S-74 MPa Plus HANDLEIDING. OM-243 346F/dut. Processen. Beschrijving. File: MIG (GMAW) www.millerwelds.com



Vergelijkbare documenten
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

S-74DX CE HANDLEIDING. OM /dut. Processen. Beschrijving AD

Dimension CE en niet CE modellen

SubArc AC/DC 1000/1250 Digitale lasstroombronnen

MigMatic 300/380 en DX

Waarmee kun je tijdens het lassen je ogen beschermen tegen infrarood en ultraviolet licht?

S-74 MPa Plus HANDLEIDING. OM J/dut. Processen. Beschrijving. File: MIG (GMAW)

HANDLEIDING. 302, 452, 652 (60 Hz) 402, 602, 852 (50 Hz) OM-223/dut. Processen. Beschrijving AQ.

OM K/dut. Processen. MIG lassen (GMAW) Pulserende MIG (GMAW-P) Beschrijving. Lasstroombron. Auto-Line HANDLEIDING.

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE

350 GR / 450 GR 450 WS

CE en niet CE modellen

Gold Star Series HANDLEIDING. 302, 452, 652 (60 Hz), 402, 602, 852 (50/60 Hz) OM-222/dut. Processen. Beschrijving.

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Big Blue 400P Big Blue 500 X CE

Big Blue 500 X CE HANDLEIDING. (Perkins aangedreven) OM B/dut. Processen. Beschrijving. Beklede elektrodelassen (SMAW)

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AWMR-230 MINI INBOUW SCHAKELAAR

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

XTS 142 Handleiding. Nederlands

Processen. TIG-lassen (GTAW) MIG/MAG lassen (GMAW) Beschrijving. Coolmate 3. CE en niet CE modellen HANDLEIDING. File: TIG (GTAW)

GLT

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AC-3500 STEKKERDOOS SCHAKELAAR

Coolmate 3.5. CE en niet CE modellen HANDLEIDING. OM P/dut. Processen. Beschrijving. File: TIG.

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK

Veiligheidsinstructies Belangrijk: Lees deze instructies zorgvuldig voor u de heater in elkaar zet en gebruik neemt, en volg ze na.

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

Vandaag lassen met technologie van morgen. Arc. Q-Spot Q-START MULTITACK DYNAMIC ARC. Rowig 220 T

HANDLEIDING. met Auto-Line. en niet CE modellen. OM-2242/dut. Processen. Beschrijving K. Beklede elektrodelassen (SMAW)

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

S-74DX CE HANDLEIDING. OM /dut. Processen. Beschrijving AB

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AFR-100 FITTING DIMMER/SCHAKELAAR

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

Gumax Terrasverwarmer

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer

Coolmate 1 CE en niet CE modellen

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO

* Afbeelding van de AYCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking)

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Gezondheid, veiligheid en voorkomen van ongelukken

Register your product and get support at Hairdryer HP8260. NL Gebruiksaanwijzing

Handleiding RABBIT 160

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Waviduo 315 Elektrolasapparaat

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

Handleiding Otter POD motor

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

ProHeat 35. CE en niet CE modellen HANDLEIDING. OM B/dut. Proceses. Omschrijving. Inductieverwamwn

Hoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding

Handleiding: Stroomgroep Benzine 2000 Watt

Gebruikershandleiding.

Bedienungsanleitung Elektrischer Kamin KH 1117 Istruzioni per l'uso Camino elettrico KH 1117 Mode d'emploi Cheminée électrique KH 1117

Installatiehandleiding 3-fasige aansluiting met zonnepanelen Versie 1.0.1

Installatiehandleiding Versie 2.01

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek.

DISPLAY WM44-P (11/2009)

Gebruikershandleiding

* /1 * /1 * x40

Gebruikershandleiding.

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG RS20CCSV

Installatie- en gebruikershandleiding Solo toiletlift

Charging base handleiding

Downloaded from Register your product and get support at HP8319. Gebruiksaanwijzing

Gumax Terrasverwarmer

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

GEBRUIKSAANWIJZING PLASMA PLASMA PLASMA 1203 REF. L017

Wonderfil Wrap Automatisch opblaasbaar verpakkingssysteem Handleiding

ROBUUST BASIC. Elektrische Convector W

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

OM D/dut. Processen. TIG-lassen(GTAW) Beklede elektrodelassen (SMAW) Description HF 5000 HANDLEIDING.

Calortrans M55. Handleiding.

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Hartelijk dank u voor uw keuze! Om er een maximale voldoening uit te halen, lees aandachtig wat hierop volgt:

Byzoo Sous Vide Hippo

ES-S7B. Buitensirene.

Calortrans M55. Handleiding

1. VOOR HET INSTALLEREN

Innovation Protection Conseil

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE TCM180

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Hairdryer. Register your product and get support at. HP4935/00. Gebruiksaanwijzing

Transcriptie:

OM-243 346F/dut 2012 09 Processen MIG/MAG lassen (GTAW) MIG (GMAW-P) Lassen met gevulde draad (FCAW) (met of zonder gasbescherming) Beschrijving Draadaanvoersysteem Aansluitmogelijkheid voor Aluminium Push-Pull Toorts S-74 MPa Plus CE HANDLEIDING File: MIG (GMAW) www.millerwelds.com

Van Miller voor u Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders dan meteen goed te doen. Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was. Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in 1929 zijn vastgelegd. Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storingen precies nagaan wat het probleem is. Miller was de allereerste fabrikant van lasapparatuur in de VS die het ISO 9001 kwaliteitscertificaat behaalde. Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke model bijgesloten. Elke krachtbron van Miller gaat vergezeld de meest probleemloze garantie in onze bedrijfstak u werkt er hard genoeg voor. Miller Electric maakt een complete lijn lasapparaten en aanverwante lasproducten. Wilt u meer informatie over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke productleaflets voor u.

DECLARATION OF CONFORMITY for European Community (CE marked) products. MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of the stated Council Directive(s) and Standard(s). Product/Apparatus Identification: Product Stock Number S 74 MPA PLUS 300577 Council Directives: 2006/95/EC Low Voltage 2004/108/EC Electromagnetic Compatibility 2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment Standards: IEC 60974 1:2005 Arc welding equipment Part 1: Welding power sources IEC 60974 5:2007 Arc welding equipment Part 5: Wire feeders IEC 60974 10:2007 Arc Welding Equipment Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding, arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields (0 Hz 300Hz) Signatory: October 19, 2012 David A. Werba Date of Declaration MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE 250868B

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK... 1 1-1. De betekenis van de symbolen... 1 1-2. De risico s van het booglassen... 1 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud... 3 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen... 4 1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften... 5 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)... 5 HOOFDSTUK 2 DEFINITIES... 7 2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities... 7 2-2. Symbolen en definities... 8 HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE... 9 3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)... 9 3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens... 9 3-3. Technische gegevens... 9 3-4. Keuze van de locatie... 10 3-5. Aansluitschema s voor de apparatuur... 11 3-6. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermechanisme... 12 3-7. Informatie de 14-pens aansluitkabel tussen aanvoerunit en stroombron... 13 3-8. Tabel met draadtype, diameter en optimale draadsnelheid... 13 3-9. Het installeren van de lastoorts... 14 3-10. De lasdraad installeren en doorvoeren... 15 HOOFDSTUK 4 BEDIENING... 16 4-1. Aan/uit schakelaar... 16 4-2. JOG/PURGE-schakelaar... 16 4-3. Bedieningsfuncties op het voorpaneel... 17 4-4. Linker display... 18 4-5. Rechter display... 18 4-6. Instelknop links/rechts... 19 4-7. Insteltoets (voor instelmenu)... 19 4-8. Start toets... 19 4-9. Krater toets... 19 4-10. Keuzemenu stroombron... 20 4-11. Bedieningsterminologie... 21 HOOFDSTUK 5 SEQUENCEPARAMETERS INSTELLEN... 22 5-1. Sequenceparameters in een programma... 22 HOOFDSTUK 6 PROGRAMMERING... 23 6-1. Instelmenu (setup)... 23 6-2. Instelmenu (setup) niveau 2... 24 6-3. Een startsequence instellen... 25 6-4. Een kratervulsequence instellen... 26 6-5. Profile Pulse... 27 HOOFDSTUK 7 ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING... 28 7-1. Routineonderhoud... 28 7-2. Diagnostiek... 28 7-3. Storingen... 29 HOOFDSTUK 8 ELECTRISCH SCHEMA... 32 HOOFDSTUK 9 ONDERDELENLIJST... 34 GARANTIE

7 HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK dut_som_2011 10 Bescherm uzelf en anderen tegen letsel Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze op en bewaar ze. 1-1. De betekenis van de symbolen GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan persoonlijk letsel. Aanduiding voor speciale instructies. Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/ van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE- LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om deze risico s te vermijden. 1-2. De risico s van het booglassen Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico s aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie {+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften. Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren, bedienen, onderhouden en repareren. Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens het gebruik van dit apparaat. Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk zijn Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het voedingsgedeelte en de interne circuits van de machine staan eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren opleveren. Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming zonder gaten Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de grond of het werkstuk te voorkomen Gebruik geen wissel (AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het lasproces dit vereist. Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de volgende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi automatisch gelijkstroom (draad ) lasapparaat met constante spanning, 2) een handbediend gelijkstroom (elektrode ) lasapparaat, of 3) een wisselstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen! Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR 1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften) Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voorschriften. Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos. Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aardingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig. Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen heet metaal en vonken. Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn. Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt. Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden kabels. Draag de kabels niet op uw lichaam. Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel. Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk, de grond of een andere elektrode van een ander apparaat. Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals beschreven staat in de handleiding. Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats. Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel. Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt gebruikt. OM-243 346 Pagina 1

Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen. Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel aanraakt. Door HETE ONDERDELEN kunnen brandwonden ontstaan. Hete onderdelen niet met blote handen aanraken Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken. Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en kleding om brandwonden te voorkomen. ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn. Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in. Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat lasrook en gassen afgezogen worden. Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker. Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen, schoonmaakmiddelen en ontvetters. Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg voor veilige ademlucht. Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende gassen vormen Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze gelast worden. De STRALEN UIT DE BOOG kunnen ogen en huid verbranden LASSEN kan brand of explosies veroorzaken Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De rondvliegende vonken, de temperatuur van het werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen. Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende materialen. Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal kunnen raken. Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet metaal. Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes kunnen vliegen. Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegenovergestelde zijde Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgeslagen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Veiligheidsvoorschriften). Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof, gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten. Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico s vermeden kunnen worden Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien. Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan de contactbuis als niet gelast wordt. Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm. Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of lucifers bij u draagt als u gaat lassen. Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn. Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen zwaardere nemen of deze doorverbinden. Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt. RONDVLIEGEND METAAL of STOF kan de ogen verwonden. Boogstralen van het lasproces produceren zichbare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond. Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels en slijpen kunnen vonken en rodvliegende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen. Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften). Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw helm Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs onder uw lashelm. GASVORMING kan schadelijk voor de gezondheid of zelfs dodelijk zijn Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw anderen om niet in de boog te kijken. Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwerend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u geen gas gebruikt. Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik goedgekeurde beademingsapparatuur OM-243 346 Pagina 2

ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde medische apparatuur. Mensen die een pacemaker of een ander geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten uit de buurt blijven. Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverwarmen. LAWAAI kan het gehoor aantasten Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur kan uw gehoor aantasten Draag goedgekeurde gehoorbescherming als het geluidsniveau te hoog is Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen. Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet kunnen vallen of omkantelen. Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles. Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles. Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg zijn. Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed. Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het reduceerventiel. GASFLESSEN kunnen exploderen als ze beschadigd worden Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een onderdeel uitmaken van het van het lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan. Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik. Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften staat. 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Installeer of plaats het apparaat niet op, boven of vlakbij ontbrandbare oppervlakken. Het apparaat niet in de buurt van brandbare stoffen installeren. Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat aan kan. TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden tot OVERVERHITTING. Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan de nominale inschakelduur. Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur voordat u opnieuw begint met lassen. Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet. VALLENDE APPARATUUR kan letsel veroorzaken. Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere accessoires. Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen. Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het apparaat uitsteken. Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen. Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur de Amerikaanse ARBO richtlijn getiteld Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94 110). RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. Draag gezichtsbescherming om de ogen en het gezicht te beschermen. Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de buurt houden. STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten beschadigen Doe een geaarde polsband om VOORDAT u printplaten of onderdelen aanraakt. Gebruik goede anti-statische zakken of dozen voor het opslaan, verplaatsen of transporteren van PC-printplaten. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen. OM-243 346 Pagina 3

LASDRAAD kan letsel veroorzaken Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing krijgt om dat te doen. Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere mensen of op enig materiaal als de draad wordt ingevoerd. ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan letsel veroorzaken. Gebruik het lasapparaat niet om accu s op te laden of om voertuigen te starten tenzij het een acculaadvoorziening heeft die hiervoor speciaal is bedoeld. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals ventilatoren. Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding weer aan. RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht te beschermen. Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat. Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de buurt houden. LEES DE INSTRUCTIES. Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en alle waarschuwingslabels, voordat u de machine installeert, gebruikt of er onderhoud aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op. Lees de veiligheidsinformatie aan het begin van de handleiding en in elk hoofdstuk. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant. Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidingen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke geldende regelgeving. H.F. STRALING kan storingen veroorzaken Hoog-frequente straling kan storing veroorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten, computers en communicatie-apparatuur. Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische apparatuur deze installatie uitvoeren. De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de installatie Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur. Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden. Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een minimum te beperken. BOOGLASSEN kan interferentie veroorzaken. Elektromagnetische energie kan interferentie veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur zoals computers en computergestuurde apparatuur zoals robots. Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch compatibel is. Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer. Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard. Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein. 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5 en volgend.) Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was na gebruik uw handen. OM-243 346 Pagina 4

1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1, is available as a free download from the American Welding Society at http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Combustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org and www. sparky.org). Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1, from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite 103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com). Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060 Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone: 800-463-6727, website: www.csa-international.org). Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute, 25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website: www.ansi.org). Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org. OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954 (phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website: www.osha.gov). Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600 Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website: www.cdc.gov/niosh). 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur. Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om zo blootstelling aan elektro magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken: 1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te plakken of gebruik kabelbescherming. 2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan één kant en weg van de gebruiker. 3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam. 4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de apparatuur in de lasstroomkring. 5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de las. 6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten en er niet op leunen. 7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het draadaanvoersysteem draagt. Over geïmplanteerde medische apparatuur: Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen. OM-243 346 Pagina 5

OM-243 346 Pagina 6

HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten. Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). Safe1 2012 05 Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing). Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten af naar een daarvoor bestemd inleverstation. Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie. Safe37 2012 05 Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode of lasdraad niet met de blote hand aanraken. Draag geen natte of kapotte handschoenen. Safe57 2012 05 Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde. Safe58 2012 06 Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken. Safe5 2012 05 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Safe59 2012 05 Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren. Safe60 2012 06 Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren. Safe61 2012 06 Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen. Safe62 2012 06 Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken. Safe63 2012 06 OM 243 346 pagina 7

? Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen. Safe64 2012 06 Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af. Safe20 2012 05 Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden. Safe32 2012 05 De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning - houd handen en metalen objecten uit de buurt ervan. Safe33 2012 05 Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam. Safe66 2012 06 Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen, voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen. Safe65 2012 06 2-2. Diverse symbolen en definities Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE producten. Uitgang A Ampère V Volt Gelijkstroom (DC) Inschakelduur Draadaanvoer Percent X IP Beschermingsgraad Ingang Draad verplaatsen naar het werkstuk toe (zonder boog) Doorspoelen met gas Hz Hertz I 1 Constante stroom Houdfunctie van de toortsschakelaar uit Primaire stroomsterkte Automatische zekering Constante spanning Houdfunctie van de toortsschakelaar aan I 2 Nominale lasstroom Set Up Verhogen Sequence Programma Proces Draadtype Type gas Verstelbare inductantie Tijd Boogregeling Toortsschakelaar Gasvoorstroomtijd Gasnastroomtijd Enkelfase Driefasen Netaansluiting Gasinvoer Lees de instructies U 1 Primaire spanning U 2 Uitgangsspanning belast OM 243 346 pagina 8

HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE 3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMF)! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het grote publiek aangezien de EMV grenzen voor het grote publiek mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen. Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974 1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het grote publiek geen toegang heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe is opgeleid. Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de lasstroomkring voor meer informatie over EMV blootstelling. De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter. Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden. B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) ce emf 1 2010 10! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling. ce emc 3 2011 09 3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product te vinden op het achterpaneel. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt. 3-3. Technische gegevens Type lasstroombron Type ingangsvermogen Draadaanvoersnelheid* Bereik draaddiameter Nominale lasstroom Algehele afmetingen Gewicht 24 V AC enkelfase 10 ampère 50/60 hertz Constant Voltage (CV) gelijkstroom (DC) met 14 pens stekker en contactoraansturing Standaard: 1,4 tot 19,6 m/min. 0,9 tot 2 mm Max. spoeldiameter: 457 mm Maximum spoelgewicht: 27 kg 100 V, 750 A, 100% inschakelduur Lengte: 686 mm Breedte: 318 mm Hoogte: 356 mm 20,4 kg * Zie hoofdstuk 3-8 voor gedetailleerde informatie over type, dikte en aanvoersnelheid van lasdraad. IP graad IP2X Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik binnen, en niet voor opslag of gebruik buiten. OM 243 346 pagina 9

3-4. Keuze van de locatie 5 2 4 3 1! Plaats de draadaanvoerunit niet waar de lasdraad de cilinder kan raken.! Verplaats het apparaat niet naar en gebruik het niet op plaatsen waar het kan omvallen. 1 Draadaanvoerunit 2 Draadspoel/houders 3 Gasfles met slang en reduceerventiel (door de klant geleverd) De druk van het beschermgas mag niet hoger zijn dan 689 kpa. 4 Lasstroombron 5 Wielonderstel 6 Waterkoelsysteem 6 Ref. 803 048 / 246 044 A OM 243 346 pagina 10

3-5. Aansluitschema s voor de apparatuur 1 Lasstroombron Stel de lasstroombron in aan de hand van hoofdstuk 4-10. 2 Contactoraansturing / voedingskabel 3 Positieve (+) laskabel 4 Negatieve ( ) laskabel 5 Werkstuk 6 Lastoorts 7 Draadaanvoerunit 8 Gasslang 9 Gasfles met reduceerventiel (door de klant geleverd) De druk van het beschermgas mag niet hoger zijn dan 689 kpa. 1 2 9 3 4 8 5 7 6 246 040 A OM 243 346 pagina 11

3-6. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermechanisme 1 14 pens bedieningskabel 4,6 m 2 Beschermgasaansluiting Fitting met rechtsdraaiende 5/8 18 schroefdraad noodzakelijk. Sluit de door de klant geleverde gasslang aan. 3 Laskabelbout 4 Laskabel 5 Draadaanvoermechanisme 6 Klemschroef voor het roterende draadaanvoermechanisme U kantelt het draadaanvoermechanisme door de schroef los te draaien, het mechanisme te draaien en de schroef weer vast te draaien. 2 3 4 1 4 5 6 Benodigde gereedschappen: 9/16, 5/8 inch 3/16 inch 246 041 B OM 243 346 pagina 12

3-7. Informatie de 14-pens aansluitkabel tussen aanvoerunit en stroombron 14 pens aansluiting Pen* A 24 V AC t.o.v. pin G. Functie van de pennen B G Verbinding met contact A activeert het uitgangsvermogen. Nulleiding voor het 24 V AC circuit. J I H G F A K B N L C M D E C +10 V DC ingangssignaal van stroombron naar draadaanvoerunit t.o.v. D. D Nulleiding van de afstandsbediening. E 0 tot +10 V DC uitgangssignaal van draadaanvoerunit naar stroombron t.o.v. D. H Spanningsterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 10 V boogspanning. F Stroomterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 100 A lasstroom. L 0 tot +10 V DC uitgangsignaal van draadaanvoerunit naar stroombron t.o.v. N. M N K CC/CV instelling (constante stroom/spanning), signaal 0 tot +10 volt DC. Massa draadaanvoerunit. Niet gebruikt. * De overige pennen worden niet gebruikt. 3-8. Tabel met draadtype, diameter en optimale draadsnelheid Motortype Draadtype Draaddiameter Nominaal snelheidsbereik (conform IEC 60974 5) Standaard Alle 0,9 tot 1,57 mm 1,4 tot 19,6 m/min. Standaard Alle 2 mm 1,4 tot 17,8 m/min. Aantekeningen OM 243 346 pagina 13

3-9. Het installeren van de lastoorts 6 7 1 Vergrendelknop 2 Vergrendelingslipje voor toorts 3 Uitsparing in aansluitpen 4 Aansluiting lastoorts Aansluiten van toorts met Accu Mate Draai de vergrendelknop los zodat de vergrendel lip vrijkomt. Duw de aansluitpen van de toorts zo ver mogelijk naar binnen, zodat de groef gelijk komt met de vergrendel lip. Draai de vergrendelknop weer aan. De aansluitpen zit nu vast. 4 Aansluiten van toorts zonder Accu Mate Als de aansluitpen geen groef heeft, draait u de vergrendelknop los en draait de vergrendellip 180 graden. Hierdoor zal de vergrendellip niet uitsteken in de groef van de aansluitpen. 3 Duw de aansluitpen zo ver mogelijk in de aansluiting. Draai de vergrendelknop weer aan. De aansluitpen zit nu vast. 1 Aansluiten van toorts met Accu Mate 2 1 Aansluiten van toorts zonder Accu Mate 2 5 Bedieningskabel lastoorts Steek de plug in de aansluiting voor de toortsbediening, en draai de plugomhulling, die aan de binnenkant schroefdraad heeft, vast. 6 Drukblokkeerclips 7 Lege sleuven Gebruik van Push/Pull toorts Bij het gebruik van een duw trek toorts (push pull gun) moeten de drukblokkeerclips geplaatst blijven. Het afstellen van de druk (hoofdstuk 3-10) moet dan niet gebeuren. Gebruik van een duw toorts Bij het gebruik van een duw toorts (push only gun) moeten de drukblokkeerclips worden verplaatst naar de lege sleuven, zodat ze eventueel later weer wel te gebruiken zijn. De druk moet afgesteld worden volgens hoofdstuk 3-10. 5 245 985 A / Ref. 246 040 A OM 243 346 pagina 14

3-10. De lasdraad installeren en doorvoeren Installeer draadspoel. Stel de spanmoer zodanig in dat de lasdraad strak blijft als de draadaanvoer stopt. Installeer de draadgeleiders en de antislijtagegeleider. Installeer aandrijfrollen. Aanpassen druk achterste rollen Drukindicator Aanpassen druk voorste rollen Draad slipt niet NIET GELEIDEND OPPERVLAK Draad slipt NIET GELEIDEND OPPERVLAK Aandrijfrollen Achterkant van toorts Benodigde gereedschappen: 3/16, 5/64 inch 15/16, 3/8 inch Uiteinde van de liner De beste draadaanvoer krijgt men als de liner in de lastoorts is aangepast aan de gebruikte lasdraad. Bovendien moet deze liner doorlopen tot de aandrijfrollen, zonder deze te raken. Installeer de toorts. Leg de toortskabel zo recht mogelijk. Knip einde van de draad af. Duw de draad door de invoergeleider naar de aandrijfrollen; houd de draad vast. Druk op de jog knop om de draad uit de toorts te voeren. Bij het gebruik van een Push Pulltoorts en drukblokkeerclips, druk niet afstellen. Stel bij aluminium lasdraad de drukindicator zo licht mogelijk af. U kunt de druk van de aandrijfrollen aanpassen door het toortseind ongeveer 5 cm van een niet geleidende oppervlakte te houden en de toortsschakelaar in te drukken om de draad tegen het oppervlak te voeren. Aandraaien, zodat de draad niet slipt. Niet te strak vastdraaien. Indien de draad volledig klem raakt, moet de draad kunnen slippen tussen de aandrijfrollen (zie aanpassen van de druk, hierboven). Knip de draad af. Sluit de kap. Ref. 156 929 A / ref. 150 922 / ref. 156 930 / S 0627 A OM 243 346 pagina 15

HOOFDSTUK 4 BEDIENING 4-1. Aan/uit schakelaar 1 Aan/uit schakelaar 1 Ref. 246 039 A 4-2. JOG/PURGE-schakelaar 1 JOG/PURGE schakelaar 1 Ref. 246 039 A Druk op de jog/purge schakelaar om draad door te voeren zonder de lasuitgang of het gasklepcircuit te activeren. Bij deze unit is het mogelijk handmatig draad door te voeren ( jogging ) met de toortsschakelaar of met de jog/ purge schakelaar. Indien de lasboog niet ontsteekt binnen 3 seconden nadat de toortsschakelaar is ingedrukt, zal het apparaat maximaal twee minuten draad doorvoeren in Jog stand. Indien de toortsschakelaar na twee minuten nog steeds is ingedrukt, wordt het doorvoeren gestopt om te voorkomen dat de draadrol helemaal wordt afgewikkeld, zoals in het geval van een beschadigde toorts. Het apparaat toont de melding ERR TRIG om aan te geven dat de toortsschakelaar is geactiveerd. U kunt de jog draadsnelheid aanpassen met behulp van de instelknop tijdens het joggen. Het apparaat toont de jog draadsnelheid tijdens het doorvoeren. U kunt het doorvoeren eveneens laten beginnen door op de knop jog/purge te drukken. Door op de jog/purge knop te drukken kunt u de gasleidingen doorblazen voordat u gaat lassen of om de gasdruk in te stellen. OM 243 346 pagina 16

4-3. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 2 3 1 4 7 6 5 243 898 A 1 Instelknop links (zie hoofdstuk 4-6) 2 Linkse display (zie hoofdstuk 4-4) 3 Rechtse display (zie hoofdstuk 4-5) 4 Instelknop rechts (zie hoofdstuk 4-6) 5 Kratertoets (zie hoofdstuk 4-9) 6 Starttoets (Zie hoofdstuk 4-8) 7 Insteltoets (zie hoofdstuk 4-7) Aantekeningen OM 243 346 pagina 17

4-4. Linker display 1 3 2 4 5 1 Led programma A 2 Led programma B 3 Linker display 4 Booglengte led 5 Volt led Voor het instellen van het juiste spanningsbereik voor een bepaalde stroombron, zie hoofdstuk 4-10 Keuzemenu stroombron Linker display Het linker display toont de spanning of de booglengte. Het apparaat geeft zowel de ingestelde als de daadwerkelijke spanning van de boog aan. Tijdens het lassen wordt de daadwerkelijke lasspanning weergegeven. Zie hoofdstuk 6-2 voor de booglengte en de spanningsweergave. 4-5. Rechter display 1 3 2 1 Rechter display De rechter display toont de aanvoersnelheid of de stroomsterkte. Als niet gelast wordt toont de display alleen de vooringestelde aanvoersnelheid. Tijdens het lassen wordt de actuele aanvoersnelheid getoond voor de actieve lassequence. 2 Draadaanvoersnelheid led 3 Stroomsterkte led De leds onder de display geven aan welke waarde in de display staat. Indien tijdens een bepaalde lassituatie geen draadtoevoer plaatsvindt, geeft het apparaat de draadsnelheid van de sequence aan. Tijdens het lassen kunt u altijd de draadsnelheid van de sequence aanpassen; hierdoor vervalt de presetwaarde van de draadsnelheid. Met andere woorden: als u tijdens het lassen de instelknop gebruikt, toont het apparaat de draadsnelheid van de sequence en kan deze worden aangepast onafhankelijk van de actieve sequence. Wanneer het apparaat de stroomsterkte toont, licht de amp led op. De stroomsterkte wordt alleen weergegeven tijdens het lassen en de stroomsterkte hoger is dan de minimumwaarde van 25 ampère. OM 243 346 pagina 18

4-6. Instelknop links/rechts 1 1 Instelknop Met deze knoppen kunt u diverse parameters of menu items instellen. De linkerknop dient voor de spanning en de booglengte. Met de linkerknop is de stroomsterkte en de aanvoersnelheid van de lasdraad instelbaar. 4-7. Insteltoets (voor instelmenu) 1 2 1 Insteltoets (voor instelmenu) 2 Insteltoets led Wordt de insteltoets ingedrukt, dan gaat de betreffende led branden om dit aan te geven. Knop de toets in om basisinstellingen te doen. Door de toets langer ingedrukt te houden komt u bij de geavanceerde instellingen. 4-8. Start toets 1 2 1 Start toets 2 Start led Druk op de starttoets om de startparameters te activeren of deactiveren. De led is aan als start is ingeschakeld. U kunt in het menu van de startparameters komen door de toets langer dan één seconde ingedrukt te houden. 4-9. Krater toets 1 2 1 Krater toets 2 Krater led Druk op de toets om de kraterparameters te activeren of deactiveren. U kunt in het menu van de kraterparameters komen door de toets langer dan één seconde ingedrukt te houden. OM 243 346 pagina 19

4-10. Keuzemenu stroombron 1 * * Stroombron Linker display Rechter display Invision/XMT 35X MPa MPa 35X Invision/XMT 45X MPa MPa 45X Deltaweld 302 DELT 302 Deltaweld 452 DELT 452 Deltaweld 652 DELT 652 Dimension 302 DIM 302 Dimension NT 450 DIM 450 Dimension 452 DIM 452 Dimension 652 DIM 652 XMT 304 XMT 304 XMT 350 XMT 350 XMT 456 XMT 456 Invision 456 INV 456 Invision 354 INV 354 Optima OPT IMA Aangepast CUST PWR.S 2 Spanningsbereik Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 32 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 44 Vmin = 10 Vmax = 32 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 65 Vmin = 10 Vmax = 35 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 35 Vmin = 10 Vmax = 38 Vmin = 10 Vmax = 38 1 Linker display 2 Rechter display Na het inschakelen van de draadaanvoerunit moet de bediener de gebruikte lasstroombron instellen. Door het kiezen van een stroombron worden automatisch de minimale en maximale uitgangsspanning (Vmin en Vmax) van de stroombron goed ingesteld. Eerste keer inschakelen Als de aanvoerunit voor de eerste maal wordt ingeschakeld, toont hij het keuzemenu voor de gebruikte stroombron. Op de linker display staat MPA en rechts staat 35X. Dit betekent dat de standaard ingestelde stroombron de MPa 350 amp is, bij een spanningsbereik van 10 volt (Vmin) tot 38 volt (Vmax). Na het inschakelen hebt u nog drie seconden tijd om een andere stroombron te kiezen uit de in de display getoonde lijst met mogelijkheden. U kunt de lijst met mogelijkheden doorlopen door aan de instelknop onder de display te draaien. Na het kiezen van een stroombron hebt u weer drie seconden om eventueel toch een andere in te stellen, of u kunt beginnen met lassen. Na het uitschakelen van de aanvoerunit onthoudt hij welke stroombron ingesteld was. Volgende keer inschakelen De aanvoerunit toont weer de stroombron die de vorige keer gekozen was. U hebt drie seconden de tijd om eventueel een andere stroombron in te stellen. Wilt u dat niet, dan drukt u op de programmatoets (linksboven) om het instelmenu te verlaten. ** Als de stroombron niet in de tabel staat, kunt u uitgaan van het spanningsbereik, of aan de hand van hoofdstuk 4-6 Vmin en Vmax instellen. OM 243 346 pagina 20

4-11. Bedieningsterminologie Hier volgt een lijst termen en definities met betrekking tot de draadtoevoerunit: Algemene termen: Doorvoeren van koude draad (jogging) Sequence Lasprogramma MIG Pulserend MIG Synergisch Niet synergisch STD Houdfunctie van de toortsschakelaar Spot Booglengte Dual Schedule (2 programma s) Voorgas Nagas Start Profile Pulse Draad doorvoeren zonder dat de contactor of de gasklep wordt ingeschakeld. Een Sequence van het lasprogramma, zoals gasvoorstroom, aanloop ( run in ), starten, lassen, kratervullen, burnback en gasnastroom. Meerdere sequences die samen een lascyclus vormen. Een CV lasproces (dus met constant voltage = constante spanning) met individuele instellingen van spanning en aanvoersnelheid. Een CC lasproces (dus met constant current = constante stroom), met in de fabriek ingestelde data voor piek en dalstroom, pulsbreedte en aantal pulsen per seconde. Bij adaptieve pulsregeling worden een of meer van de voorinstellingen dynamisch aangepast om de booglengte te regelen of die constant te houden. Dit houdt in dat het systeem de instellingen van de stroombron automatisch aanpast bij die van de aanvoerunit, zodat alles met een enkele knop te regelen is. Bij synergisch Pulsed MIG worden de pulsparameters automatisch verhoogd of verlaagd zodat de stroombron een passend vermogen levert gezien de draadaanvoersnelheid. In dit geval worden de aanvoersnelheid en het vermogen van de stroombron onafhankelijk van elkaar geregeld. Als in de niet synergische modus de aanvoersnelheid wordt verhoogd of verlaagd, dan moeten de booglengte of de spanning dienovereenkomstig worden aangepast. Normale werking van de toortsschakelaar. Het lassen begint bij het indrukken van de schakelaar en stopt bij het loslaten. Speciale werking van de toortsschakelaar, waardoor lassen mogelijk zonder steeds de schakelaar te moeten vasthouden. Met de houdfunctie van de toortsschakelaar begint het lassen door kort de schakelaar te bedienen en daarna los te laten. Het lassen gaat door, totdat het gestopt wordt door weer even de schakelaar in te drukken. Speciale werking van de toortsschakelaar waarbij het lassen automatisch stopt na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd. Het lassen stopt ofwel als die tijdsduur voorbij is, ofwel als de schakelaar wordt losgelaten, wat het eerste gebeurt. Bij het loslaten van de toortsschakelaar wordt de spot tijd teruggesteld. Dit is de fysieke afstand tussen de draadelektrode en het gesmolten lasbad. De term wordt ook gebruikt bij de lengteafstelling voor pulserend MIG lassen. Hiermee kan een paar van lasparameters samen gebruikt worden. De tijd dat het beschermgas al stroomt nadat de toortsschakelaar is ingedrukt en voordat een lasboog mag worden gevormd. De tijd dat het beschermgas blijft doorstromen terwijl de lasboog er niet meer is. Bevat de spanning/booglengte, draadaanvoersnelheid en tijdinstellingen voor een aangepaste boogstart. Profile Pulse optimaliseert het uiterlijk van de aluminium lasnaad, door een lasrups met een consistent patroon te maken, soortgelijk als bij GTAW. OM 243 346 pagina 21