Conventionele automatische melders FCP-320/FCH-320. Bedieningshandleiding



Vergelijkbare documenten
FCP 320/FCH 320 Conventionele Automatische Brandmelders

FCP 320/FCH 320 Conventionele Automatische Brandmelders

Automatische Brandmelders, LSN improved version FAP-DO420/FAP-420/FAH-420. Bedieningshandleiding

BL 200 stroboscooplampen

Sirene SG 200. Pagina 1 van 10. BDL-F.01U A3.nl / ST FIR/ PRM1/ zab

BES External Signaling Device

FCP-500 Conventionele Automatische Brandmelders

Smoke Alarm FERION 4000 O

BES External Signaling Device

BES External Signaling Devices

FCP 320/FCH 320 Conventionele Automatische Brandmelders

Conventional Automatic Fire Detectors FCP-320 FCH-320

Handbrandmelders DKM 120 (GLT) / SKM 120 (GLT)

Conventionele automatische brandmelders FCP-O 500 FCP-O 500-P FCP-OC 500 FCP-OC 500-P. Bedieningshandleiding

AVENAR detector Branddetectiesystemen AVENAR detector

Smoke Alarm FERION 1000 O

Akoestische signaalgever DS 10

Displaypaneel BAT 100 LSN. Bedieningshandleiding

Handmelders DM 210 LSN / SM 210 LSN

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type blz 2 en 3

Automatische melders, LSN improved version FAP-O 520 FAP-O 520-P FAP-OC 520 FAP-OC 520-P. Bedieningshandleiding

Displaypaneel BAT 100 LSN. nl Bedieningshandleiding

Kanaalrookdetectoren, SR-K-.. Omschrijving

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX. Lichtsterkteregelaar Mini Best. nr. : Bedieningshandleiding

Snelle installatiehandleiding Medisch Alarm

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

500 serie LSN brandmelders (EU)

DRAADLOZE ROOK EN HITTE DETECTOR MSD300_NL 03/12

LE10 Draadloze ontvanger

Wireless Smoke Alarm FERION 5000 OW

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

FLEXESS PEBBLE PASLEZER

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

ES-S7B. Buitensirene.

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

ES-D1A. Draadloze bewegingsdetector.

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

Thermis WireFree io temperatuur sensor

EV455AM / EV456AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 6 ma in rust (EV456AM - 6 ma) 18 ma tijdens alarm (EV456AM - 18 ma) Auto Focus

ES-S8A. Sirene op zonne-energie.

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie instructies

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

Montagehandleiding Hager rookmelders - opbouwmontage op voet -

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

PHONIRO MAIN ENTRANCE

installatiehandleiding Rookmelder

EV645 / EV646 TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt 15 ma in rust (EV ma) 26 ma tijdens alarm (EV ma) 4D-signaalverwerking

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

Inhoud van de doos. 1 x PIR Huisdier-Tolerante Draadloze Bewegingsdetector 1 x Beugel 1 x Gebruiksaanwijzing

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Brandbeveiliging met Wi-Safe 2 technologie

MGC OpenTherm regelaar

ABB i-bus KNX Thermo-elektrische ventielklep, 24 V TSA/K 24.2, 2CDG R0011

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

Rook- en hittemelders

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

FLEXIOS TOEGANGSCONTROLE TC-KS1115 KS t f MODELLEN KS1115. SPECIFICATIES KS1115 Behuizing. Beschermingsklasse

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

Je monteert de melder eenvoudig opnieuw door de melder op de sokkelvoet te schuiven totdat je een klik hoort.

installatiehandleiding Rookmelder

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

ELEKTRISCHE SLOTEN EV-ML400 ML t f MODELLEN ML400

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

ES-D3A Draadloos deur-/raamcontact

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

Montagehandleiding Hager rook- en hittemelders - montage op centraaldoos -

FUMK50020 Draadloos mini-magneetcontact Secvest

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3

GA-2 Alarmtoestel vetafscheider met twee sensoren Installatie- en bedieningsinstructies

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

500 Serie Rookmelders De kunst van onzichtbare rookdetectie

HANDLEIDING: AKOESTISCHE GLASBREUKMELDER

EV475AM / EV476AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 5 ma in rust (EV476AM - 5 ma) 18 ma tijdens alarm (EV476AM - 18 ma) Auto Focus

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

Gebruikershandleiding

Smoove Origin RTS. Instalatiehandleiding

Ei Professional. Ei Easi-fit rook- en hittemelder 230V~ met alkaline batterij back-up

NEDERLANDS. Veiligheidsvoorschriften Stel het product niet bloot aan water of vocht Verf niet over de rookmelder

Adapter voor KNX en relais

FLEXIOS TOEGANGSCONTROLE

PIR DOUBLE TWIN OPTICS PIR- BEWEGINGSDETECTOR HANDLEIDING

FAS-420-TM Serie Rookaanzuigsystemen LSN improved version

installatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA

MILAN. Aanwezigheidssensor voor industriële poorten BESCHRIJVING TECHNISCHE SPECIFICATIES NEDERLANDS

Technische documentatie

Rookmelders. Serie RM-O-3-D. Voor het signaleren van rook in luchtkanalen. 10/2015 NL/nl K

Binnenontvanger verlichting RTS - opbouw. Installatiehandleiding

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Montage- en gebruiksaanwijzing

DICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW

Bilgewater sensor en pompsturing

DT 300 (v0.1) (CONCEPT) DT300 controle instrument voor Samon SC - gas detectoren

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

KABELTESTER en DIGITALE MULTIMETER. Turbotech TT1015

Transcriptie:

Conventionele automatische melders FCP-320/FCH-320 nl Bedieningshandleiding

Conventionele automatische melders Inhoudsopgave nl 3 Inhoudsopgave 1 Productbeschrijving 5 2 Systeemoverzicht 6 2.1 Configuratie van de melder 6 2.2 Functiebeschrijving van de sensortechnologie 6 2.2.1 Optische sensor (rookmelder) 6 2.2.2 Thermosensor (hittedetector) 6 2.2.3 Chemische sensor (gassensor) 6 2.3 Beschrijving van het systeem 6 2.4 Productkenmerken 7 3 Installatie/configuratie 8 3.1 Belangrijkste richtlijnen voor installatie/configuratie 8 3.2 Gebruik in brandkeringen conform DIBt 8 4 Installatie 9 4.1 Overzicht van meldersokkels 9 4.2 Montage van de sokkels 11 4.3 Bekabeling 12 4.3.1 Bekabeling van de MS 400/MS 400 B 12 4.3.2 Bekabeling van de MSR 320 13 4.4 Meldersokkelsirene 14 4.5 De melder installeren 14 4.6 Melder verwijderen 15 5 Accessoires 16 5.1 EOL-afsluitmodule voor het lijnafsluiting conform EN 54-13 16 5.2 Steunplaten voor melderidentificatie 16 5.3 SK 400 Beschermkorf 16 5.4 SSK 400 Stofkap 17 5.5 MK 400 Meldersteun 17 5.6 MH 400 Melderverwarmingselement 17 5.7 Melderparallelweergave / nevenindicator 17 5.7.1 FAA-420-RI Nevenindicator 18 5.7.2 Melderparallelweergave MPA 19 5.8 Accessoires voor het onderhoud en het testen van de melder 21 6 Besteloverzicht 24 6.1 Meldervarianten 24 6.1.1 Melders met alarmweerstand van 820 ohm 24 6.1.2 Melders met alarmweerstand van 470 ohm* 24 6.2 Meldersokkels 24 6.3 Melderaccessoires 24 6.4 Installatie-accessoires 25 6.5 Meldersokkelsirenes 25 Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

4 nl Inhoudsopgave Conventionele automatische melders 6.6 Serviceaccessoires 25 7 Onderhoud en service 26 7.1 Codering van de meldertypes 27 7.2 Testprocedure voor melders met C-sensor 27 7.3 Testprocedure voor melders zonder C-sensor 28 7.4 Garantie 28 7.5 Reparatie 28 7.6 Afvalverwerking 28 7.7 Aanvullende documentatie 28 8 Specificaties 29 I Afkortingen 31 F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Productbeschrijving nl 5 1 Productbeschrijving AANWIJZING! In deze productinformatie wordt het volledige productaanbod beschreven van de FCP-320/ FCH-320 Conventionele automatische brandmelders. De FCP-320/FCH-320 Conventionele automatische brandmelders werken op basis van conventionele technologie en combineren standaard detectiemethodes zoals strooilichtmeting en temperatuurmeting met gasmetingstechnologie op het hoogste configuratieniveau. Bij deze methode worden signalen van de gassensor, strooilichtsensor of thermosensor geanalyseerd met behulp van geavanceerde verwerkingsmethodes. Beveiliging tegen ongewenste alarmen neemt zo aanzienlijk toe en de detectietijd ligt lager dan bij de brandmelders die tegenwoordig verkrijgbaar zijn. Dankzij het grotere informatiegehalte van de multisensor-melder is het gebruik van melders mogelijk in omgevingen waar geen enkelvoudige rookmelders geplaatst kunnen worden. De melders zijn leverbaar in de volgende configuraties: FCP-OC320: Optisch/chemische combinatiemelders FAP-OT320: Optisch/thermische combinatiemelders FCP-O320: Optische rookmelders FCH-T320: Thermomelders. De samenwerking van technici en ontwerpers resulteerde in het tijdloze, innovatieve ontwerp van deze melder. Dit ontwerp heeft het mogelijk gemaakt om de op het oog onverenigbare doelen van voldoende installatieruimte en een kleine melder te combineren. Een zichtbaar kenmerk van het installatievriendelijke ontwikkelingsconcept dat onmiddellijk opvalt, is de melderindicator bovenop de melder. Dankzij de positie-onafhankelijke plaatsing van de melderindicator hoeft de stabiele en robuuste meldersokkel niet langer in een bepaalde richting te worden gemonteerd. De melder is geschikt voor opbouw- en inbouwmontage en wordt geleverd met separate bevestigingspunten voor verlaagde plafonds en inbouw contactdozen. Bovendien past de sokkel bij elk gangbaar boorpatroon. Bij opbouwmontage kan de kabel via de zijkant worden ingevoerd. De geïntegreerde trekontlasting voor kabels voorkomt het lostrekken van kabels van hun aansluitklem nadat zij zijn geïnstalleerd. De klemmen zijn eenvoudig bereikbaar; de melder beschikt over een geïntegreerde houder voor de afsluitweerstand. Er kunnen kabels worden gebruikt met een dwarsdoorsnede tot 2,5 mm 2. De melder kan tevens worden uitgerust met een dampdichte afsluiting zodat met één sokkel aan alle installatievereisten kan worden voldaan. De 320 Serie melders zijn leverbaar met een alarmweerstand van 470 Ω of een alarmweerstand van 820 Ω. De bedrijfsspanning ligt tussen 8,5 VDC en 32 VDC, waardoor de melders kunnen worden gebruikt met praktisch iedere conventionele brandmeldcentrale. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

6 nl Systeemoverzicht Conventionele automatische melders 2 Systeemoverzicht 2.1 Configuratie van de melder 1 Rookmetingskamer met optische sensor 2 Thermosensor 3 Chemische sensor (niet zichtbaar in de dwarsdoorsnede) 4 Afzonderlijk display 5 Printplaat met evaluatie-elektronica 6 MS 400 / MS 400 B Sokkel 2 5 4 6 3 1 Afbeelding 2.1 Configuratie van de melder 2.2 Functiebeschrijving van de sensortechnologie 2.2.1 Optische sensor (rookmelder) De optische sensor maakt gebruik van de strooilichtmethode. Een LED zendt een lichtsignaal naar de meetkamer (zie Afbeelding 2.1, onderdeel 1); dit licht wordt geabsorbeerd in de labyrintstructuur. Bij brand dringt de rook de meetkamer in. Het licht wordt verstrooid door de rookdeeltjes en raakt de fotodiodes, die de lichthoeveelheid omzetten in een proportioneel elektrisch signaal. 2.2.2 Thermosensor (hittedetector) Een thermistor (zie Afbeelding 2.1, onderdeel 2) in een weerstandsnetwerk doet dienst als thermosensor; een analoog-digitaal-omvormer meet met regelmatige tussenpozen de temperatuurafhankelijke spanning. Afhankelijk van de ingestelde melderklasse schakelt de temperatuursensor naar de alarmstatus als de maximumtemperatuur boven 54 C komt (thermomaximaal) of als er binnen een bepaalde tijd een ingestelde temperatuurverhoging plaatsvindt (thermodifferentiaal). 2.2.3 Chemische sensor (gassensor) De gassensor (zie Afbeelding 2.1 en Afbeelding 2.2, onderdeel 3) detecteert hoofdzakelijk de koolmonoxide (CO) die bij een brand ontstaat, maar ook waterstof (H) en stikstofmonoxide (NO). Het onderliggende meetprincipe is CO-oxidatie en de meetbare stroom die daardoor wordt opgewekt. De sterkte van het sensorsignaal is evenredig aan de concentratie van het gas. De gassensor levert extra informatie om misleidende variabelen betrouwbaar te onderdrukken. Chemische sen- Afbeelding 2.2 sor 3 2.3 Beschrijving van het systeem De FCP-320/FCH-320 Serie brandmelders zijn leverbaar met maximaal twee ingebouwde detectieprincipes: Optisch (rook): O F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Systeemoverzicht nl 7 Thermisch (hitte): T Chemisch (gas): C Alle sensorsignalen worden continu geanalyseerd door de interne signaalanalyse-elektronica en worden met elkaar in verband gebracht. Als een signaalcombinatie overeenkomt met het geprogrammeerde codeveld van de melder, wordt automatisch een alarm in werking gesteld. Door de sensoren te koppelen kan de combinatie van detectoren ook worden gebruikt in omgevingen waar werkzaamheden een lichte mate van rook, stoom of stof veroorzaken. De FCP-OC320/FCP-OC320-R470 Melders analyseren de actuele CO-concentratie en passen de drempelwaarde van de optische sensor aan overeenkomstig de CO-concentratie. Als er geen CO in de lucht zit, wordt het alarm ook geactiveerd bij een bepaalde rookdichtheid en hoger. Het alarm wordt echter niet geactiveerd als er alleen CO in de lucht wordt gedetecteerd. De FCP-OT320/FCP-OT320-R470 Melders activeren zowel bij rook als bij een temperatuurstijging een alarm. Daarnaast wordt de drempel van de optische sensor aangepast overeenkomstig de absolute temperatuur en de snelheid waarmee de temperatuur stijgt. 2.4 Productkenmerken Actieve instelling van de drempelwaarde (driftcompensatie) wanneer de optische sensor vervuild raakt. Actieve instelling van de drempelwaarde (driftcompensatie) van de chemische sensor. Activeren van een melderparallelweergave is mogelijk. Optionele mechanische beveiliging tegen verwijdering (kan in- of uitgeschakeld worden). Stofwerende labyrintdichting en kapconstructie. Iedere melder heeft een reinigingsopening met afsluitdopje om de optische kamer schoon te blazen met perslucht (niet nodig voor de FCH-T 320/FCH-T 320-R470/FCH-T 320-FSA Hittedetectoren). Aan te sluiten op brandmeldcentrales van Bosch en de meeste in de handel verkrijgbare conventionele brandmeldcentrales. Dankzij twee varianten met een alarmweerstand van 820 Ω en 470 Ω kan de melder worden gebruikt met praktisch iedere conventionele brandmeldcentrale. Een niet-afgeschermde kabel kan worden gebruikt als de primaire lijn. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

8 nl Installatie/configuratie Conventionele automatische melders 3 Installatie/configuratie AANWIJZING! FCP-320/FCH-320 Conventionele automatische brandmelders zijn niet bedoeld voor gebruik buitenshuis. 3.1 Belangrijkste richtlijnen voor installatie/configuratie Installatie/configuratie van multisensor-brandmelders vindt plaats volgens de richtlijnen voor optische melders, totdat er een onafhankelijke richtlijn is uitgewerkt met de VdS (zie DIN VDE 0833 deel 2 en VDS 2095): Maximaal bewakingsgebied: 120 m 2 Maximale installatiehoogte: 16 m. Maximaal toegestane luchtsnelheid: 20 m/s. Per primaire lijn kunnen maximaal 32 melders worden aangesloten. Dit aantal is beperkt tot 20 melders als deze zijn aangesloten op een UGM 2020 (GIF/GIF2). 3.2 Gebruik in brandkeringen conform DIBt De FCH-T320-FSA en FCP-O320 zijn leverbaar voor gebruik in brandkeringen conform the richtlijn van de DIBt (Deutsches Institut für Bautechnik/Duits Instituut voor Bouwtechnologie). Bij het plannen van brandkeringen conform DIBt, moet de FCH-T 320-FSA melder worden ingesteld op klasse A1R. Beide modellen hebben een DIBt-goedkeuring. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Installatie nl 9 4 Installatie 4.1 Overzicht van meldersokkels De melderkop van de FCP-320/FCH-320 Serie wordt gebruikt in een van de onderstaande meldersokkels. Deze zijn geschikt voor zowel inbouw- als opbouwbekabeling. Ze zijn voorzien van separate bevestigingspunten voor plafond-/inbouwdozen. Bovendien passen ze bij elk gangbaar boorpatroon. De meldersokkels zijn gemaakt van wit ABS-kunststof (kleur vergelijkbaar met RAL 9010) en hebben een matte oppervlakafwerking. De sokkels zijn voorzien van schroefklemmen om de melder en de bijbehorende accessoires aan te sluiten op de brandmeldcentrale. Contacten verbonden met de aansluitingen garanderen een veilige elektrische verbinding bij het installeren van de FCP-320/FCH-320 Melders. Er kunnen kabels worden gebruikt met een diameter tot 2,5 mm 2. Om het kwaadwillig verwijderen van de melder tegen te gaan, kan de melder worden beveiligd met een variabele vergrendeling. MS 400 De MS 400 Meldersokkel is de standaard meldersokkel. Hij beschikt over zeven schroefklemmen. MSF 400 B De standaard MS 400 Meldersokkel met Bosch merknaam. FAA-420-SEAL Afdichting voor gebruik van de MS 400 en MS 400 B melders in een vochtige omgeving. De TPE-afdichting beschermt de melder uitstekend tegen het binnendringen van condenswater. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

10 nl Installatie Conventionele automatische melders MSR 320 De MSR 320 conventionele meldersokkel met relais is voorzien van een geïntegreerd relais met NO/C/NC-contacten voor schakeltoepassingen (bijv. kleppen, deurhouders, enz.). MSC 420 De MSC 420 Extra sokkel is speciaal bedoeld voor opbouwbekabeling via beschermde kabeldoorvoeren. Hij kan in combinatie met alle bovenstaande sokkels worden gebruikt. De sokkel beschikt over twee tegenover elkaar liggende ingangen voor diameters tot 20 mm en twee extra tegenover elkaar liggende voorbereide ingangen voor diameters tot 28 mm. De extra sokkel heeft een diameter van 120 mm en een hoogte van 36,7 mm. Om te voorkomen dat condenswater de melder binnendringt, is de MSC 420 voorzien van een afdichting van TPE. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Installatie nl 11 4.2 Montage van de sokkels De meldersokkels worden vastgeschroefd op een egaal, droog oppervlak met behulp van twee schroeven op een onderlinge afstand van ca. 55 mm. In geval van opbouwbekabeling dient u de voorbereide ingangen (X) uit de behuizing te breken. In het geval van inbouwbekabeling voert u de kabel door de opening in het midden van de sokkel. De korte montageboorgaten, die in de tekening met de letter "Y" zijn gemarkeerd, mogen alleen worden gebruikt voor bevestiging op een inbouwdoos. AANWIJZING! Kabels kunnen aan dezelfde zijde worden doorgevoerd en uitgevoerd. Voor kabeldoorvoer op de FAA-420-SEAL en MSC 420 prikt u de afdichting door met een puntig gereedschap. Snijd niet met een mes in de afdichting. Ø 120 22.7 X 14 Ø 100 7.8 55 Y Y Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

12 nl Installatie Conventionele automatische melders 4.3 Bekabeling AANWIJZING! Houd de aardingsdraad zo kort mogelijk en zorg dat deze is geïsoleerd. 4.3.1 Bekabeling van de MS 400/MS 400 B b1 LSN +/L..b b2} max. 30 V DC bk ye ye a1/a2 (LSN -/L..a) wh bk rd gn C max. 3 m bk rd + MPA/ FAA-420-RI Legenda g geel, aansluiten op b1/b2 + / L..b (conventioneel) w wit, aansluiten op a1/a2 - / L..a (conventioneel) rd rood, aansluiten op +V zw zwart, aansluiten op 0V gr groen, aansluiten op afschermingskabel c Indicatoruitgang +V / 0V Aansluitingen voor het doorlussen van de voeding naar de volgende elementen MPA / FAA-420- Melderparallelweergave / nevenindicator RI F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Installatie nl 13 AANWIJZING!De laatste melder in een conventionele lijn kan worden afgesloten met een afsluitweerstand in de meldersokkel of met een FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule. Om de lijn af te sluiten conform de norm EN-54-13, is de FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule vereist. 4.3.2 Bekabeling van de MSR 320 Maximale contactbelasting (ohmse belasting) van het wisselcontactrelais: 62,5 VA: 0,5 A bij 125 VAC 30 W: 1 A bij 30 VDC 0,5 A / 125 V AC 1 A / 30 V DC NC NO FLM-420/4-CON CZM } OUT + COM b2 NC C NO b1 ye ye wh rd bk gn c C a1/a2 FLM-420/4-CON CZM } OUT max. 3 m bk rd + MPA/ FAA-420-RI Legenda g geel, aansluiten op b1/b2 + / L..b (conventioneel) w wit, aansluiten op a1/a2 - / L..a (conventioneel) rd MPA/FAA-420-RI: rood, aansluiten op b1 zw MPA/FAA-420-RI: zwart, aansluiten op c (indicatoruitgang) gr groen, aansluiten op afschermingskabel NC / C / NO Wisselcontactrelais (alleen voor de MSR 320) Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

14 nl Installatie Conventionele automatische melders Legenda +V / 0V Aansluitingen voor het doorlussen van de voeding naar de volgende elementen MPA / FAA-420- Melderparallelweergave / nevenindicator RI AANWIJZING!De laatste melder in een conventionele lijn kan worden afgesloten met een afsluitweerstand in de meldersokkel of met een FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule. Om de lijn af te sluiten conform de norm EN-54-13, is de FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule vereist. 4.4 Meldersokkelsirene Meldersokkelsirenes zijn leverbaar in vier varianten en worden gebruikt als het noodzakelijk is om het alarm met geluidsignaal te melden op de plaats van de brand. MSS 300 Meldersokkelsirene wit, voor conventionele technologie, aansluiting via het C-punt van de melder. MSS 300 WS-EC Meldersokkelsirene wit, voor conventionele technologie, met externe activering. De geïntegreerde toongenerator biedt de keuze uit 11 tonen (inclusief tonen conform DIN 33404 en EN 457) met een geluidsdruk van maximaal 100 dba, afhankelijk van de geselecteerde toon. Het toontype van conventionele varianten wordt ingesteld via vier DIP-switches en het volume kan worden aangepast via een potentiometer. Opbouw- en inbouwbekabeling mogelijk. 4.5 De melder installeren AANWIJZING! De verpakking van de multisensor-melders met C-sensor bestaat uit scheurbestendig PE-ALU gelamineerd folie en moet voorzichtig worden opengesneden. Na de installatie en de aansluiting van de sokkel wordt de melder in de sokkel geplaatst en zo ver mogelijk naar rechts gedraaid. Meldersokkels worden geleverd met inactieve vergrendelingen. De melder kan in de sokkel worden vergrendeld (beveiliging tegen verwijdering). De vergrendelingsfunctie wordt ingeschakeld door de beugel (X) uit de sokkel te breken en in de overeenkomstige groef te duwen, zoals weergegeven in Afbeelding 4.1. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Installatie nl 15 1 2 3 X X X X Afbeelding 4.1 De beveiliging tegen verwijdering inschakelen Legenda 1 Beugel (X) vóór het uitbreken 2 Beugel (X) geplaatst maar niet actief 3 Vergrendeling ingeschakeld 4.6 Melder verwijderen Niet-vergrendelde melders kunnen worden verwijderd door ze linksom te draaien en ze uit de sokkel te nemen. Vergrendelde melders worden verwijderd door een schroevendraaier in de ontgrendelingsopening (Y) te steken zodat de beugel omhoog wordt gedrukt; tegelijkertijd moet de melder naar links worden gedraaid (zie Afbeelding 4.2). Y Afbeelding 4.2 Melder verwijderen (vergrendelde melder) Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

16 nl Accessoires Conventionele automatische melders 5 Accessoires 5.1 EOL-afsluitmodule voor het lijnafsluiting conform EN 54-13 FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule De FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule is een 2-draads module voor het afsluiten van een conventionele lijn conform EN 54-13. Deze module detecteert lijnstoringen conform EN 54-13 en stuurt een melding naar het display van de brandmeldcentrale. Voor een conventionele aansluiting conform EN 54-13 mag één lijn niet meer dan 32 automatische melders bevatten. 5.2 Steunplaten voor melderidentificatie De steunplaten zijn gemaakt van ABS-kunststof met een dikte van 1,8 mm en worden tussen de meldersokkel en het plafond geklemd. TP4 400 Steunplaat De TP4 400 Steunplaat is bedoeld voor een maximale installatiehoogte van 4 m en voor labels met een grootte van ongeveer 65x34mm. 15 / 4 TP8 400 Steunplaat De TP8 400 Steunplaat is bedoeld voor een maximale installatiehoogte van 8 m en voor labels met een grootte van ongeveer 97x44mm. 5.3 SK 400 Beschermkorf The SK 400 Beschermkorf wordt over de melder aangebracht waardoor deze aanzienlijk beter wordt beschermd tegen schade. Als een melder bijvoorbeeld is geplaatst in een sportgelegenheid voorkomt de beschermkorf dat ballen of ander sportmateriaal de melder raken en hem beschadigen. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Accessoires nl 17 5.4 SSK 400 Stofkap De SSK 400 Stofkap is nodig gedurende bouwwerkzaamheden om een geïnstalleerde meldersokkel, met of zonder melderkop, te beschermen tegen vuil. De beschermende stofkap is vervaardigd van polypropyleen (PP) en wordt op de geïnstalleerde meldersokkel gedrukt. 5.5 MK 400 Meldersteun De MK 400 Meldersteun wordt gebruikt om melders boven deurkozijnen of op vergelijkbare plaatsen te installeren conform DIBt. De steun wordt geleverd met een vooraf gemonteerde MS 400 Meldersokkel (afgebeelde melder niet inbegrepen). 5.6 MH 400 Melderverwarmingselement Het MH 400 Melderverwarmingselement is nodig als de melder wordt gebruikt in omgevingen waar watercondensatie voor kan komen, bijvoorbeeld een magazijn dat vaak kort wordt geopend voor laden en lossen. Het melderverwarmingselement wordt aangesloten op de + V/0 V-aansluitingen in de meldersokkel. Bedrijfsspanning: 24 VDC Weerstand: 1 kω Stroomverbruik: 3 W. De verwarming wordt gevoed ofwel via de doorgeluste voedingsspanning vanuit de centrale of via een separate voedingseenheid. Bij voeding via de centrale is het aantal melderverwarmingselementen afhankelijk van de diameter en de lengte van de gebruikte kabel. 5.7 Melderparallelweergave / nevenindicator De melderparallelweergave of nevenindicator is nodig wanneer de melder niet direct zichtbaar is of in een verlaagd plafond of valse vloer is gemonteerd. De nevenindicatoren moeten altijd in gangen of toegangspaden naar de overeenkomstige secties of ruimtes van het gebouw worden geïnstalleerd. De rode alarmindicatie van zowel FAA-420-RI en MPA voldoen aan DIN 14623. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

18 nl Accessoires Conventionele automatische melders 5.7.1 FAA-420-RI Nevenindicator Installatievoorschriften AANWIJZING! De FAA-420-RI moet dusdanig worden geïnstalleerd dat de brede zijde van de rode alarmindicatie (A) binnen het zichtveld van de waarnemer blijft. FAA-420-RI 1. 51 57 X A 79 _ + Y 2. 79 31 Z A Afbeelding 5.1 Montage van de FAA-420-RI 1. Verwijder vóór de installatie de kap van de bodemplaat. Druk hiertoe met een plat voorwerp (bijv. een schroevendraaier) op het bevestigingshaakje een schroevendraaier) en til de kap voorzichtig op. 2. Monteer de FAA-420-RI aan een droog en vlak plafond of muur. 3. In geval van opbouwbekabeling dient u de voorbereide kabelingangen (zie Afbeelding 5.1, onderdeel Z) uit de behuizing te breken. Bij inbouwbekabeling voert u de kabel door de opening onder de aansluitprintplaat (zie Afbeelding 5.1, onderdeel Y). 4. Plaats de kap terug en klik deze op zijn plaats zodra de installatie en de aansluiting zijn voltooid. Bekabeling De FAA-420-RI wordt aangesloten op twee schroefklemmen. Klem Connector - GLT - / LSN - + GLT + / LSN + _ + LET OP! Als het stroomverbruik van de aangesloten melder boven 20 ma komt, kan dit leiden tot storing van of schade aan de FAA-420-RI Nevenindicator. Om schade aan de FAA-420-RI te voorkomen, dient u het maximale stroomverbruik van de melder te beperken tot 20 ma. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Accessoires nl 19 Alle huidige brandmelders van Bosch zijn uitgerust met een interne weerstand om het stroomverbruik te beperken. AANWIJZING! De kabellengte tussen de melder en de FAA-420-RI mag niet langer zijn dan 3 m als de kabel niet afgeschermd is. Technische specificaties FAA-420-RI Bedrijfsspanning Maximaal stroomverbruik Weergavemedium Toegestane kabeldiameter Afmetingen Gewicht 5 VDC tot 30 VDC 20 ma 2 LED's 0,6 mm tot 2 mm 79 x 79 x 31 mm ca. 45 g 5.7.2 Melderparallelweergave MPA Installatievoorschriften Installatie rechtstreeks op muur of plafond. Voor opbouwbekabeling dient u de voorbereide ingangen (X) uit de behuizing te breken. Voor invoer aan de achterzijde en lasdoosmontage leidt u de kabel door de opening in het midden van de sokkel. AANWIJZING! De platte zijde van het prisma (Y) moet naar de waarnemende persoon wijzen. 60 85 A 55 85 1234 Y 55 39 X 11 Y A Afbeelding 5.2 De MPA bevestigen De MPA aansluiten De MPA wordt aangesloten op de Wago-klemmen 1 t/m 4. Aansluiten: Steek de geïsoleerde draad (niet gevlochten) in de klem. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

20 nl Accessoires Conventionele automatische melders Loskoppelen: Trek de draad uit de klem door hem heen en weer te bewegen. Op elke MPA kunnen maximaal vier melders worden aangesloten. Dankzij drie ingangen (klem 2 tot 4) kan de installatie aan de verschillende lijntechnologieën worden aangepast. Aansluiting in relatie tot de gebruikte lijntechnologie Lijntechnologie Brandmeldcentrale Gebruikte klemmen Conventioneel BZ 1060 1 + 2 Conventioneel FPA-5000, UEZ 1000, UGM 2020, FP 102/104/106 1 + 3 LSN FPA-5000, BZ 500 LSN, UEZ 1000, UEZ 2000 LSN, UGM 2020 1 + 4 Klem Connector 1 Aarding 2 Ingang knipperend (LED knippert) 3 Ingang statisch (LED brandt continu) 4 Ingang statisch (LED brandt continu) De aansluiting op klem 4 mag uitsluitend plaatsvinden via een voorschakelweerstand, anders kan de LED beschadigd raken. Alle huidige brandmelders van Bosch zijn uitgerust met een interne weerstand om het stroomverbruik te beperken. 1234 LET OP! Als het stroomverbruik van de aangesloten melder boven 20 ma komt, kan dit leiden tot storing van of schade aan de MPA melderparallelweergave. Om schade aan de MPA te voorkomen, dient u het maximale stroomverbruik van de melder te beperken tot 20 ma. AANWIJZING! De kabellengte tussen de melder en de MPA mag niet langer zijn dan 3 m als de kabel niet afgeschermd is. Technische specificaties voor MPA Bedrijfsspanning 9 VDC tot 30 VDC Maximaal stroomverbruik Klem 2 ca. 2 ma Klem 3 beperkt tot 13 ma Klem 4 limiet tot max. 20 ma Weergavemedium 1 LED Toegestane kabeldiameter 0,6 mm tot 0,8 mm Afmetingen 79 x 79 x 31 mm Gewicht ca. 65 g VdS-goedkeuringsnr. G 294 052 F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Accessoires nl 21 5.8 Accessoires voor het onderhoud en het testen van de melder SOLO200 Melderplukker Met de draaiende grijpsegmenten met drie verschillende diameters is de SOLO200 Melderplukker geschikt voor het plaatsen en verwijderen van de meeste brandmelders. Met de kunststofdoppen kunnen de brandmelders stevig worden vastgepakt en ze beschermen op die manier tevens het melderoppervlak tegen beschadiging. RTL-dop Kunststofdoppen voor de SOLO200 Melderplukker Geleverde onderdelen 2 stuks SOLO330 Testapparaat voor Rookmelders Gebruik het SOLO330 Testapparaat voor Rookmelders voor het ter plekke testen van rookmelders met behulp van een aerosol waarmee rookdeeltjes worden nagebootst. Solo A3-001 Testaerosol voor Optische Rookmelders Spuitbus met 250 ml Testaerosol voor Optische Rookmelders LE = 12 stuks SOLO CO-testgas Spuitbus met CO-testgas voor multisensormelders met C-component. Inhoud: ca. 4 l gecomprimeerd gas LE = 12 stuks Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

22 nl Accessoires Conventionele automatische melders SOLO461 Testapparaat voor hittedetectoren Het SOLO461 Testapparaat voor hittedetectoren werkt op een batterij en stuurt verhitte lucht naar de sensoren van hittedetectoren. Het apparaat maakt gebruik van een gepatenteerde CAT -systeem (Cross Air Technology) om de luchtstroom horizontaal te richten op de sensor, ongeacht de grootte of de vorm van de melder. FME-TESTIFIRE Multi-Stimulus Meldertester De FME TESTIFIRE is het eerste functionele testinstrument voor optische en ionisatiebrandmelders, hittemelders (vaste temperatuur en differentiaal), koolmonoxidemelders (CO-melders) evenals multisensormelders en multicriteriamelders. Teststimuli (hitte, rook, en koolmonoxide) worden gecreëerd zonder het gebruik van spuitbussen of andere gevaarlijke media. Teststimuli worden op het moment van de test gegenereerd met behulp van veilige en gepatenteerde processen die door vervangbare capsules worden gevoed. FME-TS3 Rookcapsule Rookcapsule voor FME-TESTIFIRE testinstrument FME-TC3 CO-capsule CO-capsule voor FME-TESTIFIRE testinstrument SOLO100 Telescoopstang voor Test- en Servicapparatuur De SOLO100 Telescoopstang voor test- en serviceapparatuur is bedoeld voor het installeren en vervangen van brandmelders aan hoge plafonds. Hij kan worden uitgebreid met maximaal 3 SOLO101 vaste verlengstangen. De telescoopstang voor test- en serviceapparatuur kan worden gebruikt in situaties met een hoge spanning en is gecontroleerd op naleving van veiligheidsvoorschriften van BS EN 61235, deel 12 bij een spanning van 20 kv. Lengte: 1 m tot 3,4 m F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Accessoires nl 23 SOLO101 Vaste verlengstang De SOLO101 Vaste verlengstang is bedoeld voor het installeren en vervangen van brandmelders aan plafonds. Hij kan afzonderlijk worden gebruikt of worden uitgebreid met maximaal 3 andere Vaste verlengstangen. Hij kan tevens worden gebruikt in combinatie met de SOLO100 Telescoopstang voor test- en serviceapparatuur. De vaste verlengbuis kan worden gebruikt in situaties met een hoge spanning en is gecontroleerd op naleving van veiligheidsvoorschriften van BS EN 61235, deel 12 bij een spanning van 20 kv. Lengte: 1 m SOLO610 Tas voor testapparatuur De SOLO610 Tas voor testapparatuur is een stevige tas, gemaakt van degelijk nylon met een PVC-coating, voor het dragen en opbergen van test- en onderhoudsproducten. De tas heeft speciale compartimenten voor een groot aantal verschillende producten. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

24 nl Besteloverzicht Conventionele automatische melders 6 Besteloverzicht 6.1 Meldervarianten 6.1.1 Melders met alarmweerstand van 820 ohm Typenummer Naam Product-ID FCP-OC320 Optisch/chemische multisensormelder F.01U.026.292 FCP-OT320 Optisch/thermische multisensormelder F.01U.026.295 FCP-O320 Optische rookmelder F.01U.026.293 FCH-T320 Hittedetector F.01U.026.291 FCH-T320-FSA Hittedetector voor brandkeringen conform DIBt, onderworpen aan kwaliteitscontrole F.01U.026.294 6.1.2 Melders met alarmweerstand van 470 ohm* Typenummer Naam Product-ID FCP-OC320-R470 Optisch/chemische multisensormelder F.01U.029.867 FCP-OT320-R470 Optisch/thermische multisensormelder F.01U.029.862 FCP-O320-R470 Optische rookmelder F.01U.029.857 FCH-T320-R470 Hittedetector F.01U.029.861 Melders met een alarmweerstand van 470 ohm zijn niet in alle landen leverbaar. 6.2 Meldersokkels Typenummer Naam Product-ID MS 400 Standaard meldersokkel voor opbouw- en inbouwbekabeling MS 400 B Standaard meldersokkel voor opbouw- en inbouwbekabeling, met Bosch merknaam FAA-420-SEAL Dampdichte afsluiting voor MS 400 en MS 400 B Meldersokkels MSR 320 Conventionele meldersokkel met relais, voor opbouw - en inbouwbekabeling MSC 420 Extra sokkel met dampdichte afsluiting, voor opbouwbekabeling 4.998.021.535 F.01U.215.139 F.01U.215.142 4.998.114.565 4.998.113.025 6.3 Melderaccessoires Typenummer Naam Product-ID FLM-320-EOL2W EOL-afsluitmodule, 2-draads F.01U.083.619 TP4 400 TP8 400 SK 400 Steunplaat voor melderidentificatie, installatiehoogte tot 4 m (1 verpakking = 50 stuks) Steunplaat voor melderidentificatie, installatiehoogte tot 8 m (1 verpakking = 50 stuks) Beschermkorf, voor bescherming tegen mechaniekschade 4.998.084.709 4.998.084.710 4.998.025.369 F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Besteloverzicht nl 25 Typenummer Naam Product-ID SSK 400 Stofkap (1 verpakking = 10 stuks) 4.998.035.312 MH 400 Melderverwarmingselement 4.998.025.373 6.4 Installatie-accessoires Typenummer Naam Product-ID MK 400 FMX-DET-MB Steun voor montage van melders conform DIBt, inclusief meldersokkel Montagebeugel met bevestigingsmaterialen voor valse vloeren, zonder meldersokkel 4.998.097.924 2.799.271.257 6.5 Meldersokkelsirenes Typenummer Naam Product-ID MSS 300 MSS 300 WS-EC Meldersokkelsirene wit, alleen C-punt-activering via aangesloten melder, voor inbouw- en opbouwbekabeling Meldersokkelsirene wit, alleen voor separate activering bijv. via Interfacemodule, voor inbouw- en opbouwbekabeling 4.998.025.372 4.998.120.501 6.6 Serviceaccessoires Typenummer Naam Product-ID SOLO200 Melderplukker 4.998.112.113 RTL-dop Kunststofdoppen voor de SOLO200 Melderplukker 4.998.082.502 (leveringsomvang: 2 stuks) SOLO330 Testapparaat voor rookmelders 4.998.112.071 SOLOA3-001 Testaerosol voor optische rookmelders 4.998.112.074 SOLO CO-testgas SOLO CO-testgas (400 ml, 1 verpakking = 10 stuks) 4.998.109.056 SOLO461 Testapparaat voor hittedetectoren (draadloos) 4.998.112.072 SOLO720 Batterij voor SOLO461 Testapparaat voor 4.998.147.576 Hittedetectoren FME-TESTIFIRE Multi-stimulus testinstrument F.01U.143.407 FME-TS3 Rookcapsule F.01U.143.404 FME-TC3 CO-capsule F.01U.143.405 SOLO100 Telescoopstang voor test- en serviceapparatuur 4.998.112.069 SOLO101 Vaste verlengstang 4.998.112.070 SOLO610 Tas voor testapparatuur 4.998.112.073 Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

26 nl Onderhoud en service Conventionele automatische melders 7 Onderhoud en service Onderhouds- en inspectiewerkzaamheden aan beveiligingssystemen worden in Duitsland uitgevoerd conform de richtlijnen van DIN VDE 0833; deze richtlijnen bepalen de onderhoudsintervallen, zoals gespecificeerd door de fabrikant. Onderhouds- en inspectiewerkzaamheden moet regelmatig worden uitgevoerd en door technici die hiervoor zijn opgeleid. BOSCH Security Systems raadt een jaarlijkse functionele en visuele inspectie aan. Testen Controle van het LED-display Visuele controle van de bevestiging Visuele controle op schade Controleer of het bewakingsbereik niet wordt belemmerd, bijvoorbeeld door schappen of gelijksoortige installaties. Activering met hete lucht Activering met SOLO A3-001 Testgas Activering met COtestgas Type melder FCP-O320 FCP-O320- R470 FCH-T320 FCH-T320- R470 FCH-T320-FSA FCP-OT320 FCP-OT320- R470 FCP-OC320 FCP-OC320- R470 X X X X X X X X X X X X X X X X - X X X X - X X - - - X FCP-OC320/FCP-OC320-R470 Multisensor-melders met C-sensoren moeten om de 5 jaar worden vervangen. De C-sensor van een FCP-OC320 en FCP-OC320-R470 wordt na 5 jaar uitgeschakeld vanwege de beperkte levensduur van de gassensor. De melder werkt dan nog als een O- melder. Afhankelijk van het systeem is het mogelijk dat er geen melding naar de centrale wordt gestuurd en dat de uitschakeling van de C-sensor pas wordt opgemerkt wanneer de melder wordt getest. De FCP-OC320/FCP-OC320-R470 moet daarom worden vervangen voordat de periode van 5 jaar gebruik is verstreken. Optische rookmelders moeten, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, regelmatig worden schoongemaakt en vervangen. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Onderhoud en service nl 27 Iedere meldersokkel heeft een reinigingsopening met afsluitdop om de optische kamer schoon te blazen met perslucht (niet nodig voor de FCH-T320/ FCH-T320-R470 Hittedetectoren). 7.1 Codering van de meldertypes Met uitzondering van de FCP-O320 en FCP-O320-R470 is iedere melder voorzien van een gekleurde identificatiering rondom het centrale afzonderlijke display. Hierdoor worden inspecties door onderhoudspersoneel vergemakkelijkt. Typenummer FCP-OC320/ FCP-OC320-R470 FCP-OT320/ FCP-OT320-R470 FCH-T320/ FCH-T320-R470/ FCH-T320-FSA FCP-O320/ FCP-O320-R470 Kleurcode Blauw Zwart Rood - 7.2 Testprocedure voor melders met C-sensor U dient eerst de optische eenheid van de FCP-OC320 te controleren met de testaerosol. Reset de melder nadat u de O-sensor hebt losgemaakt. Hierdoor wordt de C-sensor gedurende 15 minuten in de revisiemodus gezet, zodat hij getest kan worden. Omdat de aerosoltest voor de melders werkt als een storingssignaal (zeer groot signaal met zeer snelle toename), wordt de signaalanalyse voor storingsvariabelen geactiveerd en start de alarmering pas na circa één minuut. 1. Plaats het Testapparaat voor rookmelders op de FCP-OC320. 2. Spuit aerosol (1 tot 2 seconden). Verwijder het testapparaat niet van de melder; de O-sensor reageert pas ongeveer 60 seconden na het spuiten van de testaerosol. 3. Reset de melder. Hierdoor wordt de melder in de revisiemodus gezet. 4. Plaats de CO-testgasfles in het testapparaat. 5. Plaats het testapparaat op de melder. 6. Verspreid het CO-gas gedurende 1/2 tot 1 seconde. De C-sensor reageert na ongeveer 20 seconden. AANWIJZING! In de revisiemodus kan de chemische eenheid van de melder afzonderlijk worden getest. Voor het testen van de chemische sensor is een minimale concentratie CO-gas nodig van 30 tot 35 ppm nodig. Dit is gegarandeerd als de test zoals beschreven wordt uitgevoerd met de COtestgasfles. Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

28 nl Onderhoud en service Conventionele automatische melders 7.3 Testprocedure voor melders zonder C-sensor 1. Plaats het testapparaat voor rookmelders op de melder. 2. Spuit aerosol (1 tot 2 seconden). Verwijder het testapparaat niet van de melder; de O-sensor reageert pas ongeveer 30 seconden na het spuiten van de testaerosol. 3. Reset de melder. Hierdoor wordt de melder in de revisiemodus gezet. 4. De thermosensor in de FCP-OT320/FCP-OT320-R470 en alle hittedetectorenwordt getest met het Testapparaat voor hittedetectoren. 7.4 Garantie Defecte melders worden gratis vervangen in geval van garantieclaims. 7.5 Reparatie In het geval van een defect wordt de hele melder vervangen. 7.6 Afvalverwerking Onbruikbare elektrische en elektronische apparatuur/modules mogen niet in het huishoudelijk afval terechtkomen. Ze moeten conform de van toepassing zijnde normen en richtlijnen (bijv. WEEE in Europa) worden afgevoerd. FCP-OC320 Verpakkingsfolie De verpakking van de multisensor-melders met C-sensor bestaat uit scheurbestendig PE-ALU gelamineerd folie en mag met het huishoudelijk afval worden afgevoerd. Defecte melders worden vervangen en moeten in overeenstemming met de wettelijke voorschriften worden afgevoerd. 7.7 Aanvullende documentatie AANWIJZING! De meest recente productinformatie en de installatiehandleiding voor het apparaat kunnen als PDF-bestand worden gedownload op http://www.boschsecurity.com/emea/fire. F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Specificaties nl 29 8 Specificaties Multisensor-melders Apparaattype FCP-OC320/FCP-OC320-R470 FCP-OT320/FCP-OT320-R470 Detectieprincipe Combinatie van: Combinatie van: Strooilichtmeting Strooilichtmeting Verbrandingsgasmeting Meting van absolute temperatuur en temperatuurstijging Speciale productkenmerken Driftcompensatie van de optische sensor en de gassensor Driftcompensatie van de optische sensor Bedrijfsspanning 8,5 VDC tot 30 VDC Stroomverbruik < 0,12 ma Afzonderlijk display Rode LED Alarmuitgang Stroomtoename (alarmweerstand circa 820 Ω of 470 Ω) Indicatoruitgang Open collector schakelt 0 V via 3,92 kω door, max. 8 ma Reactiegevoeligheid (basisgegevens) Optische sensor: < 0,15 db/m (EN54-7) Optische sensor: < 0,15 db/m (EN54-7) Chemische sensor: ppm-bereik Thermosensor: klasse A2R conform EN 54-5 Eenheid voor thermomaximaal: > 54 C Eenheid voor thermodifferentiaal: zie tabel Pagina 31 Max. bewakingsbereik 120 m 2 (VdS-richtlijnen in acht nemen) Maximale installatiehoogte 16 m (VdS-richtlijnen in acht nemen) Toegestane luchtsnelheid 20 m/s Toegestane bedrijfstemp. -10 C... +50 C -20 C... +50 C Toegestane relatieve < 95% (niet-condenserend) vochtigheid Beschermingsklasse conform EN 60529 IP 40 IP 43 met meldersokkel met dampdichte afdichting Kleurcode Blauwe ring Zwarte ring Afmetingen zonder sokkel Afmetingen inclusief sokkel cirkelomtrek 99,5 x 52 mm cirkelomtrek 120 x 63,5 mm Materiaal/kleur van de behuizing ABS/wit, vergelijkbaar met RAL 9010, mat oppervlak Gewicht excl. verpakking Gewicht incl. verpakking ca. 80 g ca. 125 g ca. 75 g ca. 115 g Product-ID F.01U.026.292/F.01U.026.867 F.01U.026.295/F.01U.026.862 Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

30 nl Specificaties Conventionele automatische melders Rookmelders en hittedetectoren Apparaattype FCP-O320/FCP-O320- FCH-T320/ FCH-T320-FSA R470 FCH-T320-R470/ Detectieprincipe Strooilichtmeting Meting van absolute temperatuur en temperatuurstijging Speciale productkenmerken Driftcompensatie van de optische sensor Voor brandkeringen conform DIBt, onderworpen aan kwaliteitscontrole Bedrijfsspanning 8,5 VDC tot 30 VDC Stroomverbruik < 0,12 ma Afzonderlijk display Rode LED Alarmuitgang Stroomtoename (alarmweerstand circa 820 Ω of 470 Ω) Indicatoruitgang Open collector schakelt 0 V via 3,92 kω door, max. 8 ma Reactiegevoeligheid (basisgegevens) < 0,15 db/m (EN54-7) Klasse A2R conform EN 54-5 Klasse A1R conform EN 54-5V Eenheid voor thermomaximaal: > 54 C Eenheid voor thermomaximaal: > 54 C Thermodifferentiaal: zie tabel Pagina 31 Thermodifferentiaal: zie tabel Pagina 31 Max. bewakingsbereik 120 m 2 (VdS-richtlijnen in 40 m 2 (VdS-richtlijnen in acht nemen) acht nemen) Maximale installatiehoogte 16 m (VdS-richtlijnen in 6 m (VdS-richtlijnen in acht nemen) acht nemen) Toegestane luchtsnelheid 20 m/s Toegestane bedrijfstemp. -20 C... +65 C -20 C... +50 C Toegestane relatieve < 95% (niet-condenserend) vochtigheid Beschermingsklasse conform IP 40 EN 60529 IP 43 met meldersokkel met dampdichte afdichting Kleurcode - Rode ring Afmetingen zonder sokkel Afmetingen inclusief sokkel cirkelomtrek 99,5 x 52 mm cirkelomtrek 120 x 63,5 mm Materiaal/kleur van de behuizing ABS/wit, vergelijkbaar met RAL 9010, mat oppervlak Gewicht excl. verpakking Gewicht incl. verpakking ca. 75 g ca. 115 g Product-ID F.01U.026.293/ F.01U.029.857 F.01U.026.291/ F.01U.029.861 F.01U.026.294 F.01U.002.707 8.0 2011.10 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Conventionele automatische melders Specificaties nl 31 Mate van temperatuurstijging [K min -1 ] Reactiegevoeligheid van de eenheid voor thermodifferentiaal conform EN 54-5 Reactietijd van melders van Reactietijd van melders van gevoeligheidsklasse A1R gevoeligheidsklasse A2R Laagste Hoogste Laagste grenswaarde [min/ grenswaarde [min/ grenswaarde [min/ sec] sec] sec] Hoogste grenswaarde [min/ sec] 10 1 min. 4 min. 20 sec. 2 min. 5 min. 30 sec. 20 30 sec. 2 min. 20 sec. 1 min. 3 min. 13 sec. 30 20 sec. 1 min. 40 sec. 40 sec. 2 min. 25 sec. I Afkortingen ABS DIBt DIN EN GLT LED LSN PI PP UEZ UGM VDE VdS OTC OT O T Acrylonitril-butadieen-styreen Deutsches Institut für Bautechnik (Duits Instituut voor Bouwtechnologie) Deutsches Institut für Normung e.v. (Duits Instituut voor Standaardisatie) Europese standaard Conventionele technologie Light Emitting Diode (Lichtgevende diode) Local Security Network Productinformatie Polypropyleen Universelle Europazentrale (universele Europese brandmeldcentrale) Universelle Gefahrenmeldezentrale (universeel beveiligingssysteem) Verband Deutscher Elektrotechniker e.v. Duitse vereniging voor elektrische, elektronische en informatietechniek VdS Schadenverhütung GmbH Optisch/thermisch/chemisch (gas) Optisch/thermisch Optisch Thermisch Bosch Sicherheitssysteme GmbH Bedieningshandleiding F.01U.002.707 8.0 2011.10

Bosch Sicherheitssysteme GmbH Robert-Bosch-Ring 5 85630 Grasbrunn Germany www.boschsecurity.com Bosch Sicherheitssysteme GmbH, 2011