NORM-INFOBLAD. stekerbare installaes conform NEN1010. Met het Wieland GST18 stekerbare installaesysteem



Vergelijkbare documenten
Wieland GST18 stekerbare installaties Gebruiksinstructies

Nieuws1010. Onafhankelijke uitgave van Meer1010. Stekerend installeren (1)

Stekerbaar installeren

T12 Technische tabellen Belastbaarheid basistabel


HULTO mbzh. Omvlochten halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm.

NEN-EN-IEC H05V2-K / H07V2-K 90 C montagesnoer. Belangrijk

Stekerbaar installeren

STAP 1. Legschema STAP 2

HULT mbzh. Halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

Installatievoorschriften

VULTO mb. Omvlochten installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

IEC Case: Eaton xboard EWS05082

Gelijkt. factor Cosinus Phi. Bestaand. Lengte. Vast

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Wanneer Norm voor kabels volgens EN50577? De Europese verordening EN sluit kabels met Isolatiebehoud en/of (resistance to fire) expliciet uit. E

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

VULT mb. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm. Geel/Groene ader Materiaal buitenmantel. NEN: YMvKmb 0,6/1kV

Veria Control B35/B45. Installatiehandleiding

INHOUD Bijlage D-12 INHOUDSOPGAVE 4. SECUNDAIR DISTRIBUTIENET Algemeen Berekeningsbasis en prestaties...1

Standaard en Stekerbaar. Instalcare. Doelstelling Klasse 1, 2 en 3 ruimtes Van Dokter/tandartspraktijken Tot operatiekamers / intensive cares

VULT mb. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

INSTALLATIE- KABEL HALOGEENVRIJ

Installatiehandleiding. DEVIreg 132. Elektronische thermostaat.

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Railkokersystemen geïntegreerd in installaties

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Art. 104 VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BRAND

Hoogte 25 - Geperforeerd. Hoogte (mm) Perforatie

gesis is eenvoudig: 20 referenties volstaan om 90 % van de installaties uit te voeren.

VULT Dca. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm. Geel/Groene ader Materiaal buitenmantel

Basiscursus NEN Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Veria Control W35/W45. Installatiehandleiding

Perforatie. Hoogte 25 - Geperforeerd. Hoogte (mm)

Socket-Line. Compleet hollewanddozen concept 100% stekerbaar en kostenbesparend!

VERLENGINGSSET / 230 V

MONTAGE- EN INSTALLATIE HANDLEIDING. IRPRO Series: IRPRO350, IRPRO500, IRPRO750

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type blz 2 en 3

MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap

FUNCTIEBEHOUD BIJ BRAND EENVOUDIG, COMPLEET EN VEILIG

Hoogte 75 - Geperforeerd. Hoogte (mm) Hoogte (mm)

Ymvk DCA. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch

Vinyl installatiedraad

3M TM Plastic Pipe Device Brandvertragende manchetten

TAD: Technologische AdviesDienst

Telecominstallatie binnenin een woning

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

C R O S S. Installatieconcept snel en flexibel Duurzaam installeren is betaalbaar assembleren. Voordelen van Power-Click

Tiara Decentrale elektrische verdeelinstallatie Verticale uitvoering IL Z

BES External Signaling Device

Deel0. Relatie met internationale normen. IEC (International Electrotechnical Commission) Mondiaal,wereldwijd

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

3.1 3M Scotchcast nr. 40

Kaedra verdelersysteem

Harsen. 3M Benelux M Scotchcast nr N M Scotchcast nr M Scotchcast nr U M Scotchcast nr.

Productinformatie ÖLFLEX CRANE. Info Geschikt voor buitengebruik Geïntegreerde trekontlasting Ook geschikt voor kabelrupsen en lifttoepassingen

NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC NEN-EN-IEC

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

Samen werken aan een veilige elektra!

In deze catalogus kunt u bijna alles vinden op het gebied van kabel, de bijbehorende specificaties, en veel meer.

2015 Eaton. All Rights Reserved.

Info. Inhoudsopgave. Apparaatsnoer HRA stekker /65 C-120 C-155 C... Pagina 51 Tabellen en informatie...vanaf Pagina 52

CPR. Construction Products Regulation

ÖLFLEX HEAT 180 SiF - fijndradige siliconen enkele ader voor gebruik in machines, fabrieksbouw en werktuigbouw voor temperaturen tot max.

ilmo 50 WT Ref B

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen

Checklist Brandveilige Bekabeling

Veilige infrastructuur met OBO ondervloersystemen Effectieve afschottingssystemen beveiligen brandzones Vuur en rook worden met de brandwerende

BC 2.1& BC 3.1. esco drives & automation s.a. Dynamische remeenheid voor frekwentieregelaars RIVES UTOMATION. Montage en gebruiksaanwijzing. n.v.

BES External Signaling Device

Highlights uit nieuwe HS norm:

SIVACON S4 en ALPHA. De standaard in energieverdeling. Veilig, flexibel en betrouwbaar. Answers for infrastructure.

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Betonkabel Vloerverwarming

BES External Signaling Devices

Installatie glasvezelverbinding bijkomende informatie voor plaatsing wachtbuis en microducts.

Examen VMBO-BB. elektrotechniek CSPE BB. gedurende 800 minuten. Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en een digitaal bestand.

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

SERVICE KWALITEIT KWALITEIT INNOVATIE KENNIS BETROUWBAARHEID

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

Productinformatie 18/05/2009

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

1 september Oplossingen voor het toenemende energieverbruik

METER VAN WARMTEVERBRUIK Module sanitair water Warm en koud

Productinformatie ÖLFLEX HEAT 125 C MC. Info Vervangt de ÖLFLEX HEAT 145 C MC Verbeterde brandkarakteristieken GL - Germanischer Lloyd-goedkeuring

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

Opritverwarming met SiPCP

Warmtekrimpkousen en gegoten vormen

Serie 7L - LED-lampen

Geïntegreerde netaansluiting 3x25A

3M 3.1 3M M

GEBRUIKSAANWIJZING Multimeter PCE- DC 1

INNOVAHEAT AF-MAT ELEKTRISCHE VLOERVERWARMING. Installatiehandleiding & Instructies

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

Brand-schotelklep SVA-FF

Transcriptie:

NORMINFOBLAD stekerbare installaes conform NEN1010 Met het Wieland GST18 stekerbare installaesysteem

Inleiding Stekerbaar installeren wordt sinds 1995 veel in Nederland toegepast. Er ontstaan echter nog steeds nieuwe toepassingsgebieden voor stekerbare installaties. Om een goede installatie te garanderen toetsen wij elke toepassing van stekerbare installaties aan de norm voor Elektrische installaties: NEN1010 Ook voor stekerbare installaties in holle wanden en boven verlaagde plafonds hebben wij dit gedaan. De conclusie is dat deze installatievorm is toegestaan. Men moet echter wel, net als bij een conventionele installatie, met een aantal zaken rekening houden. De achtergronden beschrijven we in dit document. Om te bepalen of stekerbaar installeren in een holle wand is toegestaan moeten er een aantal vragen aangaande de normen en de betreffende installatie beantwoord worden. Hetzelfde geldt voor een installatie boven verlaagd plafond of onder een verhoogde vloer. De volgende punten worden in dit document op onderstaande volgorde behandeld. Inhoudsopgave 1. Aan welke normen moet een stekerbare installatie minimaal voldoen. 2. Mag men stekerbaar installeren? 3. Mag men een installatie aanleggen met buigzame leiding 4. Mag men een installatie aanleggen in een holle wand, vloer of boven een verlaagd plafond 5. Mechanische belasting van de leiding 6. Brandveiligheid 7. Stroombelasting buigzame leidingen 8. Thermische belasting van leidingen 9. Correctiefactoren 10. Halogeenvrije leidingen 11. Compatibiliteit 12. Wieland GST18 EN61535 certificaat 13. Conclusies 2

1. Aan welke normen moet een stekerbare installatie voldoen: NEN1010 133.1 Al het elektrisch materieel dient te voldoen aan de desbetreffende Europese Norm (EN).. Alle 2polige tot 5polige connectoren voor leidingen tot 10mm², gebruikt voor permanente verbindingen in een vaste installatie dienen te voldoen aan EN61535! Alle connectoren uit het Wieland gesis systeem: De GST18, GST15 en RST series zijn conform EN61535 getest en door de VDE gecertificeerd. GST18 = 20A, GST15 = 16A, RST20= 20A, RST25 = 25A De installatie dient te voldoen aan NEN1010. Verderop in dit document zijn een aantal zaken beschreven waarmee men specifiek rekening dient te houden. Voor een stekerbare installatie met buigzame leidingen gelden hierbij de zelfde normen als voor een conventionele installatie. Men dient altijd rekening te houden met de eigenschappen van de gebruikte materialen, in dit geval met name de buigzame leidingen. 2. Mag men stekerbaar installeren? Men mag niet stekerbaar installeren met bijvoorbeeld randaardestekers. Deze zijn geconstrueerd volgens de norm DIN VDE 0625 / EN603201: stekerverbindingen voor huishoudelijk gebruik. Met dit soort stekers mag men 1 apparaat aansluiten. Een verlengsnoer is toegestaan als tijdelijke installatie en mits deze in zicht blijft. Men mag wel stekerbaar installeren met Wieland GST15, GST18 of RST stekerverbindingen Deze zijn geconstrueerd volgens de normen voor installatiestekers NENENIEC61535: toestelverbindingsstopcontacten bestemd voor vaste aansluiting in vaste installaties. Belangrijke punten uit EN61535: Een connectorverbinding moet van vergrendeling voorzien zijn die alleen met een doelbewuste actie te ontkoppelen is. Doorgangsweerstand maximaal 1,0 mω per verbinding in de connector, dus 3 mω per verbinding, gemeten op de aders. Wieland voldoet hieraan met een doorgangsweerstand van geniddeld1,5 mω. Stekerbare verbindingen moeten gemaakt worden met male en female connectoren van één en hetzelfde fabricaat Info: Doorgangsweerstand vs. contact overgangsweerstand De doorgangsweerstand wordt gemeten op de ader, direct achter het mannelijke en vrouwelijke contact. Men meet dus: Weerstand overgang ader op mannelijk contact Weerstand overgang mannelijk contact op vrouwelijk contact Weerstand overgang vrouwelijk contact op ader Deze doorgangsweerstand van een malefemale verbinding bij Wieland GST18i3 is ca. 1,5 mω De contact overgangsweerstand wordt gemeten op het contact en meet dus alleen: Weerstand overgang mannelijk contact op vrouwelijk contact Deze contact overgangsweerstand is bij Wieland GST18 ca. 0,5 mω. Info: geleider weerstand van kabels: Een koperader heeft een specifieke geleiding van 1/58 Siemens/mtr ofwel een weerstand van 0,001724 Ω per meter /mm². 1½mm² : 11,49 mω/m. 2½mm² : 6,89 mω/m 4mm² : 4,31 mω/m Een Wieland GST18 malefemale stekerverbinding heeft een gemiddelde doorgangsweerstand van ca. 1,5 mω.. Dit is lager dan de gemiddelde doorgangsweerstand van een schroeflasdop of een veerklemlasdop. Deze 1,5 mω staat gelijk aan de weerstand van 20 cm lengte 2½mm² koperleiding. De stekerverbinding zelf is 14 cm lang. Daarom is de GST18 connector bij normaal gebruik qua weerstand transparant in de weerstandsberekening van een installatie, en kunnen in de praktijk NEN1010 tabellen 5A.531 t/m 4 aangehouden worden voor de bepaling van de maximale lengte van een installatie. 3

3. Mag men een installatie aanleggen met buigzame leidingen? NEN 1010 zegt het volgende over een buigzame leiding: Bron NEN1010: 2007C1:2008 NEN 1010 specificeert een buigzame leiding als een uitvoeringsvorm van kabel waarmee een elektrische installatie mag worden aangelegd. NEN 1010 stelt over gewone ruimtes dat de volgende leidingtypes als buigzame leiding mogen worden toegepast. Dit geldt ook voor medisch gebruikte ruimtes waarvoor geen aparte specificaties worden gesteld. Bron NEN1010: 2007C1:2008 Verder wordt gemeld: Of hieraan gelijkwaardige leidingen. Wieland installaties worden meestal opgebouwd uit een van de volgende leidingtypes: H05VV : PVC 70 graden H05V2V2 : PVC 90 graden H07RNF : zware rubbermantelleiding H05Z1Z1 : Halogeenvrije leiding, moeilijk brandbaar, low smoke. Al deze leidingen zijn dus toegestaan. 4

4. Mag men een installatie aanleggen in een holle wand, vloer of verlaagd plafond? NEN 1010 zegt het volgende over holle ruimtes in gebouwen: Bron NEN1010: 2007C1:2008 Bron NEN1010: 2007C1:2008 Een holle ruimte in een gebouw wordt dus gezien als een kabelkoker geschikte installatieruimte, als een kabelkoker. Specifiek worden holle wanden, verhoogde vloeren en verlaagde plafonds als voorbeelden van zulke ruimtes benoemd. Mag men een buigzame leiding dan installeren in zo n holle ruimte? Tabel 52A geeft uitkomst: Men mag buigzame leidingen in een holle ruimte of kabelkoker met of zonder bevestiging toepassen. In 2011 is tabel 52A aangepast aan de overkoepelende Europese norm EN60364552 en buigzame leidingen vallen nu onder kabels en mogen dus ook zonder bevestiging, direct bevestigd, in buis, in kabelgoeten en op kabelladder worden toegepast. 5

5. Mechanische belasting van een buigzame leiding: Men dient rekening te houden met de lagere mechanische sterkte van sommige buigzame leidingen en moet voorkomen dat deze kabel kan beschadigen bijvoorbeeld aan scherpe randen. Praktijkvoorbeeld: als de huid kan worden beschadigd aan een rand zou ook een buigzame leiding kunnen beschadigen. De meeste plafonds hebben tegenwoordig echter afgeronde profielen die de leiding niet zullen beschadigen Maximale lengte vrij hangende leidingen: NPR 3627 geeft aan dat de lengte van verticaal vrij hangende buigzame leidingen zonder bevestiging maximaal 5 meter mag zijn. Wil men hiervan afwijken dan zal men moeten berekenen dat de leidingen en connectoren hiertegen bestand zijn. Belasting vrij hangende leidingen Hoe zwaar mag men een stekerbare installatie mechanisch belasten, hoe lang mag een buigzame leiding in een stekerbare installatie vrij omlaag hangen? Hiervoor moet men kijken naar de krachten die de onderlinge componenten in de stekerbare installatie en dus naar de connectoren en de leidingen. Trekkracht leidingen Diverse leveranciers geven voor de volgende buigzame leidingen de volgende statische treksterkten aan: HO5VVF 3G1,5 65N HO5VVF 3G2,5 110N HO7RN_F 3G1,5 67N HO7RN_F 3G2,5 110N Krimpverbindingen: IEC 603522 geeft aan dat een krimpverbinding volgende trekkrachten aan moet kunnen: 1½mm² 150N 2½mm² 230N Trekontlasting van de connector: VDE0606 T200 en EN61535 geven aan dat de trekontlasting in een installatiesteker voor kabel van 811 mm doorsnede minimaal 50 x 60N belast moet kunnen worden zonder meer dan 2 mm te verschuiven. Vergrendeling van de connector: De vergrendeling moet voorkomen dat een connectorverbinding ongenwenst losraakt. Omdat een stekerverbinding aanraakveilig is, is het an sich niet gevaarlijk als de steker losraakt van de contrasteker. Wel zou het gevaarlijk zijn als de kabel of trekontlasting in de steker beschadigd, of als een verbinding gedeeltelijk losgaat resulterend in een slecht contact. EN61535 geeft aan dat de vergrendeling van een installatiesteker minimaal 80N/1minuut aan moet kunnen. Maximale lengte verticaal hangende leiding gecalculeerd: De maximale lengte wordt dus beperkt door de meest kritische factor, soms de kabel, soms de vergrendeling. Het kabelgewicht dynamische krachten mogen deze waarde dus niet overschrijden. Nu betreft het hier een statische waarde dus het is verstandig een ruime veiligheidsmarge voor dynamische krachten in acht te nemen. Bij een veiligheidsmarge van 70% komen we op de volgende maximale lengtes Kabeltype Krische factor Gewicht per m Massa in N/meter Max lengte Max lengte met veiligheidsmarge H05VV 3G1,5 Kabel 65N 110 gram/m 1,1N/m 54 m 17 m H05VV 3G2,5 Vergrendeling 80N 165 gram/m 1,65N/m 48 m 14 m H07RNF 3G1,5 Kabel 67N 140 gram/m 1,4N/m 43 m 14 m H07RNF 3G2,5 Vergrendeling 80N 205 gram/m 2,05N/m 39 m 12 m Praktijkvoorbeeld In tot 12 meter hoge lichtmasten wordt al jaren de verbinding tussen lamp en voeding gemaakt met een los in de lichtmast hangende VMVL (H05VV) leiding. Deze leiding hoor je vaak bij harde wind ook in de lichtmast bewegen, er zijn dus ook dynamische krachten die op deze kabel inwerken. Deze methode wordt al tientallen jaren in Nederland en wereldwijd probleemloos in miljoenen lichtmasten in vele omstandigheden toegepast. 6

6.Brandveiligheid: Indien wanden waarin een installatie wordt aangelegd brandbaar zijn, moeten moeilijk brandbare materialen worden toegepast. Bron NEN1010: 2007C1:2008 Wieland konnektoren en verdeelblokken voldoen aan UL94V0 Leidingen moeten voldoen aan EN603321 (enkel gelegde leidingen) of EN603323 (gebundelde verticaal aangelegde leidingen). H05VVF PVC leidingen van Wieland voldoen aan EN603321 H(S)05Z1Z1F halogeenvrije leidingen voldoen aan EN 603321, zijn halogeenvrij volgens EN 502671, low smoke volgens EN61034. Deze leidingen hebben de markering HFFR (halogen free, flame retardent), FRNC (flame retardent non corrosive) of LSOH (Low smoke zero halogen). RZ1K leidingen zijn moeilijk brandbaar volgens EN603321 en EN603323 3, Halogeenvrij volgens EN502671 en 2, Low smoke volgens EN61034. 7. Stroombelasting van een buigzame leiding in een holle wand, vloer of plafond De maximale stroombelasting van een leiding wordt bepaald door de aderdoorsnede, de warmtebestendigheid van aderisolatie en mantel en de mogelijkheid om warmte af te geven. Als eerste zoekt men in tabel A522 de betreffende installatiemethode. Deze verwijst naar basisinstallatiemethoden in tabel A521 In tabel A521 wordt weer verwezen naar tabel A523 t/m 6 waar men de met de maximale stroombelastbaarheid van de leiding kan bepalen. Bron NEN1010: 2007C1:2008 7

7a. Stroombelasting bij installatiemethode verlaagd plafond of verhoogde vloer: Bron NEN1010: 2007C1:2008 Tabel A522 verwijst naar basisinstallatiemethode B1 in tabel A521 PVC leiding met 2 belaste aders tabel A523 kolom 4 EPR leiding met 2 belaste aders tabel A524 kolom 4 Bron NEN1010: 2007C1:2008 PVC (70 graden) 3x1½mm² 17,5A PVC (70 graden) 3x2½mm² 24 A EPR (90 graden) 3x1½mm² 23A EPR (90 graden) 3x2½mm² 31A toegestaan bij 16A automaat, toegestaan bij 16A automaat toegestaan bij 16A automaat toegestaan bij 16A automaat Advies gebruik voor WCD s 2½ mm² (Zie ook NEN1010 kapittel n.720.521.8.3 :WCD s algemeen gebruik in woonverblijven met 2½mm² aansluiten). Verlichting kan evt. met 1½mm² 8

7b. Stroombelasting bij installatiemethode nietgeïsoleerde holle wand: Bron NEN1010: 2007C1:2008 Tabel A522 verwijst naar basisinstallatiemethode B1 in tabel A521 PVC leiding met 2 belaste aders tabel A523 kolom 4 EPR leiding met 2 belaste aders tabel A524 kolom 4 PVC (70 graden) 3x1½mm² 17,5A PVC (70 graden) 3x2½mm² 24 A EPR (90 graden) 3x1½mm² 23A EPR (90 graden) 3x2½mm² 31A toegestaan bij 16A automaat, toegestaan bij 16A automaat toegestaan bij 16A automaat toegestaan bij 16A automaat Bron NEN1010: 2007C1:2008 Advies gebruik voor WCD s 2½ mm² (Zie ook NEN1010 kapittel n.720.521.8.3 :WCD s algemeen gebruik in woonverblijven met 2½mm² aansluiten). Verlichting kan evt. met 1½mm² 9

7c. Stroombelasting bij installatiemethode geïsoleerde holle wand: Bron NEN1010: 2007C1:2008 Tabel A522 verwijst naar basisinstallatiemethode A1 in tabel A521 PVC leiding met 2 belaste aders tabel A523 kolom 2 EPR leiding met 2 belaste aders tabel A524 kolom 2 Bron NEN1010: 2007C1:2008 PVC (70 graden) 3x1½mm² 14,5A NIET toegestaan bij 16A automaat PVC (70 graden) 3x2½mm² 19,5 A toegestaan bij 16A automaat EPR (90 graden) 3x1½mm² 19A toegestaan bij 16A automaat EPR (90 graden) 3x2½mm² 26 A toegestaan bij 16A automaat Advies: gebruik 2½ mm². 10

8. Thermische belasting van leidingen: Kabels moeten uit de buurt van hete oppervlakken gehouden worden. Bij berekening van de belastbaarheid moet rekening gehouden worden met de omgevingstemperatuur. Zie NEN1010 2007: C1:2008 tabel A.521 Bij berekening van de belastbaarheid moet rekening gehouden worden met de beveiliging en met de methode van aanleg. Zie NEN1010 2007: C1:2008 tabel A.521 tot 14 Bij berekening van de belastbaarheid van leidingen moet rekening worden gehouden met eventuele bundeling Zie NEN1010 2007: C1:2008 tabel A.5218 De tabellen op volgende pagina s voor belastbaarheid en toelaatbaarheid van leidingen bij bepaalde installatiemethoden zijn berekend bij 30! Maximale belastbaarheid en toelaatbaarheid gelet op thermische belas(ng. Hierbij is uitgegaan van: Een omgevingstemperatuur van 30 C een maximale geleidertemperatuur van 70⁰C voor PVC leidingen een maximale geleidertemperatuur van 90⁰C voor XLPE leidingen Enkel gelegde leidingen bij markering * een kleinste afme(ng van de betreffende holte die groter is dan 5x de kabeldoorsnede Nr. Installa(e methode Basis methode tabel A521 Verwijst voor 2 belaste aders naar tabel/ kolom Max belas(ng 3x1½mm² smelt patroon automaat Max belas(ng 3x2½mm² met 16A smelt patroon automaat Verwijst voor 3 belaste aders naar tabel/ kolom Max belas(ng 5x2½mm² smelt patroon automaat 28 Vrij op verlaagd plafond of onder verhoogde vloer B1* 70⁰C: A52.3/4 90⁰C: A52.4/4 17,5 A 24,0 A 31,0 A 70⁰C: A52.5/4 90⁰C: A52.6/4 21,0 A 28,0 A 21 Ver(caal / horizontaal in niet geïsoleerde holle wand B1* 70⁰C: A52.3/4 90⁰C: A52.4/4 17,5 A 24,0 A 31,0 A 70⁰C: A52.5/4 90⁰C: A52.6/4 21,0 A 28,0 A 51 Ver(caal / horizontaal in geïsoleerde wand A1 70⁰C: A52.3/2 90⁰C: A52.4/2 14,5 A 19,0 A 19,5 A 26,0 A 70⁰C: A52.5/2 90⁰C: A52.6/2 18,0 A 2 Ver(caal / horizontaal in buis in geïsoleerde wand. A2 70⁰C: A52.3/3 90⁰C: A52.4/3 14,0A 18,5 A 18,5 A 25,0 A 70⁰C: A52.5/3 90⁰C: A52.6/3 17,5 A 22,0 A 21 Ver(caal/ horizontaal in kanaal betonwand B1* 70⁰C: A52.3/4 90⁰C: A52.4/4 17,5 A 24,0 A 31,0 A 70⁰C: A52.5/4 90⁰C: A52.6/4 21,0 A 28,0 A 21 Ver(caal / horizontaal in kanaal houtvezelplaat B1* 70⁰C: A52.3/4 90⁰C: A52.4/4 17,5 A 24,0 A 31,0 A 70⁰C: A52.5/4 90⁰C: A52.6/4 21,0 A 28,0 A 73 In plintgoot B2 70⁰C: A52.3/5 90⁰C: A52.4/5 16,5 A 22,0 A 30,0 A 70⁰C: A52.5/5 90⁰C: A52.6/5 20,0 A 26,0 A 11

Maximale belastbaarheid en toelaatbaarheid gelet op thermische belas(ng. Hierbij is uitgegaan van: een omgevingstemperatuur van 30⁰C een maximale geleidertemperatuur van 70⁰C voor PVC leidingen een maximale geleidertemperatuur van 90⁰C voor XLPE leidingen Enkel gelegde leiding bij markering * een kleinste afme(ng van de betreffende holte die groter is dan 5x de kabeldoorsnede Nr. Installa(e methode Basis methode tabel A521 Verwijst voor 2 belaste aders naar tabel/kolom Max belas(ng 3x1½mm² smelt patroon automaat Max belas(ng 3x2½mm² smelt patroon automaat Verwijst voor 3 belaste aders naar tabel/ kolom Max belas(ng 5x2½mm² smelt patroon met 16A automaat 15 Op geperforeerde kabelbaan E 70⁰C: A52.11 90⁰C: A52.13 22,0 A 26,0 A 30,0 A 36,0 A 70⁰C: A52.11 90⁰C: A52.13 30,0 A 36,0 A 18 Op kabelladder E 70⁰C: A52.11 90⁰C: A52.13 22,0 A 26,0 A 30,0 A 36,0 A 70⁰C: A52.11 90⁰C: A52.13 30,0 A 36,0 A 6, 33 34,73 77 In wandgoot B2 70⁰C: A52.3/5 90⁰C: A52.4/5 16,5 A 22,0 A 30,0 A 70⁰C: A52.5/5 90⁰C: A52.6/5 20,0 A 26,0 A 4 In PVC buis tegen wand B2 70⁰C: A52.3/5 90⁰C: A52.4/5 16,5 A 22,0 A 30,0 A 70⁰C: A52.5/5 90⁰C: A52.6/5 20,0 A 26,0 A 74 75 In raam, of deurkozijnen A1 70⁰C: A52.3/2 90⁰C: A52.4/2 14,5 A 19,0 A 19,5 A 26,0 A 70⁰C: A52.5/2 90⁰C: A52.6/2 18,0 A 36 In kabelgoot verzonken in vloer B2 70⁰C: A52.3/5 90⁰C: A52.4/5 16,5 A 22,0 A 30,0 A 70⁰C: A52.5/5 90⁰C: A52.6/5 20,0 A 26,0 A 38 In opgehangen kabelgoot B2 70⁰C: A52.3/5 90⁰C: A52.4/5 16,5 A 22,0 A 30,0 A 70⁰C: A52.5/5 90⁰C: A52.6/5 20,0 A 26,0 A 12

9. Correctiefactoren: In tabel A521 wordt ook verwezen naar tabellen met correctiefactoren: Bij een andere omgevingstemperatuur dan 30 graden: A5215 Is de temperatuur lager dan 30 graden dan kan men de leiding zwaarder belasten. Is de temperatuur hoger dan 30 graden dan kan men de leiding minder zwaar belasten. Bron NEN1010: 2007C1:2008 Bij een verzameling van leidingen: A5218 Legt men meerdere leidingen dicht naast elkaar dan kunnen ze hun warmte minder goed kwijt en kunnen de leidingen minder zwaar belast worden dan een enkele leiding. Bron NEN1010: 2007C1:2008 13

Hoeveel Wieland GST18 leidingen mag men dan bij elkaar leggen? Dit is afhankelijk van beveiligingsmethode, installatiemethode en belasting van de leiding. Onderstaande tabel geeft een overzicht van veel toegepaste methoden bij volle belasting van de leiding. 3aderige leidingen met 2 belaste aders bij 30 C Basismethode C = plafondbeugels (enkele laag leidingen) Basismethode E = draadgoot, ladderbaan en geperforeerde kabelgoot (bundel) Max geleider temperatuur Basis installae methode Smeltpatroon gg 16A Leiding 3 x 1½mm² Installae automaat B,C,D 16A Smeltpatroon gg 16A Leiding 3 x 2½mm² Installae automaat B,C,D 16A 60 C C 1 1 2 3 60 C E 1 1 3 4 70 C C 1 1 5 9 70 C E 1 2 5 7 90 C C 2 4 20 20 90 C E 3 4 9 12 Installatiemethodes zie zie NEN1010 2007 C1 2008 tabel A522, Correctiefactoren zie NEN1010 2007: C1:2008 tabel A.5218 10. Halogeenvrije leidingen Bij verbranding van halogeen houdende stoffen, o.a. PVC elektriciteitsleidingen komen schadelijke chloorgasverbindingen vrij. Deze zijn zeer giftig en dodelijk voor de mens. Ook zijn deze stoffen zeer schadelijk voor elektronische apparatuur. Om deze reden wordt meer en meer het gebruik van halogeenvrije installatiematerialen verplicht gesteld in gebouwen. Wieland GST18 halogeenvrij? Wieland stekers en verdelers zijn van halogeenvrij PA 666 Wieland leidingen zijn leverbaar in halogeenvrije HFFR uitvoering, bijvoorbeeld de H05Z1Z1 versie Norm NTA 8012 geeft een duidelijke handleiding voor de keuze wanneer moeilijk brandbare, low smoke en halogeenvrije leidingen toegepast moeten worden, afhankelijk van gebouwtype en verwachte gebruiker van het gebouw. Type Isolae Max temp. Low smoke EN61034 Halogeenvrij EN5026722 (LSOH, LSZH, FRNC) Moeilijk brandbaar EN603321 (enkel gelegde leiding) Moeilijk brandbaar EN603323 (vercale bundels leidingen) Zware mechanische belasng H05VVF PVC 70 C nee nee ja nee nee H05V2V2F PVC 90 C nee nee ja nee nee H05Z1Z1F 70 C ja ja ja nee nee H07RNF rubber 60 C nee nee ja nee ja RZ1K XLPE Polyolefin 90 C ja ja ja ja ja 14

11. Compatibiliteit Over compatibiliteit bestaan veel misverstanden. Het feit dat 2 connectoren op elkaar passen betekent niet dat ze compatibel zijn. NEN1010 stelt hoge eisen aan elektrisch materiaal. De veiligheid van mens, levende have en goederen staat hierbij voorop.. NEN1010 bepaling 133.1 Al het elektrisch materieel moet voldoen aan de desbetreffende Europese norm De Europese norm en de daarin opgenomen definities en bepalingen zijn dus bindend. Wordt niet aan de Europese norm voldaan dan voldoet de installatie ook niet aan NEN1010. NEN1010 bepaling 134.1.1 Bij het uitvoeren van elektrische installatiewerkzaamheden moet zijn gezorgd voor goed vakmanschap, geleverd door vakkundig personeel, en het gebruik van de juiste materialen. NEN1010 bepaling 134.1.4: Verbindingen tussen leidingen onderling en tussen leidingen en ander elektrisch materiaal moeten zo zijn gemaakt dat een veilig en betrouwbaar contact is verzekerd. NEN1010 bepaling 526.1: Verbindingen tussen geleiders onderling en tussen geleiders en ander materiaal moet elektrisch en mechanisch blijvend betrouwbaar zijn. NEN 1010 stelt dat elektrische verbindingen gegarandeerd en blijvend veilig en betrouwbaar moeten zijn. Dit is geen holle eis., met verzekerd bedoeld men dat er een goede werking gewaarborgd moet zijn. De installateur zal dit met documentatie moeten kunnen onderbouwen. NENENIEC 61535 is de norm voor stekerbare verbindingen in een vaste installatie. Deze geeft duidelijke informatie over het gebruik van verschillende merken installatiekonnektorsystemen door elkaar: ENENIEC 61535: 3.6: Definitie van installatieconnector systeem: Familie van installatieconnectoren bestaande uit één of meer female connectoren die door hun mechanische codering compatibel zijn met een of meer male connectoren met dezelfde specificaties, geproduceerd volgens de specificaties van één fabrikant. Bron: EN61535 NENENIEC 61535 8.6.g : De catalogus van de producent moet de volgende instructies bevatten: Een waarschuwing die de installateur adviseert dat gevaarlijke compatibiliteit tussen verschillende fabricaten van installatie connectoren niet automatisch voorkomen wordt door het voldoen aan IEC61535. Ofwel een waarschuwing dat het gebruik van verschillende fabricaten door elkaar tot gevaarlijke situaties kan leiden. De internationale normcommissie IEC heeft deze norm niet voor niets zo opgesteld. Een installatiekonnektor is een zeer compacte connector welke een veel hogere stroom per mm² voort dan bijvoorbeeld een randaardesteker. Toleranties zijn hierbij enorm belangrijk. Zo belangrijk zelfs dat IEC (in tegenstelling tot bijvoorbeeld het normblad voor randaardestekers) geen specificatieblad heeft gemaakt, maar aangeeft dat in een verbinding gebruikte male en female konnektoren geproduceerd moeten zijn volgens de specificaties van 1 fabrikant, Ook moeten de producenten n hun documentatie vermelden dat gevaarlijke compatibiliteit niet uitgesloten wordt doordat 2 producten van verschillend fabricaat beide aan EN61535 voldoen. De verschillende leveranciers hanteren geen gezamenlijke set product, en productiespecificaties. Een leverancier kan alleen een garantie geven op connectie tussen connectoren van zijn eigen fabricage. Wieland garandeert dan ook alleen verbindingen gemaakt tussen Wieland componenten. 15

EN61535 bevat nog een bepaling die het gebruik van konnektoren van verschillend fabricaat door elkaar af te raden maakt. Bron: EN61535 NENENIEC 61535 9.2 : Het zal niet mogelijk zijn om binnen een gegeven installatie konnektor systeem male en female konnektoren met elkaar te verbinden als: De konnektoren een verschillend aantal fasekontakten hebben Een konnektor een aardecontact heeft en de andere niet De konnektoren verschillende nominale fasenul spanningswaardes hebben De konnektoren verschillende nominale stroomwaardes hebben. Het Wieland GST18 systeem is sinds EN61535 van kracht is geheel gekeurd voor 20A. Kopie systemen kennen nominale stroomwaarde van 16A. Deze systemen mogen niet door elkaar gebruikt worden! Conclusies m.b.t. compatibiliteit Installaties in Nederland dienen te voldoen aan NEN1010. De installateur dient aan te kunnen tonen dat producten geschikt zijn om in een installatie te gebruiken. NEN1010 eist dat verbindingen met stekerbare installatiekonnektoren voldoen aan NENEN IEC61535. NENENIEC61535 stelt dat een verbinding van konnektoren in een stekerbare installatie geproduceerd moeten zijn volgens de specificaties van één fabrikant. In de praktijk betekent dit dat verschillende merken installatiekonnektoren niet door elkaar gebruikt mogen worden. Gebruikt men verschillende merken installatiekonnektoren door elkaar dan voldoet de installatie derhalve NIET aan NEN1010. De installateur is verantwoordelijk voor eventuele schade die ontstaat als gevolg van het door elkaar gebruiken van verschillende merken installatiekonnektoren. Bij gebruik van verschillende merken installatiekonnektoren door elkaar kan een verzekeraar een beroep doen op de warenwet elektrotechnische producten en de elektriciteitsclausule wat betekent dat er geen brandverzekering kan worden afgesloten. Isolectra adviseert nadrukkelijk alleen Wieland GST18 konnektoren op Wieland GST18 konnektoren toe te passen. 16

12. EN61535 certificaat GST18 20 Ampére 17

13. Conclusies: Een stekerbare installatie boven verlaagd plafond is toegestaan. De keuze voor een 1½mm2 of 2½mm² leiding is afhankelijk van toepassing, beveiligingsmethode, installatielengte en omgevingstemperatuur. Ook een stekerbare installatie met buigzame leiding in de holle wand of onder een verhoogde vloer is toegestaan. Om aan NEN1010 te voldoen zal men in de meeste gevallen een 2½mm² leiding moeten gebruiken. Als een installatieruimte of isolatie daarin bestaat uit brandbare materialen zal een moeilijk brandbare leiding moeten worden gekozen. Een aantal Wieland halogeenvrije leidingen voldoen hier aan. In openbare gebouwen is het vaak verplicht en altijd beter een halogeenvrije, moeilijk brandbare, low smoke leiding toe te passen. Een aantal Wieland halogeenvrije leidingen voldoen hier aan. Men moet er altijd op letten dat de leiding noch tijdens montage, noch tijdens gebruik kan worden beschadigd. Verbindingen in stekerbare installaties moeten altijd vergrendeld worden. Verbindingen in stekerbare installaties moeten voldoen aan EN61535. Verbindingen in stekerbare installaties moeten gemaakt worden met male en female konnektoren van één en hetzelfde fabricaat. Meer montagevoorschriften in Isolectra s gebruiksaanwijzing stekerbare installaties op www.isolectra.nl/downloads Isolectra bv Rivium Boulevard 101 2909 LK Capelle aan den IJssel Tel 0102855300 Fax 0102855401 www.isolectra.nl info@isolectra.nl Versie 2.2 14102013 18