hoofdstuk 4 Stimuleringslening Algemene bepalingen Artikel 4.1 De looptijd van 20 jaar in combinatie met een rentevergoeding van 2,0% heeft tot gevolg dat de maandlasten voor een particuliere eigenaar rekeninghoudend met de normen van het Bemiddelend Orgaan en het gemiddeld inkomen in de wijk, betaalbaar zijn. Artikel 4.2 Lid 2: het college wijst een aanvraag stimuleringslening af voor die kosten waarvoor een voorliggende voorziening is. Doel van deze bepaling is het voorkomen dat een stimuleringslening wordt verstrekt over dat deel van de kosten van voorzieningen waarvoor al een financiële vergoeding is of wordt verkregen. Lid 3: uitgangspunt is dat de gemeente in fasen geld stort in het fonds waaruit leningen (annuïteitenlening) aan eigenaren-bewoners c.q. particuliere verhuurders worden verstrekt tegen een lage rente. Er wordt 2,0% rente in rekening gebracht; 1,5% is een rentevergoeding voor de gemeente en 0,5% de beheervergoeding voor SVn. Met de maximalisering van het leningsbedrag wordt de bovengrens bepaald voor de hoogte van de stimuleringslening. Indien de kosten van de te treffen voorzieningen dit maximum overstijgen dient een afzonderlijke financiering te worden geregeld bij een institutionele instelling. Deze maximalisering houdt verband met de verdeling van de beschikbare middelen. De regeling is namelijk bedoeld als stimulering van woningverbetering en niet als een uitputtende financieringsregeling. Aanvraag stimuleringslening Artikel 4.3 en 4.4 Er is sprake van een gelaagde aanvraagprocedure: de aanvraag om toewijzing van de lening wordt bij de gemeente ingediend en de aanvraag om verstrekking bij het SVn. Het aanvragen van de toewijzing geschiedt schriftelijk op een daartoe beschikbaar gesteld formulier. Behalve in de verordening staat ook op dit formulier vermeld welke gegevens aanvrager moet leveren alvorens zijn verzoek in behandeling wordt genomen. GB10.07 15

De gemeente toetst een complete aanvraag om een stimuleringslening in volgorde van binnenkomst aan het leningenplafond. Is het leningenplafond voor dat jaar bereikt, dan wordt de aanvraag aangehouden. Aanvrager wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld. Toekenning van een stimuleringslening Artikel 4.5 Lid 1, 2 en 3: Als het leningenplafond nog niet bereikt is en de aanvraag voldoet ook overigens aan de in de verordening gestelde voorwaarden, dan zendt de gemeente aanvrager een toewijzingsbesluit en een op naam gesteld aanvraagformulier. Aanvrager kan nu de lening aanvragen bij het SVn. Ten behoeve van de lening zal er met de aanvrager een leningsovereenkomst gesloten worden en zal er door SVn een zogenaamde BO-toets gedaan worden. Deze toetsing houdt in: een inkomenstoets volgens de normen van het Bemiddelend Orgaan, ter vaststelling of de lasten voor de eigenaar niet te hoog worden; een krediettoets bij Bureau Krediet Registratie. Lid 5 Voor leningen vanaf 10.000 euro is hypothecaire zekerheid vereist. Lid 6: SVn betaalt nooit rechtstreeks uit aan de aanvrager. Dit is wel het geval mits goedkeuring van het college. Er wordt een bouwdepot ingesteld van waaruit betalingen aan aannemers e.d. zullen worden gedaan. Artikel 4.6 Deze bepaling regelt o.a. dat de initiatiefnemer met de uitvoering van de werkzaamheden kan beginnen nadat de door hem of haar ingediende aanvraag heeft geleid tot toekenning van de stimuleringslening. Bovendien houdt deze bepaling in dat niet met terugwerkende kracht van deze regeling gebruik kan worden gemaakt. Artikel 4.7 Er is voor gekozen dat alleen werkzaamheden uitgevoerd door erkende bedrijven mogen worden gefinancierd via de stimuleringslening. Onder erkend wordt in principe verstaan bedrijven die ingeschreven staan in de Kamer van Koophandel en aantoonbare relevante ervaring met verbouwingen hebben. Er geldt één uitzondering op deze regel. Schilderwerk mag men zelf uitvoeren. Op basis van een begroting kan tot een maximaal bedrag van 2.500,- worden gefinancierd voor materialen en steigerhuur. Via de hardheidsclausule kan een beroep worden gedaan op een hoger bedrag indien er sprake is van een woning met meer hout- en/of pleisterwerk dan de gemiddelde woning in de wijk. Voor diegene die het schilderwerk zelf wil uitvoeren wordt een schildersbestek ter beschikking gesteld. Gereedmelding en financiële eindafrekening Artikel 4.8, 4.9 en 4.10 In deze bepalingen wordt onder meer geregeld welke (bewijs)stukken bij de gereedmelding moeten worden overgelegd. De termijn van 4 weken wordt als redelijk en aanvaardbaar geacht, dit in relatie tot de te overleggen stukken bij de gereedmelding. Artikel 4.11 Gehele of gedeeltelijke intrekking van de beschikking (toewijzingsbrief) kan gebeuren als er zonder schriftelijke toestemming van het college afgeweken is van de gestelde voorwaarden. Het feit dat een lening op grond van onvolledige of onjuiste gegevens is verstrekt kan ook reden zijn om de beschikking geheel of gedeeltelijk in te trekken. Het besluit om de lening toe te wijzen wordt in ieder geval ingetrokken als de activiteit niet doorgaat. Hoofdstuk 5 Overgangs-en slotbepalingen GB10.07 16

Artikel 5.1 Voor de toepassing van de verordening geldt een algemene hardheidsclausule. Er kunnen zich immers in het dynamische proces van particuliere woningverbetering bijzondere omstandigheden voordoen, waarbij van de verordening moet kunnen worden afgeweken. Deze afwijkingen kunnen zowel ten voordele als ten nadele van de aanvrager strekken. GB10.07 17

Bijlage 1 Aangewezen gebieden GB10.07 18

Bijlage 2 Programma van Eisen Particuliere Woningverbetering Over t Spoor Aangewezen gebieden d.d. 21 september 2006 aangepast d.d. 29 november 2006 Dienst Stad, afdeling Beleid Dienst Stad, afdeling Projectmanagement Dienst Inwoners, afdeling Vergunningen en Handhaving GB10.07 19

Algemene Technische Voorwaarden en Uitgangspunten Dit PvE (en de stimuleringsregeling PWV) is van toepassing op legale bouwwerken. Bouwen dient altijd minimaal te gebeuren volgens het Bouwbesluit Bestaande Bouw. Daarmee wordt bedoeld het tijdens de bouwaanvraag en/of tijdens het gebruik maken van de stimuleringsregelingen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d, van toepassing zijnde Bouwbesluit inclusief aanpassingen. Echter indien Veiligheid in het geding komt, zal als uitgangspunt Bouwbesluit Nieuwbouw worden gehanteerd. Een voorbeeld: indien een hekwerk t.p.v. een balkon vervangen moet worden zal de minimale hoogte moeten voldoen aan Bouwbesluit Nieuwbouw. E.e.a. ter beoordeling aan de vergunningencoach. Bij het vervangen of vernieuwen van bouwdelen of bouwelementen dient tenminste bouwmateriaal of bouwelementen van gelijke kwaliteit en/of afmetingen te worden toegepast. Bij vervanging door bouwmateriaal of bouwelementen met gewijzigde afmetingen, uitvoering of materiaal moet de vergunningencoach worden geraadpleegd om te bepalen of een bouwvergunning noodzakelijk is. Bij het vervangen of wijzigen van bouwdelen of bouwelementen die tot gevolg hebben dat voorgevelaanzichten wijzigen is altijd bouwvergunning noodzakelijk. Het PvE heeft als doel de sobere en doelmatige uitvoering van de te treffen voorzieningen te waarborgen. Het programma kan daarom gebruikt worden als leidraad bij het maken van plannen. Een lager uitvoeringsniveau dan het PvE is niet toegestaan. Bescherming tegen inbraak Als kozijnen, deuren, ramen en het hang- en sluitwerk ervan zo slecht zijn, dat ze vervangen moeten worden om te voldoen aan het PvE, moeten de nieuw aan te brengen bouwdelen voldoen aan het politiekeur Veilig Wonen. Isolatie Tevens dient de warmteweerstand van het dak na vervanging ten minste gelijk te zijn aan Rc=1,3m2K/W. GB10.07 20

ONDERDELEN / ELEMENTEN: 01.00 FUNDERING --------------------------------- 01.01 Constructief De fundering moet goed en van voldoende kwaliteit zijn. Indien er aanwijzingen zijn dat de fundering niet voldoet (ernstige verzakkingen, scheurvorming in gevel) zal de fundering verbeterd moeten worden. Toetsing bij bouwvergunningaanvraag. 01.02 Vochtbehandeling Optrekkend vocht afdoende bestrijden. Bij constatering van vochtgebreken herstel conform het advies van een terzake deskundig adviesbureau c.q architect. 01.03 Kruipruimte Afval, zoals puin, verwijderen of verspreiden, zodat het leidingwerk bereikbaar blijft en een goede ventilatie onder de begane grond vloer gewaarborgd blijft. De kruipruimten eventueel aanvullen. 02.00 TERREIN ---------------------------- 02.01 Bergingen Kapotte en/of verrotte onderdelen van te handhaven bergingen die straatbeeld bepalend zijn, herstellen of vervangen, dan wel bergingen in het geheel vervangen. 02.02 Erfafscheidingen Kapotte en/of verrotte scheidingen die straatbeeldbepalend zijn en/of een scheiding vormen tussen privé-terrein en openbare ruimte, herstellen of vervangen. 03.00 VLOEREN ----------------------------- 03.01 Vloerconstructie 03.01.01 Doorgeroeste (delen van) onderslagen vervangen inclusief opleggingen c.q. verankeringen. 03.01.02 Houten vloerbalken van begane grondvloeren en, indien daartoe aanleiding is i.v.m. doorzakking van de vloer of lekkage, de balkkoppen van verdiepingsvloeren in gevelmuren en t.p.v. keukens en natte cellen zonodig herstellen of vernieuwen. 03.01.03 Indien nodig vloerbalken verzwaren. GB10.07 21

03.02 Vloerbeschot 03.02.01 Slecht vloerbeschot vervangen. 03.03 Vloerisolatie 03.03.01 Het aanbrengen, vervangen of herstellen van vloerisolatie. 04.00 DAKEN -------------------------- 04.01 Kapconstructies Gebreken aan spanten, muurplaten, gordingen e.d. opheffen door herstel of vervanging van onderdelen. 04.02 Dakvlak 04.02.01 Verrot c.q. aangetast dakbeschot, panlatten en tengels vervangen. 04.02.02 Scheefliggende dakpannen herleggen. Kapotte en geschilferde dakpannen vervangen. Bij reparatie en/gedeeltelijke vervanging dienen de pannen passend bij bestaand te zijn. 04.02.03 Gebreken aan bitumineuze dakbedekking opheffen. Bedekking zo nodig geheel vervangen. 04.03 Randafwerking 04.03.01 Zinken bekleding indien aangetast of beschadigd, vervangen (n.b. dakrand evt. in samenhang met vervanging van bitumineuze dakbedekking herzien). 04.03.02 Losliggende vorsten en gevelpannen herleggen en indien nodig vernieuwen. Kapotte en geschilferde vorsten vervangen. 04.03.03 Verrotte c.q. aangetaste windveren en dekspanen verwijderen en indien mogelijk vervangen door gevelpannen, anders herstellen of vervangen. 04.03.04 Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden (evt. in samenhang met herziening dakrand) herstellen of vervangen. 04.04 Dakgoten 04.04.01 Vervuilde dakgoten schoon maken. 04.04.02 Kapotte of verrotte onderdelen herstellen of vernieuwen. Indien nodig extra afvoer aanbrengen, dan wel afschot herstellen. 04.05 Dakdoorbreking 04.05.01 Dakramen, lichtkoepels en dakluiken waterdicht maken of vervangen. Lood- en zinkwerk zo nodig vernieuwen. Eventueel dakramen en lichtkoepels slopen en dichtzetten overeenkomstig bestaande constructie. GB10.07 22

04.06 Dakterrassen Terras (bestaand) beloopbaar maken Kapotte of verrotte onderdelen herstellen of vernieuwen. Indien nodig extra afvoer aanbrengen, dan wel afschot herstellen. Aangetast hekwerk, gemetselde borstwering met scheurvorming en losse stenen slopen. Bij gehele vervanging, nieuw hekwerk aanbrengen (evt. in samenhang met herziening draagconstructie). Hekwerk c.q. borstwering moet voldoen aan eisen Bouwbesluit Nieuwbouw! (waaronder verticale vloerafscheiding 1 meter) 04.07 Dakkapellen Alle dakkapellen wind- en waterdicht maken en verrotte onderdelen vervangen dan wel in het geheel vervangen. Lood- en zinkwerk zo nodig vernieuwen. 04.08 Dakisolatie 04.08.01 Het aanbrengen, vervangen of herstellen van dakisolatie. 05.00 TRAPPEN ----------------------------- 05.01 Trapconstructie Kapotte of verrotte onderdelen van trappen herstellen of vervangen. 05.02 Leuningen Losse leuningen vastzetten. Kapotte leuningen vervangen. 05.03 Traphekken Losse traphekken vastzetten. Kapotte onderdelen herstellen of vervangen. Zo nodig nieuw hekwerk aanbrengen. 06.00 GEVELS ---------------------------- 06.01 Gevelwanden 06.01.01 Scheuren in metselwerk uithakken en opnieuw voegen. Beschadigde stenen vervangen. Losse stenen en stukken metselwerk opnieuw (in)metselen in overeenstemming met de bestaande situatie. 06.01.02 Bij een gevelbreedte kleiner dan 5 meter dienen minimaal twee ventilatieopeningen t.b.v. de kruipruimte aanwezig te zijn, bij grotere gevelbreedten minimaal drie. Deze openingen dienen muisdicht te zijn. Twee van de openingen dienen nabij de bouwmuren te zijn aangebracht. Zo nodig ventilatieopeningen aanbrengen, dan wel functionerend en/of muisdicht maken. 06.01.03 Aangetast betonwerk repareren in overeenstemming met de bestaande situatie. GB10.07 23

06.02 Puien/gevelwand Aangetaste en/of versleten delen vervangen, dan wel onderdeel geheel vervangen. Bij gehele vervanging minimaal uitvoeringsniveau: 1. kozijnen met dubbelglas en een ventilatiestrook in ieder vertrek boven 1.80 mtr, in de nieuw te plaatsen kozijnen, in tochtvrije uitvoering danwel een gelijkwaardige ventilatievoorziening 2. bij vernieuwen moet dit bouwdeel voldoen aan het politiekeurmerk. Indien het vervangen van één onderdeel een groot verstorend karakter in het gevelbeeld als gevolg heeft, kan om vrijstelling van genoemde eisen worden verzocht bij de bouwvergunning aanvraag. 06.03 Randvoorzieningen 06.03.01 In het metselwerk opgenomen stalen constructiedelen indien nodig, bijv. i.v.m. het uitduwen van stenen, inspecteren op roest en zo nodig behandelen c.q. vervangen. 06.03.02 Losse stenen in rollagen en gemetselde onderdorpels vastzetten en voegen. Beschadigde en gescheurde stenen vervangen. 06.03.03 Uitgesleten hardstenen dorpels en beschadigde neuten egaliseren met kunstharsmortel. Losse dorpels vastzetten. Gescheurde dorpels zo mogelijk herstellen met kunstharsmortel, anders vervangen. 06.04 Afwerkingen 06.04.01 Los, gescheurd of ontbrekend voeg- en pleisterwerk repareren overeenkomstig de bestaande situatie. 06.04.02 Gevelbekledingen Kapotte of losse hardstenen gevelbekledingen herstellen en/of vastzetten. 06.05 Kozijnen, ramen en deuren 06.05.01 Aangetaste delen van kozijnen herstellen of vervangen. Te zeer aangetaste kozijnen in samenhang met beweegbare delen geheel vervangen. Bij gehele vervanging minimaal uitvoeringsniveau: 1. kozijnen met dubbelglas en een ventilatiestrook in ieder vertrek boven 1.80 mtr, in de nieuw te plaatsen kozijnen, in tochtvrije uitvoering danwel een gelijkwaardige ventilatievoorziening 2. bij vernieuwen moet dit bouwdeel voldoen aan het politiekeur Veilig Wonen. Indien het vervangen van één onderdeel een groot verstorend karakter in het gevelbeeld als gevolg heeft, kan om vrijstelling van genoemde eisen worden verzocht bij de bouwvergunning aanvraag. 06.05.02 Slecht sluitende, klemmende of slecht functionerende ramen goed gang- en sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. Aangetaste ramen vervangen. Bij vernieuwen moet het bouwdeel voldoen aan het politiekeur Veilig Wonen. 06.05.03 Slecht sluitende, klemmende of slecht functionerende buitendeuren goed gang- en sluitbaar maken. Zo nodig hang- en sluitwerk vernieuwen. Aangetaste en/of versleten deuren vervangen. Bij vernieuwen moet het bouwdeel voldoen aan het politiekeur Veilig Wonen. GB10.07 24

06.06 Gevelbehandeling Als er sprake is van vochtdoorslag moet dat afdoende worden bestreden. 06.07 Spouwmuurisolatie 06.07.01 Het aanbrengen, vervangen of herstellen van spouwmuurisolatie. 07.00 BALKONS EN TERRASSEN ---------------------------------------------------------------------- 07.01 Plaat/bak 07.01.01 Constructief aangetaste platen herstellen c.q.vervangen. 07.01.02 Losse en/of gescheurde afwerkvloeren vervangen. 07.01.03 Gebreken aan bitumineuze bedekking opheffen. Bedekking zo nodig geheel vervangen. Aangetaste zinken bedekking vervangen. 07.01.04 Bij bitumineuze bedekking indien nodig een ballastlaag en/of loopvlak aanbrengen. 07.02 Afwerkingen 07.02.01 Loodwerk controleren op gebreken en zo nodig vervangen. 07.02.02 Aangetaste of verrotte vullingen van dilataties verwijderen en nieuwe vullingen aanbrengen. 07.02.03 Gebreken aan de rand herstellen. Zinken bekledingen, indien aangetast en/of beschadigd, mastiekbekledingen, indien aangetast en/of beschadigd vervangen (n.b. rand eventueel in samenhang met vervanging van bedekking herzien). 07.02.04 Verrotte c.q. aangetaste boeiboorden (evt. in samenhang met herziening rand) herstellen of vervangen. 07.02 Hekwerk/borstwering Aangetast hekwerk, gemetselde borstwering met scheurvorming en losse stenen slopen. Bij gehele vervanging, nieuw hekwerk aanbrengen (evt. in samenhang met herziening draagconstructie). Bij vernieuwen moet het bouwdeel voldoen aan het Bouwbesluit Nieuwbouw. 07.03 Balkons Slechte balkons vervangen. GB10.07 25

08.00 SCHILDERWERK BUITEN --------------------------------------------------- 08.01 Schilderwerk aan te handhaven onderdelen. 08.01.01 Van houten onderdelen loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen, houtwerk schuren, stoppen, tweemaal gronden en aflakken. 08.01.02 Van stalen onderdelen loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen, staal eventueel na ontroesting en reiniging tweemaal gronden -eenmaal met corrosiewerende verf- en aflakken. 08.02 Schilderwerk aan nieuw aan te brengen onderdelen. 08.02.01 Alle houtvlakken in aanraking met beton of metselwerk tweemaal meniën. 08.02.02 Alle in het zicht blijvende houtvlakken driemaal behandelen met een dekkende beits of in overeenstemming met bestaande situatie tweemaal gronden en aflakken. 08.02.03 Van onverzinkt staal walshuid verwijderen, behandelen met zinkcompound en aflakken. Bij verzinkt staal eventuele beschadigingen met zinkcompound bijwerken. 09.00 GLASWERK BUITEN -------------------------------------------- Kapot glas in kozijnen, ramen en deuren verwijderen en vervangen door nieuw (bij voorkeur dubbel) glas. Ondeugdelijk glas-in-lood herstellen of vervangen door nieuw glas eventueel in samenhang met vervanging kozijnen aanbrengen. 10.00 WARMTE en WARMWATER INSTALLATIES --------------------------------------------------- 10.01 Warmte-installaties Bij deskundig ontworpen en aangelegde C.V. installaties dienen de slecht werkende c.q. lekkende onderdelen te worden vervangen overeenkomstig de bestaande toestand. Bij vervanging van de C.V. ketel (evt. incl. warmwatertapspiraal) dient de capaciteitsberekening en gekozen keteltype te worden overlegd. De ketel dient minimaal een type te zijn met verbeterd rendement. 10.02 Warmwatervoorziening Open verbrandingstoestellen verwijderen en vervangen door boilers of combineren met c.v.-installatie, conform installatievoorschriften. Indien gewenst kan de lokale- of centrale verwarming en de warmwatervoorziening worden herzien cq aangebracht volgens de NEN-normen. Installateurs kunnen aanwijzingen geven. De cv-installatie (verbeterd rendement) met een capaciteit in overeenstemming met de woninggrootte en isolatiepakket, eventueel incl. tapspiraal. GB10.07 26