Onderzoek bij broedvogels en nestjongen. Roofvogels. Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus.



Vergelijkbare documenten
Resultaten 13-jarig onderzoek in vier territoria van de Havik Accipiter gentillis.

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Vogelwacht Akkerwoude e.o.

!!!!"### " $% + " $% -""!. /"0%. + %"" 1 "" 3 '$ + * + + * +1 5*!! 1"! '!' 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8! " $% *8! %! 9: $% !$!!

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014

BROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD WIJNAND VAN DEN BOSCH KO KATSMAN

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

o 2013 Verslag Havikonderzoek Reproductie, plaats- en paartrouw van de Havik Accipiter gentilis in Noord-Fryslân Gerrit Krottje

Broedvogels van de Hemrikkerscharren

NIEUWSBRIEF 2017 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Steenuilenbescherming verslag Steenuilenwerkgroep Echt-Susteren Geco Visscher Fred van Geneijgen

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Jaarverslag Bijeneters 2017

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

N.O.P. Papegaaienpark

Haviken in het Kempen~broek; aantal, verspreiding & voedsel

Geslaagd broedgeval Slechtvalk in de stad Zutphen

Broedvogels van de HAPERTSE HEIDE

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

Bestemmingsplan Wolfheze Natuuronderzoek De Gelderse Roos

Broedvogels van Sportcentrum Papendal in 2007

Roofvogel gegevens Loonse en Drunense duinen e.o. Jaar 2013

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

Bruine kiekendieven in 2005

Cursus Roofvogelnestkartering. Werkgroep Roofvogels Zeeland

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam

Succesvol 7-legsel in 2008

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Vogelwerkgroep De Kempen. Nieuwsbrief. Wespendievenonderzoek in de Kempen 2012.

werkdocument U : TTT-.J 170' r rijksdienst voor de.jsselmeerpolders Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982 in de

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Kerkuilbroedgegevens 2011 Regio 18 Noord-Brabant, subregio 14 de Kempen Vogelwerkgroep De Kempen

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Reproductiestrategie van de Wespendief Pernis apivorus in Noord-Nederland

Nationaal Park Hoge Kempen

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

KNNV Vogelwerkgroep De Bevelanden. Roofvogels op de Bevelanden 2008 (Provincie Zeeland)

Flora en fauna onderzoek Voor: Kernidee Egchel Kempstraat 36

Ransuilen in de gemeente Reusel Pieter Wouters

Broedvogelonderzoek Uilenbos - Hove april - juni 2017

(nestkastproject) Koningshof

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Flora- en faunaonderzoek voor de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone te Groesbeek. In opdracht van: BRO Boxtel.

LESBRIEF ROOFVOGELS VAN DICHTBIJ. Een uitgave van de Werkgroep Roofvogels Nederland

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014

Resultaten (broed)vogelonderzoek rond Bodemven op Landgoed Huis ter Heide, Loonse en Drunense Duinen

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

KRAAIACHTIGEN. Ze zijn te zien rond het huis en ook op het platteland. Het zijn slimme dieren die zich goed aan de mens hebben aangepast.

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Jongen uitgevlogen totaal

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 27ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Onderzoek Wespendief Kempenbroek Volg de Wespendief, Weerterbos 2013

Afgaande op het gedrag vermoeden we dat te maken hadden met hetzelfde mannetje als in 2011, maar omdat het niet geringd is, weten we dat niet zeker.

Verdringt de Slechtvalk Falco peregrinus de Boomvalk F. subbuteo?

Quickscan. Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden. Achterstraat 2 te Neerijnen

DEEL 1 het ecologisch onderzoek van Altenburg & Wymenga

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Verslag activiteiten en resultaten van het project Torenvalk 2016.

Roofvogels in de duinstreek tussen Wijk aan

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede

Inhoud. Voedsel. Leefgebieden Visarend. Ruud Kampf. Bijna alleen vis: Broedpaar: 175 kg per gezin /seizoen

Roofvogels en enkele karakteristieke en schaarse soorten van het Bergherbos in 2014

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 26ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008

DE SLECHTVALKEN in Liempde, 2017

Roofvogels en Boommarters Martes martes in de duinen bij Castricum in 2015

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT

Havik. Inleiding. Uiterlijk. (Accipiter gentilis)

Verslag Broedvogel Monitoring Project. Vorstenbosch Leeghandse Weg 2013 SOVON Vogelonderzoek Nederland BMP plot nummer 6833

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.

NESTKASTENVERSLAG 2013 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016

Vogelwerkgroep de Kempen. Broedvogelinventarisatie Goorloop

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

bsr bureau Stadsnatuur Rotterdam

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Transcriptie:

Onderzoek bij broedvogels en nestjongen Roofvogels Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus Jaarverslag 2012 Bevindingen in een onderzoeksgebied nabij Lippenhuizen en Hemrik Wender Bil

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Methode 3 3. Territoriumbeschrijving Buizerd Buteo buteo 4 4. Conclusies 10 4.1 Nest 10 4.2 Territoria 10 4.3 Leeftijden 11 4.4 Rui 12 4.5 Overleving 12 5. Territoriumbeschrijving Havik Accipiter gentilis 13 6. Conclusies 15 6.1 Nest 15 6.2 Territoria 15 6.3 Leeftijden en overleving 15 6.4 Rui 16 6.5 Prooien 16 7. Wespendief Pernis apivorus 18 7.1 Activiteiten 18 7.2 Wespennesten 18 8. Roofvogelvervolging 20 8.1 Dood gevonden roofvogels 20 8.2 Conclusie 22 Nawoord 22 Voortzetting 2013 22 Dankwoord 22 Illustratie verantwoording 23 2 P a g i n a

1. Inleiding Dit jaar is er voor het tweede jaar op rij onderzoek gedaan naar roofvogels in een gebied nabij Lippenhuizen en Hemrik. Ondanks dat er enige weerstand is ontstaan tegen het onderzoek, is er toch gekozen om door te gaan. Dit vanwege het feit dat er in het voorgaande jaar genoeg aanleiding is gevonden die het toezicht op deze roofvogelpopulatie legaliseert. Wanneer er gefundeerde argumenten tegen het onderzoek waren aangedragen, was het van mijn kant logisch geweest om te stoppen. Hier ontbrak het echter wel aan, en er werd meer een indruk gewekt dat de tegenstanders van het onderzoek niet gestoord willen worden bij het uitvoeren van hun lugubere hobby s. Inmiddels is het broedseizoen alweer voorbij, en zijn de gedurende het broedseizoen van 2012 verzamelde gegevens gebundeld in dit rapport. 2. Methode De in 2012 gehanteerde methode is grotendeels gelijk gebleven aan die van 2011. Het doel van dit onderzoek is de overleving, verspreiding en populatiedichtheid van de verschillende roofvogelsoorten vast te stellen. Dit wordt gecoördineerd door de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN), die aan het eind van het seizoen alle soortkaarten verzameld en zo een beeld trachten te vormen van het wel en wee van de roofvogelpopulatie in Nederland. Er zijn verschillende methodes om de roofvogelpopulatie te onderzoeken. Welke manier gehanteerd wordt, is afhankelijk van een aantal factoren zoals de tijd die ervoor beschikbaar is en de grootte van het onderzoeksgebied. Bij dit onderzoek is gekozen voor territorium en nestkartering zonder controles nestinhoud. Bij deze methode worden de territoria van roofvogels vastgesteld door middel van gedragingen van de territoriabezitters. De beste tijd van het jaar hiervoor is het voorjaar, dan maken de roofvogels elkaar namelijk door middel van baltsgedrag de territoria duidelijk. Deze waarnemingen worden op kaart gezet en aan het eind van het seizoen over elkaar heen gelegd, zodat de diverse territoria inzichtelijk worden. Ook aan de hand van ruipennen kan worden vastgesteld waar een vogel verblijft. Dit geeft echter geen duidelijk beeld van het territorium omdat een vogel niet precies op de grenzen van het territorium zijn veren ruit. Ook kan er verschil worden gemaakt tussen een territorium en een activiteitengebied. Een territorium wordt namelijk door een vogel verdedigd tegen soortgenoten. Een activiteitengebied echter, is een groter gebied waarin de dagelijkse activiteiten plaatsvinden (foerageren etc.) en wordt niet tegen soortgenoten verdedigd. Zo kan het vaker voorkomen dat activiteitengebieden van roofvogels elkaar overlappen. Ook worden bij deze methode nestkaarten bijgehouden. De nesten worden, zoals gezegd, niet gecontroleerd op inhoud. Verder worden ruipennen van de verschillende roofvogels verzameld die naast verblijf ook informatie bevatten over de leeftijd en het geslacht van de vogels. Omdat iedere roofvogel een unieke tekening op de veren heeft, kunnen deze veren ook van jaar op jaar vergeleken worden en kan er een beeld van de overleving van deze dieren geschetst worden (Buizerd/ Havik/ Wespendief). Bij sommige soorten is het ook mogelijk om vast te stellen of het om een juveniele of adulte vogel gaat aan de hand van de veren. Bij de Havik kun je zelfs vrij nauwkeurig de leeftijd in jaren bepalen. 3 P a g i n a

Tijdens de winter worden (los van de gestandaardiseerde methode) territoriumhoudende Buizerds in het onderzoeksgebied gevangen. Hiervan worden maten als gewicht, vleugellengte en ruiscores genoteerd die weer verder inzicht verschaffen over de conditie, leeftijd en geslacht van vogels. Ook kunnen de veren die in het zomerseizoen zijn gevonden worden vergeleken met die van de gevangen vogel. Tenslotte wordt de vogel voorzien van een aluminium ring en krijgt deze op iedere slagpen het unieke ringnummer gestempeld. Dit vergemakkelijkt de herkenning van deze vogel in de opvolgende ruiperiode, wanneer deze zijn veren weer worden vernieuwd. Het kan echter ook gaan om een overwinterende Buizerd. Op deze manier kan er dan weer informatie worden verkregen over de overwinteringgebieden van Buizerds. Ten slotte wordt er ieder moment gekeken naar sporen van roofvogelvervolging. Zo worden bijvoorbeeld nesten gecontroleerd op sporen van vernieling, en worden dood gevonden roofvogels onderzocht op mogelijke doodsoorzaken. Doel hiervan is eventuele misstanden aan de kaak te stellen. 3. Territoriumbespreking Buizerd Buteo buteo In 2012 zijn er in totaal 13 territoria onderzocht. De gegevens die zijn verzameld staan per territorium genoteerd. Hierbij wordt hoofdzakelijk gekeken naar de broedvogels en het broedsucces. Territorium 1 (Tolheksbos) * Dit territorium kon tijdens een inventarisatieronde in maart definitief worden vastgesteld. In de voorgaande maand werden er overigens al baltsende Buizerds in het territorium waargenomen. Deze bleken bijzondere aandacht te hebben voor een oud nest in een Eik. Uiteindelijk is ook ditzelfde nest benut voor een broedpoging. Tijdens de eifase werden er meerdere waarnemingen van een broedende vogel op het nest gedaan. Bij een nestcontrole eind mei werden er voor het eerst poepspatjes onder het nest aangetroffen (een teken dat er jongen op het nest zitten). Vervolgens werden er bij verschillende bezoeken aan het nest alarmerende oudervogels gezien en mede gelet op het toenemend aantal uitwerpselen leek het de jongen voorspoedig te gaan. Eind juli werd er echter op een kleine afstand van het nest een dood jong aangetroffen. Het gaat hier hoogstwaarschijnlijk om een reeds uitgevlogen jong van dit nest. 4 P a g i n a

Er werden nadien echter ook nog andere uitgevlogen juveniele Buizerds in het territorium waargenomen. Er kon helaas geen gelijktijdige waarneming van meerdere juveniele vogels gedaan worden, maar waarschijnlijk ging het om zeker twee. In totaal zijn er dus zeker drie jongen uitgevlogen, waarvan er één dood werd teruggevonden. Figuur 1 Geruide staartpen van het vrouwtje onder nest. (27 mei 2012) Aan de hand van de gevonden ruipennen van dit paartje kon worden vastgesteld dat beide oudervogels na 3 e kalenderjaar zijn. Helaas komen de gevonden ruipennen (fig. 1) niet in aanmerking voor vergelijking met gevonden ruipennen uit de omgeving van voorgaande jaren*. Het is dus niet bekend of deze vogels ook de voorgaande jaren dit territorium bezet hebben. * Er werd dit jaar voor het eerst onderzoek naar Buizerds gedaan in het Tolheksbos Territorium 2 (Lippenhuisterheide zuid) Ondanks vele pogingen, werd er van dit paartje geen nest gevonden. Wel werden er vermoedens van een broedpoging gewekt, aangezien de territoriumhoudende vogels meerdere malen alarmerend werden waargenomen. Er mag echter worden aangenomen dat er geen broedsucces is geweest, vanwege het uitblijven van waarnemingen van jonge Buizerds. Het mannetje bleek dezelfde te zijn als die in het voorgaande jaar hier gebroed heeft. Aangezien deze Buizerd in december 2010 werd gevangen en de veren van stempels werden voorzien, konden dit jaar (voor het laatst) gestempelde ruipennen van deze vogel worden gevonden. Dit was dan ook het geval. Bij het vrouwtje ligt dit wat gecompliceerder; er werden namelijk ruipennen van verschillende vrouwtjes gevonden. En aangezien er geen match met voorgaande jaren gemaakt kon worden blijft het gissen welke vogel het is. Territorium 3 (Lippenhuisterheide noord) Dit paartje heeft dit seizoen weer op hetzelfde nest als van de afgelopen twee jaar gebroed. Hier werd eind maart voor het eerst een broedende Buizerd op waargenomen. Halverwege juni werd er een dood nestjong onderaan de nestboom aangetroffen, deze bleek al geruime tijd dood te zijn. In de takken rondom het nest zaten echter nog twee takkelingen, deze werden later beide weer als vliegvlugge jongen in het territorium aangetroffen. In totaal zijn er dus zeker twee jongen uitgevlogen en heeft één jong het nestjongen-stadium niet overleefd. 5 P a g i n a

Door middel van veervergelijking kon worden vastgesteld dat het vrouwtje een oude bekende was. Namelijk een broedvogel die vanaf 2010 in dit territorium werd vastgesteld. Het mannetje kon aan de hand van waarneming op leeftijd worden gebracht: namelijk een adulte vogel. In het territorium werd ook een ruipen van een na 3 e kalenderjaar mannetje Buizerd gevonden. Het gaat hier mogelijk om een veer van het territoriale mannetje. Aangezien er in voorgaande jaren geen geschikte ruipennen van het territoriumhoudende mannetje werden gevonden, is vergelijking namelijk niet mogelijk. Figuur 2 Takkeling in nestboom. (18 juni 2012) Territorium 4 (Âld-Hearrewei oost/ Bûtewei) Halverwege april werd dit nest gevonden nadat een oudervogel een duikvlucht op het nest maakte. Bij een bezoek aan het nest op 11 mei vloog er een Buizerd van het nest af. Vervolgens waren er eind mei twee jongen op het nest zichtbaar. In de opvolgende maand werd er tweemaal een prooidragende Buizerd gezien die op het nest afvloog. Er werden alleen geen jongen meer op het nest gezien. Begin juli echter, werd er een jonge Buizerd nabij de nestplaats waargenomen. Vervolgens werden er dezelfde maand nog driemaal waarnemingen gedaan van steeds één jonge vogel. De laatste waarneming van een vliegvlug jong werd gedaan op 26 juli, op ongeveer 400 meter afstand van het nest. Het vrouwtje van dit paar bleek een oude bekende te zijn, namelijk een vogel waarvan in 2007 al (bij toeval) ruipennen werden gevonden. Vervolgens werden er in 2010 wederom veren van deze vogel gevonden. Na de vondst van een aantal oude beschadigde veren van een dode Buizerd begin 2011, werd er gevreesd dat het om deze vogel ging, hier kon alleen geen zekerheid over worden verkregen. Aangezien in het broedseizoen van 2011 geen ruipennen van het broedvrouwtje in dit territorium werden gevonden werd het ergste gevreesd. Nu blijkt dus toch dat deze vogel de massale uitval van 2011 heeft doorstaan! Van het mannetje konden helaas geen ruipennen worden gevonden. 6 P a g i n a

Territorium 5 (Lippenhuisterheide oost/ Hemrikkerscharren) In dit territorium werd er, ondanks de vele pogingen, geen nest gevonden. Wel werd er meerdere malen nestindicerend gedrag bij de oudervogels vastgesteld. Er mag overigens (net als bij territorium 2) vanuit worden gegaan dat er bij dit paartje geen broedsucces is behaald vanwege het uitblijven van waarnemingen van jongen. Wel werden er ruipennen van het vrouwtje dat het territorium bezette gevonden. Het betreft hier dezelfde vogel als van afgelopen jaar. De gevonden ruipennen van het mannetje konden weinig verheldering bieden over de identificatie van deze vogel. Wel kon worden vastgesteld dat het een adulte vogel betreft. Territorium 6 (Hanenburg) * In dit territorium werd halverwege april een nieuw gebouwd nest gevonden in een Lariks. Hier werd meerdere keren een broedende buizerd op aangetroffen. Tijdens een controle in de laatste week van mei bleek het nest te zijn overgenomen door een Nijlgans; onder de nestboom werd een kapot Nijlgansenei gevonden en op het nest lag een krans van Nijlgansendons. Er werden hierna ook geen buizerds meer bij het nest waargenomen. Van het vrouwtje kan worden geconcludeerd dat het een na 3 e kalenderjaar vogel betreft. Van het mannetje werden (waarschijnlijk ) geen veren gevonden. Ook werden er geen duidelijke waarnemingen van het mannetje gedaan; zijn leeftijd is dus onbekend. * Dit paartje is dit jaar voor het eerst in het onderzoeksgebied vastgesteld. Territorium 7 (Hanenburg oost) Halverwege april bleek er een nest in een Lariks bewoond te worden door dit paartje. Het gebruikte nest was al bekend uit de voorgaande twee jaren, maar er werd tot dusver niet op gebroed. Eind mei werden er voor het eerst uitwerpselen onder het nest aangetroffen. Vervolgens werden er meerdere waarnemingen van een jonge Buizerd op het nest gedaan. Eind juni bleek vermoedelijk ditzelfde jong uitgevlogen te zijn. In de opvolgende periode werd er steeds weer één jonge Buizerd in dit territorium waargenomen. Figuur 3 Jonge Buizerd spiedt door de takken rond het nest (19 juni 2012) Ruipennen wezen uit dat het vrouwtje dezelfde vogel is als van de afgelopen twee jaar. Helaas konden ook hier van het mannetje geen ruiveren verkregen worden. Wel is vastgesteld dat het een adulte vogel betreft. 7 P a g i n a

Territorium 8 (Hemrikkerscharren/ Hemrikerpaed) Tijdens een inventarisatieronde eind maart dit jaar, werden in dit territorium baltsende Buizerds waargenomen. Deze doken herhaaldelijk in een dennenperceel. Hier werd echter geen nest gevonden. Wel werd er op 27 juli een Buizerd waargenomen die een prooi in de Hemrikkerscharren wist te vangen en hier vervolgens mee wegvloog naar de bossen van het Alpherveld. Daar was vlakbij een bedelend jong te horen. Nu is het zeer aannemelijk dat dit jaar het betreffende paartje een uitstapje heeft gemaakt naar de andere kant van het Koningsdiep. Het is overigens bekend dat nabij het Alpherveld een nest heeft gezeten, waar succesvol jongen zijn uitgevlogen. Mede vanwege het uitblijven van een broedpoging van dit paartje in het onderzoeksgebied, werden er geen ruipennen van deze vogels gevonden. Territorium 9 (Hemrikkerscharren/ de Dôbbe) Dit paartje heeft dit jaar waarschijnlijk voor het eerst in het onderzoeksgebied gebroed. Op 22 april werd er een broedende vogel op het nest gezien. Vervolgens werden er eind mei zeker drie jongen op het nest gezien. Eind juni vloog er bij een nestcontrole een jong van het nest. Een ruime week later werd er wederom een van het nest vliegend jong waargenomen. Vervolgens werd er halverwege juli aan de noordkant van het Koningsdiep een jonge buizerd gezien. Begin augustus werden er zeker twee juveniele buizerds ten noorden van het Koningsdiep gehoord. Van het vrouwtje werden geen veren gevonden. Van het mannetje daarentegen kon met behulp van ruiveren worden vastgesteld dat het een bekende vogel is, waarvan in 2011 ook al een ruipen werd gevonden. Beide vogels zijn op leeftijd gebracht, namelijk beide adult. Waarschijnlijk heeft dit paartje vorig jaar buiten het onderzoeksgebied gebroed. Territorium 10 (Hemrikkerscharren oost/ de poasen) Op 22 april bleek tijdens een controle dat het oude nest opgebouwd was. Gezien de omvang van het nest kon er niet vanaf de grond bepaald worden of er een broedvogel op zat. Begin juni werden er uitwerpselen onder het nest gevonden. En eind juni werden er voor het eerst twee jongen op het nest waargenomen. Deze bleken vijf dagen later reeds vliegvlug te zijn. In juli werden de jongen meermaals waargenomen aan de noordzijde van het Koningsdiep. Vervolgens werden er in augustus tweemaal 2 jongen boven de broedplaats gezien. Het vrouwtje betreft een na 3 e kalenderjaar vogel. Dit is mogelijk dezelfde vogel als van vorig jaar, de gevonden ruipennen kunnen hier echter geen uitsluitsel over geven. Van het mannetje werd vermoedelijk ook een ruiveer gevonden. Dit betreft eveneens een na 3 e kalenderjaar vogel. Figuur 4 Takkeling van territorium 10 in nestboom (25 juni 2012) 8 P a g i n a

Territorium 11 (Poasen/ Hemrikerpaed) Dit territorium heeft dit jaar de nodige inspanning gekost. Er werden bij de eerste inventarisatie in maart al baltsende broedvogels in het territorium waargenomen. Een nestindicerende waarneming bleef daarna uit. Begin juni werden de twee broedvogels echter fel alarmerend waargenomen en ook een paar dagen later bleek dit weer het geval, waarbij de beide vogels zelfs in de bomen rondom mij gingen zitten te alarmeren. Er kon alleen steeds maar geen nest gevonden worden, en bij de volgende inventarisaties werden ook geen alarmerende vogels meer waargenomen. Bij toeval werd er uiteindelijk eind juni toch een nest ontdekt. In de nestomgeving werden echter plukresten van één of meerdere nestjong(en) gevonden en op het nest werden geen sporen van activiteit waargenomen. Deze broedpoging is dus duidelijk mislukt. Van beide territoriumhoudende vogels werden ruipennen gevonden. Zowel het mannetje als het vrouwtje betroffen na 3 e kalenderjaar vogels. Er kon desondanks geen match met veren uit voorgaande jaren gemaakt worden. Territorium 12 (Bûtewei/ Poasen) In dit territorium werd eind maart al een waarneming gedaan van een Buizerd die nestmateriaal verzamelde. Deze vogel vloog gezamenlijk met de andere broedvogel naar een spar nabij het woonwagenkamp bij de kruising Bûtewei- Poasen. Hier werd een scheut losgetrokken uit de top en vervolgens naar de nestplaats vervoerd. Bij een nestcontrole eind mei werden er twee jongen op het nest waargenomen. Vervolgens werd er eind juni weer een bezoek aan het nest gebracht, waarbij drie jongen op het nest te zien waren, waarvan één afvloog. In juli werden vervolgens nog waarnemingen gedaan van twee jonge vogels in het territorium. Van zowel het mannetje als het vrouwtje werden ruipennen gevonden. Beide bleken na 3 e kalenderjaar vogels te zijn. Er kon ook hier echter geen match gemaakt worden met de broedvogels van vorig jaar. Figuur 5 Takkeling op nest (26 mei 2012) Figuur 6 Oudervogel vliegt over broedplaats (26 mei 2012) 9 P a g i n a

Territorium 13 (Bûtewei/ Hemrik) * Bij een inventarisatie in maart, werd er een copulatie van dit paartje waargenomen. Er werd echter geen opgebouwd nest gevonden. Tijdens zoektochten in juni werd er ook geen nest ontdekt, wel werden er steeds alarmerende oudervogels waargenomen. In juli werd er een uitgevlogen jong waargenomen, hierna is ook een nest gevonden waar vermoedelijk op gebroed is. Van het vrouwtje werd één gestempelde veer gevonden. Het betreft een na 4 e kalenderjaar vogel. Van het mannetje werden geen veren gevonden. Wel kan er aan de hand van waarnemingen gezegd worden dat het een adulte vogel betreft. * Ondanks dat dit territorium voor het grootste gedeelte buiten het onderzoeksgebied valt, is er toch voor gekozen om het te volgen. Dit komt mede doordat het vrouwtje van dit broedpaar afgelopen winter is gevangen. Aangezien het territorium grotendeels buiten het onderzoeksgebied valt, worden de gegevens echter niet in de totalen van het onderzoeksgebied meegenomen. 4. Conclusies 4.1 Nest In totaal zijn er 12 territoria vastgesteld in het onderzoeksgebied. Van deze 12 territoria is er bij één geval mogelijk buiten het onderzoeksgebied gebroed. In de overige territoria werd bij negen gevallen een broedpoging vastgesteld (in twee territoria is het twijfelachtig of er een broedpoging heeft plaatsgevonden). Van de broedpogingen is er één volledig mislukt in de nestjongenfase. Tevens werd er bij één Buizerdnest een dood nestjong aangetroffen. Gezamenlijk zijn er zeker 12 jongen uitgevlogen, waarvan er later één dood werd teruggevonden. In totaal is er afgelopen jaar in zes verschillende boomsoorten genesteld (tabel 1). Dit in verschilt met 2011; toen in vier verschillende boomsoorten werd genesteld. Van de in totaal negen nesten, werden er vier nieuw gebouwd. De overige vijf nesten bestonden al en werden opnieuw gebruikt. Boomsoort Aantal nestbomen Grove den Pinus sylvestris 1 Japanse lariks Larix kaempferi 3 Sitkaspar Picea sitchensis 1 Zomereik Quercus robur 2 Ruwe berk Betula pendula 1 Schietwilg Salix alba 1 Tabel 1 Aantal nestboomsoorten waar in 2012 door Buizerds in werd genesteld 4.2 Territoria Aan de hand van territoriale gedragingen kan er een globaal beeld van de ligging van territoria geschetst worden. Dit levert de volgende figuur (7) op. 10 P a g i n a

Figuur 7 Globale ligging van territoria van de Buizerd in 2012 Vergeleken met het voorgaande jaar is er enige verandering opgetreden. Zo is territorium 6 (Hanenburg) dit jaar voor het eerst vastgesteld. Vermoedelijk heeft dit territorium vorig jaar ook bestaan, maar in een andere vorm (mogelijk meer richting de Bûtewei). Ook territorium nummer 9 (Hemrikkerscharren, de Dôbbe) is dit jaar nieuw vastgesteld. Hier geldt dat het waarschijnlijk wel een bestaand territorium is, maar dat dit maar voor een gedeelte in het onderzoeksgebied ligt. En waarschijnlijk is er volgend jaar aan de overzijde van het Koningdiep gebroed, waardoor het territorium gemist werd. Dit wordt bevestigd door de match van een veer van het mannetje van dit jaar, met een veer van vorig jaar. Naast de broedvogels werden er ook dit jaar weer verscheidene niet-territoriale Buizerds in het onderzoeksgebied aangetroffen. Het gaat hier om minstens negen exemplaren waarvan acht juveniele vogels betroffen. Eén van deze vogels bleek stempels op de veren te hebben. Dit betrof een 2 e kalenderjaar mannetje dat op 23 januari van dit jaar door een collega-ringer nabij Terwispel is gevangen. Paar 1. 2. 3. 4. 5. 6. mannetje ad ad ad - ad - Vrouwtje ad - ad ad ad ad 4.3 Leeftijden Van de 22 vogels die in het onderzoeksgebied gebroed hebben, konden er 19 op leeftijd gebracht worden. Het blijkt dat het hier om allemaal adulte (na 3 e kalenderjaar) vogels gaat (Tabel 2 ). Van de twee territoria waarbij (vermoedelijk) buiten het onderzoeksgebied gebroed werd, bleken bij het ene paartje beide oudervogels adult te zijn. Bij het andere paartje konden de oudervogels niet op leeftijd gebracht worden. 7. ad ad (8.) - - 9. ad ad 10. ad ad 11. ad ad 12. ad ad (13.) ad ad Tabel 2 Leeftijd van territorium bezittende buizerds gerangschikt naar adult (ad), en juveniel (juv) - =onbekend 11 P a g i n a

4.4 Rui In totaal werden er gedurende het jaar 58 ruipennen van Buizerds verzameld. In verhouding tot het afgelopen jaar (77 ruipennen) is er duidelijk verschil te zien. De oorzaak hiervan zal vermoedelijk liggen in het weertype en voedselaanbod (die onderling weer met elkaar verbonden zijn). De piek van het aantal gevonden ruipennen valt in juli. Van een duidelijke piek kan echter niet gesproken worden aangezien het aantal gevonden ruipennen in juli nauwelijks verschilt met het aantal in juni (tabel 2). Al met al lijkt de tabel van 2012 meer op die van 2010, toen werd echter met minder inspanning een kleiner gebied afgezocht op ruipennen. 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 0 43 27 23 22 20 17 13 8 2 2 3 3 0 1 mei juni juli augustus september 2010 2011 2012 Tabel 3 Aantal gevonden ruipennen van buizerds per maand in de periode 2010-2012 4.5 Overleving Van alle 18 broedvogels uit bestaande territoria die in 2012 in het onderzoeksgebied verkeerden, bleken er vijf bekend te zijn uit voorgaande jaren. Van alle overige 13 vogels is het onbekend of het dezelfde vogels als uit voorgaande jaren betreft. Dit grote aantal onbekende vogels wordt veroorzaakt doordat niet van alle vogels voor vergelijking bruikbare veren gevonden werden. Van de twee territoria waarin dit jaar voor het eerst binnen het onderzoeksgebied genesteld werd, is één vogel bekend. Hiervan werd in 2011 ook al een veer gevonden en betreft het mannetje van broedpaar 9 (Hemrikkerscharren, de Dôbbe). 12 P a g i n a

5. Territoriumbespreking Havik Accipiter Gentilis Territorium 1 (Tolheksbos) In 2012 werden er geen waarnemingen gedaan van territoriale Haviken in het Tolheksbos. Het nest van 2011 werd niet benut en ook werd er geen nieuwbouwnest gevonden. De mogelijkheid bestaat dat er een verplaatsing heeft plaatsgevonden aangezien het territorium ook niet is opgevuld. Vanwege deze gedachte is er gedurende het broedseizoen in de nabije omgeving gezocht naar een mogelijk nieuwe nestplaats. Deze zoektochten leverden echter eveneens niets op en het blijft dus gissen wat er met dit Havikpaartje aan de hand kan zijn. Territorium 2 (Lippenhuisterheide) In dit territorium werd halverwege maart voor het eerst een kekkerende Havik gehoord. Vervolgens bleek het nest van de afgelopen jaren opgeknapt te zijn. Eind april werd er dan ook een broedende Havik op het nest waargenomen. Bij dezelfde ronde werd er eveneens een handpen van het vrouwtje gevonden. Op 11 mei werd er opnieuw een broedende Havik op het nest gezien. En begin juni werd het vrouwtje opnieuw op het nest waargenomen, ditmaal was ze echter een jong aan het voeren. Vanaf de grond was hierbij duidelijk één jong zichtbaar. Op 19 juni waren er echter drie jongen op het nest zichtbaar, deze leken al ruim in de veer te zitten. En eind juni bleek tijdens een controle dat de jongen reeds uitgevlogen waren. Gedurende de maand juli werden deze vogels weer verschillende malen in de nestomgeving waargenomen. Vergelijking van ruipennen met voorgaande jaren wees uit dat het om hetzelfde vrouwtje gaat. Aangezien er in 2008 al (adulte) veren van deze vogel gevonden zijn, is deze minstens zeven jaar oud. Van het mannetje konden helaas geen ruipennen verkregen worden. Ook bleven zichtwaarnemingen van het mannetje uit. Figuur 6 Vrouwtje Havik staat op nest (13 april 2012) Figuur 9 Uitgevlogen Havik zit in eik nabij nest (29 juni. 2012) 13 P a g i n a

Territorium 3 (Hanenburg) Eind februari werd er al een Havik in baltskleed waargenomen nabij een oud nest uit 2010. Het leek echter een tijdlang alsof het nest niet opgebouwd werd. Halverwege april vloog er uiteindelijk toch een Havik van het nest. Bij dezelfde controle werden ook twee ruipennen gevonden. Begin mei werd er weer een broedende Havik op het nest waargenomen. En uiteindelijk werden er eind mei twee jongen op het nest gezien. Bij een controle halverwege juni werd er plotseling een dood nestjong nabij het nest gevonden. Desondanks zaten er nog twee takkelingen rond het nest. Op 26 juni bleken deze reeds vliegvlug te zijn, en werden ze in de nestomgeving waargenomen. Een paar dagen later werden deze jongen weer waargenomen nabij de broedplaats. In juli werd er voor het laatst een juveniele Havik bij het nest gezien. Figuur 10 Takkeling in nestboom (Hanenburg, 19 juni 2012) De gevonden ruipennen van het vrouwtje wezen uit dat het dezelfde vogel is als van vorig jaar. Deze is nu dus zeker zeven jaar oud. Territorium 4 (Poasen) In de tweede helft van maart werd er in dit territorium een kekkerende Havik gehoord. Deze Havik begon licht te alarmeren nadat het nest van 2011 benaderd werd. Op het nest bleek een donslaag te liggen, vermoedelijk afkomstig van Nijlgans. Halverwege april werd er weer een bezoek aan het nest gebracht. Ditmaal werd opnieuw een alarmerende Havik gehoord. Op het nest waren echter geen duidelijke sporen van bewoning zichtbaar. In de tweede helft van april werden nog twee bezoeken aan de nestplaats gebracht. Beide keren werd er een alarmerende Havik waargenomen en werden er ruipennen verzameld. Alleen kon er nog steeds niet worden vastgesteld of er wel daadwerkelijk op het nest gebroed werd. Ook in mei kon niet worden vastgesteld of er op het nest gebroed werd. Vanwege het uitblijven van jongen kan worden geconcludeerd dat er geen succesvolle broedpoging heeft plaatsgevonden. Of er überhaupt een broedpoging is ondernomen is onzeker, aangezien er geen waarnemingen van een broedende Havik zijn gedaan. Vanwege het alarmeren bij de nestbezoeken in maart en april is het echter wel aannemelijk dat er eieren zijn geweest. Van het vrouwtje kon worden vastgesteld dat het dezelfde vogel is als van het voorgaande jaar. Deze vogel is nu zeker vijf jaar oud. Van het mannetje werden wederom geen veren gevonden. 14 P a g i n a

6. Conclusies 6.1 Nest In 2012 zijn er drie territoria van de Havik vastgesteld. Alle drie zijn vermoedelijk overgegaan op eileg. Bij één geval is dit twijfelachtig aangezien er geen broedende vogels zijn waargenomen, maar wel aanwijzingen zijn dat er gebroed is. Dit paartje heeft in ieder geval geen broedsucces gehad, aangezien er geen jongen zijn waargenomen. Bij de overige twee broedgevallen zijn er gezamenlijk zeker vijf jongen uitgevlogen. Zeker één jong heeft de jongenfase niet overleefd; deze werd dood onder het nest aangetroffen. Er werd dit jaar in twee verschillende nestboomsoorten genesteld. Namelijk tweemaal in een Lariks en eenmaal in een Fijnspar. Alle nesten waarop gebroed werd betroffen bestaande nesten, waarvan twee ook in het afgelopen jaar door hetzelfde paartje benut werd. Het andere nest werd in 2010 voor het laatst door hetzelfde paartje benut. Figuur 11 Havik op nest in lariks (20 mei 2012) 6.2 Territoria In totaal zijn er dus drie territoria vastgesteld; dit betreft allen bestaande territoria. Er is echter één territorium vrij gebleven (Tolheksbos). Of de vogels die vorig jaar dit territorium bewoonden daadwerkelijk verdwenen zijn, of dat ze zijn opgeschoven naar een nabijgelegen gebied is onduidelijk. Wel is duidelijk dat er in 2012 geen enkele waarneming van een Havik in het betreffende territorium werd gedaan. Daarnaast werden er ook geen sporen van aanwezigheid van Haviken in het territorium gedaan (plukresten e.d.). 6.3 Leeftijden en overleving Van alle vrouwtjes uit de territoria werden ruipennen verzameld. Hieruit blijkt dat het allemaal bekende vogels zijn, die ook het afgelopen jaar in hetzelfde territorium hebben gebroed. Omdat er al meerdere jaren veren van Haviken in het onderzoeksgebied worden verzameld, kan een iets duidelijkere indicatie van de leeftijd verkregen worden. De vrouwtjes uit de territoria Lippenhuisterheide en Hanenburg zijn beide al bekenden van 2008. Aangezien het toen al adulte vogels betroffen, zijn beide vogels minstens 7 jaar oud. Het vrouwtje van de Poasen is alleen in 2011 vastgesteld, deze is dus minstens 4 jaar oud. Van de mannetjes werden geen ruiveren verzameld. Hun identiteit blijft dus onbekend. 15 P a g i n a

6.4 Rui In totaal zijn er in 2012 slechts 15 ruiveren van Haviken gevonden. In verhouding tot 2011 (28 veren) is dit opvallend laag. Eén van de redenen is het wegvallen van een territorium. In tegenstelling tot vorig jaar werden er dit jaar in mei de meeste veren gevonden (tabel 4). Gezien de minieme steekproef kan er echter niet gezegd worden of de rui ook daadwerkelijk anders verlopen is. 18 16 16 14 12 10 9 8 6 6 7 4 2 0 3 2 0 0 april mei juni juli 2011 2012 Tabel 4 Totaal aantal gevonden ruiveren per maand van de havik in de jaren 2011-2012 6.5 Prooien Gedurende het broedseizoen werden in de nestomgeving prooienresten van Haviken verzameld. Dit levert een mooi beeld op van het menu van de Havik. Aangezien er in 2011 ook al prooiresten werden verzameld, is het aardig om deze naast elkaar te zetten. Hierdoor kan er een beeld verkregen worden of er gedurende verschillende jaren ook verschillende prooien gevangen worden. Wat blijkt uit de prooilijst (tabel 5) is dat de Kraaiachtigen het best vertegenwoordigd zijn met 13 gevonden prooiresten, gevolgd door de Lijsters met 11 prooiresten. De Meikevers die ook in de prooilijst staan aangegeven zijn mogelijk niet daadwerkelijk als prooi gevangen, maar via de maag van een andere prooi in de Havik zijn terechtgekomen. Dit is echter onbekend (hierover is nog mailcontact geweest met deskundige R. Bijlsma). 16 P a g i n a

Tolheksbos Lippenhuisterheide Hanenburg Poasen Prooisoort Jaar 11 12 11 12 11 12 11 12 Totaal Ransuil Asio otus - - - - - - 1-1 Sperwer Accipiter nisus 1 - - - - - 1-2 Wespendief Pernis apivorus - - - - 1 - - - 1 Scholekster Haematopus ostralegus - - - 1 - - - - 1 Houtduif Columba palumbus - - 1 - - - - - 1 Postduif C.livia - - 3 5 - - - - 8 Turksetortel Streptopelia decaocto - - 1 - - - - - 1 zwarte kraai Corvus corone - - 1-1 - 2-4 Kauw C. monedula - - 3 - - 1 - - 4 Vlaamse gaai Garrulus glandarius - - - 2 1 1* 1-5 Koekoek Cuculus canorus - - - - 1 - - - 1 Spreeuw Sturnus vulgaris - - 1 4-2 - - 7 Merel Turdus merula - - 1-2 2 - - 5 Zanglijster T.philomelos - - - 2-1 1-4 Grote lijster T. viscivorus - - - 1* - 1 - - 2 Grote bonte specht Dendrocopus major - - 1-1 1 - - 3 Roodborst Erithacus rubecula - - - - 1 - - - 1 Grasparkiet Melopsittacus undulatus - - 1 - - - - - 1 Boerenzwaluw Hirundo rustica - - - 1* - - - - 1 Kip Gallus gallus domesticus - - - - 1 - - - 1 Wilde eend Anas platyrhynchos - - - - - 1 - - 1 Konijn Oryctolagus cuniculus - - - 1 - - - - 1 (Meikever Melolontha melolontha) - - - 1* - 1* - - 2 Totaal: 1 0 13 18 9 11 6 0 58 Tabel 5 Prooiresten van Haviken gevonden in nestomgeving in de periode 15 maart- 15 juli. Prooien met * werden uit braakballen verzameld, aangezien in 2011 nog geen braakballen werden geplozen zijn deze niet voor vergelijking bruikbaar. Figuur 12 De grote bonte specht werd driemaal als prooi Figuur 13 Duidelijk herkenbare schedel van scholekster aangetroffen (12 oktober 2012) gevonden als prooirest bij Havikterritorium. Lippenhuisterheide (2 juli 2012) 17 P a g i n a

7. Wespendief Pernis apivorus Dit jaar zijn, net als het voorgaande jaar, de Wespendieven in het onderzoeksgebied onderzocht. Dit wordt gedaan volgens de reguliere methode, waarbij alle vliegbewegingen van Wespendieven gedurende het broedseizoen gekarteerd worden. In de maanden juli en augustus wordt er specifiek op voedselvluchten gelet. Deze voedselvluchten kunnen een aanwijzing zijn voor een nest met jongen. 7.1 Activiteit In de zomermaanden werd het nest van vorig jaar nabij het Hemrikerpaed nauwlettend in de gaten gehouden. En eind mei bleek er vers loof op het nest te zijn aangebracht. Bij de volgende controles werd echter geen nieuwe activiteit bij het nest waargenomen; uiteindelijk bleef een broedpoging dan ook uit. Los van het wespendievennest aan het Hemrikerpaed werd er ook een groot aantal andere waarnemingen van Wespendieven gedaan. In het Tolheksbos werd er bijvoorbeeld een clustering van geruide dekveren van een wespendief gevonden. En in het lariksperceel nabij de Poasen werd eind juli een geruide handpen van een wespendief gevonden. Of er daadwerkelijk geen Wespendieven in het onderzoeksgebied hebben gebroed is overigens ook niet met zekerheid te zeggen. Figuur 14 Flieuwende Wespendief boven Figuur 15 Geruide handpen van Wespendief (27 juli Hemrikkerscharren (27 juli 2012) 2012) 7.2 Wespennesten Naast het karteren van directe waarnemingen van Wespendieven worden ook de sporen die wespendieven achterlaten genoteerd. Een voorbeeld hiervan zijn uitgegraven wespennesten; deze kunnen gedurende de zomermaanden veelvuldig aangetroffen worden en geven een indicatie van de aanwezigheid van Wespendieven (fig. 16). Het is overigens niet zo dat alle uitgegraven wespennesten daadwerkelijk door Wespendieven zijn bewerkt. Ook Dassen hebben er bijvoorbeeld een handje van om wespennesten open te maken. 18 P a g i n a

Figuur 16 Gedurende het broedseizoen van 2012 gevonden uitgegraven wespennesten (=gele punt) De clustering van uitgegraven wespennesten rond Hanenburg, kan misschien een teken zijn dat er een broedgeval in de buurt heeft gezeten. Dit kan overigens ook aan de overzijde van het Koningsdiep geweest zijn. De meeste wespennesten zijn van Gewone wespen Vespula vulgaris. Er konden daarnaast geen andere soorten gedetermineerd worden. Wel is duidelijk dat er wel degelijk nesten van andere wespensoorten tussen zaten. Op 12 augustus werd er bijvoorbeeld een uit de boom gevallen wespennest gevonden (Fig. 17). Aangezien Gewone wespen nesten in holtes maken gaat het hier om een andere soort. Ook de grootte van de cellen wijst op een grotere wespensoort. Deze, en andere raten, zijn overigens voor (extern) onderzoek verzameld. Figuur 17 Wespenraat met dichte kamers aan de buitenrand. Hier Figuur 18 Gewone wespen druk in de weer om de zitten de verpoppende larven in verborgen (waar het de Wespendief door een Wespendief aangerichte schade te repareren. allemaal om te doen is (12 augustus 2012)) (31 juli 2012) 19 P a g i n a

8. Roofvogelvervolging Aangezien deze omgeving bekend staat om de roofvogelvervolging, is ervoor gekozen om het aantal dode roofvogels bij te houden. Na het jaar 2011 waarin uitzonderlijk veel dode roofvogels werden gevonden, is ervoor gekozen om op dit onderdeel de inspanningen te intensiveren. Dit resulteerde ook dit jaar weer in een aantal dood gevonden roofvogels, zij het gelukkig minder dan in 2011. 8.1 Dood gevonden roofvogels Gedurende het jaar 2012 is er een aantal dode roofvogels gevonden. Een deel hiervan is als nestjong dood gegaan en een deel is vermoedelijk op een natuurlijke wijze ten prooi gevallen aan andere roofvogels of roofdieren. De gevallen waarbij de doodsoorzaak mogelijk niet natuurlijk is, worden hier per geval besproken. Het is overigens niet zo dat de betreffende roofvogels dús door menselijke vervolging zijn doodgegaan. Wanneer dit er niet expliciet bij staat, is dit gewoonweg onduidelijk en is er vanwege deze onduidelijkheid voor gekozen om het geval te benoemen. Al deze gevallen staan in de onderstaande figuur (19). Figuur 19 Door onbekende oorzaken gevonden dode roofvogels gedurende het jaar 2012 (rood= buizerd, groen= sperwer) 1. Buizerd adult Van deze adulte Buizerd werd op 24 februari slechts een klein aantal kapotgebeten veren en botten gevonden. De resten werden gevonden nabij Hanenburg. Hoogstwaarschijnlijk is deze vogel in 2011 al aan zijn eind gekomen, omdat er toen ook al kapot gebeten veren werden gevonden die zeer waarschijnlijk bij dezelfde vogel horen. 20 P a g i n a

2. Buizerd juveniel Deze juveniele Buizerd werd op 14 april gevonden in het lariksperceel nabij de Poasen. Eerder was er al een plukplek gevonden waar dekveren van vermoedelijk dezelfde Buizerd lagen. Ditmaal werd echter het gehele skelet met vleugels en staart gevonden. De vogel was duidelijk geplukt door (vermoedelijk) een roofvogel. 3. Buizerd juveniel Van deze juveniele Buizerd werd op 15 april in het Tolheksbos slechts een klein deel van de linkervleugel gevonden. Hierbij zaten alle veren nog aan elkaar vast. Vermoedelijk is deze vogel geplukt door een roofdier. 4. Buizerd juveniel Van deze Buizerd werden op 27 april resten gevonden in het bos ten zuiden van de Lippenhuisterheide. Deze resten lagen onderin een takkenbult, en de veren waren bij de schacht afgebeten. 5. Buizerd juveniel Deze juveniele Buizerd werd op 19 juni gevonden in het bos nabij Hanenburg. Ook hier was de vogel duidelijk geplukt, vermoedelijk door een roofvogel. 6. Buizerd onbekend Van deze buizerd werden op 14 juli de (al ver vergane) resten gevonden in het bos ten zuiden van de Lippenhuisterheide. De veren waren intact, dus waarschijnlijk is dit exemplaar door een andere roofvogel geplukt. 7. Buizerd juveniel Deze 1 e jaars vogel werd op 26 juli gevonden, op een kleine afstand van het nest waar deze is grootgebracht. Een voorbijganger vertelde dat hij de vogel in de voorgaande week al had zien zitten, en dat deze toen een erg zwakke indruk had gemaakt. Inmiddels was de vogel al een aantal dagen dood. 8. Sperwer onbekend Dit mannetje Sperwer werd op 14 april gevonden in het Lariksperceel nabij de Poasen. De vogel was helemaal opgedroogd en heeft vermoedelijk een tijd in de boom gehangen. Figuur 20 Dode 1 e jaars buizerd in Tolheksbos (26 juli 2012) 21 P a g i n a

8.2 Conclusie In totaal zijn er acht dode roofvogels aangetroffen waarvan de doodsoorzaak onduidelijk is. Het betreft hier zeven Buizerds en één Sperwer. Van de Buizerds konden zes vogels op leeftijd worden gebracht. Het gaat hier om vijf juveniele (1 e of 2 e kalenderjaar) vogels en één adulte vogel. In tegenstelling tot het voorgaande jaar is er nu geen duidelijke clustering van dode roofvogels waarneembaar. Ook het aantal dode roofvogels is in 2012 lager ten opzichte van 2011. Desondanks is een aantal van acht dood gevonden roofvogels nog steeds een (verdacht) hoog aantal. Nawoord Op het moment zitten we alweer in het najaar, en zijn we onderweg naar een nieuw broedseizoen met nieuwe kansen voor roofvogels om succesvol een nest met jongen groot te brengen. Echter, op het moment dat de Wespendieven weer terug zullen keren vanuit tropisch Afrika, zal hen een nare verassing te wachten staan; in een groot deel van het onderzoeksgebied is men op het moment namelijk bezig om het leefgebied van o.a. deze prachtige roofvogel te vernielen. Bedoeling hiervan is het herstellen van natuurwaarden, aldus de opdrachtgever Staatsbosbeheer. Voor de Wespendief, Buizerd, Havik en vele andere soorten die dit gebied als hun thuis beschouwen, betekent dit simpelweg dat ze opzoek moeten naar een andere plaats (..) of zich moeten aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Hieruit blijkt maar weer hoe kwetsbaar roofvogels (en andere dier- en plantensoorten) zijn in een gebied dat beheerd wordt door personages die enkel voor eigen belang gaan, en waarbij bestaande natuurwaarden geen rol spelen. De natuur moet maar onderdanig zijn aan de beheerder. En als die beheerder liever heide ziet in plaats van bos, dan maken we er toch gewoon heide van? Voortzetting in 2013 Het is momenteel nog onzeker hoe en of volgend jaar het onderzoek voortgezet zal worden. Vanwege andere verplichtingen is er nog maar weinig tijd voorhanden en dit zal ongetwijfeld ten koste gaan van dit onderzoek. Mogelijk dat alleen het Havikonderzoek voortgezet wordt (of alleen de Buizerds). Dit zal ik nog moeten beslissen (wat overigens een lastige opgave is). Dankwoord Ik zou iedereen die heeft meegeholpen aan het onderzoek, door bijvoorbeeld veren te bewaren of informatie te geven, hartelijk willen danken. Ook een woord van dank aan de terreineigenaren die wel toestemming gaven om onderzoek in hun gebied te doen. Wie niets in zijn schild voert hoeft ook niet te vrezen voor pottenkijkers nietwaar? 22 P a g i n a

Illustratie verantwoording Alle gebruikte afbeeldingen behoren toe aan W. Bil 23 P a g i n a