Spoedgevallen Maaseik



Vergelijkbare documenten
WAT IS VERPLEEGKUNDE?

Introductiebrochure schoonmaak Tel.: 089/

18 juni 1990 (B.S. 26/07/90)

Inwendige geneeskunde D1 Maaseik

Geriatrie Maaseik 089/ INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat Maaseik Tel.

NLRC (revalidatiecentrum) Bree

Inwendige geneeskunde D2 Maaseik

Wij willen je van harte welkom heten op onze afdeling, heelkunde (C) Maaseik.

Psychogeriatrie Bree 089/ INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik. Campus Bree

Week Verpleegkunde Procedures. Marc Van Bouwelen JAG

Medische beeldvorming Maaseik

DAGHOSPITAAL BREE INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat Maaseik Tel.

De verpleegkundige werkt onder het gezag van de hoofdverpleegkundige van Het Pand aan wie hij/zij rapporteert.

Intensieve Zorgen Maaseik

AZ VESALIUS. Algemeen ziekenhuis Vesalius Hazelereik Tongeren tel: 012/ tel afdeling: 012/ INTRODUCTIEBROCHURE VOOR STUDENTEN

INFORMATIEBROCHURE STUDENTEN

Introductie brochure voor studenten DAGHOSPITAAL TONGEREN E2

Studenten klapper. Ziekenhuis Maas en Kempen. Afspraken & verwachtingen studenten ergotherapie. Versie: oktober 2009

Patiënteninformatie. Welkom op stroke unit

studenteninformatie Onthaalbrochure A-dienst GezondheidsZorg met een Ziel

Introductiebrochure Laboratorium Tel.: 089/

Patiënteninformatie. Welkom op beroertezorg

Onthaalbrochure studenten Geriatrie 2

Introductiebrochure Pediatrie Tel.: 089/

Inwendige geneeskunde

AFDELINGSPROFIEL GER3 A2

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006?

Onthaalbrochure studenten Geriatrie 1

studenteninformatie Diëtisten Onthaalbrochure Rwww.mariamiddelares.be Ontdek onze nieuwe website op GezondheidsZorg met een Ziel

Stagemap het preoperatief consult (POC)

Intensieve Zorgen Pediatrie. Studentenbrochure

Infobundel studenten verpleegkunde PAAZ (A-dienst)

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde C2 GezondheidsZorg met een Ziel

Introductiebrochure Pediatrie. Tel.: 089/

studenteninformatie Onthaalbrochure Interne D4 GezondheidsZorg met een Ziel

De dienst Spoedgevallen

studenteninformatie Onthaalbrochure Radiologie GezondheidsZorg met een Ziel

Sint-Andriesziekenhuis Bruggestraat Tielt Infobundel PAAZ afdeling Isabelle Dewaele

AFDELINGSPROFIEL HLK7 V2

Patiënteninformatie. Welkom op de afdeling pneumologie

Onthaalbrochure studenten Spoed

17/03/2015 STAGE LOPEN IN EEN ZORGTRAJECT STAGE LOPEN VROEGER. Kristin Muller Imelda ziekenhuis Danny Peeters Thomas More Campus Lier

Studentenbrochure. Hier komt titel van persbericht

Introductiebrochure Geriatrisch Dagziekenhuis. Tel.: 089/

ONTHAALBROCHURE ZORGKUNDIG STUDENT

WONDZORG. Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde. Jan Vande Moortel

dienst Geriatrie AFDELING LCO MB 2406 december 2014 l inhoudsverantwoordelijke: Andy Swennen l Geriatrie:LGE5 l Ziekenhuis Oost-Limburg

Pediatrie E Bree 089/ INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat Maaseik Tel.

Het niet-chirurgisch dagziekenhuis

INFORMATIEBROCHURE STUDENTEN

ONTHAALBROCHURE VERPLEEGKUNDIG STUDENT

Studentenbrochure VE Palliatieve Asse. Hier komt titel van persbericht. OLV Ziekenhuis Palliatieve zorgeenheid AS11 Bloklaan ASSE.

Afdeling LC1. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

ONTHAALBROCHURE GERIATRIE

Onthaalbrochure studenten. Chirurgisch daghospitaal

Het multidisciplinaire team

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde 2B2 GezondheidsZorg met een Ziel

verpleegeenheid orthopedie

PATIËNTEN INFORMATIE. Geriatrie

Studentenbrochure. Kinderdagziekenhuis 0K12D

Introductiebrochure Dag klinische ingrepenzaal 3 (DIZ3) Tel. DIZ3 :

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING VERZORGING /VERPLEGING. 1. Plaats in de organisatie

Medische beeldvorming. Dienst specifieke informatie

RICHTLIJNEN EVALUATIE STAGES 3 e master Diergeneeskunde. Geachte stagegever,

Inwendige 1. Infobrochure studenten

Dienstgebonden informatiebrochure diëtisten

Profielschets Preoperatieve consultatie, DZC

Introductiebrochure Geriatrisch Dagziekenhuis. Tel.: 089/

Heelkunde 2. informatiebrochure

Heelkunde C Bree 089/ INTRODUCTIEBROCHURE: Ziekenhuis Maas en Kempen vzw. Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat Maaseik Tel.

Algemeen. Titel Functieomschrijving verpleegkundige in R&MSC Versie 1 Status Gepubliceerd. Auteurs: Driesen, Nancy

ZNA Stuivenberg Operatiekwartier

Wondzorg en wetgeving

Departement Verpleging. Studenteninfo Gipskamer 0P5

Contactnummer: Francis Vermote hoofdverpleegkundige. dr. Peter Casteleyn verantwoordelijke arts spoedgevallendienst

Het niet-chirurgisch dagziekenhuis

Onthaalbrochure studenten Pediatrie

informatiebrochure ORTHOPEDIE ziekenhuis maas en kempen dagziekenhuis chirurgie

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde 2B5 GezondheidsZorg met een Ziel

verpleegeenheid geriatrie

Spoedgevallen. Informatiebrochure studenten

Welkom op de verpleegeenheid neurologie (O3) Patiënteninformatie

Verpleegeenheid G3: Informatiebrochure

Onthaal van nieuwe medewerkers

Onthaalbrochure Dienst spoedgevallen

Revalidatie. Klinisch (dienst LSPR) T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6.

Verpleegafdeling revalidatie Torhout

Onthaalbrochure. Verpleegeenheid 4. campus Sint-Augustinus Oosterveldlaan Wilrijk tel

Voorstelling. VE101 Mid-Care

Infobundel stage Pediatrie B4

WONDZORG. Wetgeving: verpleging en wondzorg AXIOMA S. 1. We leven in een rechtsstaat. 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn

Patiënteninformatie. Welkom op het geriatrisch dagziekenhuis

Welkom op de dienst Inwendige geneeskunde. Patiënteninformatie

Introductiebrochure studenten: Spoedgevallen

studenteninformatie Onthaalbrochure Geriatrie G6 GezondheidsZorg met een Ziel

Coda. Informatiebrochure studenten

Introductiebrochure Heelkunde Tel.: 089/

Introductiebrochure Dieetafdeling

Infobrochure. Studenten G2

Begeleidingsdocument

Transcriptie:

Ziekenhuis Maas en Kempen vzw Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat 10 3680 Maaseik Tel.: 089/509 200 Campus Bree Rode Kruislaan 40 3960 Bree Tel.: 089/509 800 INTRODUCTIEBROCHURE:

Hallo, Wij willen je van harte welkom heten op onze afdeling. De eerst volgende dagen en weken zullen nieuw en spannend voor je zijn, maar zeker ook heel leerrijk. Samen willen we deze periode vlot laten verlopen. Om je te helpen is er alvast deze brochure. Na een korte rondleiding op de afdeling zal er een introductiegesprek plaatsvinden met de hoofdverpleegkundige, peter/meter of stagementor. Om je hierop voor te bereiden is er alvast deze brochure. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze afdeling. Het is een beknopte begeleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet allesomvattend zijn, daarom staan zowel de artsen, hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. We gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. We staan ook altijd klaar om antwoorden en extra uitleg te geven. Aarzel dus nooit om hulp te vragen als je problemen ondervindt bij het uitvoeren van je taken. Wij wensen je veel succes en plezier in je werk! Vanwege ons team. Introductiebrochure 2 Versie november 2008

INHOUD 1 Architectuur 7 1.1. De gespecialiseerde spoedgevallendienst te Maaseik: 7 2. Patiëntenpopulatie 10 3. Specifiek verpleegtechnische interventies 11 3.1. A-handelingen 11 3.2. B-handelingen (wijziging t.e.m. KB 07/10/02 BS 07/11/02) 11 3.2.1. Ademhalingsstelsel 12 3.2.2. Bloedsomloopstelsel 12 3.2.3. Spijsverteringsstelsel 12 3.2.4. Urogenitaal stelsel 12 3.2.5. Huid en zintuigen 12 3.2.6. Metabolisme 12 3.2.7. Medicamenteuze toedieningen 12 3.2.8. Voedsel en vochttoediening 12 3.2.9. Mobiliteit 13 3.2.10 Hygiëne 13 3.2.11 Fysische beveiliging 13 3.2.12. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose 13 3.2.13. Assistentie bij medische handelingen 13 Introductiebrochure 3 Versie november 2008

3.3. C-handelingen 13 4. Dagindeling 14 5. Multidisciplinair team 15 5.1. Verpleegkundigen 15 5.2. Paramedisch personeel 15 5.3. Medisch team 16 6. Visie en missie 17 7. Organisatie van de verpleegzorg 18 8. Praktische afspraken algemeen 20 8.1. Dienstlijst 20 8.1.1. Verlofaanvraag 20 8.1.2. Wensen 20 8.2. Beletsignaal 20 8.3. Maaltijden 20 8.4. Logboek 21 8.5. Preventie diefstal 21 8.6. Teamvergaderingen 22 8.7. Observatie en rapportage 22 8.8. Begeleiding van de familie 22 9. Praktische afspraken naar de nieuwe medewerker 23 Introductiebrochure 4 Versie november 2008

9.1. Algemeen 23 9.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) 23 9.1.2. Algemene introductie op de eerste werkdag 23 9.1.3. Infodag 24 9.2. Afdelingsspecifiek 24 9.2.1. Stappenplan voor introductie en inscholing op de dienst 24 9.3. Vragenlijst 25 9.4. Begeleiding door peter of meter 25 10. Praktische afspraken naar de studenten 28 10.1. Algemeen 28 10.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) 28 10.1.2. Algemene introductie op de eerste stagedag 28 10.1.3. Jobbeurs 29 10.2. Afdelingsspecifiek 29 10.3. Begeleidingsformulieren 29 10.3.1. Beschrijving van het begeleidingsformulier 29 10.3.2. Doel van begeleidingsformulieren 30 10.4. Belevingsformulieren 30 10.4.1. Beschrijving van het belevingsformulier 30 10.4.2. Doel van het belevingsformulier 31 Introductiebrochure 5 Versie november 2008

10.5. Mentorschap 31 10.5.1. Omschrijving mentor 31 10.5.2. Taken van de mentor 32 10.5.3. Profiel van een mentor 32 10.5.4. Omschrijving stagebegeleider 33 10.6. Verwachtingen 33 10.6.1. Verwachtingen 33 10.6.2. Algemene taken 34 10.6.3. Stagegebonden verwachtingen voor elke student 34 10.6.4. Specifieke verwachtingen 34 11. Bijlagen 36 11.1. Inschrijvingen van Patiënten 36 11.2. Wat ligt waar 38 11.3. Beddenplanning of toewijzing 39 12. Risicoanalyse/werkpostfiche 40 Introductiebrochure 6 Versie november 2008

1 Architectuur De afdeling spoedgevallen is gescheiden over de twee campussen, met ieder een eigen eenheid. Op campus Maaseik is er de gespecialiseerde spoedgevallendienst met MUG-functie. Op campus Bree bevindt zich de eerste opvang van spoedgevallen. Op beide campussen ligt de spoedgevallen in de kelder. Spoedgevallen valt onder de bevoegdheid van de dienst anesthesie. 1.1. De gespecialiseerde spoedgevallendienst te Maaseik: De spoedgevallen is gelegen in het keldergedeelte van het ziekenhuis. Er bevinden zich 7 boxen voor het behandelen van de patiënten en 4 bedden om de patienten tijdens de nacht te kunnen observeren (nachthospitaal). De afdeling bestaat uit de volgende lokalen: Twee reanimatiekamers (Rea 1 en rea 2) Dit zijn de twee grootste kamers op de spoedafdeling. Hier ligt het noodzakelijke materiaal en medicatie om ernstig zieke of zwaar gekwetste patiënten op te vangen. De patiënt heeft er continue bewaking via een centrale monitor die in de dispatch staat. Medische toestellen zijn: EKG toestel / defibrillator / beademingstoestel / Aspiratie met intermittente suctie / spuitpompen / transportmonitor/ perslucht en zuurstof / mobiel röntgenapparaat. Materiaal voor: Zuurstof en aërosoltoediening / Peritoneale spoelingen / Centrale catheters / Thoraxdrainages / Intubatie en beademing / Arteriële catheter- Kar met materiaal voor blaassondage / maagspoelingen / Sialitische lamp De interne box 3 In deze kamer worden patiënten opgevangen met internistische klachten die niet levensbedreigend zijn. Bijvoorbeeld ontregelde diabetes, sociale opname, vage abdominale klachten Introductiebrochure 7 Versie november 2008

In deze box vindt je buiten het routinemateriaal ook een glycaemiemeter en een otoscoop. De hechtingsbox ( box 4 ): In deze box worden patiënten opgevangen met alle soorten wonden, wondinfecties, peesletsels, brandwonden. In deze ruimte is er ook een sialitische lamp aanwezig om een versterkt beeld te krijgen van de te behandelen wonde. Hier staat ook een hechtingskar die eventueel naar een andere plaats gereden kan worden. De gipskamer ( box 5 ) : Hier vindt je alle soorten van gipsen, orthopedische verbanden, atelle s, loopzolen voor patiënten met kneuzingen en fracturen. De pediatriebox ( box 7 ): Hier worden alle kindjes zonder levensbedreigende pathologie opgevangen. Deze kamer is zeer kindvriendelijk ingericht. Er staat een transportbrancard in de vorm van een vliegtuig. Er hangen tekeningen aan de muur en overal staan knuffels zodat er voldoende afleiding geboden kan worden tijdens onaangename behandelingen. Alle boxen zijn voorzien van zuurstof, perslucht, vacuüm en een voorziening om een transportmonitor te linken aan de centrale monitor. Isolatiekamer : Agressieve patiënten kunnen in deze kamer worden afgezonderd. Deze kamer met bewakingscamera is speciaal uitgerust zodat de patiënt zich niet kunnen verwonden. Nachthospitaal : Buiten het spoedgedeelte hebben we ook nog 4 observatiebedden. Deze bedden zijn voor patiënten die na 21u45 opgenomen worden. Vanaf 8u00 gaan zij naar de kamer, als ze hun ochtendtoilet en ontbijt alsook eventuele onderzoeken hebben gekregen. De verpleegkundige is verantwoordelijk voor het totale zorgenpakket ( geïntegreerde verpleegkunde). Van deze 4 bedden is er één intensief bed. Hier vindt je ook de interne reanimatiekar. Indien er op een afdeling een reanimatie voordoet, vertrekt men van hier. Op de kar bevindt zich alles wat men nodig heeft voor een levensbedreigende situatie. Introductiebrochure 8 Versie november 2008

Verder zijn er nog de volgende ruimtes: Medicatiekamer Badkamer: eventueel om brandwonden af te koelen Spreekkamer (slecht-nieuwsgespreklokaal) Dispatchruimte: dit is het centrum waaruit alles wordt geregeld. Hier wordt de patiënt ingeschreven en krijgt hij een behandelingskamer toegewezen Garage: hier vindt je de rolstoelen en de reservebrancards. Verder staat er ook een kast met linnen voor de ambulancediensten. MUG-garage: Met de interventiejassen, wegenkaarten, schepbrancard en de reservekoffers Wachtkamer en de toiletten Keuken: deze is gezamenlijk met intensieve zorgen Kleedkamers van het personeel Linnenkamer Introductiebrochure 9 Versie november 2008

2. Patiëntenpopulatie Onze afdeling is een acute afdeling voor spoedgevallen, d.w.z. dat er een zeer grote verscheidenheid aan pathologie bij ons te vinden is. De pathologieën zijn zeer uiteenlopend, wat een uitgebreide kennis vraagt, maar tegelijk ook zorgt voor een boeiend werkveld. Volgende specialismen kan je aantreffen op de afdeling: Cardiale problematiek zoals reanimaties, infarcten, Longoedeem, RSP, ritmestoornissen Polytrauma s. Acuut abdomen. Coma ( CVA, diabetes ). Introductiebrochure 10 Versie november 2008

3. Specifiek verpleegtechnische interventies De verpleegtechnische interventies die vooral voorkomen op onze afdeling vind je in onderstaande lijst. De indeling is gebaseerd op de opsomming van de prestaties zoals vermeld in het KB van 18 juni 1990 en wijzigingen: Wat is verpleegkunde. Onder de uitoefening van de verpleegkunde wordt verstaan het vervullen van de volgende activiteiten: A-handelingen B-handelingen: er wordt een onderscheid gemaakt tussen technisch verpleegkundige prestaties waarvoor geen voorschrift van een arts nodig is (aangeduid met code B1) en de prestaties waarvoor wel een voorschrift van een arts vereist is (aangeduid met code B2) C-handelingen zijn medisch toevertrouwde handelingen. 3.1. A-handelingen A A A A A A A Het observeren, het herkennen en het vastleggen van de gezondheidsstatus zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak Het omschrijven van verpleegproblemen Het bijdragen aan de medische diagnose door de arts en aan het uitvoeren van de voorgeschreven behandeling Het informeren en adviseren van de patiënt en zijn familie Het voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen, waardoor de verpleegkundige het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonde en zieke personen en groepen beoogt De handelingen van palliatieve zorg te verrichten Het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces 3.2. B-handelingen (wijziging t.e.m. KB 07/10/02 BS 07/11/02) De verpleegkundige zorgen omvatten de planning, de uitvoering en de evaluatie met inbegrip van de gezondheidsbegeleiding van de patiënt en van zijn omgeving. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en bijgehouden, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan. De procedures i.v.m. deze verpleegtechnische handelingen vind je terug in het procedureboek op de afdeling. Het is belangrijk dat je deze procedures ook zo toepast, bij de verzorging van de aan jouw toegewezen patiënten. Introductiebrochure 11 Versie november 2008

3.2.1. Ademhalingsstelsel B1 B2 Luchtwegenaspiratie en drainage Zuurstoftoediening 3.2.2. Bloedsomloopstelsel B2 B2 B2 Plaatsen van intraveneuze katheters in perifere venen Aanbrengen van verbanden en kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies, eventueel met technische hulpmiddelen 3.2.3. Spijsverteringsstelsel B1 Manuele verwijdering van faecalomen B2 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op lavementen B2 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op gastro-intestinale tubage en drainage 3.2.4. Urogenitaal stelsel B2 B2 B2 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op blaassondage Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op blaasspoelingen en blaasinstillatie Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op drainage van de urinaire tractus 3.2.5. Huid en zintuigen B1 B1 B2 B2 B2 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op wondverzorging Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op de verzorging van stomata, wonden met wieken en drains Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op het verwijderen van cutaan hechtingsmateriaal, cutane wieken en drains en cutane katheters Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op neusspoeling Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op het verwijderen van een epidurale katheter 3.2.6. Metabolisme B2 Het in evenwicht houden van de vochtbalans 3.2.7. Medicamenteuze toedieningen B2 B2 Voorbereiding en toediening van medicatie via volgende toegangswegen: oraal met inbegrip van inhalatie, rectaal, vaginaal, subcutaan, intraveneus, intramusculair, via luchtweg, via gastro-intestinale katheter, oogindruppeling, oorindruppeling, via percutane weg Voorbereiding en toediening van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door de arts geplaatste epidurale katheter, met als doel een langdurige analgesie te verkrijgen bij de patiënt 3.2.8. Voedsel en vochttoediening B1 B2 Enterale vocht- en voedseltoediening Parenterale voeding Introductiebrochure 12 Versie november 2008

3.2.9. Mobiliteit B1 De patiënt in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht hierop 3.2.10 Hygiëne B1 B1 Hygiënische zorgen bij patiënten met A.D.L.-dysfunctie Specifieke hygiënische zorgen als voorbereiding op een onderzoek of behandeling 3.2.11 Fysische beveiliging B1 B1 B1 B1 Vervoer van patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht Maatregelen ter preventie van infecties Maatregelen ter preventie van decubitusletsels 3.2.12. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose B1 B2 B2 B2 B2 Meting van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels Staalafname en collectie van secreties en excreties Bloedname door veneuze en capillaire punctie en langs aanwezige arteriële katheter Gebruik van apparaten voor observatie van de verschillende functiestelsels Voorbereiding van en assistentie bij invasieve ingrepen tot diagnosestelling De term assistentie veronderstelt dat de arts en verpleegkundige samen handelingen verrichten bij een patiënt, waarbij er direct visueel en verbaal contact tussen hen bestaat. 3.2.13. Assistentie bij medische handelingen B1 B2 Voorbereiding van de patiënt op de anesthesie en de chirurgische ingreep Voorbereiding, assistentie en instrumenteren bij medische ingrepen De term assistentie veronderstelt dat de arts en verpleegkundige samen handelingen verrichten bij een patiënt, waarbij er direct visueel en verbaal contact tussen hen bestaat. 3.3. C-handelingen C C C C Beoordeling van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels Voorbereiding en toediening van chemotherapeutische middelen Vervanging van de externe tracheacanule Het debrideren van decubituswonden De toevertrouwde geneeskundige handelingen mogen enkel worden verricht door de gegradueerde verpleegkundigen en de gebrevetteerde/gediplomeerde verpleegkundigen. Introductiebrochure 13 Versie november 2008

4. Dagindeling Per shift zijn er steeds 3 verpleegkundigen aanwezig op dienst, namelijk een Mugverpleegkundige, een spoedverpleegkundige en één verantwoordelijk voor het nachthospitaal (deze worden aangeduid door de hoofdverpleegkundige). Ieder verpleegkundige heeft zijn eigen taken die dagelijks vervuld moeten worden. Bijvoorbeeld: de spoedverpleegkundige moet ervoor zorgen dat de brancards proper zijn, dat de defibrillator en het beademingstoestel dagelijks gecontroleerd worden, dat de monitors ingeplugd zijn. Is er iemand klaar met zijn taken, dan gaat deze de anderen helpen. Wanneer er patiënten binnenkomen, hebben deze voorrang op de taken. Werkuren : van 6u30 tot 14u36. van 13u39 tot 21u45. van 21u30 tot 6u45. van 8u00 tot 16u00 ofwel van 9u00 tot 17u00. Introductiebrochure 14 Versie november 2008

5. Multidisciplinair team Om de zorg rond de patiënt zo optimaal mogelijk te laten verlopen, zijn er een heleboel mensen betrokken bij de zorgverlening op onze afdeling. Met volgende personen zal je zeker dagelijks samenwerken. 5.1. Verpleegkundigen Mevr. Keymis Sabine heeft als hoofdverpleegkundige de leiding over ons team. Zij is overkoepelend hoofd van de dienst spoedgevallen op campus Maaseik en campus Bree. De samenstelling van ons team wisselt regelmatig, net zoals het aantal fulltime en parttime werkende verpleegkundigen. In onze equipe werken we met 23 verpleegkundigen op campus Maaseik en 3 op campus Bree. 5.2. Paramedisch personeel Hier worden de mensen voorgesteld die aan onze afdeling verbonden zijn. Psychologen - Petra Van Rens - Daisy Thijs Patiëntenbegeleiding - An Peeten Geriatrische liason verpleegkundige - Tanja Maes Indien nodig kunnen we ook beroep doen op de kinesisten, ergotherapeuten, diëtisten en logopedisten. Zij zijn niet verbonden aan onze afdeling, maar zijn wel oproepbaar. Introductiebrochure 15 Versie november 2008

5.3. Medisch team MUG-artsen: Anesthesie: - Dr. I. Tanghe, geneesheer diensthoofd. - Dr. A. Creemers, Dr. A. Westerlinck, Dr. P. Becx, Dr. Geypen Permanentie-artsen: - Dr. T. Wauters - Dr. E. De Rooze - Dr. I. Degol I - Dr. S. Honggokoesoemo, - Dr. N. Tiels Andere specialismen: - Chirurgen: Dr. F. Claessens, Dr. S. Bessemans, Dr. J. Verhelle - Vaatchirurg: Dr. H. Schroë, DR. Vanslembroek - Orthopedisten: Dr. R. Pijls, Dr. C. Nelissen, Dr. H. Welters, Dr. F. Robijns - Cardiologen: Dr. G. Jeurissen, Dr. A. Van Wijlick - Pneumologen: Dr. E. Cox, Dr. K. Darquennes - Gastro-enterologen: Dr. J. Eyben, Dr. S. Delen - Endocrienoloog: Dr. P. Marcq. - Geriater: Dr. T. Geerts, Dr. F. Janssens - Urologen: Dr. S. Vermeersch, Dr. Vervecken, Dr. S. Schapmans - NKO: Dr. M. Rosseel, Dr. W. Lemmens, Dr. Lemkens - Radiologen: Dr. E. Verstraeten, Dr. S. Verellen, Dr. K. Leroux, Dr. P. Dirckx. - Pediaters: Dr. G. Hoedemaekers, Dr. W. Arts, Dr. F. Lemmens, Dr. K. Eerdekens - Gynaecologen: Dr. D. Lauwagie, Dr. A. Vanpeperstraete, Dr. G. Dhaenens - Oogartsen: Dr. W. Beenders, Dr. A. Goyens, - Plastische chirurgie: Dr. L. Damen, Dr. Nelissen - Neurologen: Dr. M. Vandereyd, Dr. Rädisch - Dermatoloog: Dr. Verhamme - Psychiaters: Dr. Vandevelde - Nucleaire geneeskunde: Dr. B. Dehaes Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 16 Versie november 2008

6. Visie en missie Elke patiënt is uniek als persoon. Wij trachten om bij de uitvoering van de verpleegkundige zorgen dit op een verantwoorde wijze te respecteren daar de patiënt hier recht op heeft. De organisatie van de verpleegkundige zorgverlening is gericht op totaalzorg: we willen het welzijn van de patiënt op de eerste plaats stellen door aandacht te hebben voor alle aspecten van de zieke mens, lichamelijk, sociaal, psychisch, relationeel en geestelijk, hierbij rekening houdend met de fase in het leven van de patiënt en omstandigheden waarin hij/zij verkeert. De patiëntenzorg is op spoedgevallen is een teamgebeuren waarvan de hoofdverpleegkundige de leiding heeft. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid op en verleent zijn medewerking aan het opbouwen en het behoud van een goede werksfeer, een goede samenwerking en een goede communicatie die er op de eerste plaats op gericht is dat patiënten kwalitatief hoogstaande zorg ontvangen en tevreden zijn over de verleende zorg en het verblijf in het algemeen. Een belangrijk punt hierbij is het beroepsgeheim. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 17 Versie november 2008

7. Organisatie van de verpleegzorg De opvang van een patiënt dient te gebeuren volgens een bepaalde procedure. Een goed georganiseerde dienst geeft een vertrouwde indruk. Het eerste contact met het ziekenhuis is van groot belang. De spoedgevallendienst is het visitekaartje van het ziekenhuis! Volgorde van handelen: Patiënt komt binnen: eerste contact is eerste observatie, hier maken we direct een onderscheid tussen levensbedreigend ernstig banaal. Aan de hand van de klachten wordt er een box toegewezen. Terwijl we de patiënt installeren blijf je hem goed observeren. Probeer de familie steeds te vertellen wat je gaat doen + eventueel verwijzen naar de wachtzaal (diagnoses worden alleen door een arts meegedeeld). Inschrijven van de patiënt in de computer, etiketten maken en inschrijven in het logboek. Indien nodig controle van de parameters + uitvoeren van medische orders. Rapporteer afwijkende waarden, bijvoorbeeld vitale functies aan de verpleegkundige. Verlies de patiënt niet uit het oog. Bij twijfel steeds navragen. Indien het een ziekenhuisopname wordt: - Regelen van een bed - Patiënt naar de afdeling vervoeren en briefen - Administratie in orde brengen Indien ambulant: - Inlichtingen geven over de verdere zorgen thuis ( poliklinische con trole, tips, ) - Administratie afwerken: de administratie op de spoedgevallen is zeer uitgebreid. Daarom beperken we ons tot het bespreken van het registratieblad, de wachtnota en het opnameboek. Ambulant (geel) en opname registratieblad (paars): dit wordt ingevuld bij iedere patiënt die zich aanmeldt op de spoedgevallen. Hier worden de gegevens ook ingevuld wanneer het gaat om een arbeidsongeval. MKG-registratie is aan dit formulier gekoppeld (wettelijk verplicht ). Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 18 Versie november 2008

Wachtnota: dit is het verpleegblad van de dienst. Alle observatiegegevens en verpleegkundige handelingen worden hierop genoteerd. Indien de patiënt wordt opgenomen, vormt de wachtnota een leidraad naar de afdeling toe. Het is de enige referentie bij eventuele geschillen achteraf, daarom is het heel belangrijk dat de wachtnota volledig, zorgvuldig en correct ingevuld wordt. Indien de patiënt ambulant is, wordt de wachtnota geklasseerd. De opnameboek: elke patiënt die zich aanmeldt op de spoedgevallendienst wordt ingeschreven en ingeplakt in een opnameboek. Er wordt een kort maar bondig verslag bijgeschreven over de rede van opname, de onderzoeken die plaatsvinden, de behandeling, welke dokter de patiënt behandelt heeft en of de patiënt wordt opgenomen of ambulant wordt behandeld. Aan de hand van deze gegevens kunnen er statistieken gemaakt worden en kan er achteraf informatie worden opgevraagd. Om de werking op de spoedgevallen te vergemakkelijken beschikken we over een briefingsmap waarin we veranderingen of nieuwe afspraken, nota s, wijzigingen in procedures enz noteren. Dit zodat mensen die enige dagen niet op spoedgevallen aanwezig waren, toch op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen. De dag op spoed is ingedeeld in een vroege dienst, een late dienst en een nachtdienst. Per dienst zijn er drie verpleegkundigen aanwezig en iedere verpleegkundige is verantwoordelijk voor een aantal taken. Deze staan vermeld in de checklistenmap. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 19 Versie november 2008

8. Praktische afspraken algemeen 8.1. Dienstlijst 8.1.1. Verlofaanvraag De verlofaanvraag dient te gebeuren volgens de richtlijnen, zoals opgesteld in het arbeidsreglement. 8.1.2. Wensen Bij het opstellen van de dienstlijst word door de hoofdverpleegkundige enkel rekening gehouden met verloven die aangevraagd worden. Deze verloven worden per mail aan de hoofdverpleegkundige gericht. Verder wordt er rekening gehouden met verpleegkundige die een opleiding volgen of bijscholing die gevolgd dienen te worden in het kader van hun bijzondere beroepstitel. Als de dienstlijst klaar is, kan er ook steeds geruild worden, mits bepaalde afspraken gerespecteerd worden en mits goedkeuring van de hoofdverpleegkundige. 8.2. Beletsignaal Het is erg belangrijk om het beletsignaal aan te doen op de kamer waar je bezig bent. Dit is erg belangrijk voor de privacy van de patiënt, weet iedereen onmiddellijk iemand te vinden. 8.3. Maaltijden Bij een aantal,vooral zwaar zieke patiënten is de voeding een extra aandachtpunt. Het is heel belangrijk hieraan voldoende aandacht te schenken: Bedlegerige patiënten: aandacht voor de houding in bed. Een half ineengedoken houding in niet bevorderlijk voor de eetlust en bemoeilijkt de zelfstandigheid van de patiënt. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 20 Versie november 2008

Controleer het dieet van de patiënten alvorens eten en drinken te brengen, diabetisch patiënten geen suiker geven! Bij risicopatiënten op ondervoeding: steeds nagaan en rapporteren wat de patiënt eet en drinkt. Extra aandacht geven als patiënten nuchter moeten blijven voor een onderzoek. Dit duidelijk uitleggen aan de patiënten, de avond voordien. De maaltijden worden voor het nachthospitaal worden door de nachtverpleegkundige besteld. De aanvraagbon wordt op de etenskar van intensieve zorgen gelegd? De logistieke of verpleegkundige van intensieve zorgen brengt het eten mee. Voor patiënten van de spoedgevallen wordt een middagmaal of eten besteld al naargelang van de verblijfsduur op de spoedgevallen. 8.4. Logboek Briefingsmap: om de werking op de spoedgevallen te vergemakkelijken beschikken we over een briefingsmap waarin we veranderingen of nieuwe afspraken, nota s, wijzigingen in procedures enz noteren. Dit zodat mensen die enige dagen niet op spoedgevallen aanwezig waren, toch op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen. Iedere verpleegkundige heeft de verantwoordelijkheid deze map door te lezen na iedere afwezigheid en te paraferen als dit gebeurt is. Postvakje: In de dienstruimte is voor iedere verpleegkundige een postvakje voorzien. Hierin wordt de persoonlijke post gelegd, met eventueel nieuwe aandachtspunten. De bedoeling is dat men regelmatig in het postvakje kijkt, om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes. Prikbord: Het prikbord vind je in de keuken. Hierop hangen beleidsnieuws, mededelingen, aankondigingen voor bijscholingen, 8.5. Preventie diefstal Op de afdeling zelf beschikken we niet over afsluitbare kastjes om onze eigen spullen en tassen in op te bergen. In principe heeft iedereen er toegang tot. Daarom is het verstandig om waardevolle voorwerpen of veel geld thuis te laten of eventueel in de kleedkastjes in de kelder achter slot te laten. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen spullen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 21 Versie november 2008

8.6. Teamvergaderingen 3/4 maal per jaar wordt er een teamvergadering gehouden, waarop de belangrijkste veranderingen of nieuwe aandachtspunten besproken worden. Iedereen mag hieraan zijn steentje bijdragen. Er wordt van je verwacht om hierbij aanwezig te zijn. 8.7. Observatie en rapportage - Rapporteer mondeling en schriftelijk afwijkende waarden, bijvoorbeeld vitale functies, patiënten die zich onwel voelen, e.a. - Inkijken van het medisch dossier van de patiënt kan, mits overleg. 8.8. Begeleiding van de familie - Als de familie iets komt vragen in verband met de gezondheidstoestand van de patiënt, verwijs je deze persoon/personen door naar de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke arts. - Diagnoses worden enkel door de behandelende geneesheer meegedeeld aan de patiënt. - Vriendelijk en beleefd omgaan met familie en patiënt. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 22 Versie november 2008

9. Praktische afspraken naar de nieuwe medewerker 9.1. Algemeen 9.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) ZMK Algemene brochure Deze staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be De nieuwe medewerker leest deze, alvorens te starten. Hierin vindt men algemene info over ZMK, zoals historiek, organigram, visie, overleg- en beleidsstructuren, overzicht van de verschillende ziekenhuisfuncties en aangeboden medische zorg. Daarnaast is er ook aandacht voor praktische info over de eerste stagedag, kleedkamers, parkeren, toegang tot het ziekenhuis, Afdelingsspecifieke brochure Is deze brochure, staan specifieke info over de afdeling zelf. Staat op onze website www.zmk.be De nieuwe medewerker leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten. 9.1.2. Algemene introductie op de eerste werkdag Op de eerste werkdag krijgt elke nieuwe medewerker een algemene introductie doorheen het ziekenhuis. Afhankelijk van de werkplaats zal dit in campus Bree of campus Maaseik zijn of op beide campussen. Deze introductie wordt gegeven door de referentieverpleegkundige binnen het ziekenhuis. Zij zal op voorhand contact opnemen met de afdeling en de nieuwe medewerker om afspraken te maken rond deze introductie. Deze introductie omvat enkele algemene afspraken, een rondleiding doorheen het ziekenhuis, de begeleiding naar de afdeling en er wordt verder gezorgd voor de praktische zaken zoals kledij, kleedkastje, toegangsbadge, Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 23 Versie november 2008

9.1.3. Infodag Jaarlijks in september wordt er in het ziekenhuis een infodag gegeven voor alle nieuwe medewerkers binnen het ZMK die het afgelopen jaar dan nieuw zijn begonnen. Tijdens de infodag wordt er uitleg gegeven over de visie en werking van ZMK. Daarnaast komen ook een aantal diensten hun werking kort voorstellen. 9.2. Afdelingsspecifiek 9.2.1. Stappenplan voor introductie en inscholing op de dienst De referentieverpleegkundige begeleiding overhandigt dit stappenplan bij de introductie. Het stappenplan bevat een reeks van onderwerpen i.v.m. kennis en vaardigheden, nodig om op de dienst te kunnen fungeren en die geacht worden gekend te zijn per bepaalde periode. Tijdens deze periode is er regelmatig overleg tussen het diensthoofd en de nieuwkomer, om te bespreken waar hij/zij staat, om bij te sturen indien nodig en eventueel bijkomende vormingsbehoefte op te sporen. De nieuwe medewerkers zijn ook zelf verantwoordelijk voor de opleiding. Ze weten wat binnen een bepaalde termijn van hen verwacht wordt, zodat ze ook zelf op zoek kunnen gaan naar bijkomende info. Evaluatie kan gebeuren op aantoonbare feiten. Er kunnen eveneens afspraken gemaakt worden tussen diensthoofd en nieuwkomer i.v.m. verwachtingen en dergelijke. De functieomschrijving en de afspraken i.v.m. de functionering- en evaluatiegesprekken worden nu ook meegedeeld. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 24 Versie november 2008

9.3. Vragenlijst Wanneer een nieuwe medewerker 1 maand in dienst is ontvangt deze van de referentieverpleegkundige een vragenlijst m.b.t. de algemene introductie in het ziekenhuis, op de afdeling, het stappenplan en het peter/meterschap. Deze vragenlijst is verplicht in te vullen en wordt na twee weken terug verwacht bij de referentieverpleegkundige. Deze gegevens worden verwerkt in een databank. Het doel van deze vragenlijst is feedback krijgen omtrent de introductie om zo een betere werking te organiseren naar de toekomst toe. Deze vragenlijst is niet anoniem, maar de gegevens worden met alle respect behandeld. 9.4. Begeleiding door peter of meter Op de diensten verwacht men van nieuwe medewerkers dat ze zo snel mogelijk goed kunnen meewerken in het team. Een nieuwkomer kan echter niet zomaar een ingewerkte en ervaren collega vervangen. Een snelle aanpassing en integratie in het ziekenhuis en op de verschillende diensten is mede afhankelijk van een goed georganiseerde opvang. Wanneer het takenpakket systematisch en snel wordt duidelijk gemaakt, heeft dit een positieve invloed op de motivatie en het prestatieniveau. Er moet dus veel aandacht besteed worden aan goede opvang en begeleiding van nieuwe medewerkers om hen op relatief korte termijn optimaal te laten functioneren en gemotiveerd te houden. Peter/meterschap is een onderdeel van deze georganiseerde opvang. Elke nieuwe medewerker krijgt een peter of meter toegewezen. Nieuwe collega s kunnen bij hen terecht met hun vragen, problemen, opmerkingen, onzekerheden, in de eerste periode op de nieuwe dienst. Deze periode wordt bepaald per dienst, afhankelijk van de behoefte. Het zou ideaal zijn als iedere nieuwkomer gedurende enkele dagen dubbel ingepland zou kunnen staan met een ervaren medewerker, maar in de praktijk is dit niet altijd haalbaar. We streven er echter naar dat nieuwkomers toch minstens de eerste werkdag gekoppeld worden aan hun peter/meter. Het peter/meterschap moet een meerwaarde betekenen voor de dienst, de nieuwe medewerker en de peters/meters zelf. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 25 Versie november 2008

Doel peter/meterschap: De nieuwe medewerkers helpen om zaken sneller of vroeger te leren, of zaken aan te leren die ze anders niet zouden geleerd hebben. Bevorderen van kwaliteit door de opgebouwde kennis, expertise en ervaring die reeds op de diensten aanwezig is, beter te benutten en door te geven. De nieuwe medewerkers een vertrouwd gevoel geven, hen coachen en zo snellere integratie bevorderen. Voordeel peter/meterschap: Peters/meters kennen de struikelblokken, de valstrikken, de trucjes of de knepen van het vak en zijn dus geschikt om de nieuwe medewerkers met raad en daad bij te staan, steun te verlenen en te luisteren naar de problemen waarmee ze te maken krijgen. Ze fungeren als rolmodel voor de beginnende medewerkers en moeten daarom het eigen functioneren steeds in vraag stellen en bijblijven. Ze dragen mee de verantwoordelijkheid over de nieuwe medewerkers. Ervaringsuitwisseling op basis van een gelijkwaardige relatie: nieuwe medewerkers kunnen steeds een beroep op hen doen voor advies en informatie. Peters/meters geven geen beoordeling over de nieuwe collega s. Taken van de peters/meters: Ze begeleiden de medewerkers in de dagelijkse praktijk op een ondersteunende, stimulerende en motiverende wijze. Ze coachen de nieuwe collega s: stimuleren, motiveren, aanwijzingen en raad geven. Ze zijn vraagbaak voor de nieuwe collega s als die vragen hebben over, praktische zaken, algemene dingen tot complexe (verpleeg)situaties. Ze vertonen een voorbeeldgedrag. Ze doen voorstellen aan de diensthoofden voor maatregelen zodat de nieuwe medewerkers zo snel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. Ze hebben gesprekken met de nieuwe medewerkers gedurende de inwerkperiode, voor een continue opvolging en inventarisatie van de kennis/stappenplan. Profiel peters/meters: Iemand die ervaren is: zelf min. 1 jaar ervaring op de dienst (met uitzondering van een aantal medisch-technische diensten waar meer ervaring vereist is) Op vrijwillige basis Geduldig Communicatieve en sociale vaardigheden Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 26 Versie november 2008

Spontaan en vlot Objectief Inzicht in eigen handelen Theoretisch en praktisch sterk Bereid om nieuwe medewerkers te begeleiden Begaan met nieuwe collega s: iemand die openstaat voor de behoeften van nieuwkomers en deze ook aanvoelt Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 27 Versie november 2008

10. Praktische afspraken naar de studenten 10.1. Algemeen 10.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke) ZMK Algemene brochure Deze staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, alvorens te starten op stage. Hierin vindt men algemene info over ZMK, zoals historiek, organigram, visie, overleg- en beleidsstructuren, overzicht van de verschillende ziekenhuisfuncties en aangeboden medische zorg. Daarnaast is er ook aandacht voor praktische info over de eerste stagedag, kleedkamers, parkeren, toegang tot het ziekenhuis, Afdelingsspecifieke brochure Is deze brochure, staan specifieke info over de stageafdeling zelf. Staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten op stage. 10.1.2. Algemene introductie op de eerste stagedag Op de eerste stagedag krijgen alle studenten een algemene introductie doorheen het ziekenhuis. Afhankelijk van de stageplaats zal dit in campus Bree of campus Maaseik zijn of op beide campussen. Deze introductie wordt gegeven op een maandag vast uur, door de referentieverpleegkundige binnen het ziekenhuis. De introductie omvat algemene afspraken, noteren van studentgegevens, controle doelstellingen/medische geschiktheidattesten, kleedkamertoewijzing, toegang studenten, een rondleiding doorheen het ziekenhuis en de begeleiding naar de stageafdeling. Neem geen grote rugzak/tas mee, omdat onze kastjes (kleedruimte) en kasten (afdeling) maar klein zijn. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 28 Versie november 2008

10.1.3. Jobbeurs Tweemaal per jaar organiseert ZMK rond januari/februari een jobbeurs voor alle laatstejaars studenten verpleegkunde/vroedkunde. Bij deze willen we alle laatstejaars studenten uitnodigen op onze jaarlijkse Jobbeurs, graag op voorhand inschrijven bij onze referentieverpleegkundige begeleiding. 10.2. Afdelingsspecifiek Is deze brochure. Staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten op stage. Voor de introductie op de stageafdeling, kan de mentor/vk gebruik maken van een checklist. Dit is een leidraad. Op de 1 ste (of 2 de ) stageafdeling krijgt de student een rondleiding door de mentor/vk van de afdeling. Hoofd en afdeling krijgen op voorhand de stageplanning gemaild. 10.3. Begeleidingsformulieren 10.3.1. Beschrijving van het begeleidingsformulier Vanaf september 2008 werken alle Limburgse scholen en instellingen met nieuwe begeleidingsformulieren, namelijk met competenties. We spreken niet meer van kennis/inzicht, attituden en vaardigheden. Vanaf de eerste tot de laatste stagedag heeft de student dit formulier bij zich. De student krijgt dit formulier vanuit de school. Dit formulier wordt gebruikt en ingevuld door alle mentoren, verpleegkundigen, hoofdverpleegkundige, stagebegeleiders en studenten. Competenties (6 items) Beroepsspecifieke attitudes Communicatie Lid van het multidisciplinair team Kwaliteit bewaker Coördinator/teamverantwoordelijke Klinische beoordelaar en zorgverlener Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 29 Versie november 2008

Elk van deze 6 items zijn opgesplitst in deelcompetenties. Deze deelcompetenties worden door het beschrijven van gedragsindicatoren specifiek verduidelijkt. Persoonlijke leerdoelen Deze zijn opgemaakt door student in functie van de stage Deze leerdoelen worden door stagebegeleider, mentor en student overlopen en eventueel bijgestuurd Voldoende of onvoldoende Geen D tot A codes meer Enkel voldoende = V of onvoldoend O Feedback Feedback pagina s voor mentor, vk, hoofdvk, student, Feedback mbt doelstellingen, competentie en 8 basisprincipes. Feedbackgever altijd zijn/haar naam (geen paraaf) noteren. Tussentijdse bespreking Tussentijdse evaluatie tussen stagebegeleider en student & Eventueel in aanwezigheid met mentor/vk Eindbespreking eindevaluatie tussen stagebegeleider en student & eventueel in aanwezigheid met mentor/vk 10.3.2. Doel van begeleidingsformulieren Het systematisch geven van feedback (concrete feiten). Het registreren van de gegeven feedback. Aan de student en de begeleiders een overzicht te bieden van de gemaakte progressie of regressie. Aan de student de kans te bieden om zichzelf tijdig bij te sturen. Verantwoordelijkheid van de student om zijn leerproces mee te sturen en anderzijds op de opdracht van de begeleidende stagementor/verpleegkundige/stagebegeleider om de student systematisch te informeren over zijn geplande leerdoelen en de evoluties die hierbij gemaakt worden. 10.4. Belevingsformulieren 10.4.1. Beschrijving van het belevingsformulier Is een A4 formulier met 27 belevingsvragen. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 30 Versie november 2008

Wordt ook wel eens het bolletjesformulier genoemd, omdat studenten de vragen met een zwart/blauw bolletjes beantwoorden. Is anoniem, enkel naam school, afdeling 1-2-3ej en semesterperiode staan vermeld op dit formulier. Dit formulier krijgt de student op haar eerste stagedag van de referentieverpleegkundige begeleiding studenten. Student vult op haar eind van haar stage, vòòr de eindevaluatie dit formulier in en geeft dit af aan de stagebegeleider. De stagebegeleider neemt dit ingevuld formulier (in gesloten enveloppe) mee naar school en wordt naar KHLim Rob Trippas verzonden. Deze scant en verwerkt alle formulieren van Limburg en geeft de resultaten 1/jaar door aan de referentieverpleegkundige. Dit formulier niet kopiëren, kreuken, nieten en perforeren. In studentklapper op de afdeling zitten reserve belevingsformulieren. 10.4.2. Doel van het belevingsformulier Dit formulier is een meetinstrument. Student geeft zijn beleving van stage weer in dit formulier. De student beoordeeld de stageplaats op 27 items. Is het enigste meetinstrument van de stageplaats. Afdelingen krijgen persoonlijk feedback van deze resultaten. Resultaten van deze bevraging worden besproken op de jaarlijkse evaluatievergadering mei/juni. Daarom willen we u vragen om deze belevingsformulieren in te vullen, ook wij hebben nood aan feedback. 10.5. Mentorschap 10.5.1. Omschrijving mentor Een mentor is een verpleegkundige die zich arrangeert om studenten te willen begeleiden. Zij probeert studenten te begeleiden, coachen en bijsturen. Zij probeert samen met haar team, studenten verpleegkundige competenties aan te leren. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 31 Versie november 2008

10.5.2. Taken van de mentor Ze vervangen niet de stagebegeleiding. Ze zijn schakelfiguren tussen studenten en team enerzijds en studenten en stagebegeleiding anderzijds. Ze doen de introductie op de eerste stagedag. Ze maken op vaste tijdstippen tijd vrij voor overleg- en feedbackmomenten. Ze coachen de studenten: stimuleren, informeren, ondersteunen, motiveren, aanwijzingen, raad en feedback geven. Ze bewaken het leerproces, binnen de vooropgestelde doelstellingen. Ze hebben een bemiddelende functie tussen studenten en het team. Ze hebben een vertrouwensfunctie, peilen naar de stagebeleving en stellen problemen en emoties bespreekbaar. Ze vertonen een voorbeeldgedrag. Ze bieden leermomenten aan. Ze bewaken de integratie van de studenten op de dienst in het kader van hun leerproces, zonder hen te beschouwen als extra werkkrachten. Ze stimuleren de collega s in het geven van reflectie en feedback, zowel mondeling als schriftelijk, t.a.v. mentoren en t.a.v. studenten. Ze plegen overleg met de stagebegeleiding van de scholen en zijn de onmiddellijke contactpersonen. Ze adviseren de diensthoofden bij de patiëntentoewijzing aan de studenten, rekening houdend met de doelstellingen van elke student. Ze doen voorstellen aan de diensthoofden voor maatregelen zodat de studenten zo snel mogelijk optimaal worden begeleid. 10.5.3. Profiel van een mentor Iemand die ervaren is: zelf min. 1 jaar ervaring op de dienst (met uitzondering van een aantal medisch-technische diensten waar meer ervaring vereist is) Op vrijwillige basis Geduldig Communicatieve en sociale vaardigheden Spontaan en vlot Objectief Bereid en geïnteresseerd om studenten te begeleiden Heeft de mentorenopleiding gevolgd Inzicht in eigen handelen Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 32 Versie november 2008

Theoretisch en praktisch sterk Begaan met studenten: iemand die openstaat voor de behoeften van de studenten en deze ook aanvoelt Willen up-to-date blijven: volgen nieuwe ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied 10.5.4. Omschrijving stagebegeleider Stagebegeleider is de begeleider vanuit school. Zij/hij geven tussen- en eindevaluaties van studenten op stages. Zij maken een verschil tussen leer- en praktijkbegeleiding. Leerbegeleiding door scholen (A1+A2). Stagebegeleiding door scholen (A2) en instellingen. Gediplomeerde verpleegopleiding = 4de graad = A2 Bachelor verpleegopleiding = hogeschool = A1 10.6. Verwachtingen 10.6.1. Verwachtingen Als student werk je steeds onder toezicht van een verpleegkundige.. In de mate van het mogelijke wordt je gedurende een langere periode gekoppeld aan dezelfde verpleegkundige. Als student heb je dezelfde diensturen als de verpleegkundigen, deze staan in de dienstlijst genoteerd onder de volgende codes: V: 6u30 tot 14u36, L: 13u39 tot 21u45, N: 21u30 tot 6u45 In functie van de drukte kunnen deze uren aangepast worden. Koffiepauze (10min gunst)/middagpauze (30min verplicht) mogen op de afdeling of in de refter genomen worden. Respect voor patiënt, familie, artsen, verpleegkundigen, medewerkers. Hanteren van het beroepsgeheim. Vraag hulp indien nodig. Verzorgd en vriendelijk voorkomen. Stiptheid. Correct taalgebruik. Basiskennis van daghospitaal via de introductiebrochure. Meebrengen van doelstellingen en verwachtingen op de eerste stagedag. Laat waardevolle voorwerpen in je kleedkastje, sluit af met eigen hangslot. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 33 Versie november 2008

10.6.2. Algemene taken Verzorgingskarren en kasten aanvullen. Linnenkamer opruimen en karretjes met proper linnen klaarzetten. Serumstaanders afwassen. Onderhoud brancards en bedden 10.6.3. Stagegebonden verwachtingen voor elke student Na een korte inwerkperiode inzicht krijgen in de werking van de dienst. Eigen leerproces in handen nemen. Stage begeleidingsformulier spontaan aanbieden. Feedback vragen op rustige momenten. Open communicatie student - verpleegkundigen. Open vraagstelling: hoe, wat, waar, waarom, wanneer,...? Overleg steeds met de verantwoordelijke verpleegkundige. Leer correct omgaan met het verpleegdossier. Actieve inbreng tijdens een briefing. Studenten nemen geen telefoon op. Maak gebruik van het beletsignaal bij betreden van de kamer. Uitdelen van maaltijden gebeurt steeds in overleg met de verpleging. 10.6.4. Specifieke verwachtingen Kijkstage (dag achter de schermen) Eens proeven van het verpleegkundig beroep. Met een verpleegkundige meelopen. Verpleegkundige technieken observeren en meebeleven. Geen verpleegkundige technieken uitvoeren. Proberen inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. Eerste jaarsstudenten Technieken van het eerste jaar correct en vlot kunnen uitvoeren. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 34 Versie november 2008

Aangeleerde technieken van het eerste jaar kennen en leren integreren in de praktijk. Basistechnieken kennen en leren integreren in de praktijk. Inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. Verantwoordelijk zijn voor één patiënt (chirurgie, ). Het verpleegdossier met hulp correct kunnen invullen. Gericht observeren, gericht rapporteren en dit zowel mondeling als schriftelijk. Tweede jaarsstudenten Technieken van het eerste jaar correct en vlot kunnen uitvoeren. Aangeleerde technieken van het tweede jaar kennen en leren integreren in de praktijk. Inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. Verantwoordelijk zijn voor één patiëntengroep (chirurgie, ). Het verpleegdossier met hulp correct kunnen invullen. Gericht observeren, gericht rapporteren en dit zowel mondeling als schriftelijk. Derde jaarsstudenten Technieken van het eerste en tweede jaar correct en vlot kunnen uitvoeren. Aangeleerde technieken van het derde jaar kennen en leren integreren in de praktijk. Inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. De verantwoordelijkheid voor een patiëntengroep (volledige zorg, briefing en doktersronde) combineren met de organisatie van andere zorgen. Het verpleegdossier zelfstandig kunnen invullen met aandacht voor planning, uitvoering en evaluatie van de zorg. Gericht observeren, gericht rapporteren en dit zowel mondeling als schrifelijk. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 35 Versie november 2008

11. Bijlagen 11.1. Inschrijvingen van Patiënten Er worden NOOIT PATIËNTEN INGESCHREVEN op DOKTERS die op VER- LOF zijn. WE MAKEN 2 STICKERS OP NAAM VAN ANESTHESIE ( 1 STE WACHT ). Trauma: WEL verwijsbrief = arts vermeld op brief. GEEN verwijsbrief = 1ste wacht ( Orthopedie of chirurgie ). Ma Di Woe Do Vrij VM O O C C C NM C O C O O Wachtdienst begint om 18.00u. Indien wachtlijst = vb. Dr. Verhelle/ Dr. Claessens (Dr. Claessens is dan de achterwacht voor in geval het een operatie wordt). Plastische chirurgie wordt enkel opgeroepen wanneer de orthopedist of de chirurg de patiënt aan hem doorverwijst. Urologie: In de week = Dr. Vermeersch (! verlof ). Weekend = Zie wachtlijst. De wachtdienst begint zaterdag om 10.00u. Oftalmologie: In de week (overdag) mag je eerst Dr. Beenders proberen te bellen. Indien de spoedarts de oftalmoloog gebeld heeft, mag de naam van de oftalmoloog op de stickers. Indien niet gebeld, overschrijven op anaesthesie. De wachtdienst begint op vrijdag om 18u00. NKO : In de week = Dr. Rosseel (! verlof ). Weekend = zie wachtlijst De wachtdienst begint op vrijdag om 18uOO. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 36 Versie november 2008

Stomatologie: = ZH Genk of ZH Overpelt. Gynaecologie: MET verwijsbrief = Arts op brief, behalve in het weekend (= wachtlijst). GEEN verwijsbrief = eigen gynaecoloog in de week, anders dokter van wacht. De wacht wisselt op vrijdag om 12.00u. Neurologie: Dr. Vandereyd neemt geen patiënten op op haar naam. Dr. Rädisch wel, maar geen inwendige pathologie, enkel neurologische pat. CVA s en TIA s worden ingeschreven op de internist van wacht. Op woensdag is Dr. Rädisch inslapend specialist, op andere dagen is hij telefonisch van wacht. Inwendige ziekten : < 14 jaar = pediatrie. WEL verwijsbrief: 1) Arts op brief (! Verlof ). 2) Verwezen naar discipline : - cardiologie : Dr. Jeurissen, Dr. Van Wylick - pneumologie : Dr. Cox, Dr. Darquennes - gastro-enterologie : Dr. Eyben, Dr. Delen - geriatrie: 1 Dr. Geerts, 2 Dr. Janssens, 3 Dr. Cox (in deze volgorde) - endocrienologie : Dr. Marcq - Inwendige geneeskunde : arts van wacht op dat ogenblik: Dr. Delen en Dr. Eyben wisselen zich iedere week af voor 1 ste wacht - gastro-enterologie. ( zie lijst ) / Dr. Cox / Dr. Darquennes wisselen zich ook iedere week af voor de wacht pneumologie. - Indien de arts afwezig is vb. op andere campus, MCHH, MCHBO of Zh Genk arts op permanentielijst bellen. WEL verwijsbrief : 1) Weekend + nacht: altijd de 1 ste wacht. De 1 ste wacht bepaalt later op welke arts de patiënt wordt ingeschreven. De 2 de wacht is enkel oproepbaar door de 1 ste wacht, dit geldt zo ook voor de afdelingen. 2) In de week : Specifieke pathologie vb. hartinfarct, maagbloeding, hypoglycaemie Betreffende discipline bellen. Niet-specifieke pathologie: de spoedgevallen consulteert betrok ken specialist. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten 37 Versie november 2008